No. 2762 26s,e Jaarg. Donderdag 21 April 1870. Besturen en Administratiën. (lijn etc Bekendmaking. Herziening der postwet. VEM -i Ni e u wstij d ingen. M e e k r a p-B e r i c h t. K. BAKKER 4{ ZIERIKZEESGHE NIEUWSBODE. U| BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie.rik.zee Imaken bekend: dat de firma Nakdten, Ltjckerhof&C0., I wonende in deze gemeente vergunning beeft gevraagd I om een «ven te doen bouwen voor het smelten van liizer in deze gemeente, op het perceel kadastraal bekend, I sectio B, no. 1334, achter het huis, plaatselijk gemerkt Iwijk D, no. 253, staande in de Sint-Domusstraat; I en dat de information de commodo et incommodo Ibetreffende dit verzoek zullen worden gehouden op Iwoensdag don 27 April aanstaande, te twaalf uur des middags, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur, Iten Raadhuizezullende allendie tegen dat ver- lzoelc bezwaren mogten willen inbrengen alsdan in de Gelegenheid zijn om in hun belang te worden gehoord. ZlERrK7.EEden 13 April 1870. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. ut allil lOOZBïl IA. IER, li. Te t ekhoudïl ItldTSl IE, Lanl| B STOEI] •N AM IA1NSI ietbij RSTOK lIITSl T Bevelen TB ec| ilf Decei Hendd ICIX iodigd acir nkenszai liefst, id. een ji 4 t bene rk, vra Onder de wets-ontwerpenwelke thans in de Staten- ieneraal aanhangig zijn gemaakt, maar waarover het oorloopig Verslag zich nog steeds wachten laat, behoort lat tot herziening der postwet. Over den spoed, waar ede dit wets-ontwerp door den heer van Bosse is inge- liend, mag men zich waarlijk niet verheugen. De Tweede lamer der Staten-Geïieraal heeft herhaaldelijk en sterk oeten aankloppen om den Minister van finantien te jwegen een voorstel van dien aard te doen. Het is -elligt de grootste feil van dezen Minister, dat hij te einig zijn eigen initiatief volgt, en dat hij zich door de jeerderheid in de Tweede Kamer laat medeslepen. Zoo scheen Z. Exc. ook eerst geheel afkeerig van de invoering san een uniform-port van 5 cents door het geheele land. ij verschool zich achter allerlei uitvlugten het belang Ier schatkist, de mogelijkheid, of liever de waarschijn lijkheid, dat in de eerste jaren de netto opbrengst der posterijen zal verminderen, het votum der Eerste Kamer InlSöi, welke zich met 20 tegen 12 stemmen tegen het leginsel der uniform-port had verklaard. Geen van die redenen kunnen wij als afdoende be schouwen. De schatkist, zegt men, zal benadeeld worden. De erva ring leerde het tegendeel. Niet alleen de staathuishoud- mndige wetenschap, maar de praktijk leert dat verlaging an tarieven klimmende vermeerdering van het gebruik jan dergelijke inrigtingen ten gevolge heeft. En niet Heen* de praktijk in Nederland maar die in alle landen, aar men de tarieven heeft verminderd. Het moge waar dat in de eerste jaren na de invoering van een ïger port de schatkist eenig verlies ondervindtwij chten dit zelfs waarschijnlijk. Maar al ware' het dat ie vermeerdering, welke wij na eenige jaren verwachten, ich niet deed gevoelen, dan nog zouden wij tegen de nvoering va,n een uniform-port niet opzien. Waarom jiet? Omdat het voor ons eene onverschillige zaak is, f de schatkist van de posterijen eem'g grooter of kleiner oordeel ondervindt. Het port-regt immers is geene lelasting, evenmin als het regt, dat geheven wordt van let gebruik der telegrafen. Het geldt hier eene retributie oor een tak van publieke dienst. Bij de wet van 1850 het staatsmonopolie der posteryen niet zonder be- aar van velen, in het leven geroepen bloeijende par- Iculiere ondernemingen zijn daardoor te niet gegaan laar men achte en te regt een wel ingerigt istwezen eene zaak van zooveel belang voor de inge- itenen, dat men dit onder de meest veilige hoede wilde illen. Bovendien, wie is beter bekend met de geogra fe ligging van ons gansche