No. 2771. Donderdag 19 Mei I87Ö. 26s,e Jaarg. Besturen en Administratiën. Inschrijving voor de Schutterij. PUBLICATIE. AANBESTEDING. Zierikzee, 11 Mei 1870. Nieuwstijdingen. JFVawft vijlt. lühutgdtlanfr. M icïicvinnft. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. MEID Nieuwerl' 'AAI'1 COUP. burgemeester en wethouders der Gemeente Zie- rikzee. Gezien de wet op de Schutterijen van den 11 April 1827, en speciaal gelet hebbende op die artikelen derzclver wet, die in betrekking staan tot de jaarlijksche inschrijving zoo tot de bereids daargestelde registers van vroegere jaren, als tot de in schrijving die gedurende de laatste helft dezer loopende maand moet geschieden, brengen bij deze ter keunis vau de belangheb benden Dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij, van de ge borenen in de jaren 1845 tot 1836 ingesloten, zulleu worden ge opend tol de inschrijving van alle mannelijke Ingezeteuen, welke tot het laatstgemelde jaar behooren, alsmede van hen, welke, in de vorige jaren geboren zijude, sedert de laatst vorige inschrijving, zich alhier met er woon hebben nedergezet, waaronder ook begre pen zijn de militairen welke na dien tijd gepasportcerd, en de vreem delingen welke sedert dezen tijd"van buiten het It ijk zijn gekomen, en zich alhier hebben gevestigd, voor zoo verre deze laatste hun voornemen om ziek in dit Rijk neder te zeilen hebben aan den dag gelegdhetzij door eene uitdrukkelijke verklaringhetzij door de werkelijke overbrengingvan den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen van hun bestaannaar herwaartszonder dat de tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf of handwerk in eenig on dergeschikte betrekkingals zoodanig voornemen wordt aangemerkt. Allen zullen worden ingeschreven iu dat register, waatoe zij vol gens hunnen ouderdom behooren. Dat van de inschrijving niemand der vorenstaande personen is uit gezonden!, xwmx&zX. allen, zonder onderscheid, daarin begrepen zijn al ware het ook dat zij zouden mogen vermeenen, volgens de wel tot de vrijgestelden of uitgestotenen te behooren, en dien ten gevolge ook zij niet, die hun ontslag uit de Schutterlijke dienst reeds heb ben bekomen, zullen derhalve al de bovengemelden, als daartoe bij deze wordende opgeroepen, moeteu verschijnen ten Raad huize dezer gemeente, op 15 Mei e. k. en volgeude dagen des voormiddags van 10 12 ure ten einde zich te laten inschrijven, ieder in dat regis ter, waartoe hij volgens zijuen ouderdom behoort. Deze registers zullen op den lsten Junij 1870 finaal worden gesloten. Dat de stud uten, gcëmplooijeerdeu in huizen van negotie, kler ken van notarissen, advokaten euz., bedienden en vverkboden moeten worden ingeschreven in de gemeente alwaar zij hunne studiën houden, werkzaamheden uitoefenen of dienstbaar zijn de ambtenaren cu geëmplooijeerden bij het Gewestelijk Bestuur en alle andere, al wonen zij ook elders, in de plaats alwaar zij hunne ambtsbetrekkingen moeten uitoefeuen; die buiten 's lands stude ren of werkzaam zijn in de gemeenten huniier vorige woonplaats; de builenlandsche zeevarende in de plaatsen waar zij hun wettig domicilie holiliiiii, en de a'ail boord wonende sehippei'9 in de ge- meenteu alwaar zij hetlaatst hunne vaste woonplaatshebbon gehad, of wel persoueel en mobilair of wegens hun vaartuig belasting be talende, daar, waar zij voor deze belasting zijn aangeslagen. De vorenstaande opgeroepenen zullen verpligt zijn bij hunne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor- en bijnamen, van de plaats en den tijd hunner geboorte, hunne woonplaats, met aanduiding van wijk eu uommer, het beroep hunner ouders en dat van hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduweuaars, van het getal hunner kindereu van beider sekse, (welke laatste opgaven zullen moeten worden geconstateerd met een schriftelijk bewijs, afgegeven door den Burgemeester