Donderdag 3 Maart 1870.
nen.
No. 2742.
26s,e Jnnrg.
Besturen en Administratiën.
L
-4-
000.1
ij-
MOO]
Ij\
zee.
NATIONALE MILITJE.
Bekendmaking.
M
PUBLICATIE.
Nationale Militie.
11
gen
*4
den
BEKENDMAKING.
VERGADERING
Nieuwstijdingen.
Slmtriftau
éSiebetLtttb.
te
onder
eau der
ooiheid
welke
ZIER IKZEfiSGHENIEUWSBODE.
HOECK
9
le«i van
lisohe j
A.1N", te
Ï376,
>oo,—1\
handtee-
■retrokken I
)ine
eiiover|
70
ceiut.
voordracht]
onderge-
OKT.1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zier ik zee
Gelet op art. 150 der wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad no. 72)
noodigen de lotelingen, die verlangen bij de Zee
militie te dienen, uitom zich tot dat einde vóór
1 April c. k. bij hen ter Secretarie dezer gemeente
aan te melden.
En op dat niemand hiervan onwetendheid voorwende,
zal deze worden afgekondigd en in de Zierikzeesche
Nieuwsbode geplaatst.
Zierikzee, den 1 Maart 1870.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
knecht
Eerste zitting van den Militieraad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Zierikzee
Brengen ter kennis van de lotelingeu dezer gemeente,
behoorende tot de ligting van het jaar 1870dat de
militieraad op Maandag den 21 Maart 1870, des voor-
middags te 9 '/2 uur te Middelburg in de Abdij aldaar
zitting zal houden, om uitspraak tc doen omtrent de
verschenen vrijwilligers voor de militie, en de lotelingeu,
die redenen van vrijstelling hebben ingediend, op grond
van de bepalingen der wet van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad no. 72); alsmede omtrent de lotelingen,
die, volgens de artt. 55 en 56 der wet, niet tot de dienst
der militie kunnen worden toegelaten, en omtrent alle
overige lotelingen; voorts,
dat bij art. 54 dier wet is bepaald, dat geene vrij
stelling, aangevraagd wegens ziekelijke gesteldheid of
gebreken of wegens gemis aan lengte, wordt verleend,
wanneer de betrokken loteling niet voor den militieraad
is verschenen zjjnde dit evenwel niet toepasselijk op
den loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten 9taat
is voor den militieraad te verschijnen, daar deze, volgens
art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden onder
zocht op de plaats, waar hij zich bevindt; en
dat de lotelingen die om boven gemelde redenen
vrijstelling van de dienst der militie verlangen, en zij,
die zich als vrijwilligers voor de militie hebben aan
geboden mitsdien worden aangemaandom op den
bepaalden tijd voor den militieraad te verschijnen en
zich niet te verlaten op het ontvangen van een op
roepingsbiljet, daar het niet ontvangen van dit biljet
niet ontheft van de verpligting tot het verschijnen voor
jdien raad.
Zierikzee, den 1 Maart 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B. C. CAU,
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
HITS
franco.
een
ongehuwd,
IERLAND,
A. van 1»
ttcrzri
TOND
r Snelpee
TC IV
OCHTMÜ
ERSTOi
j P.
asschen
XMEl
ii
ie
zonden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
irengen ter kennis van belanghebbenden dat Z. E. de
Minister van Finantiën ingevolge Koninklijke inagti-
ring heeft vastgesteld de ST^Öste Staats-Loterijdie
>estaan zal uit 20,000 loten10,000 prijzen
13 premiën verdeeld in vijf klassen waarvan
collecte wordt geopend op Maandag den 7den en
esloten op Zaterdag den 19 dezer maand terwjjl de
rekkingenals gewoonlijk plaats zullen hebben te
Gravenhage te weten
de eerste klasse op den 4den, 5den, 6den en 7 April
(Ie tweede klasse op den 19den 20sten 21sten April;
de derde klasse op den 2den, Bden, 4den en 5 Mei;
vierde klasse op den 16, 17, 18 en 19den Mei; en:
de vijfde klasse op den 30sten en 31 sten Mei, 1
7,8,9. 10 14, 15 16, 17 2122 23 en 24
unijterwijl de laatste ÏOO nummers op Zaterdag
en 25 dier maand zullen getrokken worden
Voortsdat de prijzen der loten en de wijze waarop
uitgifte en trekking der loten zullen geschieden
ezelfde zijn als van voorgaande loterijen en dat de
>ten en gedeelten daarvan alleen in koop verkrijgbaar
Zierikzee, den 2 Maart 1870.
