No. 2768. 26s,<' Jaarg. Donderdag 5 Mei 1870. DE LOOZE WAALE. Bekendmaking. Bekendmaking. Personele Belasting. r VERGADERING EB IJ i 13. rende pi in ZlllllkZIISGII NIEUWSBODE. >len abonneert zich: In Nederland bij de Uitgevers Hoek van de Schuithavcn, B, No. 94, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigai Brieven en Ingezondene Stukken franco. Abonnements-Pry s: Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York- 3 90. "V" ersch y ii t Dingsdag, Donderdag en Zaturdag. Advertentiën: 10 cent per gewone regel. GROOTE LETTERS worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën voor den werkenden stand k 30 Cents. Bekendmakingen van ondertrouw of huwelijk a 40 Cents; dito van 25- of 50jarige Echtvereeniging it 50 Cents contant en franco aan het Bureau. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Maandag, Woensdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken nis van de ingezetenen: dat de heer Commissaris des Konings in deze provincie het voornemen heeft deze gemeente te bezoeken op Maandag den 9 Mei aanstaande en dat aan een ieder, die Z.H.E.G. over het een of ander wenscht te spreken, daartoe in den namiddag ten half twee ure op het Raadhuis de gelegenheid zal gegeven worden. Zierikzee, den 2 Mei 1870. B. C. CAU. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee; Gelet op art. 6 van het Reglement tot voorkoming van de verspreiding der longziekte onder het rundvee in de provincie Zeeland, aan het Plaatselijk Bestuur der Bestemmingsplaats opdragende te bepalen de wijze waarop het van elders ingevoerde vee afgezonderd zal worden gestald of geweid. Maken bij deze aan belanghebbenden bekenddat door hen in beginsel is aangenomen: 1°. Dat voor afgezonderde stalling van vee, dat van elders huiten de Eilanden Schouwen en Duiveland binnen deze Gemeente als Bestemmingsplaats zal worden ingevoerd, nimmer zal kunnen worden gebe zigd een gedeelte, hoe afgezonderd ookvan een ge bouw, waarin reeds ander niet ingevoerd vee zich bevindt; en 2°. Dat de afgezonderde stalling of beweiding van zoo danig vee minstens gedurende drie maanden zal moeten plaats hebben. Alles onverminderd de bijzondere voorschriftendie hij elk voorkomend geval ten aanzien van afgezonderde stal ling of beweiding bovendien naar gelang van omstandig heden zullen worden gegeven. De Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee Gevolg gevende op de Circulaire van den heer Com missaris des Konings in deze provincie van den 27 April 11. (Prov. blad No. 44), in verband met die van den 19 April 1869 (Prov. blad No. 41) Maken de ingezetenen aandachtig op de wijzigingen in de wetten op de Personele Belasting gebragt, door de wet van den 9 April 1869 (Staatsblad No. 59) met den eersten Mei 1869 in werking getredenen in het bijzonder op de artikelen 5 en 7 dier wet. waarbij 1°. wijziging is gebragt in eene der vrijstellingen van vrouwelijke bediendenzoodat nu geene Per sonele Belasting verschuldigd is wegens»de eenige vrouwelijke bediende overi gens naar de eerste, derde of vierde klasse belastbaar, dn dienst van den belastingpligtige, welke geene andere bedienden houdt en vier of meer eigen of aangehuwde kindereu kindskinderen of pupillen bij zich heeft "inwonen die op den eersten Mei des jaars, waarover de belasting loopt, jonger dan een-en-twintig jaren zijn;11 en 2°. wijziging is gebragt in het bepaalde betreffende le belasting naar tijdsbepaling, vervat in de eerste twee paragraph en van art. 27der wet van 29Maart 1833 (Staats blad No. 4), die nu worden gelezen, als volgt: 1.- D^e na den 15den Mei een perceel in gebruik neemt, is voor dit perceel, de belasting naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die 'dan nog over is, verschuldigd. 