of Ambtenaar van den Burger lijken stand); sedert wanneer zij Ingezetenen der gemeente zijn en van waar zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk van de rede nen die zij zouden vermeenen, dat hen van de Schutterlijke dienst \ouden vrijstellenof daartoe onbevoegd maken, naar aanleiding van artt. 3 en 4 der wet, met opgave van het artikel en het onder deel van hetzelve, waarop zij zich beroepen. Wordende voort3 een iegelijk, buiten deze gemeente geboren aangemaand, om zich tijdig van eene geboorte-acte te voorzien, en zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrij ving behoorlijk kunne geschiede, en om voor te komen dat niemand, door eene verkeerde opgaaf van zijnen ouderdom, vervalle in de straf bij de wet bepaald. Terwijl Burgemeester en Wethouders een ieder hierin betrokken, willen hebben vermaand eo gewaarschuwd, om zich van deszelfs verpligting in deze te kwijten; vermits uit krachte van art. 9 dei- wet en art. 6 van Zijner Majesteits besluit van 21 Maart 1828, al diegenen die zich voor het sluiten der registers op 1 Junij eerstko mende niet hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen worden ingeschreven, en dat denzelven, dien ten gevolge, zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven zonder loting bij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geenc redenen tot vrijstelling of uitslui tend ten hunne aanzien bestonden. En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kun nen voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt daar waar zulks te doen gebruikelijk is Te Zierikzee den 6 Mei 1870. En is hiervan afkondiging geschied ter plaatse waar het be hoort den 6 Mei 1870. De Burgemeester en Wethoudersvoornoemd, C. J. FOKKER, Weth. l.B. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee zijn voornemens op Woensdag den lsten Junij 1870 namiddags ten 1 ure, op het Raadhuis AAN TE BESTEDEN: ïlet bouwen van eene TUSSCHEN- SCHOOL. De aanwijzing zal geschieden op Woensdag den 25sten Mei a. s., des namiddags om 2l/2 uur. Bestekken zijn van den 19den dezer af ver krijgbaar ter Gemeente-Secretarie, tegen betaling van 25 cent. De liggen ter inzage ten kantore van den Gemeente-Bouwmeester. Burgemeester en Wethouders b. c: cau. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Op het postkantoor te Zierikzeezijn gedurende de maand December 1869, de 2de helft der maand Maan en de 1ste helft der maand April 1870, onderstaande brieven bezorgd geadresseerd aan personen wier namen ter plaats van bestemming onbekend zijn Verzonden geweest naar BELGIE een aan Kaatje van Saarloos te Leuven. ENGELAND: een aan Marij Ann Lockwood te Londen. Mina Doeleman te Goes. H. Meerman te Oos ter land. de wed. C. den Bakker te Oosterland. A. Kooman te Renesse. 1). Mondeel te Zwolle. de Wed. van Schippers te Goes. A. Kooman te Renesse. J. Versepnt te Renesse. Da verveld te tfereld Solo 23 Maart. Gisteren had alhier de trouw- plegtigheid plaats van vier dochters des Keizers van Soerakarta. 's Morgens omstreeks half negen vergader den de ambtenaren en particulierenwaaronder ook velen van Saraarang overgekomenin de voorgalerij van den resident; gingen daarop te 9 ure naar den kraton en namen plaats in de groote receptie pondoppe van den Soesoehoenan die, in nationaal costuum aan 't hoofd naast den resident was gezeten, 't Behoeft niet gezegd te worden dat alle gebruikelijke vormen ten striktste werden in acht genomenalle Javanen, uitge zonderd de oudere naaste familie des Keizers en de priesters, hielden het bovenlijf ontbloot en zaten naar rang of stand digter bij of verder af; geen durfde in 'trond of binnen de pondoppe loopenmaar op de hurken gezeten zag men hen kruipen. Omstreeks half tien naderde de hoogepriestertot in 't midden der pondoppe, in 't front van den Keizer en het Euro- peesche publiek alwaar een kleed was gespreid daarop