De Burgemeester f
B. C.' CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
«in clou Gomoeuternad teZiorikzee,
GEHOUDEN DEN 23 FEBRUARIJ 1870.
{Niet officieel.)
Vervolg en slot van het vorig No mm er.
Heropend zijnde, komt io behandeliug het ecrsle punt van
voorstel van B. en W.
De Heer Mr. van Dongen zegt dat de posterijen eene rijlcs-
'Iclling zijndat het Rijk voor een kantoor moet zorgen en
dienst wel zal vorrigten al 9taat de gemeente geen geld af
°r een kantoor. De gemeente kan z. i. evenmin een gebouw
Qr een postkantoor danrstcllenals het dit zou kunnen doen
lr belastingkantoren of voor een geregtsgeboaw, Hij maakt
bezwaar om eene som van 12.000 uittegeven en herin-
hoe eerst onlangs een bedrag van ƒ26.000 is betaald
voor de hoogere burgerschool. Zoo voortgaande zou men tc
veel kapitaal in gebouwen beleggen. Hij zal daarom tegen het
voorstel stemmen.
De Heer Goemans is het cen9 met den vorigen spreker. De
posterijen zijn eene rijkszaak, waarmede dc gemeente niet te
maken heeft. De gemeente heeft zich eerst kort geleden van
verschillende gebouwen ontdaan en zal zij nu weer andere aan-
koopen? Deze zaak is niet gelijk aan die tot aankoop van
een gebouw voor telegraafkantoor; daarvoor moest de gemeente
medewerking vcrleencn om in het telegraafnet opgenomen te
kunnen worden.
De Heer Koole is voor het voorstel, als de gemeente niet
te veel geld ten offer moet brengen. Hij zag gaarne dat een
vast postkantoor gevestigd wa9 in het midden der gemeente,
een kantoor dat de gelegenheid aanbiedt om het publiek dat
het bezoekt, zoodanig ie ontvangen dat het geen gevaar loopt,
zijne gezondheid te beoadeelen.
De lieer vun der Grijp zegt dat het belang der ingezetenen
wel bij het postkantoor betrokken is, maar dat hij toch de
gelden der gemeente niet durft gebruiken voor de vestiging
van een vast kantoor. Hij kent als lid der Commissie voor
de fabricage de eischen die sommige rijksambtenaren doen en
welke steeds ten nadeel e dor gemeentekas zijn.
De Heer Mr. Moolenburgh i9 het eens met de HH. Mr. van
Dongen en Goemans en zul daarom tegen het voorstel stem
men. Een postkantoor i9 zeer zeker eene rijkszaak, maar ook
het belang der ingezetenen is betrokken bij een vast kantoor.
Hij is er daarom voor dut de gemeente iets doet om dat te
verkrijgen en stelt voor dat zij eene subsidie zal geven aan het
Rijk, opdat dit een vast kantoor voor zijne rekening make.
De gemeente weet dan wat het te betalen heeft en is met
de uitgaaf danrvnn van de zaak af.
De Heer Mr. Fokker is voor het voorstel. Een postkantoor
is eene rijkszaak, zoowel al9 de justitie cn de belasting, en
het Rijk moet voor een kantoor zorgen; het voorstel strekt
echter niet om aan het Rijk èfcn gebouw te geven, mftar om
het de daarstelling van een va9t postkantoor gemakkelijk te
maken. Dc gemeente geeft daartoe een zeker kapitaal uit voor
een gebouw, dat haar eigendom blijft en het Rijk betaalt
daarvoor een huurprijs, die volgens het 2de gedeelte van het
voorstel zoo groot is dat dc gemeente geen schade lijdt. Hebben
de medeleden aanmerking op den voorgestelden huurprijs, dan
moet dit besproken worden bij de behandeling van het 2de
gedeelte van het voorstel. Het Rijk kan niet overal kantoren
daarstcllendit zou door de kosten van opzigt enz. te veel
kosten; het roept daarom de tusschenkomst der gemeenten in,
die gemakkelijker de gebouwen kunnen beheeren dan het Rijk,
en die groot belang hebben bij een geschikt kantoor, omdat
de ingezetenen daarmede telkens in aanraking moeten komen.
