No. 2762
26s,e Jaarg.
Donderdag 21 April 1870.
Besturen en Administratiën.
(lijn
etc
Bekendmaking.
Herziening der postwet.
VEM
-i
Ni e u wstij d ingen.
M e e k r a p-B e r i c h t.
K. BAKKER
4{
ZIERIKZEESGHE NIEUWSBODE.
U|
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie.rik.zee
Imaken bekend: dat de firma Nakdten, Ltjckerhof&C0.,
I wonende in deze gemeente vergunning beeft gevraagd
I om een «ven te doen bouwen voor het smelten van
liizer in deze gemeente, op het perceel kadastraal bekend,
I sectio B, no. 1334, achter het huis, plaatselijk gemerkt
Iwijk D, no. 253, staande in de Sint-Domusstraat;
I en dat de information de commodo et incommodo
Ibetreffende dit verzoek zullen worden gehouden op
Iwoensdag don 27 April aanstaande, te twaalf uur des
middags, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur,
Iten Raadhuizezullende allendie tegen dat ver-
lzoelc bezwaren mogten willen inbrengen alsdan in de
Gelegenheid zijn om in hun belang te worden gehoord.
ZlERrK7.EEden 13 April 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
ut allil
lOOZBïl
IA.
IER,
li. Te t
ekhoudïl
ItldTSl
IE, Lanl|
B STOEI]
•N AM
IA1NSI
ietbij
RSTOK
lIITSl
T
Bevelen
TB ec|
ilf Decei
Hendd
ICIX
iodigd
acir
nkenszai
liefst,
id.
een ji
4
t bene
rk, vra
Onder de wets-ontwerpenwelke thans in de Staten-
ieneraal aanhangig zijn gemaakt, maar waarover het
oorloopig Verslag zich nog steeds wachten laat, behoort
lat tot herziening der postwet. Over den spoed, waar
ede dit wets-ontwerp door den heer van Bosse is inge-
liend, mag men zich waarlijk niet verheugen. De Tweede
lamer der Staten-Geïieraal heeft herhaaldelijk en sterk
oeten aankloppen om den Minister van finantien te
jwegen een voorstel van dien aard te doen. Het is
-elligt de grootste feil van dezen Minister, dat hij te
einig zijn eigen initiatief volgt, en dat hij zich door de
jeerderheid in de Tweede Kamer laat medeslepen. Zoo
scheen Z. Exc. ook eerst geheel afkeerig van de invoering
san een uniform-port van 5 cents door het geheele land.
ij verschool zich achter allerlei uitvlugten het belang
Ier schatkist, de mogelijkheid, of liever de waarschijn
lijkheid, dat in de eerste jaren de netto opbrengst der
posterijen zal verminderen, het votum der Eerste Kamer
InlSöi, welke zich met 20 tegen 12 stemmen tegen het
leginsel der uniform-port had verklaard.
Geen van die redenen kunnen wij als afdoende be
schouwen.
De schatkist, zegt men, zal benadeeld worden. De erva
ring leerde het tegendeel. Niet alleen de staathuishoud-
mndige wetenschap, maar de praktijk leert dat verlaging
an tarieven klimmende vermeerdering van het gebruik
jan dergelijke inrigtingen ten gevolge heeft. En niet
Heen* de praktijk in Nederland maar die in alle landen,
aar men de tarieven heeft verminderd. Het moge waar
dat in de eerste jaren na de invoering van een
ïger port de schatkist eenig verlies ondervindtwij
chten dit zelfs waarschijnlijk. Maar al ware' het dat
ie vermeerdering, welke wij na eenige jaren verwachten,
ich niet deed gevoelen, dan nog zouden wij tegen de
nvoering va,n een uniform-port niet opzien. Waarom
jiet? Omdat het voor ons eene onverschillige zaak is,
f de schatkist van de posterijen eem'g grooter of kleiner
oordeel ondervindt. Het port-regt immers is geene
lelasting, evenmin als het regt, dat geheven wordt van
let gebruik der telegrafen. Het geldt hier eene retributie
oor een tak van publieke dienst. Bij de wet van 1850
het staatsmonopolie der posteryen niet zonder be-
aar van velen, in het leven geroepen bloeijende par-
Iculiere ondernemingen zijn daardoor te niet gegaan
laar men achte en te regt een wel ingerigt