kwamen één voor één de bruidegoms met hunne ge tuigen. Zij moesten ieder een kort trouw-ceremonieel doorstaan kusten daarop des Keizers linkervoetont vingen verder nog eene hand van den residenten vertrokken, kruipende en groetende zooals zij gekomen waren. Na afloop der plegtigheid werd een glas madera rond gepresenteerd en door den resident met korte woorden op de gezondheid des bruidegoms gedronken verder nog koffij en thee rondgebragten men kon huiswaarts keeren om zich 's avonds te 5 uur weder te vereenigen bij den rijksbestuurder alwaar ook de Keizer omstreeks 6 uur in generaals-uniform verscheen ('tis tegen den adat dat de Keizer in nationaal tenue een zijner minderen bezoekt). Prins Mangko Negoro die ook 's morgens in Europeesch uniform tegenwoordig was verscheen ook nu weder benevens verscheidene Enropeesche dames, zeer waarschijnlijk even nieuws gierig om de bruiden te zien binnen komendie in tandoes gedragen door eene menigte in rood uitge- doschte Javanen te half zeven arriveerden een voor een en voorafgegaan door hare bruidegoms, door wien zijvolgens nationaal gebruik (de vrouw hooger in rang zijnde als de man) van 't achtereinde der pondoppe tot binnen den dalem werden gedragen waar verder schrijver dezes niet is doorgedrongen. Alles was in de uiterste perfectie klaar gemaakten men zou waarlijk niet weten wat meer te roemen de strikste orde iu het aankomen en ontvangen het decoratief der pon doppe en tafel; dan de gulheid waarmee ijs en allerlei dranken werden rondgepresenteerdkortomop niets viel te zeggen ware het eten niet zoo laat geworden iedereen zeer voldaan naar huis zou zijn gekeerd. Gedurende den maaltijd werd door den resident, met korte woorden eene toast ingesteld op den Keizer, de jonggetrouwden en op Java waarmee 't diner een einde namen 't grootst gedeelte van 't publiek zich ver wijderde. Omtrent de Grieksclie roovers deelt een Lembergsch blad de volgende bijzonderheden mede: De aanzienlijkste bende bestaat uit eenige honderden herders in het ge bergte van Hymettus en Pentelicus. Zij staan in vriend schappelijke betrekking met personen van allerlei stand in Athene en hebben invloedrijke beschermers onder alle politieke partijen en vooral in het leger. Hunne slachtoffers zijn bijna altijd vreemdelingen of Grieksche kooplieden en bankiers. Zij beschouwen den inheemschen adel als natuurlijke beschermers en noodigen hen vaak uit om peet over hunne kinderen te zijn eene uitnoodi- ging, die zelden geweigerd wordt, daar daardoor een soort van geheime band tusschen de edelen en de roovers ontstaat, waarvan beide partijen voordeel trekken. De vorstelijke familie Soutzo is bijzonder populair onder de roovers. Haar hoofd, vorst Demetrius, is peet over meer dan 60 roo verskin deren. Eens werd hij op een» roo vers bruiloft genoodigd en nam de uitnoodiging dadelijk aan. Op het hoofd van den bruigom was een prijs van 1000 drachmen gezet. Kort daarna droeg de regering den vorst op, de roovers te vervolgen, maar liij weigerde en werd later gebruikt om met hen te onderhandelen, na dat de roovers verklaard hadden, hem volkomen te vertrouwen. Toen koning Otto hetlaatst een reis door zijn land deed, ontmoette hij eene bende roovers, aangevoerd door eene vrouw Kara Janina. Zij begaf zich naar den koning, verzocht hem, zich van zijn paard tot haar neder te buigen, kuste hem en beval hem hare kinderen aan. In een stadje in het gouvernement Warschau is nog eens weer een ouderwetsche jodenjacht gehouden, welke zich ongeveer aldus heeft toegedragen Een arme Iraëliet door een officiers-oppasser bestolen, kwam zich bij diens meester beklagen. Deze sloot zich met hem op, als eenig antwoord, en mishandelde den jood gruwelijk, zóó gruwelijk, dat de buren die het angstgeschrei hoorden, de deur openbraken en het deerniswaardig slachtoffer aan den beul ontrukten. De officier, woedend over deze