2. Aan den belastingschuldige die in den loop des "dienstjaars een perceel verlaatzonder daarin eenige merende goederen of iemand in zijn dienst achter te latenwordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vieV eerste grondslagen voor den tijd des dienst jaars, die dan nog over is, indien daarvan door hem binnen den tijd van eene maand volgende op die waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs, schriftelijk "aangifte is gedaan ten kantore des ontvangers, op een "aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet. »De ontheffing wordt ook verleend over het driemaan- 'delijksch tijdvak waarin het perceel werd verlaten "indien de belastingpligtige daarnadoch in den loop >van datzelfde tijdvakeen ander perceelwaarvoor hij ibalastingpligtig isin gebruik neemt. »Kaj ^verlijden van den belastingpligtige treden zijne erfgenamen in dezelfde regten en verpligtingen. n L »De aangiftenvolgens het eerste en derde lid inge- 2-r*|>diend, worden als gewone bezwaarschriften aangemerkt en behandeld.11 Zierikzee, den 2 Mei 1870. De Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. f De Secretaris J. P. N. ERMERINS. van den Gemeenteraad te Zierikzee, GEHOUDEN DEN 29 APRIL 1870. Punten van behandeling: Resumtie notulen wijziging verordening op het heffen van begrafenisrechten onderwijs in de nuttige hand werken voor meisjes gereserveerde kamer in het telegraafgebouw aanbeveling regent burgerwees huis; rekening stads brei- en naaischool; idem bank van leening met haar reservefonds; kasopneming gemeente-ontvanger aanbieding gemeenteverslag voorstel van B. en W. om de directeurswoning der calicotfabriek in te richten tot onderwijzerswoning; voorstel van B. en W. huisbewaarsters der vroegere teekenschooladres M. van den Ende om kwijt schelding van boete; rekening begrafenisrechten en van de hoofdlejjen en zerkenidem pensioenfonds gemeente-ambtenaren rekening en balans der gas fabriek, verhooging van haar bedrijfskapitaal en van de administratiekosten des directeurs. Voorzitter mr. B. C. Cau. Al de leden zijn tegenwoordig, met uitzondering van de HH. Jhr. de Jonge, mr. Moolenburgh, Koole en mr. Moensde beide laatsten komen later binnen. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De secretaris doet voorlezing van een1 brief van Ge deputeerde Staten, houdende mededeeling eener beden king tegen het besluit tot heffing van begrafenisrechten. Art. 1 bepaalt, dat van de rechten, verschuldigd voor het begraven van lijken in den 5den rang, geheel of ten deele, vrijstelling zal worden verleend, bij overleg ging eener verklaring van onvermogen, afgegeven dooi den burgemeester. Gedeputeerde Staten vermeenen, op grond van art. 179 a en b der gemeentewet, dat de uitvoering van plaat selijke verordeningen en de beslissing van over die uit voering gerezen geschillen opdraagt aan burgemeester en wethouders, dat het oordeel of iemand wegens onver mogen reden tot vrijstelling heeft, behoort tot de be voegdheid van B. en W. en niet van den burgemeester alleen. De voorzitter stelt voor om in art. 1, in plaats van het woord //burgemeester11 te lezen/burgemeester en wethouders.11 De Raad vereenigt zich hiermede. De secretaris doet voorlezing van een1 brief van de plaatselijke schoolcommissie waarbij deze mededeelt dat slechts 210 meisjes op de verschillende naai- en breischolen onderwijs ontvangen, waarvan slechts 20 op de stads brei- en naaischool zijn geplaatst. Een ingesteld onderzoek heeft aan de commissie ge leerd dat de 275 vrouwelijke leerlingen op de armen school meest allen leeren breijen maar slechts 5 van haar en er zijn er 130 van 9 jaren of ouder onderwijs