istwezen eene zaak van zooveel belang voor de inge-
itenen, dat men dit onder de meest veilige hoede wilde
illen. Bovendien, wie is beter bekend met de geogra
fe ligging van ons gansche land, metal de behoeften
platten lande dan de Staat, die overal zijne organen
ift, die nit de meest vertrouwbare bronnen zijn licht
m putten. Zoo ergens, dan is hier in het publiek belang
in staatsmonopolie geregtvaardigd. Maar dan kan liet
ikniet de vraag zijn zal de schatkist van deze onder
min g voordeel genieten maar de eenige vraag is
illen de ingezetenen daardoor worden geriefd? De Staat
iet er dus veeleer op bedacht zijn het postwezen te
rbeteren, het aantal kantoren en hulp-kantoren uit
breiden, dan zich winst te scheppen uit eene inrigting
ivoor het publiek zoo goed en zoo goedkoop mogelijk
iet zijn. De Staat moet eigenlijk alleen wakendat
geeu verlies lijde. En beweert men nu dat de
latkist dan toch aan deze bate is gewend geraakt
ligt het antwoord voor de hand, dat dit eene kwade
'oonte is geweest en dat, indiende schatkist gestijfd
at worden men in hare behoefte door belastingen
it voorzien maar niet door het loon voor eene
'erheids-onderneming op duren prijs te houden,
let votum der Eerste Kamer in 1861kan evenmin
len als motief om de invoering van het uniform-port
iwerenen, zoo men zich op dit motief beroept, dan
leent men aan dat votum eene kracht en eene be
ienis, die daarmede geheel in strijd zijn. Waarom
ift de Eerste Kamer in 1861de wijziging der postwet
den Minister van Finantien jhr. van Tets afgestemd
dat zij het uniform-port onregtvaardig en niet nood-
felyk achtte? Volstrekt niet, men achtte dit in het
>ng der ingezetenen. Omdat zij nadoel voor de schat-
vreesde? Destijds bevond de schatkist zich in veel
eren toestand clan thans en de Eerste Kamer gleed
over dat bezwaar heen. Maar de oppositie tegen
wet ging uit van dit beginseldat verlaging van
briefport moest worden voorafgegaan door verbetering
het postwezen. Er werden in 1861 ten platten lande
vele bestel-loonen geheven, waardoor het port der
iven in diep inliggende gemeenten dikwijls aanzienlijk
Bovendien was hij deze discussie geblekendat
?ye
1 m provincie Limburg de bestel-loonen niet werden
dezes, «bracht door de ingezetenen, maar door den Staat.
Eerste Kamer wilde aanvangen met een einde te
Ien aan die ongelijkheid. Men heeft wel eens het
der Eerste Kamer in 1861 aan eene minder
'innige bedoeling toegeschrevendoor het te doen
voorkomen alsof zij tegen deze ceconomische hervorming
gekant was. De fout der verwerping dezer voordragt
komt veeleer op rekening van de Regering, die destijds
te gelijk met de invoering van het uniform-port had
moeten voordragen zoodanige verbeteringen in bet post
wezen, als welke konden strekken om ernstige bezwaren
ten platten lande weg te nemen.
En nu, wat de beginselen van het wets-ontwerp zelf
betreft, dat thans aan de kennisneming der wetgevende
magt is onderworpen.
liet wets-ontwerp Van 1870 verschilt in hoofdzaak
van dat van 1861 hierin dat het- ook wel aanneemt
een uniform-port, doch niet rust op het beginsel van
vrije, maar van begunstigde frankering. Men zal voortaan
niet genoodzaakt worden zijne brieven te frankeren
maar men zal, een 'ongefrankeerden brief schrijvende,
den geadresseerde een dubbel porto opleggenwèl een
reden om zeer voorzigtig te zijn, wantwanneer men
verzuimen mogt clen brief te frankeren waarbij men
voortaan iemand een dienst mogt vragen, dan zal men
gevaar loopen hem ook dubbel boos te makenen dan
zal men dubbel nul op het request erlangen. Bij het
uniform-port behoeven wij niet langer stil te staan.
