No. 2757.
Zaturdag 19 February 1870.
26s,e Jaarg.
^afkondiging."
publicatie.
Besturen en Adininistratiën.
Loting voor de Nationale Militie.
'h
Nieuwstijdingen.
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee doen te weten dat door'den Raad dier gemeente
in zijne vergadering van den 22 December 1869 is
vastgesteld het volgend Besluit
BESLUIT tot wijziging van de Besluiten op
de heffing van Schoolgeld op de openbare
scholen voor lager onderwas.
De GEMEENTERAAD van Zierikzee;
Overwegende dat volgens de laatste wijziging van
het Reglement op het openbaar lager onderwijs in deze
gemeente, de verpligting om herhaling-onderwijs te
houden aan de onderwijzers tot dus ver opgelegd is
vervallen, doch tevens is bepaald dat zij verpligt zijn
overeenkomstig de bepaling en regeling der plaatselijke
schoolcommissieavondschool te honden uitsluitend
toegankelijk voor leerlingen die de dagschool verlaten
hebben
Overwegende dat het niet wenschelijk is voor het
onderwijs op de avondschooldat niet anders dan her
haling-onderwijs is, schoolgeld te heffen, evenmin als
vroeger schoolgeld werd geheven voor het onderwijs op
de herhaling school
Overwegende dat alzoo de bestaande bepalingen tot
heffing van schoolgeld op de openbare lagere avond
scholen behooren te vervallen
BESLUIT:
Eenig artikel.
Uit artikel 1 van het Raadsbesluit van den 28 Junij
1869tot wijziging van de besluiten tot heffing van
schoolgeld op de openbare scholen voor lager onderwijs
in deze gemeente vervallen al de bepalingen betreffende
de heffing van schoolgeld op de avondschool.
Aldus vastgesteld ter openbare Raadsvergadering
van den 22 December 1869.
De Burgemeester
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
En dat dit besluit is goedgekeurd bij Koninklijk
besluit van den 25 January 1870 no. 3.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort
den 16 February 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
Zierikzee
Gelet op artt. 28 en volgende der wet van den 19
Augustus 1861 (Staatsblad no. 72);
Brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden
dat de loting der in het vorige jaar voor de militie
ingeschrevenenzal plaats hebben te Zierikzee op het
gemeentehuis Vrijdag den 4 Maart e. k. te beginnen
des namiddags ten 2 uur;
dat gedurende vijf dagen te rekenen van den dag
waarop de loting heeft plaats gehad tegen de wijze
waarop zij is geschiedby Gedeputeerde Staten be
zwaren kunnen worden ingebragt door belanghebbende
lotelingen of door hun vader of voogd
dat de bezwaren moeten worden ingediend door
middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd
verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend door
heindie ze inbrengtwelk verzoekschrift bij den
Burgemeester moet worden overgebragttegen bewijs
van ontvang;
dat op Zaturdag den 5 Maart 1870 des voormiddags
van 10 tot 12 uur, in het gemeentehuis zitting zal
worden gehouden tot het opmaken van de getuigschrif
ten ter bekoming van vrijstelling wegens hroederdienst
of op grond van te zijn eenige wettige zoonbedoeld
in de 2de en 3de zinsnede van art. 53 der bovenge
noemde wet
dat zy die op zoodanige vrijstelling aanspraak maken
op gemelden tijd in het gemeentehuis zullen moeten
verschijnen vergezeld van twee by den Burgemeester
hekende meerderjarige ingezetenen; terwijl op broeder-
dienst reclamerendezij zullen moeten medebrengen
de bewijzen van geboorte van henzelve en van de nog
in leven zijnde broedersbenevens het paspoort of
ander bewys van ontslagof een uittreksel uit het
stamboek of een bewijs van werkelijke dienst van den
broeder of de broeders op wiens of wier dienst zij hunne
reclame gronden.
Zierikzee, den 17 February 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B. C. CAU,
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
-Polder,
door een locomotief onthoofd. Tusschen de rails vond
men den anderen morgen een hoed liggen, waarin een
bloedig hoofd gevonden werd; op eenigen afstand lag
de romp van den ongelukkige.
