I
No. 2755,
26sle Jaarg.
Dingsdug 15 February 1870.
a
Besturen en Adniinistratiën.
BEKENDMAKING.
Nieuw,stijd i ngen.
Z1ERIKZEESCHE MEl'WSBOD
X5iJ better perse van <lit No.
HolIaiuEsebe on Zeeuw-
gelie posten van Zatenla»-Zoadaj»*
en Maanda<; no<»- niet aangekomen.
Lotinjiï voor do Nationale Militie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierilczee
nikken bekenddat volgens de bij hen ontvangen
kennisgeving van den Heer Commissaris des IConings
in deze provincie de loting der in het vorige jaar voor
de Militie ingeschrevenen die voor deze gemeente was
bepaald op Maandag den 14 dezer,
IS UITGESTELD
tot in liet beg;iii van do inuandMaart
juiBïf^tiisuidewaarvan nader bekendmaking zal
worden gedaan.
Ziekikzee, den 13 February 1870.
Burgemeester en Wethouders,
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Regtspraak in Belasting-zaken.
Het grootste voordeel in iedere gevestigde maat
schappij is zekerheid van regt. Zonder regtszekerheid
geen eerbiediging van den eigendomgeen orde in
den Staat. De burgerlijke regter is geroepen om die
regtszekerheid te handhavende strafregter behoort
voor regtsveiligheid te waken. Maar behalve waar het
vorderingen betreft tot handhaving van burgerregtelijke
verbindtenissen hetzij zij uit overeenkomsthetzij zij
uit de wet voortspruitenkan men zich regtskrenking
der burgers voorstellen.
Het individu komt met den Staat niet alleen in aan
raking daar, waar deze verpligt is tot vergoeding van
toegebragte schade of nadeel maar kan ook op nog
vele andere wijze door den Staat in zijne belangen en
regten worden gekrenkt.
Slechts enkele voorbeelden om dit te staven. Een
loteling voor de nationale militievoor de dienst
aangewezen kan zich door die aanwijzing bezwaard
gevoelenomdat hij meent regt te hebben op vrij
stelling. Een ander loteling meent regt te hebben zich
te beklagen over de vrijstelling van een anderten
gevolge waarvan zijn eigen nummer voor de dienst
wordt opgeroepen. Een schutterpligtige kan onder
gelijke omstandigheden reclameren. Een onderwijzer
kan ir. zijn regt verkort zijn omdat hem niet de
jaarwedde en verdere voordeden welke de wet hem
verzekert, niet op zoodanige wijze, als de wet mede
brengt, worden toegelegd. Een grondeigenaar kan in
zijn regt gekrenkt zijn omdat hij verkeerdelijk als
onderhoudspligtige van een weg of voetpad op den
legger eener gemeente is geplaatst. Ziehier enkele
voorbeelden met vele te vermenigvuldigen waaruit
blijken kan, dat dikwijls de ingezetenen door militie-on-
dorwijs-armenwet en de meeste andere Staatswetten zich
bezwaard achten door de krenking van een publiek regt,
hun door de wetgewaarborgd, doch hetwelk, naar zij mee-
nen. op eene of andere wyze ten hunnen aanzien werd
miskend.
In al die gevallen kan de burger zich niet beklagen
bij den gewonen regter. Immers art. 148 der Grondwet
kan niet buiten zijne grenzen worden uitgebreid dat
artikel draagt aan de regterlijke magt uitsluitend de
kennis op van alle twistgedingen over eigendom of
daaruit voortspruitende regten over schuldvordering
en andere burgerlijke regten. Het is echter duidelijk
dat het hier geen questie geldt van krenking van
eigendomsregt of persoonlijke verbindtenis maar van
publiek regt en van publiek belang.
Deze geschillen (wel te onderscheiden van de be-
stuurs-geschillen, welke tusschen besturen worden gevoerd)
worden veelal administratieve geschillen genoemd maar
hare onpartijdige beslechting is voor den staatsburger
van niet minder belang dan de uitspraak over burger
regtelijke geschillen. Ook hier moet men zekerheid
hebben, dat het twistpunt door een onpartijdig, onaf
hankelijk en kundig regter worde beslist. Bestaat die
zekerheid thans in Nederland Op die vraag kan geen
bevestigend antwoord worden gegeven. De wet van
21 December 18G1. (St.bl. no. 129), heeft de beslissing
dezer geschillen opgedragen aan den Koning. Zjj heeft
den Raad van State op nieuwe grondslagen gevestigd
en eene afdeeling ingesteld uitsluitend bestemd niet
om deze zaken te beregtenmaar daarover een advies
aan den koning uit te brengen. De Regering beslist
thans over al de genoemde onderwerpen in het hoogste
ressortde Regering is regter in hare eigene zaak.