In verband met onze voorafgaande beschouwingen
moeten wij wel tot dit resultaat komen, dat, vermits
het briefport geene belasting is, maar enkel een loon
voor bewezen dienst, het staatsmonopolie alleen geregt
vaardigd is, wanneer zóódanig port wordt geheven, dat
de kosten der inrigting en de verliezen, welke zij op
enkele onderdeelen mogt lijden, daardoor ruimschoots
worden gedekt. Dit schijnt thans het geval te zijn met
een uniform-port van vijf cents, omdat de verliezen,
die de schatkist mogt komen lijden ten gevolge van de
vermindering van een groot aantal brieven van tien op
vijf cents, spoedig zullen worden opgewogen door een
vermeerderd verbruik der vijf cents-port betalende brie
ven. Vooral ouder de lagere standen zal de corres
pondentie zeer toenemen, wanneer het port voor de
meeste plaatsen van tien op vijf cents wordt gebragt;
de werkman, de milicien de dienstbare stand zullen
door die verlaging tot schrijven worden geprikkeld.
Maar men moet deze hervorming ook in verband be
schouwen met de uitbreiding van ons lager onderwijs.
Onder den naam van tusschenscholen, herhalingscholen,
burgerscholen voor hooger schoolgeld verrijzen overal
inrigtingen om liet geleerde te behouden en te ontwik
kelen. Dit alles zal op het schrijven van brieven groo-
ten invloed uitoefenen.
De begunstiging der gefrankeerde brieven kunnen
wij wel niet als een voordeel voor de ingezetenen aan
merken, maar toch ook niet als een nadeel. Hunne vrijheid
wordt er niet door belemmerd en het is niet onbillijk,
dat de ongefrankeercle brieven zwaarder worden belast
dan die waarvoor de vracht op gemakkelijker wijze door
clen verkoop van postmerken door het rijk wordt geïnd.
De kosten van het vervoer clcr brieven zullen door clezen
maatregel vermindering kunnen ondergaan. In alle inter
nationale posttarieven, door ons land met andere rijken
geslotenis hetzelfde beginsel aangenomen welk be
zwaar kan er clan bestaan, om het ook voor ons land
aan te nemen, al was het maar alleen om bij het publiek
de gewoonte der frankeering ingang te doen vinden en
den briefschrijver cle enkele oogenblikken weifeling te
besparen of hij op den geschreven brief al of niet een
postzegel zal drukken.
Is de begunstiging der gefrankeerde brieven dus voor
ons geen bezwaarwij zouden het unifonn-port met
beide handen hebben aangegrepen, ook wanneer dit
beginsel niet in de wet ware opgenomen en het beginsel
van volkotnene vrijheid ware gehandhaafd.
Maar hoe ingenomen wij ook zijn met de voorgestelde
invoering van een uniform-port en met de vermindering
van het regt van postwissels, die ingenomenheid mag ons
de bezwaren niet doen voorbijzien, welke bij ons tegen de
overige hervormingen door de Regering voorgesteld
bestaan.
Waartoe bet aanteekengeld van 11/3 ct. voor elke
ƒ10. tot 5 cent voor elke ƒ50 gebragt? Indien men
hier verandering had willen maken, dan had een vrij
zinnig Minister van financiën die gebragt op 1 ct. voor
elke ƒ10.
Waartoe het regt op postwissels voor sommen beneden
f 5 verhoogd. De bestaande wet laat een minimum toe
van ééne cent: waarom moet bij dit ontwerp hierop
worden teruggekomen? Een vrijzinnig Minister van
finauciën acht het niet op zijn weg gelegen meerdere
lasten op de minvermogende burgers te leggen.
Waartoe aan de post een nieuwe tak van industrie
toegevoegd, de inkassering van bedragen tot ƒ150? Is
dan het kassiersbedrijf niet een tak van nijverheid
waarin de staat zich niet heeft te mengen? Is liet niet
genoeg dat de postambtenaren zich een deel van de
winst, die den boekhandel toekomt, toeëigenen?
Waartoe eindelijk de post voor dagbladen en druk
werken zoo aanzienlijk verhoogd? Is het vrijzinnig op
deze wijze terug te komen op de afschaffing der druk
kende zegelbelasting? Met welk regt wordt op enkele
bladen een nieuw zegelregt gelegd?
Al deze fiscale maatregelen achten wij eene liberale
Regering onwaardig; de kamer zal, hopen wij, deze
afstemmen indien namelijk cle Minister van financiën
niet mogt afwijken van zijne gewoonte om zich te
schikken naar het gevoelen van de meerderheid, die,
rniar wij verwachten, tegen deze fiscale maatregelen
ernstige bedenkingen zal aanvoeren.
JFritmift tijlt.
Nabij Lucerne heeft men onlangs in de rivier de Reus
eene doos gevonden met, de overblijfselen van twee kin
deren die aan stukken waren gehouwen. De dader
van dit afschuwelijk misdrijf is thans verraden door...
de doos. Hij is koopman te Lucerne en heet Schiirmann.