Als deze gemeente nu geen medewerking verleent dan gelooft
spreker wel niet, dat het Rijk zich het postkantoor alhier niet j
zal aantrekken, manr wel dat dit lang zal duren en dat de
Minister eerst die gemeenten zal helpen, die hunne medewer
king willen verieencn. Spreker acht het voorstel ook meer
in het belang der gemeente dan het verleenen van subsidie;
zoo de Raad deze toeslaat dan i*9 het bedrag daarvan zeker
verloren en volgens het voorstel i9 er geen verlies.
De lieer Mr. van Dongen vraagt den heer Mr. Fokker hoe
het kapitaal zal terugkomen, dat besteed is voor kosten van
aankoop en inrigting. Spreker ziet er bepaald nadeel in voor
de gemeente als het voorstel wordt, aangenomen.
De Voorzitter zegt dat de gemeente dan nog hel gebouw
heeft. Als het Rijk na afloop van den eersten huurtermijn het
kantoor niet wil inhuren, dan heeft het nog niet alle waarde
verloren. De spreker wil de gemeentekas niet bezwaren, maar
mag ook het belang der ingezetenen niet voorbijzien; deze
hebben veel meer belang bij een postkantoor, dan bij een
geregtsgrbouw of een belastingkantoor, die veel minder bezocht
worden dan het postkantoor, dat bijna op alle uren van den
dag, ja zelfs 's avonds laat, geopend is. Hij wil daarom gaarne
medewerken om een vast kantoor op een doelmatiger stand tc
verkrijgen en herinnert hoe eenige jaren geleden klagten zijn
gerezen, toen het kantoor gevestigd was op het einde der Oude
Haven. Dergelijke klagten.kunnen zich herhalen, als de directeur
eene woning betrok, die minder goed gelegen was. Het voorstel
strekt niet om dadelijk een gebouw te koopen, maar alleen
ingeval er zich eene geschikte gelegenheid voordoet. Wat den
huurprijs betreft, die liet Rijk zou moeten betalen, daarover
kan eci-3t gesproken worden bij het 2de gedeelte van het voorstel.
De Heer Mr. Moens ziet in het postknntoor eene rijkszaak.
Ter wille van de finantiën der gemeente acht hij het bezwarend
om haar voor een gebonw te doen zorgen. Als het Rijk wil
bonwen, dan zou hij liever eene subsidie willen geven.
Jhr. de Jonge is het eens met de vorige sprekers, dat het
postkantoor eene rijkszaak is. Mij wil het oordeel van het
Hodger Bestuur of het op de voorwaarden, zooals die in het
voorstel zijn opgenomen, eene overeenkomst wil aangaan, niet
vooruitloopen. Hij merkt op dat dc gemeente geen geldelijk
offer brengt, als het voorstel wordt aangenomen, maar het
Rijk vergemakkelijkt in de daarstelling van een vast kantoor,
dat in het belang der ingezetenen is. ,De magt van den Staat
om dc gemeente al dan niet ter wille te zijn, zou voor spreker
geen motief zijn om het voorstel aan tc nemen maar veeleer
om het te verwerpen.
De Heer Mr. Fokker wil hetgeen hij gezegd heeft van de
magt van den staat in verband beschouwd hebben met het
geen hij heeft doen voorafgnan. Het Rijk kan niet overal te
gelijk kantoren stichten cn zal zeer zeker die gemeenten
eerst helpen, die willen medewerken. Al zijn de andere motieven
van den spreker voldoende tot ondersteuning van het voorstel,
ook dit motief acht hij van belang.
De beraadslagingen zijn daarop gesloten en het late gedeelte
van het voorstel wordt in stemming gebragt. De stemmen
hebben gestaakt en dc verdere behandeling is daarom aange
houden tot de volgepde vergadering. Vóór stemden de HH.
Fokker, Mulock Houwer, Labrijn, Koole, de Jonge cn de
Voorzitter, tegen de HH. van der Grijp, LandsknegtGoe
mans van DongenMoolenburgh en Moens.
De Voorzitter deelt mede dat het besluit tot, heffing van
begrafenisregten is gewijzigd en stelt voor dit ter inzage te
leggen van de loden om in eene volgende vergadering behan
deld te worden. Aldus besloten.
De vergadering i9 daarna gesloten.
Op Dingsdag 21 Jan. 11. is te Louisville de ter dood
veroordeelde Kriel opgehangen. Dit is op zich zelf niets
byzonders, doch hetgeen volgde is bijna ongelooflijk.