land, metal de behoeften platten lande dan de Staat, die overal zijne organen ift, die nit de meest vertrouwbare bronnen zijn licht m putten. Zoo ergens, dan is hier in het publiek belang in staatsmonopolie geregtvaardigd. Maar dan kan liet ikniet de vraag zijn zal de schatkist van deze onder min g voordeel genieten maar de eenige vraag is illen de ingezetenen daardoor worden geriefd? De Staat iet er dus veeleer op bedacht zijn het postwezen te rbeteren, het aantal kantoren en hulp-kantoren uit breiden, dan zich winst te scheppen uit eene inrigting ivoor het publiek zoo goed en zoo goedkoop mogelijk iet zijn. De Staat moet eigenlijk alleen wakendat geeu verlies lijde. En beweert men nu dat de latkist dan toch aan deze bate is gewend geraakt ligt het antwoord voor de hand, dat dit eene kwade 'oonte is geweest en dat, indiende schatkist gestijfd at worden men in hare behoefte door belastingen it voorzien maar niet door het loon voor eene 'erheids-onderneming op duren prijs te houden, let votum der Eerste Kamer in 1861kan evenmin len als motief om de invoering van het uniform-port iwerenen, zoo men zich op dit motief beroept, dan leent men aan dat votum eene kracht en eene be ienis, die daarmede geheel in strijd zijn. Waarom ift de Eerste Kamer in 1861de wijziging der postwet den Minister van Finantien jhr. van Tets afgestemd dat zij het uniform-port onregtvaardig en niet nood- felyk achtte? Volstrekt niet, men achtte dit in het >ng der ingezetenen. Omdat zij nadoel voor de schat- vreesde? Destijds bevond de schatkist zich in veel eren toestand clan thans en de Eerste Kamer gleed over dat bezwaar heen. Maar de oppositie tegen wet ging uit van dit beginseldat verlaging van briefport moest worden voorafgegaan door verbetering het postwezen. Er werden in 1861 ten platten lande vele bestel-loonen geheven, waardoor het port der iven in diep inliggende gemeenten dikwijls aanzienlijk Bovendien was hij deze discussie geblekendat ?ye 1 m provincie Limburg de bestel-loonen niet werden dezes, «bracht door de ingezetenen, maar door den Staat. Eerste Kamer wilde aanvangen met een einde te Ien aan die ongelijkheid. Men heeft wel eens het der Eerste Kamer in 1861 aan eene minder 'innige bedoeling toegeschrevendoor het te doen voorkomen alsof zij tegen deze ceconomische hervorming gekant was. De fout der verwerping dezer voordragt komt veeleer op rekening van de Regering, die destijds te gelijk met de invoering van het uniform-port had moeten voordragen zoodanige verbeteringen in bet post wezen, als welke konden strekken om ernstige bezwaren ten platten lande weg te nemen. En nu, wat de beginselen van het wets-ontwerp zelf betreft, dat thans aan de kennisneming der wetgevende magt is onderworpen. liet wets-ontwerp Van 1870 verschilt in hoofdzaak van dat van 1861 hierin dat het- ook wel aanneemt een uniform-port, doch niet rust op het beginsel van vrije, maar van begunstigde frankering. Men zal voortaan niet genoodzaakt worden zijne brieven te frankeren maar men zal, een 'ongefrankeerden brief schrijvende, den geadresseerde een dubbel porto opleggenwèl een reden om zeer voorzigtig te zijn, wantwanneer men verzuimen mogt clen brief te frankeren waarbij men voortaan iemand een dienst mogt vragen, dan zal men gevaar loopen hem ook dubbel boos te makenen dan zal men dubbel nul op het request erlangen. Bij het uniform-port behoeven wij niet langer stil te staan. In verband met onze voorafgaande beschouwingen moeten wij wel tot dit resultaat komen, dat, vermits het briefport geene belasting is, maar enkel een loon voor bewezen dienst, het staatsmonopolie alleen geregt vaardigd is, wanneer zóódanig port wordt geheven, dat de kosten der inrigting en de verliezen, welke zij op enkele onderdeelen mogt lijden, daardoor ruimschoots worden gedekt. Dit schijnt