Hoe was het mogelijk, dat de Tweede Kamer der
Staten-Generaal in 1861 eene dergelijke wet vaststelde?
Het zou ons te ver heenleiden om dit te betoogen.
Eene der hoofdredenen was dat de armenwet van 1854
en de militiewet van 1801 hetzelfde beginsel inhielden.
Ook daar was beslist, dat het- hooger beroep der uit
spraken van Gedeputeerde Staten onder bepaalde vormen
en voorwaarden aan het koninklijk gezag is voorbe
houden.
Maar bij militie, schutterij, onderwijs, verkiezingen
laat zich zulk advyserend regterschap des noods ver-
goêlijken omdat de zamenstelling van den Raad van
State alle waarborgen van bekwaamheid oplevert. Even
welde behoefte aan eene zelfstandige opper-regtspraak
laat zich in geene zaken zoo sterk en zoo tastbaar
gevoelen als in belasting-zaken. Het is ondragelijk
dat hier de staat regt spreke in het geschildat tus
schen hem en de burgers bestaat. Een burger beklaagt
zich dat hij in 's Rijks directe belastingen door den
Staat te hoog is aangeslagen en bij wien zal hij in
hoogste ressort te regt komen Bij een onpartijdig
regter? Neen, bij den Staatdie den aanslag heeft
gedaan. Een dergelijke toestand druischt aan tegen
onze hedendaagsche vrijzinnige begrippenmen kan
zich geen vreemder stelsel denken. Tot dusver be
slisten Gedeputeerde Staten als hoogste administratieve
regter over deze geschillen, maar deze beslissing genomen
na een zeer summier en onvolledig onderzoek hield
geen waarborgen in voor de ingezetenen. Bovendien
werd de eenheid der regtspraak weinig bevorderd door
de opdragt daarvan aan de naar geheel verschillende
inzigten oordeelende Gedeputeerde Staten.
Het was een gunstig denkbeeld van dezen Minister
van Finantiën hierin verandering te brengen. Het ont
werp van wetdoor hem ingediend om van de be
slissingen van Gedeputeerde Staten in hooger beroep
te komen bij den Raad van Stategeeft onmiskenbaar
"meerdere waarborgen aan de burgers, die door den
aanslag van den fiscus bezwaard worden, dan zij nu
bezitten. Men kan indien dit wets-ontwerp wordt
aangenomenverzekerd zijn dat bezwaren tegen aan
slagen iu zake van directe belastingenop grond van
stryd met de wetten door een onpartijdig collegie
onpartijdig en grondig zullen worden onderzocht. De
belastingschuldigen kunnen dit wets-ontwerp als een
groote verbetering in onze belasting-regtspleging be
schouwen.
Desniettemin wordt dit wetsontwerp van twee ver
schillende zijden op geheel tegenovergestelde gronden
bestreden. Wij achten beiderlei bestrijding onjuist. Zij,
die het ontwerp verwerpelijk achten op grond dat
een zelfstandig regterschap van den Raad van State
met de grondwet in strijd zoude zijn, zien voorbij
dat art. 146 al. 3 der Grondwet daartoe volle vrijheid
verleent; zij daarentegen, die het ontwerp bestrijden,
op grond dat net niet ver genoeg gaat en het hooger
beroep in belasting-zaken aan den Hooien Raad moet
worden toegekend vergeten den bijzonderen aard en
het doorgaans zeer lage bedrag der geschillen die
eenvoudigheid en zooveel mogeljjk kosteloosheid van
beregting vorderen.
In den morgen van 17 Januarij heeft tc Louisville, in den
Staat Kentucky, een verschrikkelijke cycloon zeven of acht per
sonen gedood, waaronder eene vronw en twee kinderen, 18
personen min of meer ernstig gewond en aanzienlijke schade
aan roerende en onroerende goederen veroorzaakt. Geheele
hnizen werden als 't ware omvergesmeten andere opgenomen
en in stukken en brokken heinde en ver over velden en we
gen geworpen. De hevige storm ging vergezeld van een niet
mioder hevigen hagelslag, die alle takken van de boomeu
verbrijzelde. De rivier is buitengemeen gewassenzoodat inen
bij voortduring van dien toestand voor nog grootere schade
vreest.