Te Warschau is prins Oboleosky, directeur der douanen in
Rusland en Polen, in hechtenis genomen, op het oogenhlik
'bt hij uit Berlijn met de spoorweg aankwam. Deze arrestatie
^hijnt in verband te staan met de zamenzwering onlangs
'n Rusland ontdekt.
JjFt um ft rijft.
Een afgrysselijk ongeluk heeft verleden week in
pn omtrek van Leicester plaats gehad. Een man werd
In een Fransch stadje overleed dezer dagen eene
dame die den leeftijd van 103 jaren bereikt had. Als
eene bijzonderheid wordt daaromtrent gemeld dat zij
in de zeldzame gelegenheid was te zeggen//Mijne doch
ter, zeg aan uwe dochter dat de kinderen van hare doch
ter weenen, want ik ga sterven." Deze dame was dus
in haar vierde geslacht gekomen.
Sainte-Pélagiede gevangenis waarin Rochefort
zich thans bevindt, ligt in eene straat die den eigenaar-
digen naam van rue de la Clé draagt. Sainte Pélagie
was vroeger een klooster. Het is een oud gebouw, zoo
slecht mogelijk ingerigt voor zijn tegenwoordige be
stemming; een doolhof waarin men in allerlei kronke
lende gangen verdwaalt; een sombere massa van steenen
waarin de buitenlucht geen toegang kan krijgen en van
nevengebouwen die den wachters hunne taak uiterst
moeyelijk maken.
De gevangenis is in twee deelen verdeeld. Vooreerst
dat waarin de voor misdrijven van het gemeene recht
veroordeelden geplaatst zijn. De andere' helft is vo >r
diegene die zich aan politieke misdrijven schuldig ge
maakt hebben. Niemand blijft langer dan een jaar in
deze gevangenis. Zijn de misdadigers tot een grootere ge
vangenisstraf veroordeeld, dan worden zij in andere hui
zen van verzekering geplaatst, waar veel strenger tucht
heerscht. Te Saint-Pélagie namelijk wordt vrij veel ge
duld. Zoo staat men den gevangenene bijv. het gebruik
van tabak toe; tweemaal daags mag hij op een, trouwens
leelijk en klein plaatsje een luchtje scheppen.
In de gevangenis bevinden zich drie werkplaatsen,
een voor kleermakers, een voor slotenmakers en een
waarin groen glacé-papier vervaardigd wordt. De kapel
bevat niets bijzonders. De kleerderen-kamer is een model
van zindelijkheid, aan de eene zijde zijn kasten geplaatst
waarin de kleederen bewaard worden die de gevangenen
by hunne komst droegen; aan de andere zijde bevinden
zich de gevangenpakken.
Het Pavilion des prinses, het eigenlijke verblijf van
Rochefort, is het gebouw voor de schuldigen aan poli
tieke misdrijven. Vóór aan dat pavilion te komen, gaat
men eenige kamers voorbij waarin de zoogenaamde
pistoliers'1'' verblijf houden, nameljjk lieden die er voor
betaald hebben om een eigen kamer te hebben. Zij
houden zich vaak met verscheidene spelen als dam-
en dominospelen bezig, doch kaarten worden streng
geweerd.
Indien men zich echter het Pavilion voorstelde als een
vrij, weelderig ingerigt verblijf, zou men zich zeer vergis
sen. Het eenige vorstelijke van dit gedeelte is zijn naam
want het is even oud. even leelijk als het overige van
het gebouw. Zoo ook de wandelplaats der politieke mis
dadigers. Het leven in dat gedeelte verschilt echter
eenigzins van dat der andere gevangenen.
Iedere gevangene heeft zijn kamer; natuurlijk munt
geen van deze uit door hare grootemen telt er
kleine onaangename kamers onder, die heel in de
hoogte een weinigje licht ontvangen. Anderen zijn
eenigzins comfortabeler ingerigt. De kamer van den
heer Rochefort behoort tot deze. Zij heeft twee vensters
en is een ruim vertrek.