thans het geval te zijn met een uniform-port van vijf cents, omdat de verliezen, die de schatkist mogt komen lijden ten gevolge van de vermindering van een groot aantal brieven van tien op vijf cents, spoedig zullen worden opgewogen door een vermeerderd verbruik der vijf cents-port betalende brie ven. Vooral ouder de lagere standen zal de corres pondentie zeer toenemen, wanneer het port voor de meeste plaatsen van tien op vijf cents wordt gebragt; de werkman, de milicien de dienstbare stand zullen door die verlaging tot schrijven worden geprikkeld. Maar men moet deze hervorming ook in verband be schouwen met de uitbreiding van ons lager onderwijs. Onder den naam van tusschenscholen, herhalingscholen, burgerscholen voor hooger schoolgeld verrijzen overal inrigtingen om liet geleerde te behouden en te ontwik kelen. Dit alles zal op het schrijven van brieven groo- ten invloed uitoefenen. De begunstiging der gefrankeerde brieven kunnen wij wel niet als een voordeel voor de ingezetenen aan merken, maar toch ook niet als een nadeel. Hunne vrijheid wordt er niet door belemmerd en het is niet onbillijk, dat de ongefrankeercle brieven zwaarder worden belast dan die waarvoor de vracht op gemakkelijker wijze door clen verkoop van postmerken door het rijk wordt geïnd. De kosten van het vervoer clcr brieven zullen door clezen maatregel vermindering kunnen ondergaan. In alle inter nationale posttarieven, door ons land met andere rijken geslotenis hetzelfde beginsel aangenomen welk be zwaar kan er clan bestaan, om het ook voor ons land aan te nemen, al was het maar alleen om bij het publiek de gewoonte der frankeering ingang te doen vinden en den briefschrijver cle enkele oogenblikken weifeling te besparen of hij op den geschreven brief al of niet een postzegel zal drukken. Is de begunstiging der gefrankeerde brieven dus voor ons geen bezwaarwij zouden het unifonn-port met beide handen hebben aangegrepen, ook wanneer dit beginsel niet in de wet ware opgenomen en het beginsel van volkotnene vrijheid ware gehandhaafd. Maar hoe ingenomen wij ook zijn met de voorgestelde invoering van een uniform-port en met de vermindering van het regt van postwissels, die ingenomenheid mag ons de bezwaren niet doen voorbijzien, welke bij ons tegen de overige hervormingen door de Regering voorgesteld bestaan. Waartoe bet aanteekengeld van 11/3 ct. voor elke ƒ10. tot 5 cent voor elke ƒ50 gebragt? Indien men hier verandering had willen maken, dan had een vrij zinnig Minister van financiën die gebragt op 1 ct. voor elke ƒ10. Waartoe het regt op postwissels voor sommen beneden f 5 verhoogd. De bestaande wet laat een minimum toe van ééne cent: waarom moet bij dit ontwerp hierop worden teruggekomen? Een vrijzinnig Minister van finauciën acht het niet op zijn weg gelegen meerdere lasten op de minvermogende burgers te leggen. Waartoe aan de post een nieuwe tak van industrie toegevoegd, de inkassering van bedragen tot ƒ150? Is dan het kassiersbedrijf niet een tak van nijverheid waarin de staat zich niet heeft te mengen? Is liet niet genoeg dat de postambtenaren zich een deel van de winst, die den boekhandel toekomt, toeëigenen? Waartoe eindelijk de post voor dagbladen en druk werken zoo aanzienlijk verhoogd? Is het vrijzinnig op deze wijze terug te komen op de afschaffing der druk kende zegelbelasting? Met welk regt wordt op enkele bladen een nieuw zegelregt gelegd? Al deze fiscale maatregelen achten wij eene liberale Regering onwaardig; de kamer zal, hopen wij, deze afstemmen indien namelijk cle Minister van financiën niet mogt afwijken van zijne gewoonte om zich te schikken naar het gevoelen van de meerderheid, die, rniar wij verwachten, tegen deze fiscale maatregelen ernstige bedenkingen zal aanvoeren. JFritmift tijlt. Nabij Lucerne heeft men onlangs in de rivier de Reus