I No. 2755, 26sle Jaarg. Dingsdug 15 February 1870. a Besturen en Adniinistratiën. BEKENDMAKING. Nieuw,stijd i ngen. Z1ERIKZEESCHE MEl'WSBOD X5iJ better perse van <lit No. HolIaiuEsebe on Zeeuw- gelie posten van Zatenla»-Zoadaj»* en Maanda<; no<»- niet aangekomen. Lotinjiï voor do Nationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierilczee nikken bekenddat volgens de bij hen ontvangen kennisgeving van den Heer Commissaris des IConings in deze provincie de loting der in het vorige jaar voor de Militie ingeschrevenen die voor deze gemeente was bepaald op Maandag den 14 dezer, IS UITGESTELD tot in liet beg;iii van do inuandMaart juiBïf^tiisuidewaarvan nader bekendmaking zal worden gedaan. Ziekikzee, den 13 February 1870. Burgemeester en Wethouders, B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Regtspraak in Belasting-zaken. Het grootste voordeel in iedere gevestigde maat schappij is zekerheid van regt. Zonder regtszekerheid geen eerbiediging van den eigendomgeen orde in den Staat. De burgerlijke regter is geroepen om die regtszekerheid te handhavende strafregter behoort voor regtsveiligheid te waken. Maar behalve waar het vorderingen betreft tot handhaving van burgerregtelijke verbindtenissen hetzij zij uit overeenkomsthetzij zij uit de wet voortspruitenkan men zich regtskrenking der burgers voorstellen. Het individu komt met den Staat niet alleen in aan raking daar, waar deze verpligt is tot vergoeding van toegebragte schade of nadeel maar kan ook op nog vele andere wijze door den Staat in zijne belangen en regten worden gekrenkt. Slechts enkele voorbeelden om dit te staven. Een loteling voor de nationale militievoor de dienst aangewezen kan zich door die aanwijzing bezwaard gevoelenomdat hij meent regt te hebben op vrij stelling. Een ander loteling meent regt te hebben zich te beklagen over de vrijstelling van een anderten gevolge waarvan zijn eigen nummer voor de dienst wordt opgeroepen. Een schutterpligtige kan onder gelijke omstandigheden reclameren. Een onderwijzer kan ir. zijn regt verkort zijn omdat hem niet de jaarwedde en verdere voordeden welke de wet hem verzekert, niet op zoodanige wijze, als de wet mede brengt, worden toegelegd. Een grondeigenaar kan in zijn regt gekrenkt zijn omdat hij verkeerdelijk als onderhoudspligtige van een weg of voetpad op den legger eener gemeente is geplaatst. Ziehier enkele voorbeelden met vele te vermenigvuldigen waaruit blijken kan, dat dikwijls de ingezetenen door militie-on- dorwijs-armenwet en de meeste andere Staatswetten zich bezwaard achten door de krenking van een publiek regt, hun door de wetgewaarborgd, doch hetwelk, naar zij mee- nen. op eene of andere wyze ten hunnen aanzien werd miskend. In al die gevallen kan de burger zich niet beklagen bij den gewonen regter. Immers art. 148 der Grondwet kan niet buiten zijne grenzen worden uitgebreid dat artikel draagt aan de regterlijke magt uitsluitend de kennis op van alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende regten over schuldvordering en andere burgerlijke regten. Het is echter duidelijk dat het hier geen questie geldt van krenking van eigendomsregt of persoonlijke verbindtenis maar van publiek regt en van publiek belang. Deze geschillen (wel te onderscheiden van de be- stuurs-geschillen, welke tusschen besturen worden gevoerd) worden veelal administratieve geschillen genoemd maar hare onpartijdige beslechting is voor den staatsburger van niet minder belang dan de uitspraak over burger regtelijke geschillen. Ook hier moet men zekerheid hebben, dat het twistpunt door een onpartijdig, onaf hankelijk en kundig regter worde beslist. Bestaat die zekerheid thans in Nederland Op die vraag kan geen bevestigend antwoord worden gegeven. De wet van 21 December 18G1. (St.bl. no. 129), heeft de beslissing dezer