JPiAï'iJsi11 Febr. De rust is op geen enkel punt der
stad irestonnl geworden.
Gustave F Ion reus de eenige der redacteurs van de Marseillaise,
die ontvlugl is, is langs Rijssel in België aangekomen.
Hij is heden hij verstek tot een jaar gevangenisstraf en 1000
francs boete veroordeeld, wegens dcfiet van openbare vergadering.
De commissaris van politie, die iu deo avond van den 7dcn
gewond werd, verkeert in zorgwekkenden toestand. De wonde
is twee centimeters diep en heeft de long geraakt.
Bij de onlusten der laatste dagen is het zonneklaar geble
ken dat de burgerij voor het tegenwoordige ministerie is
waarvan zij de vrijheid zonder botsingen verwacht terwijl
het meercndecl der werklieden ook thans niet hun heil in eene
omwenteling zien.
Ook bij dezen opstand hebben vele rustige burgers, welke
van hun werk kwamen of daarheen gingen, kwetsuren ontvangen,
waaronder ecnige van zeer ernstigen aard, ten wiens behoeve in
schrijvingen zijn geopend.
In de kamers zijn hevige debatten gevoerd tusschen de
ministers en dc republikeinen. Het gouvernement heeft verklaard
dat alle gesloten vergaderingen binnen Parijs verboden worden.
Het onderzoek in de zaak van de familie Noir
tegen prins Peter Bonaparte is thans afgelooopen. Het
is uitgegaan van het hooggeregtshofdat bijzonder
voor deze zaak is bijeengeroepen. Volgens een gerucht
zou de regter van instructie tot het besluit zijn ge
komen dat er geen reden tot verdere regtsvervolging
bestaat, aangezien de manslag is begaan uit zelfver
dediging. Voor de waarheid van dit gerucht wordt
evenwel door de Indépendance, die het mededeelt,
niet ingestaan.
-- Een berichtgever van le Gaulois verhaalt in dat
dagblad zijne persoonlijke ontmoetingen op Maandag
avond. Aan dit verhaal ontleenen wij het volgende.
„Ons rijtuig kon met moeite door de menigte heen
rijden, doch op den hoek der rue Saint-Maur waren
wij genoodzaakt deze straat in te slaan om ons naar
Belleville te begeven. Toen wij vervolgens onzen weg
langs de buiten-boulevards wilden vervolgen, drongen
eenige werklieden naar ons rijtuig en waarschuwden ons
om niet verder te rijden, daar men anders ons rijtuig
voor de barrikaden zou gebruiken. Wij gingen dus
terug en hoorden eenige oogenblikken later de trom
roeren: het waren de drie waarschuwingen, welke voor
de barrikade der rue de Paris werden gedaan.
Wij begaven ons te voet, met achterlating van ons
rijtuig bij de rue Ramponneauonmiddelijk in die
rigting en ontmoetten eon groot aantal lieden in kielen,
die zich terugtrokken en ons verzekerden dat er geweer-
scholen van achter de barrikade vielen De omverge
worpen omnibussen versperden de straten die op den
boulevard van Belleville uitkomen en wij hoorden dat
men bezig was om aan bet begin der rue Rampon
neau eene nieuwe barrikade op te werpen. Wij keerden
daarop terug en vonden ons rijtuig omvergeworpen en
tot begin eener nieuwe barrikade gebezigd. Eenige
planken van naburige huizen en eenige steenen der zij
kanten van den boulevard vormden de verdere bestand-
deelen dezer barrikadewelke door eenige lieden in
kielen met steenen gewapendwas bezet.
Wij traden daarop den drankwinkel van madame
Gharticrs binnen, aan den hoek der rue Desnoyersdie
een op de barrikade uitziend venster tot onze beschik
king stelde. In het achterste deel des winkels lagen
twee personen op den grondwaarvan de een door
een degenstoot in den arm was gekwetst en de ander
aan het voorhoofd eene diepe wond had, welke hevig
bloedde. Deze laatste was, zeide men ons, een werk
man, die rustig op straat ging en door politic-agenten
was geslagen hetgeen geenzins onwaarschijnlijk was,
daar in het gedrang zelfs een officier de paix een de
genstoot ontvangen had van een sergent de ville.