schennis van zijn huisrecht gelijk hij het noemde schreef aan de landpolitie, die den volgenden dag dan ook de stad binnenrukte mogen we wel zeggen alle Joden die zich op straat vertoonden arresteerde, ja ze zelfs met geweld uit hunne huizen liet slopen eu naar het raadhuis voeren. Daar werd gericht ge houden, dat is: in tegenwoordigheid van de magistraten werden de ongelukkige kinderen Israels, onverschillig van welken stand of ouderdom ze waren, van 6 ure 's morgens tot 1 ure 's nachts op echt Slftvoonsche wijs mishandeld, en ten slotte nog voor een deel iu de ge vangenis geworpen. De Joden hebben eene deputatie aan den stadhouder gezonden. Aan het station te Var (Frankrijk) wilde eene vrouw met een kind aan de hand den spoorweg over steken, op 't oogenblik dat de trein, die van Nice kwam het station binnenreed. De stationchef, die het gevaar zag, wierp zich op de onvoorzichtigen. Maar het was te laat. De trein overreed de drie ongelukkigen. De stationchef werd geheel verpletterd, aan het kind werd het hoofd van de romp gescheurd, en de vrouw verloor beide beenen. Men hoopt, dat de spoorwegdirectie, wel ker zuinigheid aan alle menschen iu Frankrijk bekend is, ditmaal met hare overlevering breken, en aan de nagelatene betrekkingen van de beambte, die zoo edel moedig zijn leven opofferde, een jaargeld toekennen zal. Hoe horlogemakers, die ook iu bijonteriën han delen, op hunne hoede moeten zijnom niet bestolen te worden ondervond onlangs een hunner te Parijs. Een welgekleed heer neemt eene der fraaiste kamers in een hotel. Pas is hij alleen of hij verdraait eene pendule, schelt en laat de logementhouder bij zich komen. »Mijn waarde Heer!" voegt hij hem toe „Ik heb daar een ongeluk gehad met uwe pendule. Ik wilde het werk gelijk zetten en nu geloof ik er iets aan gebroken te hebben. Ik moet deze schade herstellen! Wees zoo goed een horlogemaker te laten roepen." Als deze komt, stelt hij zich aan alsof hij de loge menthouder islaat de pendule ter reparatie medenemen en houdt zich alsof hij er nog meer heeft te repareeren. Dien zelfden dag loopt hij als bij toeval het huis van den horlogemaker binnen en zegt: »Ik ziedat gij ook in byouteriën doet. Ik moet een ring hebben, iets heel fraais en op vertoon van ettelijke voorwerpen kiest hij een zeer kostbaar kleinood uit. Over den prijs is men het weldra eens en de kooper verwijdert zich, na verzocht te hebben de som op de rekening te zetten. „Wees zoo goed" voegt hij er bij „u een weinig te haasten met de pendule. Zooals ik u gezegd heb, ik heb er nog meer, die van de wijs zijn. Mijne gas ten beginnen hierover te klagen en onder ons gezegd, ze hebben geen ongelijk. Ik heb die dingen in den laat- sten tijd een beetje verwaarloosd." Het spreekt van zelf, dat de horlogemakers-winkelier Mijnheer beleefd uitlaat en belooft spoed te maken. Dit deed hij dan ook; maar toen hij de pendule dien zelfden dag nog thuisbracht, ontdekte hij eerst welk een trek men hem gespeeld had. De welgekleede heer was niet in 't hotel teruggekomen. Voor de geschiedenis der Europesche beschaving is de volgende order van het hof van Weenen in 1624 aan de officieren gegeven van eenige waarde. „Zijne keizerlijke Hoogheid heeft zich verscheiden keeren verwaardigd officieren bij zich te dinéren te vragen, en heeft dikwijls gelegenheid gehad het voor treffelijk gedrag en de goede opvoeding dezer heeren op te merken. Zijne hoogheid gelooft niettemin, dat de volgende „order" nuttig kan zijn voor jonge officieren wien het nog aan ondervinding faalt. 1°. Zoodra men de kamer binnentreed moet men Z. K. H. begroeten. Men moet keurig gekleed zijnen de kamer niet binnentreden in een staat die aan dron kenschap grenst. 2°. Aan tafel moeten de officieren hunne beenen niet uitstrekken en niet op hunne stoelen heen en weer wib beien. 3°. Zij moeten nadat zij gedronken hebben zich den mond en de snorren zorgvuldig afvegen. 