geschillen opgedragen aan den Koning. Zjj heeft den Raad van State op nieuwe grondslagen gevestigd en eene afdeeling ingesteld uitsluitend bestemd niet om deze zaken te beregtenmaar daarover een advies aan den koning uit te brengen. De Regering beslist thans over al de genoemde onderwerpen in het hoogste ressortde Regering is regter in hare eigene zaak. Hoe was het mogelijk, dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal in 1861 eene dergelijke wet vaststelde? Het zou ons te ver heenleiden om dit te betoogen. Eene der hoofdredenen was dat de armenwet van 1854 en de militiewet van 1801 hetzelfde beginsel inhielden. Ook daar was beslist, dat het- hooger beroep der uit spraken van Gedeputeerde Staten onder bepaalde vormen en voorwaarden aan het koninklijk gezag is voorbe houden. Maar bij militie, schutterij, onderwijs, verkiezingen laat zich zulk advyserend regterschap des noods ver- goêlijken omdat de zamenstelling van den Raad van State alle waarborgen van bekwaamheid oplevert. Even welde behoefte aan eene zelfstandige opper-regtspraak laat zich in geene zaken zoo sterk en zoo tastbaar gevoelen als in belasting-zaken. Het is ondragelijk dat hier de staat regt spreke in het geschildat tus schen hem en de burgers bestaat. Een burger beklaagt zich dat hij in 's Rijks directe belastingen door den Staat te hoog is aangeslagen en bij wien zal hij in hoogste ressort te regt komen Bij een onpartijdig regter? Neen, bij den Staatdie den aanslag heeft gedaan. Een dergelijke toestand druischt aan tegen onze hedendaagsche vrijzinnige begrippenmen kan zich geen vreemder stelsel denken. Tot dusver be slisten Gedeputeerde Staten als hoogste administratieve regter over deze geschillen, maar deze beslissing genomen na een zeer summier en onvolledig onderzoek hield geen waarborgen in voor de ingezetenen. Bovendien werd de eenheid der regtspraak weinig bevorderd door de opdragt daarvan aan de naar geheel verschillende inzigten oordeelende Gedeputeerde Staten. Het was een gunstig denkbeeld van dezen Minister van Finantiën hierin verandering te brengen. Het ont werp van wetdoor hem ingediend om van de be slissingen van Gedeputeerde Staten in hooger beroep te komen bij den Raad van Stategeeft onmiskenbaar "meerdere waarborgen aan de burgers, die door den aanslag van den fiscus bezwaard worden, dan zij nu bezitten. Men kan indien dit wets-ontwerp wordt aangenomenverzekerd zijn dat bezwaren tegen aan slagen iu zake van directe belastingenop grond van stryd met de wetten door een onpartijdig collegie onpartijdig en grondig zullen worden onderzocht. De belastingschuldigen kunnen dit wets-ontwerp als een groote verbetering in onze belasting-regtspleging be schouwen. Desniettemin wordt dit wetsontwerp van twee ver schillende zijden op geheel tegenovergestelde gronden bestreden. Wij achten beiderlei bestrijding onjuist. Zij, die het ontwerp verwerpelijk achten op grond dat een zelfstandig regterschap van den Raad van State met de grondwet in strijd zoude zijn, zien voorbij dat art. 146 al. 3 der Grondwet daartoe volle vrijheid verleent; zij daarentegen, die het ontwerp bestrijden, op grond dat net niet ver genoeg gaat en het hooger beroep in belasting-zaken aan den Hooien Raad moet worden toegekend vergeten den bijzonderen aard en het doorgaans zeer lage bedrag der geschillen die eenvoudigheid en zooveel mogeljjk kosteloosheid van beregting vorderen. In den morgen van 17 Januarij heeft tc Louisville, in den Staat Kentucky, een verschrikkelijke cycloon zeven of acht per sonen gedood, waaronder eene vronw en twee kinderen, 18 personen min of meer ernstig gewond en aanzienlijke schade aan roerende en onroerende goederen veroorzaakt. Geheele hnizen werden als 't ware omvergesmeten andere opgenomen en in stukken en brokken heinde en ver over velden en we gen