Wij hadden ons naauwelijks weder voor het raam
geplaatst of wij zagen een escadron gardes te paard
voor de barrikade verschijnen, die met steenen begroet
werden. Eenige oogenblikken later kwamen een twin
tigtal sergents de ville die de barrikade en revers aan
vielen en daarop aan een der zijden een doortogt
maakten waardoor de gardes in galop de oproerlingen
uiteen joegen.
Een knaapje te Parijs sprak onlangs een heer om
een aalmoes aan voor zijne zieke moeder, die met zes
kleine kinderen zonder brood 'thuis was.
De heer, getroffen door het verhaal van den kleine
en meer nog door den toon waarop het jonkskc sprak
verklaarde zich bereid om mee te gaan ten einde
met eigen oogen te zien en dan naar omstandigheden
te handelen.
Het knaapje huilde van blijdschap, greep den heer bij de
hand en trok hem moe naar de afgelegen straat, waar
de ongelukkige familie in een bouwvallig huis een
zolderkamertje bewoonde.
fn het portaal riep het knaapje naar boven dat men
by lichten zou; werkelijk kwam een half naakt meisje
naar beneden met eene walmende olielamp. De heer
ging naar boven, vond er de zieke moeder met de zes
kinderen, luisterde naar het verhaal barer ellende, en
vertrok met de tranen in de oogen, na haar een ferm
stuk geld in de hand geduwd te hebben. Daarbij wenschte
hij het niet te laten. Den volgenden ochtend gaat hij
naar de woniug terug, klimt de trappen op, opent de deur
van het kamertjeMaar 't was leeg. Daarentegen hoorde
hij in eene benedenkamer de vrolijke stemmen van een
aantal kinderen. Een onaangenaam vermoeden doet hem
eene verdieping afdalen en eene kamer openen: daar
zat de zieke moeder met een twintigtal kinderen prettig
bijeen; de tafel was met spijs eu drank als overladen
en vreugde en gezondheid straalden uit aller oogen.
De heer begreep dat hij misleid was door eene be
hendige vrouw, die zelve de zieke moeder speelde en
een aantal kinderen had gedresseerd ora de overige
vollen in de comédie te spelen. Aangifte werd aan de
politie gedaan, die de geheele bende in hechtenis nam.
Het bleek dat bijna honderd kinderen bij de zaak betrok
ken waren allen bedelden dos avonds in de verschillende
wijken der stad voor hunne zieke moeder met hare
zes kinderen; en de vrouw bleef met zes kinderen op
het zolderkamertje, om het hoofd te bieden aan ieder
die meer wilde doen dan eene aalmoes geven. Op ochtend
visites was de daine evenwel niet voorbereid; dat bragt
haar, gelijk wij gezien hebben, ten val!
Zierikxee14 Febr. Omtrent het kind, dat
den 15 Januari] voor het Weeshuis te Leijerdorp te
vondeling gelegd werd, verneemt men het volgende:
In den avond omstreeks 8 uur werd er met geweld
aan de schel getrokken. De vader, naar voren gaande
om te zienwat dat leven beduiddewerd verrast
doordien men een groot pak, als om den ingang te
versperren vlak voor de deur had gelegd. In het
eerst, beducht voor baldadigheid, wilde hij den bur
gemeester waarschuwen doch op het hooren van het
geschrei dat het kind aanhief, werd het opgenomen
en met de meest liefderijke zorg verpleegd. In de verte
had men eene vrouw zich snel zien verwijderen, maar
alle pogingen om haar op te sporen bleven vruchte
loos. Den volgenden dag raadpleegde menwat te
doen óf het kind ten koste van de gemeente op te
voeden, óf in het weeshuis te Leijerdorp op te nemen,
óf wel het voor ƒ100 'sjaars te besteden in het ar
menhuis te Leiden.
Dit laatste plan dacht men het beste eu daaraan
zou waarschijnlijk gevolg zijn gegeven toen men een
brief ontving uit Grave bij Nijmegen van menschen
uit den deftigen stand, ruim bemiddeld en kinderloos,
die het nieuws in de courant gelezen on besloten had
den het kind als het hunne aan te nemen en op te
voeden. In de vorige week is het kind dan ook door
die dame en hare moeder Mevr. L. uit 's Gravenhage
afgehaald en naar Grave medegenomen waar het nu
hoogstwaarschijnlijk eene onbezorgde toekomst te ge-
moet gaat.