eene doos gevonden met, de overblijfselen van twee kin deren die aan stukken waren gehouwen. De dader van dit afschuwelijk misdrijf is thans verraden door... de doos. Hij is koopman te Lucerne en heet Schiirmann. Men had opgemerkt dat de doos afkomstig was van een magazijn te Parijs. Terstond vroeg men per tele graaf om inlichtingen en het antwoord, dat Schiirmann als clen geadresseerde aanwees, bragt de justitie op het spoor. De moeder der beide kinderen, tweelingen, be woont appartementen in het huis van Schiirmann. Dc telegraaf meldtdat de arbeid te Creuzot is hervat die tijding is van veel gewicht, want eene werkstaking gelijk die van Creuzot en Fourchnmbanlt behoort niet tot de alle- daagsclie. Duizenden werkliedendie goed loon ontvangen en wien het aan niets ontbreekt, dank zij de uitnemende inrig ting der kolossale werkplaatsen, hebben zich laten bewegen door een socialist om rustig het werk te staken. Reeds meer dan twee weken duurde die toestand enkele moedwilligen zijn door de regtbank te Aubin tot boete en gevangenisstraffen veroor deeld doeh dc overgroote meerderheid hield zich rustig en parlementeerde met den heer Schneider over eene loonsver- hooging. Een hoos gerucht sprak van eene som van 3 milliocu francs, die door eene concurrentie firma in Engeland zou zijn overgezon den om de quaestie der werkstaking matig gaande te houden. Op welke voorwaarde dc arbeid thans is hervat is nog onbekend. Wat een huik al kan verbergen, is bewezen door een zeer corpulent heer die voor een der grootste schoenenmagazijnen te Parijs, in de Rue de la Roqnette, met de grootste aandacht de laarsjes stond te bekijken, welke op de stoep waren uitgestald. Een der bedienden in den winkel, die 'toog op hom gevestigd hield, be merkte eensklaps dat de lieer met den burgemeestersbuik daarbuiten, met onvergelijkelijke handigheid verscheiden paren had weggemoffeld en zich verwijderde. Ilij liep terstond cle deur uit en riep zoo hard mogelijk: houdt den dief! De gaauwdief was echter ondanks zijn omvang bijzonder vlug, zoodat'tnog veel moeite kostte om hem te arresteeren. Aan het politiebureel afgeleverd, werd hij onderzocht, en stond inen| verbaasd te bevinden, dat hij een valschen buik droeg, waaruit allerlei ge stolen voorwerpen als zakdoeken, boordjes, slaapmutsen, dameslaarsjes, enz. enz., te voorschijn kwamen. Van de milioenen, aan het huis Rotschild te Parijs ontvreemd, is nog niet veel teregt gekomen. Bij Tassius heeft een huiszoeking plaats gehad. Men vond niet meer dan 20,000 fr., maar toch werden brieven ontdekt, waaruit de medepligt.igheid van een geneesheer, uit Pruissnn afkomstig, is gebleken. Deze zou met de sommen, die door Tassius met volle grepen uit de kas van zijn patroons werden geroofd, op de beurs hebben ge speeld, men begrijpt met welk succes. Op bevel van de regter van instructie is cle handlanger ook in hechtenis genomen, 't Zal raoeijelijker zijn cle hand te leggen op cle gevlogen millioenen 17 April. Een der rijke ingeze tenen dezer stad, in den loop van het vorige jaar eene Duitsche badplaats bezocht hebbende, was aldaar in kennis gekomen meteen baron en eene barones. Hunne verhouding klom weldra tot vertrouwelijkheid en onze goerje Arasterdammer nam geen afscheid van zijne nieuwe vrienden, zonder hun op het hart te drukken, dat ze Holland toch eens moesten komen zien en in Amsterdam hem stellig moesten opzoeken. Niet lang geleden heeft de baron met zijne echtgenoot zijne belofte gestand gedaan. Onze stadgenoot heeft hen met de grootste gastvrijheid ontvangen, niet gerust eer zijne vrienden hunne bagage uit het Amstel-hötel naar zijne woning hadden doen overbrengen, zijn huis en rijtuig ter hunner beschikking gesteldfeesten voor hen aangerigt en hen overal geïntrodu9eerd en nu, nadat de baron en de barones vertrokken