geworpen. De hevige storm ging vergezeld van een niet mioder hevigen hagelslag, die alle takken van de boomeu verbrijzelde. De rivier is buitengemeen gewassenzoodat inen bij voortduring van dien toestand voor nog grootere schade vreest. JPiAï'iJsi11 Febr. De rust is op geen enkel punt der stad irestonnl geworden. Gustave F Ion reus de eenige der redacteurs van de Marseillaise, die ontvlugl is, is langs Rijssel in België aangekomen. Hij is heden hij verstek tot een jaar gevangenisstraf en 1000 francs boete veroordeeld, wegens dcfiet van openbare vergadering. De commissaris van politie, die iu deo avond van den 7dcn gewond werd, verkeert in zorgwekkenden toestand. De wonde is twee centimeters diep en heeft de long geraakt. Bij de onlusten der laatste dagen is het zonneklaar geble ken dat de burgerij voor het tegenwoordige ministerie is waarvan zij de vrijheid zonder botsingen verwacht terwijl het meercndecl der werklieden ook thans niet hun heil in eene omwenteling zien. Ook bij dezen opstand hebben vele rustige burgers, welke van hun werk kwamen of daarheen gingen, kwetsuren ontvangen, waaronder ecnige van zeer ernstigen aard, ten wiens behoeve in schrijvingen zijn geopend. In de kamers zijn hevige debatten gevoerd tusschen de ministers en dc republikeinen. Het gouvernement heeft verklaard dat alle gesloten vergaderingen binnen Parijs verboden worden. Het onderzoek in de zaak van de familie Noir tegen prins Peter Bonaparte is thans afgelooopen. Het is uitgegaan van het hooggeregtshofdat bijzonder voor deze zaak is bijeengeroepen. Volgens een gerucht zou de regter van instructie tot het besluit zijn ge komen dat er geen reden tot verdere regtsvervolging bestaat, aangezien de manslag is begaan uit zelfver dediging. Voor de waarheid van dit gerucht wordt evenwel door de Indépendance, die het mededeelt, niet ingestaan. -- Een berichtgever van le Gaulois verhaalt in dat dagblad zijne persoonlijke ontmoetingen op Maandag avond. Aan dit verhaal ontleenen wij het volgende. „Ons rijtuig kon met moeite door de menigte heen rijden, doch op den hoek der rue Saint-Maur waren wij genoodzaakt deze straat in te slaan om ons naar Belleville te begeven. Toen wij vervolgens onzen weg langs de buiten-boulevards wilden vervolgen, drongen eenige werklieden naar ons rijtuig en waarschuwden ons om niet verder te rijden, daar men anders ons rijtuig voor de barrikaden zou gebruiken. Wij gingen dus terug en hoorden eenige oogenblikken later de trom roeren: het waren de drie waarschuwingen, welke voor de barrikade der rue de Paris werden gedaan. Wij begaven ons te voet, met achterlating van ons rijtuig bij de rue Ramponneauonmiddelijk in die rigting en ontmoetten eon groot aantal lieden in kielen, die zich terugtrokken en ons verzekerden dat er geweer- scholen van achter de barrikade vielen De omverge worpen omnibussen versperden de straten die op den boulevard van Belleville uitkomen en wij hoorden dat men bezig was om aan bet begin der rue Rampon neau eene nieuwe barrikade op te werpen. Wij keerden daarop terug en vonden ons rijtuig omvergeworpen en tot begin eener nieuwe barrikade gebezigd. Eenige planken van naburige huizen en eenige steenen der zij kanten van den boulevard vormden de verdere bestand- deelen dezer barrikadewelke door eenige lieden in kielen met steenen gewapendwas bezet. Wij traden daarop den drankwinkel van madame Gharticrs binnen, aan den hoek der rue Desnoyersdie een op de barrikade uitziend venster tot onze beschik king stelde. In het achterste deel des winkels lagen twee personen op den grondwaarvan de een door een degenstoot in den arm was gekwetst en de ander aan het voorhoofd eene diepe wond had, welke hevig bloedde. Deze laatste was, zeide men ons, een werk man, die rustig op straat ging en door politic-agenten was geslagen