Voor eenigen tijd werd te Utrecht een heeren
huis achter St. Pieter aaugekocht, naar wij vernemen,
voor rekening van Da. v. Dijk te Doetinchem. Deze
heeft aldaar namelijk een aantal jongelieden uit den
boeren- en ambachtstand onder zijn toezigt doen op
leiden voor het onderwijs aan de Hoogeschool alhier,
om verder tot predikant in de Hei v. kerk te worden
bekwaamd. Een achttal dezer jongelieden zijn thans
tot de Academische lessen toegelaten en zullen ge
noemd gebouw eerlang betrekken. Ds. v. Dijk ontving
voor den koop van het huis o. a. eer.e gift van ƒ15,000,
terwijl ook voor vertimmering, meubilering en onder
houd van verschillende zijden belangrijke giften bij
Z. Eerw. inkwamen. Het doel is in de behoefte aan
orthodoxe predikanten in de Herv. kerk te voorzien,
Onlangs nam een meisje van 19 jaren een plaats
3de klasse op den spoortreiu van Tilburg naar Helmond.
Te Boxtel komende, verzocht de conducteur dat meisje,
uit den wagon te komen en had de lieve attentie haar
in een coupóe 2de klasse te plaatsen alwaar zij geheel
alleen zat. Nadat de trein weder even in beweging
wasverscheen onze galante conducteur in den wagon
bij het meisje ora iets te zoeken, dat hij evenwel tot
zjjn groote teleurstelling niet vinden kon. Bij aankomst
te Helmond heeft het meisje van een en ander aan de
politie kennis gegeven.
Het Handelsblad bevat een ingezonden artikel
waarby door den notaris Fabius te Amsterdam en eenige
andere heeren de ondersteuning gevraagd wordt voor
j A. Vogel, die, na vijftien maanden preventive gevangen
schapnadat hij op vermoeden in zijne betrekking was
geschotst, vrijgesproken werd. Zijne onschuld is O'. >-
tuigend geblekenzjjn verleden w.is loffelijk en do
man is met zijn gezin nu geruïneerd. Hij zal zich naar
Amerika begeven, waarvoor thans door eeuige heeren
geid wordt gevraagd.
Aar» de „Times" wordt uit Rome geschreven, dat
het concilie zal worden verdaagd. In de maand Mt-i
zal daarover eene beslissing worden genomen. Waar
schijnlijk zullen de concilie-vaders weder na verloop
van twee jaren voor eenige maanden bijeenkomen. Op
die wyze zou de paus zich van het Fransche protec
toraat gedurende een aantal jaren kunnen verzekeren.
Een .chineesch koopman werd onlangs wegens het
vermoorden zijner vrouw veroordeeld, door onthouding
van den slaap den dood te ondergaan. Deze smartelijk -
wijze van sterven werd onder de volgende omstandig
heden ten uitvoer gebragt. De veroordeelde werd in
de gevangenis onder het toezigt van drie politiedienaars
geplaatst, die elkander van uur tot uur moesten aflos-, n
en beletten, dat de gevangene ook maar een oogenblik
in slaap viel. Hij leefde op deze wijze negentien dagen
zonder eenigen slaap genoten te hebben. Met het begin
van den achtsten dag was zjjn lyden reeds zóó hevig,
dat hij de overheid smeekte hem de barmhartige gunst,
te bewijzen, om hem op welke andere wijze ook hare
menschlievendheid haar zoude ingeven hein ter dood
te laten brengen.
Gomcngrdc berijfti
Eene kasteleins-dochter te S. moest met hare vnl-
sche tong zoo werkzaam niet zijn tot ondergang van
onschuldige bureu; maar:
Een man die haar den lepel biedt,
Eu zóó dat het dar» niemand ziet
Dan giiapt haar neus, men weet niet hoe
En splijt tot aan haar ooren toe.
Maar ziet het meel van duizend pond
Dat stopt niet éénen klappers mond
Eu zijn zij dan niet al te pluis,
Een achterdeur verraadt het huis.
Te Neuzen ligt een scheepje in lading voor reke
ning van een bakker. Een bakkers-knecht te Bo.
wordt aangeraden, zulk een misbaar niet te maken
als zijn baas en de vrouw niet te huis zijn dus
Wees bedaard dan beste vrind
Anders zal men weer gezwind
Weder met hetzelfde doel
Een speldje steken in uw stoel.