De maaltyden voor deze gevangenen worden naar
ieders lust of behoefte in een naburige restauratie be
steld. Deze vrijheid in het bekomen van hun maal be
paalt zich echter alleen tot het noodige; het overtollige,
als liquers en fijne wijnen, wordt streng geweerd.
Hetgeen den gevangenen van Saint-Pélagie steeds
aan hun toestand herinnert is dat zij zich iederen arond
door den cipier hooren opsluiten. Van dat oogenblik tot
den volgenden morgen is men in zijne cel opgesloten.
Dat deze maatregelen den gevangenen, vooral bij ge
dachte aan een mogelijken brandonaangenaam moet
toeschijnenis ligt te begrijpen.
De kamer waarin de heer Rochefort is opgesloten, is
reeds door verscheidene celebriteiten bewoond geweest.
Onder anderen door Béranger en Emile de Girardin.
Ook de cipier is 'een merkwaardige antiquiteit der
gevangenis: reeds acht en dertig jaren lang oefent hij
die betrekking uit.
10 M
Uit een nader berigt omtrent den brand te Havelberg
in Pruissen, blijkt, dat bij die ramp 98 woningen vernield
zijn en 173 huisgezinnen, te zaraen 700 personennagenoeg
alles verloren hebben.
De snelle verspreiding van het vuur werd veroorzaakt door
den feilen oostenwind waardoor de vlammen naar het digst
bebouwde gedeelte der plaats oversloegen, terwijl de brand
spuiten niet konden werken, doordieu de brandputten bevro
ren waren.
Bovendien heerschte er, ten gevolge van den algemeenen
schrik, eene groote verwarring, waardoor overal belemmering
werd te weeg gebragt.
Geheelc straten lagen vol meubelen, wagens en andere voor
werpen, die men in allerijl uit de huizen gehaald en op hoopen
geworpen had. Het gevolg hiervan was dat toen de vlammen
ook daarin sloegen, de brandweer geheel in de war geraakte
en de meeste daartoe hoorende personen met de andere ingezete
nen op de vlucht gingen. De Burgemeester liet toen naar Berlijn
om hulp seinen.
De Koning was een der eersten die aldaar het onheil
vernam en gaf onmiddelijk last een bnitengewouen sneltrein te
doen loopentot het overbrengen eener afdeeling van 130
man, voorzien van de noodige toestellen en werktuigen.
Toen dit alles te Havelberg aankwam, was de geheele noord
oostelijke hoek der stad reeds grootendeels vernield. Door de
goede orde bij de Bcrlijnsche manschappen en de snelle rege
ling bij de Havelberger ingezetenen onder de bevelen der
Berlijnsche branddirectiegelukte het eindelijk een paar blok
ken huizen omver te halenen daardoor den voortgang van
het vuur naar de voornaamste stadsgebouwen te stuiten.
Het heeft evenwel zeer lang gedunrd alvorens men de vlammen
geheel meester was.
De brand was Zondag middag tegen 12 ure uitgebroken en
eerst des Maandags avond gcbluscht.
Antwerpen14 Febr. Door het geregtshof
van West-Vlaanderen zijn Zaturdag eene moeder, be
nevens haar zoon en hare dochter tot de doodstraf
veroordeeld, wegens moord vau haven man en vader.
Eene dochter is vrijgesproken en onmiddelijk op vrije
voeten gesteld. Dit gezin behoorde tot den weigeste 1-
den landbouwersstand.
Brali^l, 11 February. Hetgeen wy gisteren
verwachten heeft zich heden reeds verwezenlijkt. In
den afgeloopen nacht heeft zich het ijs op de Waal
ter hoogte van Loevestein vastgezet. Ook naar boven
toe is de rivier reeds gaan vastzitten.
Bij zulke plotseling invallende strenge vorst geraken
doorgaans vele schippers in de lij. Verscheidene be
proeven dan nog een veilige haven te bereiken en
worden meermalen het slagtoffer hunner waaghalzerij.