hetgeen geenzins onwaarschijnlijk was, daar in het gedrang zelfs een officier de paix een de genstoot ontvangen had van een sergent de ville. Wij hadden ons naauwelijks weder voor het raam geplaatst of wij zagen een escadron gardes te paard voor de barrikade verschijnen, die met steenen begroet werden. Eenige oogenblikken later kwamen een twin tigtal sergents de ville die de barrikade en revers aan vielen en daarop aan een der zijden een doortogt maakten waardoor de gardes in galop de oproerlingen uiteen joegen. Een knaapje te Parijs sprak onlangs een heer om een aalmoes aan voor zijne zieke moeder, die met zes kleine kinderen zonder brood 'thuis was. De heer, getroffen door het verhaal van den kleine en meer nog door den toon waarop het jonkskc sprak verklaarde zich bereid om mee te gaan ten einde met eigen oogen te zien en dan naar omstandigheden te handelen. Het knaapje huilde van blijdschap, greep den heer bij de hand en trok hem moe naar de afgelegen straat, waar de ongelukkige familie in een bouwvallig huis een zolderkamertje bewoonde. fn het portaal riep het knaapje naar boven dat men by lichten zou; werkelijk kwam een half naakt meisje naar beneden met eene walmende olielamp. De heer ging naar boven, vond er de zieke moeder met de zes kinderen, luisterde naar het verhaal barer ellende, en vertrok met de tranen in de oogen, na haar een ferm stuk geld in de hand geduwd te hebben. Daarbij wenschte hij het niet te laten. Den volgenden ochtend gaat hij naar de woniug terug, klimt de trappen op, opent de deur van het kamertjeMaar 't was leeg. Daarentegen hoorde hij in eene benedenkamer de vrolijke stemmen van een aantal kinderen. Een onaangenaam vermoeden doet hem eene verdieping afdalen en eene kamer openen: daar zat de zieke moeder met een twintigtal kinderen prettig bijeen; de tafel was met spijs eu drank als overladen en vreugde en gezondheid straalden uit aller oogen. De heer begreep dat hij misleid was door eene be hendige vrouw, die zelve de zieke moeder speelde en een aantal kinderen had gedresseerd ora de overige vollen in de comédie te spelen. Aangifte werd aan de politie gedaan, die de geheele bende in hechtenis nam. Het bleek dat bijna honderd kinderen bij de zaak betrok ken waren allen bedelden dos avonds in de verschillende wijken der stad voor hunne zieke moeder met hare zes kinderen; en de vrouw bleef met zes kinderen op het zolderkamertje, om het hoofd te bieden aan ieder die meer wilde doen dan eene aalmoes geven. Op ochtend visites was de daine evenwel niet voorbereid; dat bragt haar, gelijk wij gezien hebben, ten val! Zierikxee14 Febr. Omtrent het kind, dat den 15 Januari] voor het Weeshuis te Leijerdorp te vondeling gelegd werd, verneemt men het volgende: In den avond omstreeks 8 uur werd er met geweld aan de schel getrokken. De vader, naar voren gaande om te zienwat dat leven beduiddewerd verrast doordien men een groot pak, als om den ingang te versperren vlak voor de deur had gelegd. In het eerst, beducht voor baldadigheid, wilde hij den bur gemeester waarschuwen doch op het hooren van het geschrei dat het kind aanhief, werd het opgenomen en met de meest liefderijke zorg verpleegd. In de verte had men eene vrouw zich snel zien verwijderen, maar alle pogingen om haar op te sporen bleven vruchte loos. Den volgenden dag raadpleegde menwat te doen óf het kind ten koste van de gemeente op te voeden, óf in het weeshuis te Leijerdorp op te nemen, óf wel het voor ƒ100 'sjaars te besteden in het ar menhuis te Leiden. Dit laatste plan dacht men het beste eu daaraan zou waarschijnlijk gevolg zijn gegeven toen men een brief ontving uit Grave bij Nijmegen van menschen uit den deftigen stand, ruim bemiddeld en kinderloos, die het nieuws in de courant gelezen on besloten had den het kind als het hunne aan te nemen en op te