4°. Zij moeten de hand niet in de schotels steken en de afgekloven beenderen niet op den grond werpen. 5°. Zij moeten de vingers niet aflikken niet in hun bord spuwenen den neus niet in het servet snuiten. 6°. Zij moeten niet zóóveel drinkendat zij van hun stoel vallen en niet in staat zijn weder op te staan. Omtrent het spoorweg ongeluk bij Dommeldange wordt nog gemeld dat van de reizigers die zich op den passagierstrein bevonden slechts twee personen en een kind gered zijn, waarvan een reiziger en het kind te midden van overblijfselen van een wagon die een soort van gewelf over hen gevormd hadden. Opmer kelijk is het dat de andere geredde gezeten was in den laatsten wagon namelijk die welke het eerst den schok ontving. Deze persoon werd verscheidene meters weggeslingerd en stond daarna zonder de minste ver wonding op. Bij de meeste slagtoffers volgde de dood onmiddellijk; eene andere daarentegen hoorde men den ganschen nacht de verschrikkelijkste kreten slaken zon der dat men hem kon bereiken den volgenden morgen vond men dan ook slechts een lijk. Het aantal dooden bedraagt thans veertienterwijl dat der gekwetsten zeer groot, maar nog niet ten volle bekend is. Jn het Handelsblad van Antwerpen van 30 April jl. kwam het berigt voor, dat uit de grachten der Zuider- Citadel het lijkje was opgevischt van een pasgeboren kind van het mannelijk geslachtdatte oordeelen naar den toestand, waarin het gevonden was, levend geboren en na zijne geboorte verworgd of gesmoord en vervolgens in het wat^r geworpen moest zijn. Twee vrouwen, moeder en dochter, tijdelijk alhier verblijvende, verbleekten en ontstelden toen het Handelsblad in hare tegenwoordig heid werd voorgelezen hetgeen de achterdocht opwekte en tot belangrijke ontdekkingen en de aanhouding^jler beide vrouwen aanleiding gaf. Het kind zou door de dochter ter wereld en met behulp der moeder om het leven gebragt zijn. Ziedaar dus wederom middel ijk eene misdaad ontdekt, door toedoen der dagbladen die vaak regtstreeks de justitie op het spoor brengen van mis drijven. De voordragt der Regeling tot toekenning eener geldelijke belooning in den vorm eener lijfrente aan die miliciens, welke zich persoonlijk on behoorlijk van de verpligting tot de krjjgsdieust kwijten, is na drie da gen beraadslagen*, door de Kamer nagenoeg eenstemmig aangenomen. Win .soli o ton 15 Mei. In de gracht, achter het stationsgebouw van den spoorweg alhier vond men giste ren een kinderlijkje, dat met een hand om den hals, waaraan een steen was gehecht, gebonden in een doek, door de afschuwelijke hand van een onmonsch in 't water was geworpen; dit is hier binnen e.-n paar weken het tweede geval van dergelijken kindermoord. In weerwil van de ijverige pogingen, die daartoe reeds zijn en nog worden aangewend, is het der justitie tot heden toe nog niet willen gelukken iets naders van deze misdaden te mogen vernemen. 's Gravonliago, 16 Mei. De beraadslagingen over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf zijn in de Tweede Kamer aangevangen. liet ontwerp is bestre den door de heeren van Wassenaar, Hejjdenrijck, Bichon van [Jsselmonde, Saaymans Vader en Heemskerk Az. daarentegen verdedigd door den heer Dam. 17 Mei. De heer Moens heeft heden in de tweede kamer de afschaffing der doodstraf bepleit op eene wijze die op de leden blijkbaar indruk maakte. Voorts ver klaarden zich ook als voorstanders van de afschaffing de heeren Gratama, Lenting en Cornell's. De heer van Loou daarentegen wenschte de doodstraf behouden te zien. Siiit-Iïi*iim9 Mei. Heden was het de dag, waarop de leeraar der Hervormde Gemeente alhier, Ds. W. van Riet, onder ons, nu veertig jaren geleden, zijn ambt en tevens den Evangeliedienst aanvaardde. Met genoegen vermelden wij, dat de gemeente dan ook blijken gaf hoezeer het thans lovend geslacht dit voorrecht waardeerde. Zij