Hiervan hebben wy ook thans weer een sprekend
voorbeeld voor oogen.
Tegenover den meel molen van dit dorp zitten een
paar schepen midden op de rivier, in het ijs vast, terwijl
in het //Vurensche Rek" zelfs een vijftal vaartuigèn
hetzelfde lot is beschoren. Dat de positie dier schippers
allertreurigst, die der schepen zeker allernoodlottigst
en de hoop op behoud der laatsten uiterst gering is,
laat zich gemakkelijk beseffen.
's Bosoli, 11 Febr. Heden morgen had alhier een
ongeval plaats. Een zestigjarig reizend koopman, de Jongh,
wonende te Rotterdam, op het kantoor der firma van Gend Loos
alhier bezig zijnde een plaatskaartje te nemen, viel eensklaps
achterover en was een lijk.
Alhier den nacht doorgebragt hebbende, wilde hij over
Utrecht naar Rotterdam reizen, ten einde (zoo men zegt) den
sabbath bij zijne familie te kunnen vieren. Onmiddelijk heeft
men zijn lijk naar het gasthuis vervoerd.
Breda, 17 Febr. Verleden Zondag-morgen, te
ongeveer 6'/.2 uur, heeft men onder het naburige Gin-
neken op den weg tusschen Galder en Ulvenhout
het lijk gevonden van Adrianus Meeren, oud 78 jaren,
landbouwer te Galderdie dien morgen zijne woning
had verlaten om te Ulvenhout ter kerke te gaan. Uit
het geneeskundig onderzoek is gebleken dat hij ten
gevolge eener uitzetting van het hart en bijkomende
bevriezing overleden is. Ook werd dienzelfden morgen,
onder genoemde gemeenteop den weg van Geers-
broek naar Ulvenhout, door eenige lieden die naar de
kerk gingen, een door de felle koude bevangen oude
man gevondendien men dadelyk naar eene in de
nabijheid staande woning bragt, alwaar hij na behoor
lijke verwarming spoedig herstelde.
Rotterdam 16 Febr. Heden nacht ontdekte
men brand in het Noord-Araerikaansch barkschip
Undina, van Baltimore, kapt. Selgemann gekomen
van New-York, liggende onder de Boompjes ter hoogte
van de ontworpen spoorwegbrug. Nog ruitu een derde
der lading, bestaande in terpentijnoliehars, duigen
en katoenwas aan boorden toen men het vuur
ontdekte was het in de lading reeds zoo ver gevorderd,
dat aan geen blusschen te denken viel. De oorzaak is
onbekend, doch naar men zegt, is de brand onder de
kajuit aangekomen terwijl slechts een jongen aan boord
was. De brandspuiten konden door laag water en het
ijs niet behoorlijk werken en alvorens de stoombrand-
spuitin vereeniging met de anderen water gaven
bleek dit vruchteloos werk te zijn daar het grootste
gedeelte van het water, door den feilen gloed verdampte
alvorens het ruim te bereiken. Ten 9 uur dezen morgen
zijn de stengen en raas gevallen en was het schip
een vuurklomp. Men bepaald er zich nu toe de huizen
nat te houden die tegenover het schip staan en veel
van den gloed te lijden hebben.
Onder dagteekening van 4 Febr. beeft de Kamer
van Koophandel te Rotterdam een adres gerigt aan
den minister van binnenl. zaken, waarin zij wijst op
het treurig feit, dat het vaarwater tusschen Brouwers
haven en Hellevoetsluis bij Oude Tonge in de laatste
tijden zoo zeer verdroogd isdat de inspecteur van
het loodswezen in het 4de en 5de district heeft ver
meend den handel te moeten waarschuwen tegen het
dieper laden van schepen naar Brouwershaven bestemd,
dan 48 Ned. palm, en daarom den minister verzoekt
alle middelen te baat te nemen om de voltooijing van
den waterweg naar zee te bespoedigen.
