No. 2771.
Donderdag 19 Mei I87Ö.
26s,e Jaarg.
Besturen en Administratiën.
Inschrijving voor de Schutterij.
PUBLICATIE.
AANBESTEDING.
Zierikzee, 11 Mei 1870.
Nieuwstijdingen.
JFVawft vijlt.
lühutgdtlanfr.
M icïicvinnft.
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
MEID
Nieuwerl'
'AAI'1
COUP.
burgemeester en wethouders der Gemeente Zie-
rikzee.
Gezien de wet op de Schutterijen van den 11 April 1827,
en speciaal gelet hebbende op die artikelen derzclver wet, die
in betrekking staan tot de jaarlijksche inschrijving zoo tot
de bereids daargestelde registers van vroegere jaren, als tot de in
schrijving die gedurende de laatste helft dezer loopende maand
moet geschieden, brengen bij deze ter keunis vau de belangheb
benden
Dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij, van de ge
borenen in de jaren 1845 tot 1836 ingesloten, zulleu worden ge
opend tol de inschrijving van alle mannelijke Ingezeteuen, welke
tot het laatstgemelde jaar behooren, alsmede van hen, welke, in de
vorige jaren geboren zijude, sedert de laatst vorige inschrijving,
zich alhier met er woon hebben nedergezet, waaronder ook begre
pen zijn de militairen welke na dien tijd gepasportcerd, en de vreem
delingen welke sedert dezen tijd"van buiten het It ijk zijn gekomen,
en zich alhier hebben gevestigd, voor zoo verre deze laatste hun
voornemen om ziek in dit Rijk neder te zeilen hebben aan den dag
gelegdhetzij door eene uitdrukkelijke verklaringhetzij door de
werkelijke overbrengingvan den zetel van hun vermogen en de
hoofdmiddelen van hun bestaannaar herwaartszonder dat de
tijdelijke uitoefening van eenig bedrijf of handwerk in eenig on
dergeschikte betrekkingals zoodanig voornemen wordt aangemerkt.
Allen zullen worden ingeschreven iu dat register, waatoe zij vol
gens hunnen ouderdom behooren.
Dat van de inschrijving niemand der vorenstaande personen is uit
gezonden!, xwmx&zX. allen, zonder onderscheid, daarin begrepen zijn
al ware het ook dat zij zouden mogen vermeenen, volgens de wel tot
de vrijgestelden of uitgestotenen te behooren, en dien ten gevolge
ook zij niet, die hun ontslag uit de Schutterlijke dienst reeds heb
ben bekomen, zullen derhalve al de bovengemelden, als daartoe bij
deze wordende opgeroepen, moeteu verschijnen ten Raad huize dezer
gemeente, op 15 Mei e. k. en volgeude dagen des voormiddags van
10 12 ure ten einde zich te laten inschrijven, ieder in dat regis
ter, waartoe hij volgens zijuen ouderdom behoort. Deze registers
zullen op den lsten Junij 1870 finaal worden gesloten.
Dat de stud uten, gcëmplooijeerdeu in huizen van negotie, kler
ken van notarissen, advokaten euz., bedienden en vverkboden
moeten worden ingeschreven in de gemeente alwaar zij hunne
studiën houden, werkzaamheden uitoefenen of dienstbaar zijn
de ambtenaren cu geëmplooijeerden bij het Gewestelijk Bestuur en
alle andere, al wonen zij ook elders, in de plaats alwaar zij hunne
ambtsbetrekkingen moeten uitoefeuen; die buiten 's lands stude
ren of werkzaam zijn in de gemeenten huniier vorige woonplaats;
de builenlandsche zeevarende in de plaatsen waar zij hun wettig
domicilie holiliiiii, en de a'ail boord wonende sehippei'9 in de ge-
meenteu alwaar zij hetlaatst hunne vaste woonplaatshebbon gehad,
of wel persoueel en mobilair of wegens hun vaartuig belasting be
talende, daar, waar zij voor deze belasting zijn aangeslagen.
De vorenstaande opgeroepenen zullen verpligt zijn bij hunne
inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor- en bijnamen,
van de plaats en den tijd hunner geboorte, hunne woonplaats, met
aanduiding van wijk eu uommer, het beroep hunner ouders en dat
van hen zelf, of zij zijn gehuwd, ongehuwd of weduweuaars, van
het getal hunner kindereu van beider sekse, (welke laatste opgaven
zullen moeten worden geconstateerd met een schriftelijk bewijs,
afgegeven door den Burgemeester of Ambtenaar van den Burger
lijken stand); sedert wanneer zij Ingezetenen der gemeente zijn en
van waar zij alhier zijn komen inwonen, en eindelijk van de rede
nen die zij zouden vermeenen, dat hen van de Schutterlijke dienst
\ouden vrijstellenof daartoe onbevoegd maken, naar aanleiding
van artt. 3 en 4 der wet, met opgave van het artikel en het onder
deel van hetzelve, waarop zij zich beroepen.