voeden. In de vorige week is het kind dan ook door die dame en hare moeder Mevr. L. uit 's Gravenhage afgehaald en naar Grave medegenomen waar het nu hoogstwaarschijnlijk eene onbezorgde toekomst te ge- moet gaat. Voor eenigen tijd werd te Utrecht een heeren huis achter St. Pieter aaugekocht, naar wij vernemen, voor rekening van Da. v. Dijk te Doetinchem. Deze heeft aldaar namelijk een aantal jongelieden uit den boeren- en ambachtstand onder zijn toezigt doen op leiden voor het onderwijs aan de Hoogeschool alhier, om verder tot predikant in de Hei v. kerk te worden bekwaamd. Een achttal dezer jongelieden zijn thans tot de Academische lessen toegelaten en zullen ge noemd gebouw eerlang betrekken. Ds. v. Dijk ontving voor den koop van het huis o. a. eer.e gift van ƒ15,000, terwijl ook voor vertimmering, meubilering en onder houd van verschillende zijden belangrijke giften bij Z. Eerw. inkwamen. Het doel is in de behoefte aan orthodoxe predikanten in de Herv. kerk te voorzien, Onlangs nam een meisje van 19 jaren een plaats 3de klasse op den spoortreiu van Tilburg naar Helmond. Te Boxtel komende, verzocht de conducteur dat meisje, uit den wagon te komen en had de lieve attentie haar in een coupóe 2de klasse te plaatsen alwaar zij geheel alleen zat. Nadat de trein weder even in beweging wasverscheen onze galante conducteur in den wagon bij het meisje ora iets te zoeken, dat hij evenwel tot zjjn groote teleurstelling niet vinden kon. Bij aankomst te Helmond heeft het meisje van een en ander aan de politie kennis gegeven. Het Handelsblad bevat een ingezonden artikel waarby door den notaris Fabius te Amsterdam en eenige andere heeren de ondersteuning gevraagd wordt voor j A. Vogel, die, na vijftien maanden preventive gevangen schapnadat hij op vermoeden in zijne betrekking was geschotst, vrijgesproken werd. Zijne onschuld is O'. >- tuigend geblekenzjjn verleden w.is loffelijk en do man is met zijn gezin nu geruïneerd. Hij zal zich naar Amerika begeven, waarvoor thans door eeuige heeren geid wordt gevraagd. Aar» de „Times" wordt uit Rome geschreven, dat het concilie zal worden verdaagd. In de maand Mt-i zal daarover eene beslissing worden genomen. Waar schijnlijk zullen de concilie-vaders weder na verloop van twee jaren voor eenige maanden bijeenkomen. Op die wyze zou de paus zich van het Fransche protec toraat gedurende een aantal jaren kunnen verzekeren. Een .chineesch koopman werd onlangs wegens het vermoorden zijner vrouw veroordeeld, door onthouding van den slaap den dood te ondergaan. Deze smartelijk - wijze van sterven werd onder de volgende omstandig heden ten uitvoer gebragt. De veroordeelde werd in de gevangenis onder het toezigt van drie politiedienaars geplaatst, die elkander van uur tot uur moesten aflos-, n en beletten, dat de gevangene ook maar een oogenblik in slaap viel. Hij leefde op deze wijze negentien dagen zonder eenigen slaap genoten te hebben. Met het begin van den achtsten dag was zjjn lyden reeds zóó hevig, dat hij de overheid smeekte hem de barmhartige gunst, te bewijzen, om hem op welke andere wijze ook hare menschlievendheid haar zoude ingeven hein ter dood te laten brengen. Gomcngrdc berijfti Eene kasteleins-dochter te S. moest met hare vnl- sche tong zoo werkzaam niet zijn tot ondergang van onschuldige bureu; maar: Een man die haar den lepel biedt, Eu zóó dat het dar» niemand ziet Dan giiapt haar neus, men weet niet hoe En splijt tot aan haar ooren toe. Maar ziet het meel van duizend pond Dat stopt niet éénen klappers mond Eu zijn zij dan niet al te pluis, Een achterdeur verraadt het huis. Te Neuzen ligt een scheepje in lading voor reke ning van een bakker. Een bakkers-knecht te Bo. wordt aangeraden, zulk een misbaar niet te maken als zijn baas en de vrouw niet te huis zijn dus Wees bedaard dan beste vrind