Te Dordrecht is het volgend ongeluk voorgevallen
Twee knapen (weezeude een pas ontslagen)die zich
met schaatsenrijden vermaakten zijn bij den Oudendijk
in het diep uitgegraven gat bij het spoorweghuisje
aldaar, door het ijs geraakt en jammerlijk omgekomen
zonder dat op dit eenzame punt iemand het ongeluk
tijdig zag en iets tot redding doen kon. Men gist, maar
het zijn niets dan gissingendat een van de twee
knapen den ander heeft willen redden, Althans men
heeft van een der twee een wambuis en een pet tusschen
het gebroken ijs ontdekt. Die kleedingstukkenlater
gezien waren bet sein van het ongeluk. De lijken zijn
met veel moeite en gevaar uit het water gehaald.
De hulponderwijzer PIte Dordrecht, die in
arrest was genomen als beschuldigd van een jongen
op de 1ste openbare armenschool zoodanig mishandeld
te hebben dat hy aan de gevolgen daarvan zou zijn
overleden is eergisteren op vrije voeten gesteld en van
alle regtsvervolging ontslagen.
Maaudag heeft in den vroegen morgen een hevige
brand gewoed te Rijswijk bij 's Gravenhage. De boe
renhoeven van van Heul en van van Leeuwen zijn in
den asch gelegd. Van Heul is bijna levenloos uit zijne
woning gedragen. Zijne vrouw is tot dusverre niet
gevonden. 32 runderen zijn in het. vuur omgekomen.
De brand duurde des middags ten 3 ure nog voort.
Naar men uit Rijswijk verneemtis van Heul
aan de gevolgen van de bekomen wonden over
leden, en wordt zijne vrouw steeds vermist, zoodat
zij waarschijnlijk haar graf onder de puinhoopen der
boerdery zal hebben gevonden.
Wissonkerke16 Febr, Gisteren namiddag
arriveerden te Camperland, de reddingskolter van de
Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schip
breukelingen met den kapitein stuurman en vijf man
van een Noordsch vaartuig (Seagull) geladen met
hout.
Door den harden wind en het jjs is het schip op de
zeehondsplaat vast geraakt.
De redding geschiedde niet zonder gevaar van de
wakkere redders.
Heden morgen zijn de geredden, onder geleide van
vyfman van .den reddingskotter, naar Colynsplaat ver
voerd ora naar Zierikzee te worden overgezet.
De kotter ligt op het einde van den dam te Camperland.
Zioi'ilcacee16 Febr. Met verwijzing naar eene
in dit No. voorkomende advertentievestigen wjj de
aandacht onzer lezers op de in den loop vau dit jaar
te Middelburg te houden tentoonstelling van Zeeuwsche
oud- en merkwaardigheden en noodigen ieder uit die
zulke voorwerpen in zyn bezit heeft dezelve voor die
Tentoonstelling te willen afstaan, opdat het der com
missie gelukken moge eene in haar genreschoone
tentoonstelling daar te stellen.
De commissie zal van haren kant de haar toever
trouwde voorwerpen met de meeste zorg behandelen,
I terwijl een net bewerkte catalogus zal worden uit-
gegeven waarin de namen der welwillende gevers
i zullen vermeld worden.
Men berigt, dat te Rotterdam een adres circu
leert, inhoudende het verzoek om afschaffing der
nationale militie.
Te Sneek moet een slager teregt staan wegens
het verkoopen van paardenvleesch voor rundvleesch
en een slager te Sondel in Gaasterland wegens het
verkoopen van hondenvleesch voor vet schapenvleesch.
Erger is 't, dat de aan den Hollandschen IJssel aan de
longziekte lijdende koeijen worden opgekocht en ge
slacht en naar men zegt, in kuipen naar Rotterdam
vervoerd, om daar in consuratie gebragt te worden.
Bij eene hardrijderij op schaatsen te Millingen
waaraan meer dan 50 personen deelnamen, is de eerste
prijs behaald door een man van circa 80 jaren oud.
In een dezer dagen te Leiden gehouden verga
dering van notarissen is besloten, eenparig de Neder-
landsche namen van maten en ge wigten te blijven
gebruiken en geen gebruik maken van de zoogenaamde
systematische benamingen, omdat die tot vergissingen
en misleidingen aanleiding kunnen geven.