Twee boeren-meiden te Goes moesten zoo veel
brieven niet schrijven aan jonge lui:
Want zij kunnen hoe zij zwijgen
Nog geen dooveti kinkel krijgen.
Iemand te Bwordt verzochtgeen valschc
brieven meer te schrijvenaan eene jonge dochter
aldaarwant om dat duifje te vangen moet men
beter uit de klompen springen. Een onschuldig
meisje aldaar moest in de kerk zulk een misbaar niet
maken, anders moet zij maar te huis blijven. Het
trotsche Grietje te B. wordt aangeraden zoo niet voor
zot te loopen over het dorp daar zij zoo den beer
niet zal vangen en eerst moet den beer geschoten
worden, wil men het vel verkoopen. Eeu dametje
te Kloetinge moest zulk een misbaar niet maken over
de uitnoodiging van de smalle gemeente, daar zij zelf
uit de breede gemeente naar de smalle gemeente is
vertrokken dus
Meisje! als gij in gunst wilt blijven,
Moet gij zoo geen brieven schrijven,
Want doet gij dit nog een keer
Dan verliest gij al uw eer.
Een boeren-knecht te Ooltgensplaat wordt aange
raden. als hij des avonds nog meer een meisje te huis
brengt, dit wat fatsoenlijker te doen, daar hij anders
in moeijelijklieden zal komen.
IngoxoiKlene Stukken.
Het artikel in den 7jicrikzeeschen Nieuwsbode van 8 Felir. jl.,
van den Heer Gii.lot geeft mij aanleiding oin, ter zake den
achteruitgang der diaconie-inkomsten, een enkel woord in het
midden te brengen.
Hoe ongaarne ik zulks ook doe, acht ik mij dnarlor nog-
thans verpligt, dewijl men uit een stilzwijgen op dat artikel
al zeer ligt dc, ofschoon geheel valschc gevolgtrekking zoude
maken, dat de Confessionele partij haar eigen vonnis iu dezen
onderschreef.
Naar mijne heschcidene mccning komt de hoofdvraag hierop
neder: »Is het goed, dat de verarmde natuurgenoot dc lijdende
partij zij, van het bestaand verschil in richting?" Ik antwoord
daarop van ganscher harte neendit is niet alleen niet gord,
maar het is onverantwoordelijk voor God en hot geweten.
Wanneer nu dc Heer Gillot, of wie ook, dc Confessionele
partij op eenigen redelijken grond konde beschuldigen dat zij
den armen de giften onthield, die de Confessioncl.-n vroeger voor
dat doel bestemden, ik zou de eerste zijn, om die partij of i
harcr leden ook met a! den ernst mijner innige overtuiging te
veroordetden en het regtmatig verwijt toe tc voegen, dat zoodn-
nige handelwijze zou getuigen, dal dc geheime drijfveer niet
was op/egt gemoedsbezwaarmaar niets meer of minder dan
verac hielijke geldgierigheid.
En ofschoon ik mij nu, uit den nard der zaak, evenmin als
iemand anders, die voor eene andere richting optreedt, onmogelijk
verantwoordelijk kan stellen voor dc individuele handelingen
mijner geestverwanten, zoo geloof ik toch met volle gerustheid
te mogen beweren, dat der Confessionele partij, dusdanig hoogst
laakbare handelwijze, niet zou kunnen worden ten laste gelegd.
Dc beantwoording der vraag die de Heer Git.lot doel Is
het goedkan dus naar mijne heschcidene meaning alleen
betrekking hebben, op het al of niet geven vnn zijne gaven
aan den arme, door tusschen komst van de Diakenen.
In hel algemeen genomen ben ik der meening toegedaan, ook
op grond van Gods woord, dat die handreiking aan den arme,
dc meest kerkelijke en ook de beste is of althans kan wezen.
Er kunnen evenwel zoodanige abnormale, geheel vnn den regel
afwijkende toestanden aanwezig zijn, die eene uitzondering op
dien algemcencn regel hebben doen geboren worden haar meer
en meer uitbreiding doen erlangen en bestendigen.
Dat nu sedert gcrainien tijd voor de Confessionelen ook in de
Hervormde Gemeente alhier zulk eene abnormnlc toestand is
hervoort gelreden, ja meer en meer is bevorderd en bevestigd,
mag ik van zoodanige algcmccnc bekendheid beschouwen, col;