Men had opgemerkt dat de doos afkomstig was van
een magazijn te Parijs. Terstond vroeg men per tele
graaf om inlichtingen en het antwoord, dat Schiirmann
als clen geadresseerde aanwees, bragt de justitie op het
spoor. De moeder der beide kinderen, tweelingen, be
woont appartementen in het huis van Schiirmann.
Dc telegraaf meldtdat de arbeid te Creuzot is hervat
die tijding is van veel gewicht, want eene werkstaking gelijk
die van Creuzot en Fourchnmbanlt behoort niet tot de alle-
daagsclie. Duizenden werkliedendie goed loon ontvangen en
wien het aan niets ontbreekt, dank zij de uitnemende inrig
ting der kolossale werkplaatsen, hebben zich laten bewegen
door een socialist om rustig het werk te staken. Reeds meer
dan twee weken duurde die toestand enkele moedwilligen zijn
door de regtbank te Aubin tot boete en gevangenisstraffen veroor
deeld doeh dc overgroote meerderheid hield zich rustig en
parlementeerde met den heer Schneider over eene loonsver-
hooging.
Een hoos gerucht sprak van eene som van 3 milliocu francs,
die door eene concurrentie firma in Engeland zou zijn overgezon
den om de quaestie der werkstaking matig gaande te houden. Op
welke voorwaarde dc arbeid thans is hervat is nog onbekend.
Wat een huik al kan verbergen, is bewezen door
een zeer corpulent heer die voor een der grootste
schoenenmagazijnen te Parijs, in de Rue de la Roqnette,
met de grootste aandacht de laarsjes stond te bekijken,
welke op de stoep waren uitgestald. Een der bedienden
in den winkel, die 'toog op hom gevestigd hield, be
merkte eensklaps dat de lieer met den burgemeestersbuik
daarbuiten, met onvergelijkelijke handigheid verscheiden
paren had weggemoffeld en zich verwijderde. Ilij liep
terstond cle deur uit en riep zoo hard mogelijk: houdt
den dief! De gaauwdief was echter ondanks zijn omvang
bijzonder vlug, zoodat'tnog veel moeite kostte om hem
te arresteeren. Aan het politiebureel afgeleverd, werd
hij onderzocht, en stond inen| verbaasd te bevinden,
dat hij een valschen buik droeg, waaruit allerlei ge
stolen voorwerpen als zakdoeken, boordjes, slaapmutsen,
dameslaarsjes, enz. enz., te voorschijn kwamen.
Van de milioenen, aan het huis Rotschild te
Parijs ontvreemd, is nog niet veel teregt gekomen.
Bij Tassius heeft een huiszoeking plaats gehad. Men
vond niet meer dan 20,000 fr., maar toch werden brieven
ontdekt, waaruit de medepligt.igheid van een geneesheer,
uit Pruissnn afkomstig, is gebleken. Deze zou met de
sommen, die door Tassius met volle grepen uit de kas
van zijn patroons werden geroofd, op de beurs hebben ge
speeld, men begrijpt met welk succes. Op bevel van de
regter van instructie is cle handlanger ook in hechtenis
genomen, 't Zal raoeijelijker zijn cle hand te leggen op
cle gevlogen millioenen
17 April. Een der rijke ingeze
tenen dezer stad, in den loop van het vorige jaar eene
Duitsche badplaats bezocht hebbende, was aldaar in
kennis gekomen meteen baron en eene barones. Hunne
verhouding klom weldra tot vertrouwelijkheid en
onze goerje Arasterdammer nam geen afscheid van zijne
nieuwe vrienden, zonder hun op het hart te drukken,
dat ze Holland toch eens moesten komen zien en in
Amsterdam hem stellig moesten opzoeken. Niet lang
geleden heeft de baron met zijne echtgenoot zijne
belofte gestand gedaan. Onze stadgenoot heeft hen
met de grootste gastvrijheid ontvangen, niet gerust
eer zijne vrienden hunne bagage uit het Amstel-hötel
naar zijne woning hadden doen overbrengen, zijn huis
en rijtuig ter hunner beschikking gesteldfeesten
voor hen aangerigt en hen overal geïntrodu9eerd
en nu, nadat de baron en de barones vertrokken zijn,
staat de huisschel van hunnen vriendelijken gastheer niet
stil van al de winkelbedienden, die er rekeningen bezorgen
van geleverde diamanten, zilverwerk, zijden japonnen
enz. De politie doet ijverig onderzoek, doch tot nog toe
heeft zij de gewaande baron met de barones nog niet
kunnen ontdekken.