Wordende voort3 een iegelijk, buiten deze gemeente geboren
aangemaand, om zich tijdig van eene geboorte-acte te voorzien, en
zich alzoo van zijnen ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrij
ving behoorlijk kunne geschiede, en om voor te komen dat niemand,
door eene verkeerde opgaaf van zijnen ouderdom, vervalle in de
straf bij de wet bepaald.
Terwijl Burgemeester en Wethouders een ieder hierin betrokken,
willen hebben vermaand eo gewaarschuwd, om zich van deszelfs
verpligting in deze te kwijten; vermits uit krachte van art. 9 dei-
wet en art. 6 van Zijner Majesteits besluit van 21 Maart 1828, al
diegenen die zich voor het sluiten der registers op 1 Junij eerstko
mende niet hebben laten inschrijven, alsnog ambtshalve zullen
worden ingeschreven, en dat denzelven, dien ten gevolge, zullen
worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven zonder loting
bij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de
verzuimde inschrijving, geenc redenen tot vrijstelling of uitslui
tend ten hunne aanzien bestonden.
En opdat niemand hieromtrent eenige onwetendheid zoude kun
nen voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt daar
waar zulks te doen gebruikelijk is
Te Zierikzee den 6 Mei 1870.
En is hiervan afkondiging geschied ter plaatse waar het be
hoort den 6 Mei 1870.
De Burgemeester en Wethoudersvoornoemd,
C. J. FOKKER, Weth. l.B.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
zijn voornemens op Woensdag den lsten Junij 1870
namiddags ten 1 ure, op het Raadhuis AAN TE
BESTEDEN:
ïlet bouwen van eene TUSSCHEN-
SCHOOL.
De aanwijzing zal geschieden op Woensdag den 25sten
Mei a. s., des namiddags om 2l/2 uur.
Bestekken zijn van den 19den dezer af ver
krijgbaar ter Gemeente-Secretarie, tegen betaling van
25 cent.
De liggen ter inzage ten kantore
van den Gemeente-Bouwmeester.
Burgemeester en Wethouders
b. c: cau.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
Op het postkantoor te Zierikzeezijn gedurende de
maand December 1869, de 2de helft der maand Maan
en de 1ste helft der maand April 1870, onderstaande
brieven bezorgd geadresseerd aan personen wier namen
ter plaats van bestemming onbekend zijn
Verzonden geweest naar BELGIE
een aan Kaatje van Saarloos te Leuven.
ENGELAND:
een aan Marij Ann Lockwood te Londen.
Mina Doeleman te Goes.
H. Meerman te Oos ter land.
de wed. C. den Bakker te Oosterland.
A. Kooman te Renesse.
1). Mondeel te Zwolle.
de Wed. van Schippers te Goes.