zijn, staat de huisschel van hunnen vriendelijken gastheer niet stil van al de winkelbedienden, die er rekeningen bezorgen van geleverde diamanten, zilverwerk, zijden japonnen enz. De politie doet ijverig onderzoek, doch tot nog toe heeft zij de gewaande baron met de barones nog niet kunnen ontdekken. Wcrkeudani17 April. De elftvangst is te genwoordig hier in vollen gang; eene menigte visscbers- vaartnigen ziet men op de rivier bezig. De vangst is gunstig; terwijl de gemiddelde prijs 60 a70 ct. per stuk is. Met het gezaaide in de tuinen alhier staat het niet best en komt er door het drooge en koude weder weinig te voorschijn. Overigens beloven de vruchtboomen veel, vooral de perenboomen. Ingez ^iorilczieo20 April. Heden valt aan Job Ol- ree albier liet zeldzame voorregt ten deel den dag te mogen vieren waarop bij vóór 50 jaren in dienst trad bij den heer L. Koole, Mr. timmerman alhier. Op den 20 April 1820 bij genoemden heer als leerjongen gekomen is hij gedurende eene halve eeuw bij hem werkzaam geweest. Als oene bijzonderheid kunnen wij nog mede- deelen dat Jan Verhoek, geboren te Bruinisse en thans wonende te Brouwershaven op morgen 21 April zijn 90ste geboortedag hoopt te vieren. Hij geniet eene goede gezondheid en mag zich nog in het bezit van al zijne zintuigen verheugen. Men schrijft ons uit het voormalig 4de district van Zeeland het navolgende Den 8 April vierde de gemeente Kadzand feest ter gelegenheid van cle inhuldiging des nieuw benoem den burgemeesters, den heer Erasmus, den dag daar aanvolgende was het feest te Zuidzande alwaar de heer A. J. Risseeuw als burgemeester werd ingehuldigd. Te Retranchement had hetzelfde plaats Dingsdag 12 April, daar was de heer A. Risseeuw tot burgemeester benoemd. In geen der drie gemeenten was ggbrek aan eerebogen, eerewaebten, vlaggen, speechen enz. enz. Het was er zoodat men cle overtuiging kon erlangen dat cle gemeentenaren bijzonder ingenomen waren met de nieuw benoemde burgemeesters. Nu, dat is door het geheele land van Kadzand heen het geval. Begin maar bij het begin, bij Breskens, alwaar gij voet aan land zet. De Bressianers zullen n wel op de hoogte brengen van de onverdeelde liefde die men den burgervaderen in 't westelijk deel van Zeeuwsch-Vl aan deren toedraagt. Te Breskens heeft de hoofdonderwijzer onder anderen ook vrije woning. Ofschoon ook al tamelijk bekrompen, zooals zulks met vele onder wijzérswo- ningen ten platten lande het geval istoch is zij nog te ruim, schijnt hot, in bet oog van den Bres- siaansclien gemeenteraad. Zij toch heeft in zijne hooge wijsheid besloten den onderwijzer eene kamer van zijne woning te ontnemen en die te laten inrichten tot gemeente-secretarie. Tot opheldering dientdat er tegenwoordig slechts één raadslid ter vergadering opkomt. Het Alg. Dagblad verneemt, dat bij eenige invloed rijke Amsterdamsche dames het plan bestaat, een adres te richten tot Z. M. den Koning, om gratie te verzoeken voor Maria en Geertje Bek, de beide kinderen die door de Goesche rechtbank veroordeeld zijn tot eene gevangenis straf van Vjt jaren. Wij kunnen thans melden, zegt het Nieuws- en Adv. blad van Gorinchem, dat de heer Messchert van Vollenhoven in de vergadering van het comité voor het huwelijkscadeau aan prinses MarieZaturdag 9 April te Amsterdam gehouden, tot voorzitter benoemd is en die betrekking heeft aangenomen. Spoedig zullen cir culaires enz. verzonden worden. Te Rotterdam zou het plan bestaan tot de oprichting van een weekblad, dat zich uitsluitend ten doel zal stellen, een overzicht te geven van de des Zondags in de kerken ge houden preeken. Eenige Engelsche bladen melden thans, dat de prins van Oranje in de maand Augustus a. s. met de vierde dochter van koningin Victoria, prinses Louise, zal verloofd worden. Eene dame te Arnhem is bekeurd wegens het niet