Na de ter dood brenging raakte generaal Whittaker,
die de strafoefening bijwoonde, het lijk aan en meende
nog eenige flauwe kloppingen in de aderen te bemerken.
Hij deelde dit, behalve aan verschillende andere per
sonen, ook aan de geneesheeren me^ef welke evenwel
formeel verklaarden dat de gevonriisdo persoon overleden
washet incident ha'd- geefi'e verdere gevolgen en de
ter aarde bestelling had plaats. Des avonds hield evenwel
een rijtuig stil voorde poort van het kerkhof; twee
mannen stapten er uit, namen Kriel uit zijne kist, legden
hem op eene matras in het rijtuig en reden heen. Het
waren studenten in de geneeskundediekennis ge
kregen hebbende van het vermoeden van den generaal,
besloten hadden eene proef te nemen. Te buis gekomen
zijnde, deden zij den veroordeelde zijn lijklaken af, legden
hem op eene tafel en spuiten eenige droppels bloed van
een ander persoon in zijne aderen; daarna werd het
ligchaam ouderworpen aan de werking eener galva
nische batterij.
Na ongeveer een kwartier uurs werd de bloedsomloop
voelbaar en Kriel opende de oogen.
Op de tot hem gerigte vragen kon hij evenwel geen
antwoord gevendoch bewees door gebaren dat hij hen
verstond. Toen goot men hem prikkelende middelen in
de keel, het ligchaam werd duchtig gewreven, weldra
rigtte hij zich overeind en vroeg„Wat hebt gij gedaan
Leef ik nog."
De verwondering en vreugde der studenten laat zich niet
beschrijven. Kriel herkreeg zijne krachten, en drukte den
wensch uit om ten spoedigste naar elders te vertrekken.
Dienzelfden nacht vertrok bjj dan ook met een zijner
redders naar Indië, om elders een ander leven aan te
vangen.
Van den aartsbisschop van Mechelendie in het
Concilie van den 14 February den titel van primaat ont
vangen heeft en van wien men verwacht dat hij met
den kardinaalshoed uit Rome zal terugkeerenia dezer
dagen door den heer Deschamps getuigd, dat hij be
stemd schijnt, om de opvolger van Pius IX te worden.
Rotterdam, 27 Febr. Gisteren middag had alhier
in de Breedstraat een ongeluk plaats. Een zevenjarige
knaap, bezig zijnde in een pakhuis aan een geladen hand
wagen te wippen, had het ongeluk te vallen, terwijl
de wagen uit zijn balans geraakte, met het ongelukkig
gevolg, dat de knaap een der boomen in den hals kreeg,
die hem het nekbeen verbrijzelde, zoodat hij eenige oogen-
blikken daarna, aangezien niemand den toestand van den
knaap gezien had, levenloos van onder den wagen is
weggehaald.
Grocde, 23 Febr. Heden vóór 25 jaren begon de
heer H. J. Janssen predikant bij de Hervormde gemeente
alhier zijn dienstwerk in de naburige gemeente van
Kadzandvan waar hijna aldaar ruim zes jaar
werkzaam te zijn geweest naar hier beroepen werd.
Vele waren de blijken van hoogachting en toegenegen
huid, die de jubilaris bij die gelegenheid mocht ont
vangen. Onder meer werd hem des avonds eene serenade
gebracht door het alhier bestaande muziekgezelschap:
„Eendracht maakt macht." Des Zondags daaraanvol
gende in de namiddag-godsdienstoefening vierde ZEw.
openlijk gedachtenis van de vervulling van zyn 25jarigen
evangeliedienst door voor een buitengemeen talrijke
schare te prediken naar aanleiding van I Petr. 1 vs. 25.
Toen de nazang geëindigd was, werd hem door een
zestigtal gemeenteleden toegezongen het 1ste en 9de
vers van Gez. 273 uit den vervolgbundel der Evangelische
Gezangenterwijl daarna door de gansche schare staande
aangeheven werd het 3de vers van den 134sten Psalm.
Aan den avond van dien dag werd den jubilaris ander
maal een serenade gebracht.