A. Kooman te Renesse.
J. Versepnt te Renesse.
Da verveld te tfereld
Solo 23 Maart. Gisteren had alhier de trouw-
plegtigheid plaats van vier dochters des Keizers van
Soerakarta. 's Morgens omstreeks half negen vergader
den de ambtenaren en particulierenwaaronder ook
velen van Saraarang overgekomenin de voorgalerij
van den resident; gingen daarop te 9 ure naar den
kraton en namen plaats in de groote receptie pondoppe
van den Soesoehoenan die, in nationaal costuum aan
't hoofd naast den resident was gezeten, 't Behoeft niet
gezegd te worden dat alle gebruikelijke vormen ten
striktste werden in acht genomenalle Javanen, uitge
zonderd de oudere naaste familie des Keizers en de
priesters, hielden het bovenlijf ontbloot en zaten naar
rang of stand digter bij of verder af; geen durfde in
'trond of binnen de pondoppe loopenmaar op de
hurken gezeten zag men hen kruipen. Omstreeks half
tien naderde de hoogepriestertot in 't midden der
pondoppe, in 't front van den Keizer en het Euro-
peesche publiek alwaar een kleed was gespreid daarop
kwamen één voor één de bruidegoms met hunne ge
tuigen. Zij moesten ieder een kort trouw-ceremonieel
doorstaan kusten daarop des Keizers linkervoetont
vingen verder nog eene hand van den residenten
vertrokken, kruipende en groetende zooals zij gekomen
waren. Na afloop der plegtigheid werd een glas madera
rond gepresenteerd en door den resident met korte
woorden op de gezondheid des bruidegoms gedronken
verder nog koffij en thee rondgebragten men kon
huiswaarts keeren om zich 's avonds te 5 uur weder
te vereenigen bij den rijksbestuurder alwaar ook de
Keizer omstreeks 6 uur in generaals-uniform verscheen
('tis tegen den adat dat de Keizer in nationaal tenue
een zijner minderen bezoekt). Prins Mangko Negoro
die ook 's morgens in Europeesch uniform tegenwoordig
was verscheen ook nu weder benevens verscheidene
Enropeesche dames, zeer waarschijnlijk even nieuws
gierig om de bruiden te zien binnen komendie in
tandoes gedragen door eene menigte in rood uitge-
doschte Javanen te half zeven arriveerden een voor
een en voorafgegaan door hare bruidegoms, door wien
zijvolgens nationaal gebruik (de vrouw hooger in
rang zijnde als de man) van 't achtereinde der pondoppe
tot binnen den dalem werden gedragen waar verder
schrijver dezes niet is doorgedrongen. Alles was in de
uiterste perfectie klaar gemaakten men zou waarlijk
niet weten wat meer te roemen de strikste orde iu
het aankomen en ontvangen het decoratief der pon
doppe en tafel; dan de gulheid waarmee ijs en allerlei
dranken werden rondgepresenteerdkortomop niets
viel te zeggen ware het eten niet zoo laat geworden
iedereen zeer voldaan naar huis zou zijn gekeerd.
Gedurende den maaltijd werd door den resident, met
korte woorden eene toast ingesteld op den Keizer, de
jonggetrouwden en op Java waarmee 't diner een einde
namen 't grootst gedeelte van 't publiek zich ver
wijderde.
Omtrent de Grieksclie roovers deelt een Lembergsch
blad de volgende bijzonderheden mede: De aanzienlijkste
bende bestaat uit eenige honderden herders in het ge
bergte van Hymettus en Pentelicus. Zij staan in vriend
schappelijke betrekking met personen van allerlei stand
in Athene en hebben invloedrijke beschermers onder
alle politieke partijen en vooral in het leger. Hunne
slachtoffers zijn bijna altijd vreemdelingen of Grieksche
kooplieden en bankiers. Zij beschouwen den inheemschen
adel als natuurlijke beschermers en noodigen hen vaak
uit om peet over hunne kinderen te zijn eene uitnoodi-
ging, die zelden geweigerd wordt, daar daardoor een
soort van geheime band tusschen de edelen en de roovers
ontstaat, waarvan beide partijen voordeel trekken. De
vorstelijke familie Soutzo is bijzonder populair onder de
roovers. Haar hoofd, vorst Demetrius, is peet over meer
dan 60 roo verskin deren. Eens werd hij op een» roo vers
bruiloft genoodigd en nam de uitnoodiging dadelijk aan.
Op het hoofd van den bruigom was een prijs van 1000
drachmen gezet. Kort daarna droeg de regering den vorst
op, de roovers te vervolgen, maar liij weigerde en werd
later gebruikt om met hen te onderhandelen, na dat de
roovers verklaard hadden, hem volkomen te vertrouwen.
Toen koning Otto hetlaatst een reis door zijn land deed,
ontmoette hij eene bende roovers, aangevoerd door eene
vrouw Kara Janina. Zij begaf zich naar den koning,
verzocht hem, zich van zijn paard tot haar neder te
buigen, kuste hem en beval hem hare kinderen aan.
In een stadje in het gouvernement Warschau is nog
eens weer een ouderwetsche jodenjacht gehouden, welke
zich ongeveer aldus heeft toegedragen Een arme Iraëliet
door een officiers-oppasser bestolen, kwam zich bij diens
meester beklagen. Deze sloot zich met hem op, als
eenig antwoord, en mishandelde den jood gruwelijk, zóó
gruwelijk, dat de buren die het angstgeschrei hoorden,
de deur openbraken en het deerniswaardig slachtoffer aan
den beul ontrukten. De officier, woedend over deze
schennis van zijn huisrecht gelijk hij het noemde
schreef aan de landpolitie, die den volgenden dag dan
ook de stad binnenrukte mogen we wel zeggen
alle Joden die zich op straat vertoonden arresteerde,
ja ze zelfs met geweld uit hunne huizen liet slopen
eu naar het raadhuis voeren. Daar werd gericht ge
houden, dat is: in tegenwoordigheid van de magistraten
werden de ongelukkige kinderen Israels, onverschillig
van welken stand of ouderdom ze waren, van 6 ure
's morgens tot 1 ure 's nachts op echt Slftvoonsche wijs
mishandeld, en ten slotte nog voor een deel iu de ge
vangenis geworpen. De Joden hebben eene deputatie
aan den stadhouder gezonden.