aan- geven eener vrouwelijke dienstbode, omdat de commiezen hadden gerefereerd, dat haar jufvrouw van gezelschap de deur opende en gezien was, »stof afnemende van de meubelen"; hieruit leidde de administratie af, en de rijksadvocaat lichtte dit toe, dat de/.e dame als werkbode dienst deed. Men begrijpt, aan welk gevaar deze activiteit der rijksambtenaren niet alleen juf vrouwen van gezelschap, maar alle mogelijke logees blootstelt. Uit Follega. schrijft men y-Het is hoogst opmerkelijk dat in de school alhier van de 60 a 70 leerlingen bijna de helft scheel ziet. Ook onder hen, die lang reeds de schooljaren voorbij zijn, merkt men hetzelfde gebrek. »Is er ook een oorzaak te vinden? „De heer burgemeester heeft dezer dagen bevolen onverwijld de schoolbanken te laten omzetten, opdat de jeugd betere lichtschepping erlange en, zoo mogelijk, verdere ongelukken worden voorkomen. „Intusschen zal een-en-ander wel aanleiding geven tot het bouwen eener nieuwe school, waaraan dan ook sinds jaren dringend behoefte bestaat." Gomeiigde berifften. De heer Rau van Gameren spreekt straffen uit, die zes en vijftig jaren zijn afgeschaftDie man is presi dent van 't Hof van Gelderland. In de kamers ging het mooi in de laatste zitting. De afgevaardigde van Sypesteyn is aan het woord en de Minister van Kolo niën roept luidt uit: „'t Is krankzinnig." De afgevaar digde Nierstrasz noemt de bestuurders der Maatschappij tot Nut van den Javaan: „boerenbedriegers." Wist men niet betermen zou meenen polderjongens bezig te hooren. Prinsen vrij en vijfjarige kinderen ver oordeeld tot zeven en een halfjarige gevangenisstraf, 't Is saai. IJzendijke is klokkeloos. Prins Pieter Bonaparte heeft een brief openbaar gemaakt, waarin hij allen bedankt die zich verheugd hebben in zijne vrijspraak. In dien brief komt een volzin voor, luidende: „Dank aan de heeren officieren, cadetten en leerlingen van het Hollandsche leger. Het roemrijke huis van Oranje verdient grootmoedige dienaars, die hulde weten te brengen aan de nagedachtenis van Napoleon en van den goeden koning Lodewijk." Van Rochefort wordt er in dagbladen gezegd: „Men vermoord Rochefort! Hij mag noch kinderen, noch vrouw, noch bloedverwanten meer zien; thans spuwt hij bloed en hoest gedurig, en is zeker een vogel voor de kat. Men sluit hem in een stin kend hok op. in plaats van hem onder den schoonen hemel van Italië te zenden tot herstel zijner gezondheid." Te Londen is het hoofd van Traupmann te zien, en brengt goed wat geld op. De Luxemburgers willen met geweld van meester veranderen, en zouden gaarne bij Belgie ingeljjfd worden, waar echter Napoleon geen zin in heeft. Bij Frankrijk zal ook niet gaan. omdat Pruissen dit niet wil hebben, en bij Pruissen niet, om dat Frankrijk dit niet zou gedoogen. Te Dordt zal eerstdaags ten tooneele gevoerd worden: De koopman in zijden zakdoeken, gevolgd door verlorehe zakdoeken. Tot slot: De luidruchtige metselaar, roepende om ad- sistentie. De twee boeren-zoons, die door twee meisjes achterna gcloopen worden moesten dit maar binnen houden, want het is juist omgekeerd; das: Boertjeszoo gij mannen zijt Schrijf dan dit eens tegen Lafaards zijt gij, en niet klein, Als er wordt gezwegen. Rotterdam18 April 1870. Ten gevolge van het Paaschfeest hebben wij heden albier geene markt. Gedurende de afgeloopen week bleef het weder zeer stil. Op de fransche markt ondergingen de noteringen plotseling eene daling van 6 a 8 francs per 100 kilogr. Volgens de laatste berigten zijn zij echter voor enkele soorten weder een paar francs verbeterd. CoiTospondentie. Door plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt eenige adver- tentien tot het volgend No. te laten liggen. K<»litvereeiil{ji«nc VAN s. ba'kkkb. Renesse, den 18 April 1870.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1