in het naajjen ontvangen. De stads brei- en naaischool kost aan de gemeente jaarlijks ƒ260; die som levert te weinig vruchten op. De commissie stelt daarom voor de bestaande stads brei en naaischool op te heften en op de armen- en tusschen- school aan de meisjes in de 2 hoogste klassen en aan hen, die de avondschool bezoeken, onderwijs te geven in de nuttige handwerken voor meisjes. Het onderwijzend personeel zou kunnen bestaan uit eene onderwijzeres, met acte van bekwaamheid als huis onderwijzeres in die handwerken, met een salaris van ƒ200 en twee helpsters of kweekelingen, ieder met eene toelage van 25 a ƒ50 's jaars. Volgens eene bijgevoegde ontwerp-verordening zou het onderwjjs zich bepalen tot: breijen, naaijen, haken, stoppen, merken en mazen (art. 2.) Het wordt gegeven gedurende 4 uren per week (art. 5.) De gemeente ver strekt naalden, garen, breiwol en stoffen ter bearbeiding, voor zoover de leerlingen, die niet zelf medebrengen. Hetgeen.vervaardigd wordt uit stoffen door de gemeente verstrekt, blijft haar eigendom en kan dienen voor prjj- zen (art. 8.) B. en W. vereenigen zich met dit ontwerp, met uit zondering van art. 8, dat zjj willen wijzigen in dier voege, dat de gemeente slechts kleine benoodigdhedenals: naalden en garen verstrekt. De briefen de ontwerp-verordening worden gesteld in handen eener commissie, tot leden waarvan de voorzitter benoemt: de HH. mr. van Dongen, Mulock Houwer en Zuurdeeg. De secretaris leest een brief van den Heer Pilaar, directeur van het telegraafkantoor alhier, waarbij deze verzoekt het volle gebruik te mogen hebben van de kamer in dat gebouw, gereserveerd voor de vergaderin gen van het burgerlijk armbestuur en van de kamer van koophandel. De voorzitter zegt dat nu de rechtbank het stadhuis verlaten heeft, er geen bezwaar bestaat tegen de inwil liging van het verzoek. De Heer mr. van Dongen zegt, dat hoewel hij den Heer Pilaar niet wil tegenwerken, men toch in het oog moet houden-, dat de gemeente wel voor een kantoor, maar niet voor eene woning behoeft te zorgen. Zij heeft de welwillendheid gehad ook deze af te staan maar men mag niet te ver gaan. Het gebouw kost reeds geld genoeg en als de gereserveerde kamer wordt afgestaan, zal het jaarlijksche onderhoud nog vermeer deren door de van tijd tot tijd terugkeerende kosten van behangen en schilderen. De voorzitter is van meening dat de gemeente dooi den afstand der kamer niet meer bezwaard wordt dan zij reeds is. Eene verbindtenis jegens den directeur om dezen woning te geven bestaat niet, maar het is wellicht in het belang van den dienst en van het publiek, dat de directeur woont in het gebouw, waar het kantoor gevestigd is. Hij acht het wenschelijk, dat eene kamer op het stadhuis van meubelen voorzien worde; degenen die den Commissaris des Konings bij diens aanstaand bezoek wenschen te spreken kunnen daar ontvangen worden. De Heer van der Grijp is voor de inwilliging van het verzoek, maar meent dat men ook wel eens mag denken om op het stadhuis eene kamer in te richten, die dienen kan voor de leden van den Raad als zij stukken willen onderzoeken de secretarie is daartoe weinig geschikt. De Heer mr. Fokker zegt dat eene kamer op het stadhuis zeer nuttig kan zijn, maar om bij de orde te bljjven, wenscht hij tegemoet te komen aan het bezwaar van mr. van Dongen door voor te stellen de gevraagde vergunning te verleenen tot wederopzegging toe en onder voorwaarde, dat de adressant de kamer moet schilderen en behangen, als het tengevolge van zijn gebruik noodigis. De Heer mr. van Dongen vereenigt zich met dit voorstel. Hij heeft geen bezwaar den Heer Pilaar het gebruik te geven, maar wil niet gebonden zijn tegenover diens