Aan het station te Var (Frankrijk) wilde eene
vrouw met een kind aan de hand den spoorweg over
steken, op 't oogenblik dat de trein, die van Nice kwam
het station binnenreed. De stationchef, die het gevaar
zag, wierp zich op de onvoorzichtigen. Maar het was
te laat. De trein overreed de drie ongelukkigen. De
stationchef werd geheel verpletterd, aan het kind werd
het hoofd van de romp gescheurd, en de vrouw verloor
beide beenen. Men hoopt, dat de spoorwegdirectie, wel
ker zuinigheid aan alle menschen iu Frankrijk bekend
is, ditmaal met hare overlevering breken, en aan de
nagelatene betrekkingen van de beambte, die zoo edel
moedig zijn leven opofferde, een jaargeld toekennen zal.
Hoe horlogemakers, die ook iu bijonteriën han
delen, op hunne hoede moeten zijnom niet bestolen
te worden ondervond onlangs een hunner te Parijs. Een
welgekleed heer neemt eene der fraaiste kamers in een
hotel. Pas is hij alleen of hij verdraait eene pendule,
schelt en laat de logementhouder bij zich komen. »Mijn
waarde Heer!" voegt hij hem toe „Ik heb daar
een ongeluk gehad met uwe pendule. Ik wilde het werk
gelijk zetten en nu geloof ik er iets aan gebroken te
hebben. Ik moet deze schade herstellen! Wees zoo goed
een horlogemaker te laten roepen."
Als deze komt, stelt hij zich aan alsof hij de loge
menthouder islaat de pendule ter reparatie medenemen
en houdt zich alsof hij er nog meer heeft te repareeren.
Dien zelfden dag loopt hij als bij toeval het huis van
den horlogemaker binnen en zegt: »Ik ziedat gij ook
in byouteriën doet. Ik moet een ring hebben, iets heel
fraais en op vertoon van ettelijke voorwerpen kiest
hij een zeer kostbaar kleinood uit. Over den prijs is
men het weldra eens en de kooper verwijdert zich, na
verzocht te hebben de som op de rekening te zetten.
„Wees zoo goed" voegt hij er bij „u een weinig
te haasten met de pendule. Zooals ik u gezegd heb,
ik heb er nog meer, die van de wijs zijn. Mijne gas
ten beginnen hierover te klagen en onder ons gezegd,
ze hebben geen ongelijk. Ik heb die dingen in den laat-
sten tijd een beetje verwaarloosd."
Het spreekt van zelf, dat de horlogemakers-winkelier
Mijnheer beleefd uitlaat en belooft spoed te maken. Dit
deed hij dan ook; maar toen hij de pendule dien zelfden
dag nog thuisbracht, ontdekte hij eerst welk een trek men
hem gespeeld had. De welgekleede heer was niet in
't hotel teruggekomen.
Voor de geschiedenis der Europesche beschaving is
de volgende order van het hof van Weenen in 1624
aan de officieren gegeven van eenige waarde.
„Zijne keizerlijke Hoogheid heeft zich verscheiden
keeren verwaardigd officieren bij zich te dinéren te
vragen, en heeft dikwijls gelegenheid gehad het voor
treffelijk gedrag en de goede opvoeding dezer heeren
op te merken. Zijne hoogheid gelooft niettemin, dat
de volgende „order" nuttig kan zijn voor jonge officieren
wien het nog aan ondervinding faalt.
1°. Zoodra men de kamer binnentreed moet men
Z. K. H. begroeten. Men moet keurig gekleed zijnen
de kamer niet binnentreden in een staat die aan dron
kenschap grenst.
2°. Aan tafel moeten de officieren hunne beenen niet
uitstrekken en niet op hunne stoelen heen en weer
wib beien.
3°. Zij moeten nadat zij gedronken hebben zich
den mond en de snorren zorgvuldig afvegen.