55uiclla.ilcl 27 Febr. Gisteren avond hadden wij het
genoegen den lieer Vis/eer aL improvisation* voor een talrijk
publiek te zien 'optreden. Hij gaf blijken van groote vaardig
heid in de kunst van improviseren en toonde niet alleen de
taal volkomen meester te zijn, maar ook ieder wetenschap
pelijk punt waardiglijk te behandelen. Genoemde heer i9
verzocht ten tweeden male hier op te treden, waaraan, zoo
wij hopen door ZEd. zal voldaan worden. Ingez
Goes, 28 Febr. In den morgen van 21 dezer werd
alhier het overlijden bekend gemaakt van eeneden vorigen
nacht overledene jonge dame, behoorende tot een der
eerste familiën alhier, bij welke zich naar het schijnt
tot heden nog zoovele kenteekenen van schijndood voor
doen, dat de geneesheer bezwaar heeft om de begrafenis
toe te staan. De belangstelling in den afloop van dit
ongewoon verschijnsel is algemeen.
Zierikzee, 1 Maart. In de vergadering van het
Departement Zierikzee der Maatschappij van Nijverheid
op gisteren avondhad de voortzetting plaats der dis
cussie omtrent het nut eener broodfabriek te dezer
plaatse.
Breedvoerig werden zoowel de bezwaren als de voor-
deelen aan de oprigting van zoodanige zaak verbonden,
behandeld. Het werd erkend, dat daar waar de prijs
van het brood niet in goede verhouding staat tot dien
van het graande daarstelling eener broodfabriek in
het publiek belang wenschelijk is.
Hot bestuur verklaarde bij het stellen der bekende
vragen geenzins de bedoeling te hebben gehad om de
oprigting eener broodfabriek voor te stellen het moet dit
natuurlijk geheel overlaten aan de particuliere industrie.
Slechts meende het naar aanleiding der klachten over
den hoogen prijs van het brood in vergelijking van die
in andere Zeeuwsche steden, de aandacht op zoodanige
inrigting te moeten vestigen.
Wy gelooven dat dit doel volkomen bereikt is, al
thans by velen vertoonde zich genoegzame belangstelling
om de verwachting te billijken, dat, wanneer de prij
zen van het brood duurzame reden tot ontevredenheid
geven mogten we spoedig een broodfabriek zullen zien
verrijzen.
De heer W. K. J. Spoor, leeraar aan de hoogere
burgerschool alhier, zal populaire voorlezingen over de
chemie houden in het locaal dier school, bestemd voor
de lessen in de chemie, hetwelk door het dugelijksch
bestuur hem daartoe is afgestaan.
Z. M. heeft bepaald dat de ligting der militie van
het jaar 1870 bedraagt 11.000 man, waarvan 600 voor
den dienst ter zee te bestemmen. Door de provincie
Zeeland zal moeten geleverd worden 529 man.
Te Deventer is eene paardeuslagterjj op groote
schaal geopend. De paarden worden vóór de slag ting
door een deskundige onderzocht.
Men schrijft uit Vli99ingcn, naar aanleiding der Rotler-
dnmsche concurrentie bij 't plau om de directe stoomvaart
Vlissingen-Norfork te bevorderen
»Mcn heeft zeker rijk wel eens bestempeld met den naam
van zieken man. Nu zoude men Rotterdam met het oog op
hare gebrekkige waterwegen opperbest kunnen vergelijken bij
eene zieke vrouw, die zich gedurig hoos mankt over de goede
zorgen, die men nan andere lijderessen besteedt., en die om
alleen al het levensgenot te bezitten er gedurig op uit is oin
zich meester te mnken van de geneesmiddelen voor anderen
bestemd, ten einde die tegelijk met de hare opteslikken.
In de N. R. Ct. wordt geklaagd over gemis aan
waarborgen voor vryheid en eer, als inen let op sommige
feitendie als maatstaf voor die waarborgen kunnen
dienen. De preventive inhechtenishouding van den
Amsterdaraschen opzigter gedurende 15 maanden nu eens
daarlatende, zegt de schrijver, dat hij te Montfoort een
meisje heeft gezien, dat vier en een halfjaar oud door
een Zeeuwsche regtbank tot 5 jaar gevangenisstraf was
veroordeeld. Verbaast en verontrust zoo iets niet?
Onlangs vond hij op weg in een herberg een veldwachter,
die een armen duivel naar de „Schans" moest vervoeren.
De man was verre van zijn woonplaats ziek geworden;
hij had al zijn geldje verdokterd en wilde naar zijne
betrekkingen in Zeeland terugkeeren, maar bezat niets
meer. Een schipper bood hem overtogt, mits bij mede
werkte en iets betaaldehij had geen geldvroeg
daarom toen, werd gevat en wegens „bedelarij" ver
oordeeld. Wordt bij zulke gevallen van landlooperij
dan door den regter geen notitie genomen van de om
standighedendie tot de zaak aanleiding gavenvraagt
de schrijver.