Wcrkeudani17 April. De elftvangst is te
genwoordig hier in vollen gang; eene menigte visscbers-
vaartnigen ziet men op de rivier bezig. De vangst is
gunstig; terwijl de gemiddelde prijs 60 a70 ct. per stuk is.
Met het gezaaide in de tuinen alhier staat het niet
best en komt er door het drooge en koude weder weinig
te voorschijn. Overigens beloven de vruchtboomen veel,
vooral de perenboomen. Ingez
^iorilczieo20 April. Heden valt aan Job Ol-
ree albier liet zeldzame voorregt ten deel den dag
te mogen vieren waarop bij vóór 50 jaren in dienst
trad bij den heer L. Koole, Mr. timmerman alhier. Op
den 20 April 1820 bij genoemden heer als leerjongen
gekomen is hij gedurende eene halve eeuw bij hem
werkzaam geweest.
Als oene bijzonderheid kunnen wij nog mede-
deelen dat Jan Verhoek, geboren te Bruinisse en thans
wonende te Brouwershaven op morgen 21 April zijn
90ste geboortedag hoopt te vieren. Hij geniet eene
goede gezondheid en mag zich nog in het bezit van al
zijne zintuigen verheugen.
Men schrijft ons uit het voormalig 4de district
van Zeeland het navolgende
Den 8 April vierde de gemeente Kadzand feest
ter gelegenheid van cle inhuldiging des nieuw benoem
den burgemeesters, den heer Erasmus, den dag daar
aanvolgende was het feest te Zuidzande alwaar de heer
A. J. Risseeuw als burgemeester werd ingehuldigd. Te
Retranchement had hetzelfde plaats Dingsdag 12 April,
daar was de heer A. Risseeuw tot burgemeester benoemd.
In geen der drie gemeenten was ggbrek aan eerebogen,
eerewaebten, vlaggen, speechen enz. enz. Het was er
zoodat men cle overtuiging kon erlangen dat cle
gemeentenaren bijzonder ingenomen waren met de nieuw
benoemde burgemeesters. Nu, dat is door het geheele
land van Kadzand heen het geval. Begin maar bij het
begin, bij Breskens, alwaar gij voet aan land zet.
De Bressianers zullen n wel op de hoogte brengen
van de onverdeelde liefde die men den burgervaderen
in 't westelijk deel van Zeeuwsch-Vl aan deren toedraagt.
Te Breskens heeft de hoofdonderwijzer onder
anderen ook vrije woning. Ofschoon ook al tamelijk
bekrompen, zooals zulks met vele onder wijzérswo-
ningen ten platten lande het geval istoch is zij
nog te ruim, schijnt hot, in bet oog van den Bres-
siaansclien gemeenteraad. Zij toch heeft in zijne hooge
wijsheid besloten den onderwijzer eene kamer van
zijne woning te ontnemen en die te laten inrichten
tot gemeente-secretarie. Tot opheldering dientdat er
tegenwoordig slechts één raadslid ter vergadering opkomt.
Het Alg. Dagblad verneemt, dat bij eenige invloed
rijke Amsterdamsche dames het plan bestaat, een adres te
richten tot Z. M. den Koning, om gratie te verzoeken voor
Maria en Geertje Bek, de beide kinderen die door de
Goesche rechtbank veroordeeld zijn tot eene gevangenis
straf van Vjt jaren.
Wij kunnen thans melden, zegt het Nieuws- en
Adv. blad van Gorinchem, dat de heer Messchert van
Vollenhoven in de vergadering van het comité voor het
huwelijkscadeau aan prinses MarieZaturdag 9 April
te Amsterdam gehouden, tot voorzitter benoemd is en
die betrekking heeft aangenomen. Spoedig zullen cir
culaires enz. verzonden worden.
Te Rotterdam zou het plan bestaan tot de oprichting
van een weekblad, dat zich uitsluitend ten doel zal stellen,
een overzicht te geven van de des Zondags in de kerken ge
houden preeken.
Eenige Engelsche bladen melden thans, dat de prins van
Oranje in de maand Augustus a. s. met de vierde dochter
van koningin Victoria, prinses Louise, zal verloofd worden.