4°. Zij moeten de hand niet in de schotels steken en de
afgekloven beenderen niet op den grond werpen.
5°. Zij moeten de vingers niet aflikken niet in hun
bord spuwenen den neus niet in het servet snuiten.
6°. Zij moeten niet zóóveel drinkendat zij van hun
stoel vallen en niet in staat zijn weder op te staan.
Omtrent het spoorweg ongeluk bij Dommeldange
wordt nog gemeld dat van de reizigers die zich op
den passagierstrein bevonden slechts twee personen en
een kind gered zijn, waarvan een reiziger en het kind
te midden van overblijfselen van een wagon die een
soort van gewelf over hen gevormd hadden. Opmer
kelijk is het dat de andere geredde gezeten was in
den laatsten wagon namelijk die welke het eerst den
schok ontving. Deze persoon werd verscheidene meters
weggeslingerd en stond daarna zonder de minste ver
wonding op. Bij de meeste slagtoffers volgde de dood
onmiddellijk; eene andere daarentegen hoorde men den
ganschen nacht de verschrikkelijkste kreten slaken zon
der dat men hem kon bereiken den volgenden morgen
vond men dan ook slechts een lijk. Het aantal dooden
bedraagt thans veertienterwijl dat der gekwetsten zeer
groot, maar nog niet ten volle bekend is.
Jn het Handelsblad van Antwerpen van 30 April jl.
kwam het berigt voor, dat uit de grachten der Zuider-
Citadel het lijkje was opgevischt van een pasgeboren
kind van het mannelijk geslachtdatte oordeelen naar
den toestand, waarin het gevonden was, levend geboren
en na zijne geboorte verworgd of gesmoord en vervolgens
in het wat^r geworpen moest zijn. Twee vrouwen, moeder
en dochter, tijdelijk alhier verblijvende, verbleekten en
ontstelden toen het Handelsblad in hare tegenwoordig
heid werd voorgelezen hetgeen de achterdocht opwekte
en tot belangrijke ontdekkingen en de aanhouding^jler
beide vrouwen aanleiding gaf. Het kind zou door de
dochter ter wereld en met behulp der moeder om het
leven gebragt zijn. Ziedaar dus wederom middel ijk eene
misdaad ontdekt, door toedoen der dagbladen die vaak
regtstreeks de justitie op het spoor brengen van mis
drijven.
De voordragt der Regeling tot toekenning eener
geldelijke belooning in den vorm eener lijfrente aan die
miliciens, welke zich persoonlijk on behoorlijk van de
verpligting tot de krjjgsdieust kwijten, is na drie da
gen beraadslagen*, door de Kamer nagenoeg eenstemmig
aangenomen.
Win .soli o ton 15 Mei. In de gracht, achter het
stationsgebouw van den spoorweg alhier vond men giste
ren een kinderlijkje, dat met een hand om den hals,
waaraan een steen was gehecht, gebonden in een doek,
door de afschuwelijke hand van een onmonsch in 't water
was geworpen; dit is hier binnen e.-n paar weken het
tweede geval van dergelijken kindermoord. In weerwil
van de ijverige pogingen, die daartoe reeds zijn en nog
worden aangewend, is het der justitie tot heden toe nog
niet willen gelukken iets naders van deze misdaden te
mogen vernemen.
's Gravonliago, 16 Mei. De beraadslagingen
over het wetsontwerp tot afschaffing der doodstraf zijn in
de Tweede Kamer aangevangen. liet ontwerp is bestre
den door de heeren van Wassenaar, Hejjdenrijck, Bichon
van [Jsselmonde, Saaymans Vader en Heemskerk Az.
daarentegen verdedigd door den heer Dam.
17 Mei. De heer Moens heeft heden in de tweede
kamer de afschaffing der doodstraf bepleit op eene wijze
die op de leden blijkbaar indruk maakte. Voorts ver
klaarden zich ook als voorstanders van de afschaffing
de heeren Gratama, Lenting en Cornell's. De heer van
Loou daarentegen wenschte de doodstraf behouden te
zien.
Siiit-Iïi*iim9 Mei. Heden was het de dag,
waarop de leeraar der Hervormde Gemeente alhier, Ds.