Anders zal men weer gezwind Weder met hetzelfde doel Een speldje steken in uw stoel. Twee boeren-meiden te Goes moesten zoo veel brieven niet schrijven aan jonge lui: Want zij kunnen hoe zij zwijgen Nog geen dooveti kinkel krijgen. Iemand te Bwordt verzochtgeen valschc brieven meer te schrijvenaan eene jonge dochter aldaarwant om dat duifje te vangen moet men beter uit de klompen springen. Een onschuldig meisje aldaar moest in de kerk zulk een misbaar niet maken, anders moet zij maar te huis blijven. Het trotsche Grietje te B. wordt aangeraden zoo niet voor zot te loopen over het dorp daar zij zoo den beer niet zal vangen en eerst moet den beer geschoten worden, wil men het vel verkoopen. Eeu dametje te Kloetinge moest zulk een misbaar niet maken over de uitnoodiging van de smalle gemeente, daar zij zelf uit de breede gemeente naar de smalle gemeente is vertrokken dus Meisje! als gij in gunst wilt blijven, Moet gij zoo geen brieven schrijven, Want doet gij dit nog een keer Dan verliest gij al uw eer. Een boeren-knecht te Ooltgensplaat wordt aange raden. als hij des avonds nog meer een meisje te huis brengt, dit wat fatsoenlijker te doen, daar hij anders in moeijelijklieden zal komen. IngoxoiKlene Stukken. Het artikel in den 7jicrikzeeschen Nieuwsbode van 8 Felir. jl., van den Heer Gii.lot geeft mij aanleiding oin, ter zake den achteruitgang der diaconie-inkomsten, een enkel woord in het midden te brengen. Hoe ongaarne ik zulks ook doe, acht ik mij dnarlor nog- thans verpligt, dewijl men uit een stilzwijgen op dat artikel al zeer ligt dc, ofschoon geheel valschc gevolgtrekking zoude maken, dat de Confessionele partij haar eigen vonnis iu dezen onderschreef. Naar mijne heschcidene mccning komt de hoofdvraag hierop neder: »Is het goed, dat de verarmde natuurgenoot dc lijdende partij zij, van het bestaand verschil in richting?" Ik antwoord daarop van ganscher harte neendit is niet alleen niet gord, maar het is onverantwoordelijk voor God en hot geweten. Wanneer nu dc Heer Gillot, of wie ook, dc Confessionele partij op eenigen redelijken grond konde beschuldigen dat zij den armen de giften onthield, die de Confessioncl.-n vroeger voor dat doel bestemden, ik zou de eerste zijn, om die partij of i harcr leden ook met a! den ernst mijner innige overtuiging te veroordetden en het regtmatig verwijt toe tc voegen, dat zoodn- nige handelwijze zou getuigen, dal dc geheime drijfveer niet was op/egt gemoedsbezwaarmaar niets meer of minder dan verac hielijke geldgierigheid. En ofschoon ik mij nu, uit den nard der zaak, evenmin als iemand anders, die voor eene andere richting optreedt, onmogelijk verantwoordelijk kan stellen voor dc individuele handelingen mijner geestverwanten, zoo geloof ik toch met volle gerustheid te mogen beweren, dat der Confessionele partij, dusdanig hoogst laakbare handelwijze, niet zou kunnen worden ten laste gelegd. Dc beantwoording der vraag die de Heer Git.lot doel Is het goedkan dus naar mijne heschcidene meaning alleen betrekking hebben, op het al of niet geven vnn zijne gaven aan den arme, door tusschen komst van de Diakenen. In hel algemeen genomen ben ik der meening toegedaan, ook op grond van Gods woord, dat die handreiking aan den arme, dc meest kerkelijke en ook de beste is of althans kan wezen. Er kunnen evenwel zoodanige abnormale, geheel vnn den regel afwijkende toestanden aanwezig zijn, die eene uitzondering op dien algemcencn regel hebben doen geboren worden haar meer en meer uitbreiding doen erlangen en bestendigen. Dat nu sedert gcrainien tijd voor de Confessionelen ook in de Hervormde Gemeente alhier zulk eene abnormnlc toestand is hervoort gelreden, ja meer en meer is bevorderd en bevestigd, mag ik van zoodanige algcmccnc bekendheid beschouwen, col;

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1