Eene dame te Arnhem is bekeurd wegens het niet aan-
geven eener vrouwelijke dienstbode, omdat de commiezen hadden
gerefereerd, dat haar jufvrouw van gezelschap de deur opende
en gezien was, »stof afnemende van de meubelen"; hieruit
leidde de administratie af, en de rijksadvocaat lichtte dit toe,
dat de/.e dame als werkbode dienst deed. Men begrijpt, aan
welk gevaar deze activiteit der rijksambtenaren niet alleen juf
vrouwen van gezelschap, maar alle mogelijke logees blootstelt.
Uit Follega. schrijft men
y-Het is hoogst opmerkelijk dat in de school alhier
van de 60 a 70 leerlingen bijna de helft scheel ziet.
Ook onder hen, die lang reeds de schooljaren voorbij
zijn, merkt men hetzelfde gebrek.
»Is er ook een oorzaak te vinden?
„De heer burgemeester heeft dezer dagen bevolen
onverwijld de schoolbanken te laten omzetten, opdat
de jeugd betere lichtschepping erlange en, zoo mogelijk,
verdere ongelukken worden voorkomen.
„Intusschen zal een-en-ander wel aanleiding geven
tot het bouwen eener nieuwe school, waaraan dan ook
sinds jaren dringend behoefte bestaat."
Gomeiigde berifften.
De heer Rau van Gameren spreekt straffen uit, die
zes en vijftig jaren zijn afgeschaftDie man is presi
dent van 't Hof van Gelderland. In de kamers ging
het mooi in de laatste zitting. De afgevaardigde van
Sypesteyn is aan het woord en de Minister van Kolo
niën roept luidt uit: „'t Is krankzinnig." De afgevaar
digde Nierstrasz noemt de bestuurders der Maatschappij
tot Nut van den Javaan: „boerenbedriegers." Wist
men niet betermen zou meenen polderjongens bezig
te hooren. Prinsen vrij en vijfjarige kinderen ver
oordeeld tot zeven en een halfjarige gevangenisstraf,
't Is saai. IJzendijke is klokkeloos. Prins Pieter
Bonaparte heeft een brief openbaar gemaakt, waarin
hij allen bedankt die zich verheugd hebben in zijne
vrijspraak. In dien brief komt een volzin voor, luidende:
„Dank aan de heeren officieren, cadetten en leerlingen
van het Hollandsche leger. Het roemrijke huis van
Oranje verdient grootmoedige dienaars, die hulde weten
te brengen aan de nagedachtenis van Napoleon en van
den goeden koning Lodewijk." Van Rochefort wordt
er in dagbladen gezegd: „Men vermoord Rochefort! Hij
mag noch kinderen, noch vrouw, noch bloedverwanten
meer zien; thans spuwt hij bloed en hoest gedurig, en is
zeker een vogel voor de kat. Men sluit hem in een stin
kend hok op. in plaats van hem onder den schoonen
hemel van Italië te zenden tot herstel zijner gezondheid."
Te Londen is het hoofd van Traupmann te zien, en
brengt goed wat geld op. De Luxemburgers willen
met geweld van meester veranderen, en zouden gaarne
bij Belgie ingeljjfd worden, waar echter Napoleon geen
zin in heeft. Bij Frankrijk zal ook niet gaan. omdat
Pruissen dit niet wil hebben, en bij Pruissen niet, om
dat Frankrijk dit niet zou gedoogen. Te Dordt zal
eerstdaags ten tooneele gevoerd worden: De koopman
in zijden zakdoeken, gevolgd door verlorehe zakdoeken.
Tot slot: De luidruchtige metselaar, roepende om ad-
sistentie. De twee boeren-zoons, die door twee meisjes
achterna gcloopen worden moesten dit maar binnen
houden, want het is juist omgekeerd; das:
Boertjeszoo gij mannen zijt
Schrijf dan dit eens tegen
Lafaards zijt gij, en niet klein,
Als er wordt gezwegen.
Rotterdam18 April 1870.
Ten gevolge van het Paaschfeest hebben wij heden
albier geene markt.
Gedurende de afgeloopen week bleef het weder zeer stil.
Op de fransche markt ondergingen de noteringen
plotseling eene daling van 6 a 8 francs per 100 kilogr.
Volgens de laatste berigten zijn zij echter voor enkele
soorten weder een paar francs verbeterd.
CoiTospondentie.
Door plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt eenige adver-
tentien tot het volgend No. te laten liggen.
K<»litvereeiil{ji«nc
VAN
s. ba'kkkb.
Renesse, den 18 April 1870.