gaf er toch zichtbare blijken van door het oprichten van een eereboog vóór de pastorie en het uitsteken der vlaggen van vele woningen. Eenige no tabele ingezetenen schonken hem bovendien tot aan denken een fraaije pendule; terwijl eenige oudleerlingen van ZEW. hem een sigarenstander met speelwerk in den voet, als blijk van hulde en dank vereerden. Middelburg, 11 M ei. Het in den afgeloopen winter alhier ontstaan gebrek aan gist. waardoor er geen gerezen brood te bekomen was, heeft het Departement der Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid toen aanleiding gegeven om een onderzoek te doen instel len naar het L i e b i g's b a k p o e d r. Eene daartoe be noemde Commissie heeft gisteren van haar onderzoek een uitvoerig rapport uitgebragt, onder overlegging van door haar met dat poeder genomen proeven, die men goed geslaagd koude noemen. Niet alleen bij gebrek aan gist, maar voor schepen die veertien dagen uitblijven, zoude daarmede gebakken brood zijn aantebevelen al thans een ter vergadering aanwezig brood, dat den eer sten dezer maand was gebakken, bleek bij opening nog zeer goed van smaak te zijn. Daar echter het verschil in den prijs van de gist en hetLiebig's bakpoeder nog al groot is, zoude dit alleen een bezwaar tegen het gebruik daarvan kunnen zijn. ZioriltsEeo, 18 Mei. Naar uien verneemt bestaat het voornemen dat de WelEerw. Heer E. B. Gunning, Herv. Predikant te Nuuspeet, a. s. Zondag des morgens en 's avonds het Evangelie zal verkondigen in de Evan gelisatiezaal „Toevlucht." Het kofschip Cadzandriakapitein II. Holteis den 13den dezer van Amsterdam te New-Castle aangekomen. Naar men verneemt, worden met 1 Juli e. k. hulp postkantoren gevestigd te Hoek, bij Neuzen, en te Zuid- dorpe, bij Axel, in de plaats van de aldaar tot dusver bestaande bestelhuizen. Een conducteur van de Rijnspoorwegmaatsch. is nabij Maarsbergen tusschen de wagons van een in volle vaart zijnden trein gevallen. Behalve andere verwondin gen, die hij daardoor bekwam, werd hem een gedeelte van een voet afgereden. Het Weekblad van het l.'egt verneemt met zekerheid dat Z. M. de Koning aan Maria en Geertje Bek gratie heeft verleend van het nog onvervuld gedeelte van de haar bij vonnis der arrondisseinentsregtbank te Goes van 3 Oct. 1868 opgelegde gevangenisstraf. De heer H. Hemkes Kz. heeft een stuk ingezonden in het jongste nummer van de Wekker, omtrent den toestand van ontwikkeling der kinderen die de lagere school verlaten, en komt tot het volgende resultaatDe school wordt verlaten door 5 procent, die het onderwijs voortzetten op scholen van meer uitgebreid lager onder wijs; 10 proc. goed ontwikkelden; 20 proc. matig ont wikkelden 30 proc. slecht ontwikkelden 35 proc. geheel ontwikkelden. Het bedroeft ons te moeten erkennen, dat volgens onze ondervinding de heer Hemkes ten dezen niet van overdrijving kan worden beschuldigd. Tijdens het bezoek van den hertog van Edinburgh te Calcutta, woonde eene aanzienlijke maar stokdoovo dame de officieele diners bij. Zij richtte een vraag aan een der inlandsche bedienden, die juist met een schotel jonge doperwtjes voorbij ging, en hield, om zijn antwoord te verstaan, hem haren hoorn toe, welks uiteinde zij in haar oor plaatste. De bediende, die voor 'teerst zulk een instrument zag, hield het voor eene bijzondere, bij de hoven van Europa gebruikelijke wijze om spijs tot zich te nemen, en haaste zich eene hoeveelheid doperwten door dien trechter in het oor der dame uit te storten Uit Haarlem meldt men van een huisgezin aldaar, bestaande uit man, vrouw, 5 kinderen en 2 knechts, die 'siniddags vleesch gegeten hebbende, bij een in hunne nabjj- heid wonenden slager gekocht, 's avonds allen werden aan getast door hevige benaauwdheid en braking, zoo als dat WODIIlijk l-ii VerITiftiiZiLI£r wrmB. wnnriwnGm.->n n0

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1