Uit Oldenbrook wordt gemeld
Bij een geacht ingezeten dezer gemeente had jl.
Zondagavond het volgende voorval plaats. Bij het
avondeten proefde de vrouw des huizesdat de blij
op haar bord een bijzonder onaangenamen en bitteren
smaak hadzoo ergdat zij zoowel als alle huis-
genooten die volstrekt oneetbaar vonden terwjjl die
op de borden der huisgenooten hoewel uit denzelfden
pot afkomstig, niets byzonders aan zich had en zonder
hinder genuttigd werd. Het voor de vrouw bestemde
bord bry werd alstoen den hond voorgezet, die onge
veer een half uur na het eten daarvan dood werd
gevonden.
Hoewel men tegen niemand eenig vermoeden heeft,
is om het vreemde en onverklaarbare dezer zaak, ook
om de treurige gevolgen die zy had kunnen hebben
de justitie hiervan in kennis gesteld.
In de bedjjkte Schermer heoracht de longziekte,
vooral onder het vee dat door de tongblaar is aange
tast geweest, op onrustbarende wijze. Het vleeach
zelfs van de dieren die bij de eerste ontdekking worden
afgemaakt, wordt zeer schadelijk voor de gezondheid
geacht, zoodat een koe, die in gezonden toestand ƒ200
en meer waarde had, op dat oogenblik niet meer dan
ƒ30 tot 50 kan opbrengen.
Als eene curioziteit deelen wij het volgende vers
mede, naar een oud drukwerk gekopieerd. Het beschrijft
den winter van 1667, die volgens het gedicht, tot in
de maand April heeft voortgeduurd:
In January Zestienhondert-zeven-en-zestig
Doen Vroor 't en het Sneeuwde zeer heftig.
Styf zes weeken stond de Vaart geheel stil.
Drie weeken Voer men weêr geheel na wil.
Het voornaamste dat hier wordt genoteerd,
Is, dat 'er zoo veel Ys kwam in de Meert
NOTA.
Den 16 Maart begon 't weêr hart te vricsen;
Den 17 moesten de Visschers de winst verliesen;
Den 18 liep veel Volk voor de Laag op 't Y;
Den 19 passeerde' men van d'een tot d' ander zy
Den 20 bood Weer en Wind nog weinig zoen
Den 21 leek of Weer en Wind anders wou doen
Den 22 was de Wind weêr feller aan 't Vriezen:
Den 23 begon 'tYs door de zon hart te verliezen;
Den 24 al Vriezende verloor het Ys zyn lcragt
Den 25 kwaamen 'er veel over 'tY met voordragt,
Den 26 liepen 'er nog drie van Stee over'tY,
Namiddag zeilden de Schuiten de stad voorby;
Den 27 heeft d'Oosten Wind 't Ys op Rarapus k^og
gezet
Den 29 was 't Vaaren daar over nog wel belet
Den 30 kwamen eenige daar over varen en loopen meê;
Den 1 April liepen eenige Personen nog op Zuiderzee;
Den 2 dito is in 't Val een Schip door 'tYs vast gehegt
Dit is genoteerd van M. T. de Lootsen haar knegt.
Om Gods groote Wonder en Kragt
Te doen helpen houden in gedacht.
Het Journal de Bordeaux verhaalt een treffende
gebeurtenis. Een oude blinde op zijn stok steunende
liep langzaam langs 'het trottoir van de straat St. Sor-
nin. Een poedel, aan een dun touwtje vastgemaakt,
bestuurde oplettend zijn weg, een wakend oog op zijn
meester houdende. Een jongen van twaalf jaareen
goed gesmeerde boterham in de eene hand en eene
groote kleermakers8chaar in de andere houdende, sneed
in 't voorbijgaan het touw los dat het dier vasthield
en het zijn boterham vóórhoudende beproefde hij het
van zijn pligt af te brengen door den geur van dit
buitengewone ontbijt. De arme hond sloeg een begee-
rigen blik op de spijzen die hem werden aangeboden,
maar de beproeving duurde slechts een oogenblik; want
de bravo slimme geleider keerde naar zyn meester terug
en tegen hem aanloopend zocht hij hem te doen be
grijpen dat hy het touwtje weer vast moest maken.
GemciigrBe berigfton.
Victor Hugo is benoemd tot Voorzitter van het Euro-
peesch Congres te Brussel. B-^ngryke zaken znllem