Zaturdag avond ontstond te Groningen in het
hui6 van den banketbakker Th. Renke brand die in
zoo hevige mate toenam dat in weinige oogenblikken
alles in vlam stond. De eigenaar zelf was op reis
naar Hannover. Zijne echtgenoot had even gelegen
heid met een paar kinderen te ontkomen doch twee
kinderen een van 4 en het andere van 9 jaren kwa
men in de vlammen om.
De derde zitting van het concilie is nietgelijk
men had aangekondigd, op den 2den dezer gehouden.
De langdurige kerkelijke plegtigheid welke dien dag
moest plaats hebben zou dit hebben belet. Die zit
ting is op den 25sten Maart gesteldden dag van
Maria-bood schap.
Omtrent de werkzaamheden van het concilie verneemt
men niet veel. Dit evenwel blijkt genoeg, dat alle
voorstellen met eenparigheid van stemmen zouden
worden aangenomen met uitzondering van die betref
fende het beginsel der oufeilbaarheid. Men mag dus
zeggen dat dit beginsel de oorzaak is van het ver
schil in de katholieke kerk.
De Glasgow Herald bevat een brief vau den heer
Livingstone consul te Fernando-Po en broeder van
den beroemden reiziger. Die brief drukt de meening
uitdat dr. Livingstone niet alleen leeft maar ook
zeer welvarende is.
Uit Engeland wordt gemeld, dat het aldaar in de
laatste dagen hevig gestormd heeft. De storm ging ver
gezeld van zware regen- en sneeuwbuijen.
De grootste in deze maand opgegeven koude deed
zich voor te Czeruowitz. in Gallicie, alwaar de thermo
meter Zondag jl. tot op 34° R. of 44° onder O. F. gedaald
was. Twee personen zijn aldaar doodgevroren.
Naar menschen geheugen heeft men in Noorde
lijk Europa (Zweden Noorwegen en Rusland) nooit
zulk een kouden winter beleefd. Op 1 Febr. stond de
thermometer te Moskou op 30 graden en te Warschau
op 25 graden onder 't vriespunt. De Russische bladen
zijn opgevuld met ongelukken door dit gure weder
veroorzaakt. Talrijke personen zijn doodgevroren, waar
onder vele soldatendie op schildwacht stonden.
Xiei-ilizee, 17 Febr. Heden werden alhier door
kapt. Bowbyes aangebragt de kapt. A. B. Govertsen
en de equipage bestaande uit 6 man van de Noor-
weegsche Schooner //Seagull," tehuis behoorende te
Grim stad.
Dit schip was beladen met hout, kwam laatst van
Grimstad met beslemming naar Antwerpen en had
voortdurend te kampen met stormenharden vorst en
digte sneeuw. Een gedeelte der bemanning had bevro
ren handen en voeten. Op den 14den February liep
het schip in het Brouwershavensche Zeegat, op het
Nieuwe Zand, en stootte gedurende den nacht over de
banken heen, zoodat het des morgens van den 15den
op de Zeehondenplaat zat, hebbende ankers verloren,
schade aan het roer en het schip vol water.
Met het aanbreken van den dag werd het Schip
ontdekt door den Reddingschokker, bemand door den
gezagvoerder en manschappen van den Reddingkotter
en Schokker, die op het strandingsberigt des nachts
ter redding waren uitgegaan.
Na gedurende een halven dag met de hevige bran
ding en de opdringende ijsmassa's te hebben gekampt,
gelukte het eindelijk met levensgevaar de schipbreu
kelingen op den Schokker over te brengen, die daarop
koers zette naar Zierikzee, doch door de onafzienbare
ijsmassa's naar het Yeeregat werd gedrongen en te
Kamperland den vasten wal bereikte, van waar de
schipbreukelingen over Coljjnsplaat naar Zierikzee ver
trokken.
Schip en lading zullen hoogstwaarsc
verloren zyn ten gevolge van het vele
de Zeegaten overdekt zyn.