opvolger. De Heer Labrijn ondersteunt hetgeen de Heer van der Grijp heeft gezegd omtrent het wenschelijke eener kamer voor de raadsleden. De voorzitter antwoordt dat de raadkamer altijd be schikbaar is geweest voor de leden van den Raad, als zij zich tot onderzoek van stukken op het stadhuis bevinden. Het verzoek van den Heer Pilaar is zonder hoofde lijke stemming toegestaan onder de voorwaarde door mr. Fokker voorgesteld. De voorzitter deelt mede dat is ingekomen een schrij ven van regenten van het burgerweeshuis alhier, waarbij zjj tot regent, in plaats van mr. A. J. Egter, aanbevelen Jhr. mr. M. J. Schuurbecque Boeije en H. G. Mulock Houwer. De benoeming is aangehouden tot de volgende ver gadering. Voorts is ingekomen de rekening van de stads brei- en naaischool en van de bank van leening en haar reserve fonds, alles over 1869. Deze stukken worden gesteld in handen der HH. mr. FokkJr, Mulock Houwer en Labrijn, tot onderzoek. De voorzitter deelt mede dat bij de laatste opneming der kas van den gemeente-ontvauger is geblekendat gedurende 1869 en 1870 is ontvangen ƒ134.182.99 en uitgegeven - 107.453.59 zoodat meer is ontvangen 26,729,40 Waarbij komt het goed slot van den dienst 1868, waarover nog niet is beschikt, ad - 5046,57 Saldo in kas 31,775,97 Voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter legt over het gemeente-verslag over 1869. Het ligt ter perse en zal aan de leden worden toegezonden. Aangenomen voor kennisgeving. De voorzitter deelt mede dat B. en W. de direc teurswoning der calicotfabriek wenschen in te richten tot woning voor den onderwijzer der nieuw te bouwen tusschenschool. De kosten zijn geraamd op ƒ1100. Hij vraagt machtiging om hiertoe te doen overtegaan. Hij zou het wenschelijk achten dat de westelijke vleugel dier fabriek werd afgebroken en alleen de buitenmuur be houden bleef; de pannen en steenen zouden dan gebruikt worden voor de nieuwe school. De Heer Mr. van Dongen vraagt of de oostelijke vleugel der fabriek wel geschikt is om als school inge richt te worden of ze een voldoend aantal kinderen kan bergen en wat met de tegenwoordige tusschenschool zal gedaan worden. De heer van der Grijp vraagt of het afbreken van den westelijken vleugel niet leelijk zal staan. Hij zou die dan liever behouden omdat de afbraak slechts ƒ200 waardig schijnt te zijn. De Heer Koole meent dat de tegenwoordige tusschen- schocywqjj uitgebreid kan worden. De Voorzitter zegt dat het de bedoeling is dat de geheele oostelijke vleugel wordt afgebroken en daar ter plaatse een nieuw schoollocaal zal worden gesticht, geschikt om 350 kinderen optenemen. Omtrent de be stemming der tegenwoordige tusschenschool is nog niets bepaald. Spreker zegt dat de gemeente-bouwmeester van oordeel is, dat het leelijker zal staan als de wes telijke vleugel behouden blijft, dan als hij wordt afgebroken. De uitbreiding der tegenwoordige school is onmogelijk. Dit is gebleken tóen in het vorig jaar besloten is haar te verlaten en een nieuw locaal te stichten. De heer mr. Fokker meent dat verleden jaar de uitbreiding van het tegenwoordig locaal gebleken is onmogelijk te zijn. Hij gelooft dat het nieuwe locaal voldoende ruimte zal hebben. Het project is medegedeeld aan den inspecteur van het lager onderwijs en deze ambtenaar heeft op de ruimte geen aanmerking gehad. De heer Zuurdeeg vraagt hoeveel kinderen nu in de tusschenschool geplaatst worden. De Voorzitter zegt dat die school gebouwd is voor 160 kinderen, maar dat er 240 a 250 in geplaatst zijn, hetgeen alleen mogelijk is, doordien het locaal eene meer dan gewone hoogte heeft. De heer Zuurdeeg geeft in overweging om de nieuwe school voor 400 kinderen interichten. Nadat de