W. van Riet, onder ons, nu veertig jaren geleden, zijn
ambt en tevens den Evangeliedienst aanvaardde. Met
genoegen vermelden wij, dat de gemeente dan ook blijken
gaf hoezeer het thans lovend geslacht dit voorrecht
waardeerde. Zij gaf er toch zichtbare blijken van door
het oprichten van een eereboog vóór de pastorie en het
uitsteken der vlaggen van vele woningen. Eenige no
tabele ingezetenen schonken hem bovendien tot aan
denken een fraaije pendule; terwijl eenige oudleerlingen
van ZEW. hem een sigarenstander met speelwerk in
den voet, als blijk van hulde en dank vereerden.
Middelburg, 11 M ei. Het in den afgeloopen
winter alhier ontstaan gebrek aan gist. waardoor er geen
gerezen brood te bekomen was, heeft het Departement
der Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid
toen aanleiding gegeven om een onderzoek te doen instel
len naar het L i e b i g's b a k p o e d r. Eene daartoe be
noemde Commissie heeft gisteren van haar onderzoek
een uitvoerig rapport uitgebragt, onder overlegging van
door haar met dat poeder genomen proeven, die men
goed geslaagd koude noemen. Niet alleen bij gebrek aan
gist, maar voor schepen die veertien dagen uitblijven,
zoude daarmede gebakken brood zijn aantebevelen al
thans een ter vergadering aanwezig brood, dat den eer
sten dezer maand was gebakken, bleek bij opening nog
zeer goed van smaak te zijn. Daar echter het verschil
in den prijs van de gist en hetLiebig's bakpoeder nog al
groot is, zoude dit alleen een bezwaar tegen het gebruik
daarvan kunnen zijn.
ZioriltsEeo, 18 Mei. Naar uien verneemt bestaat
het voornemen dat de WelEerw. Heer E. B. Gunning,
Herv. Predikant te Nuuspeet, a. s. Zondag des morgens
en 's avonds het Evangelie zal verkondigen in de Evan
gelisatiezaal „Toevlucht."
Het kofschip Cadzandriakapitein II. Holteis den
13den dezer van Amsterdam te New-Castle aangekomen.
Naar men verneemt, worden met 1 Juli e. k. hulp
postkantoren gevestigd te Hoek, bij Neuzen, en te Zuid-
dorpe, bij Axel, in de plaats van de aldaar tot dusver
bestaande bestelhuizen.
Een conducteur van de Rijnspoorwegmaatsch. is
nabij Maarsbergen tusschen de wagons van een in volle
vaart zijnden trein gevallen. Behalve andere verwondin
gen, die hij daardoor bekwam, werd hem een gedeelte van
een voet afgereden.
Het Weekblad van het l.'egt verneemt met zekerheid
dat Z. M. de Koning aan Maria en Geertje Bek gratie heeft
verleend van het nog onvervuld gedeelte van de haar bij
vonnis der arrondisseinentsregtbank te Goes van 3 Oct.
1868 opgelegde gevangenisstraf.
De heer H. Hemkes Kz. heeft een stuk ingezonden
in het jongste nummer van de Wekker, omtrent den
toestand van ontwikkeling der kinderen die de lagere
school verlaten, en komt tot het volgende resultaatDe
school wordt verlaten door 5 procent, die het onderwijs
voortzetten op scholen van meer uitgebreid lager onder
wijs; 10 proc. goed ontwikkelden; 20 proc. matig ont
wikkelden 30 proc. slecht ontwikkelden 35 proc. geheel
ontwikkelden. Het bedroeft ons te moeten erkennen, dat
volgens onze ondervinding de heer Hemkes ten dezen niet
van overdrijving kan worden beschuldigd.
Tijdens het bezoek van den hertog van Edinburgh
te Calcutta, woonde eene aanzienlijke maar stokdoovo
dame de officieele diners bij. Zij richtte een vraag aan
een der inlandsche bedienden, die juist met een schotel
jonge doperwtjes voorbij ging, en hield, om zijn antwoord
te verstaan, hem haren hoorn toe, welks uiteinde zij
in haar oor plaatste. De bediende, die voor 'teerst zulk
een instrument zag, hield het voor eene bijzondere, bij
de hoven van Europa gebruikelijke wijze om spijs tot
zich te nemen, en haaste zich eene hoeveelheid doperwten
door dien trechter in het oor der dame uit te storten
Uit Haarlem meldt men van een huisgezin aldaar,
bestaande uit man, vrouw, 5 kinderen en 2 knechts, die
'siniddags vleesch gegeten hebbende, bij een in hunne nabjj-
heid wonenden slager gekocht, 's avonds allen werden aan
getast door hevige benaauwdheid en braking, zoo als dat
WODIIlijk l-ii VerITiftiiZiLI£r wrmB. wnnriwnGm.->n n0