Voorzitter geantwoord heeft, dat als de meest mogelijke ruimte is ingenomen de school voor niet meer dan 350 kinderen bestemd kan worden vraagt de Heer Koole of men de school niet meer dan 8 meters diepte kan geven. De Voorzitter en de Heer Labrijn verzekeren dat 8 meters diepte genoeg is en dat eene meerdere diepte te moegelijk zou zijn voor den onderwijzer. Het voorstel is daarop met algemeene stemmen aan genomen. De HH. Kooleen mr. Moens zijn intusschen binnenge komen. De Voorzitter brengt in behandeling het voorstel van B. en W. om de gezusters Ribbe als huisbewaarsters te laten wonen in het gebouw der vroegere teekenschool zonder vergoeding en tot dat de gemeente over het gebouw beschikt. De Heer Zuurdeeg vraagt of dat gebouw niet kan ingericht worden tot burgerwoonhuis. Als dit zonder al te groote kosten kan geschieden zou hij het wel in het belang der gemeente achten. De Voorzitter kan die kosten nu niet bepalenmaai bij zou de voorkeur geven aan een1 verkoop. Hjj twyfeit echter of die zou gelukken omdat het erf in gebruik is bij de naast gelegen bewaarschool. Er kan ook voor de gemeente behoefte bestaan aan een gebouw en daarom wenscht hij het te behouden. Het voorstel is met algemeene stemmen aangenomen. De Secretaris leest een adres voor van M. van den Ende, houdende verzoek om kwijtschelding der boete van 855,wegens te late oplevering der hoogere burgerschool. Het wordt gesteld in handen der commissie van fa bricage, ten fine van rapport. De daartoe benoemde commissie doet bij monde van den Heer mr. Moens rapport van haar onderzoek, 1.° van de rekening van verkoop van zerken en hoofdleijen over 1869 bedragende in ontvangƒ733,53. uitgaaf- 7,32. goed slotƒ726,21. 2.° van de rekening van koop en huur van graven en van de begrafenisrechten over 1869, bedragende in: ontvangƒ512,05. uitgaaf- 15,36. goed slot496,69. De commissie adviseert tot goedkeuring, met verzoek om het goed slot der 1ste rekening in ontvang te ver antwoorden in de rekening over 1870, en met last om het goed slot der 2de rekening over te storten bij den gemeente-ontvanger. Alzoo besloten. Bij monde van mr. Fokker doet de betrokken com missie rapport van haar onderzoek van de rekening van het pensioen- en weduwenfonds van gemeente-ambte naren over 1869. Zij bedraagt in ontvang en uitgaaf ƒ425,905. De commissie adviseert tot goedkeuring en deelt mede dat het kapitaal van het fonds bestaat uit ƒ7100,—, inschrijving op het grootboek der 2!/s °/o nationale schuld. Aldus besloten. De Heer mr. van Dongen doet, namens de daartoe benoemde commissie, rapport van haar onderzoek van de rekening en balans van de exploitatie der gasfabriek over 1869van het voorstel om het bedrijfskapitaal dier fabriek van ƒ4000 te brengen op ƒ5500,en over het- voorstel tot verhooging der administratiekosten met 100,—. De rekening bedraagt in ontvang f 22,224,73. uitgaaf -22,929,08. Nadeelig saldo 704,35. De balans bedraagt in baten ƒ29,540,78. lasten - 26,927,20. Batig saldo der exploitatie 2 613,57. De commissie adviseert die stukken goed te keuren met verzoek om het nadeelig saldo in uitgaaf te bren gen in de rekening over 1870, en met last om het batig saldo te storten bij den gemeente-ontvanger. Zij heeft geen bezwaar in de verhooging van het bedrijfs kapitaal tot ƒ5500 en adviseert om dit toe te staan. De Raad besluit overeenkomstig deze adviezen. De commissie stelt voor de verhooging der adminis tratiekosten niet goed te keuren, maar in plaats daarvan den persoon, die den stand der gasmeters opneemt, op staat brengt enz. in dienst van de gemeente te nemen tegen eene belooning van ƒ300 's jaars, de administra-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1