No. 2729.
26ste Jaarg.
Dingsdatf I Feb1870.
BEKENDMAKING.
Nieuwstij dingen
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Besturen en Administratiën.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend dat de Commissie van beheer van het
Kazernementsfonds rekening en verantwoording zal doen
van haar beheer over het jaar 1868 en 1869op Zatur-
dag den 12 February eerstkomende te één uur des na
middags in een der lokalen van het Raadhuis dezer
gemeente, en roepen alle geregtigden tot dat fonds
op, daarbij tegenwoordig te zijn.
Zierikzee den 29 Januarij 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B. C. CAU
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekenddat het IJkkantoor in deze
gemeente behalve op de dagen voor den herijk door
de Gedeputeerde Staten nader aan te wijzen, voortaan
tweemaal 's weeks voor het publiek zal geopend zijnen
wel des Donderdags en Zaturdag;s, van
des voorraiddags neg-en tot des namiddags één uur.
Zierikzee den 21 Januarij 1870.
Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Op het postkantoor te Zierikzee zijn over de eerste
helft der maand Jan. onderstaande brieven bezorgd
geadresseerd aan personen, wier namen ter plaatse van
bestemming onbekend zijn, als:
een aan van Aal te Brielle.
J. van der Heide te Dordrecht.
Lint te 's Hertogenbosch.
A. Landman te Veere.
Van het hulpkantoor Bromversliaven.
een aan de Gebr. van 't Hooft te de Noord
E. van Vlijmen te 's Hertogenbosch.
Van Zonnemaire.
een aan H. Nieroos te Zierikzee.
rt
Dezer dagen meldde zich een kind Aristide Peticol
genaamd, met een vermagerd uiterlijk en armoedig ge
kleed, bij het ministerie van openbaar onderwijs te Parijs
aan, en vroeg den minister te spreken. Door de bedienden
ondervraagd naar het doel van zijn bezoek, antwoordde
hij met het treffende verhaal dat hier volgt: Zoon van
een wijngaardenier uit het Jura-departement, die be
hoeftig en met een zwaar gezin belast is, had dit kind,
vol ijver voor het werk, ten vorige jare medegedongen
om een beurs te verwerven aan het Lyceum van Lons-
le-Saulnier. Hij had een uitmuntend examen gedaan
maar de uitslag beantwoordde niet aan zijne verwachting,
en slechts een halve beurs werd voor hem aangevraagd
bij den prefekt van het departement.
De jonge kandidaat kwam geheel ontstemd bij zijn
vader terug; hij wist wel dat deze niet in de moge
lijkheid was om in de kosten van zijn studiën te voor
zien, zelfs niet gedeeltelijk.
Eensklaps nam hij het inderdaad heldhaftig besluit,
verliet op een goeden morgen het ouderlijke huis en
ging naar Parijs met vijf-en-twintig franks voor zijn
reis; wel van weinig geld voorzien, maar vast besloten
om zelf van den minister de zoo zeer verlangde beurs
te krijgen. Den volgenden brief had hij voor zijn vader
achtergelaten„Waarde vader, heden morgen hebt gij
mij gezegd dat gij met schulden beladen zijt en dat ik
moest trachten zelf in de wereld vooruit te komen. Welnu,
ik ga den weg daartoe inslaan, ik ga den minister van
openbaar onderwijs bezoeken, of liever, ik ga naar het
ministerie, binnen kort zal ik terug zyn. Doe geen moeite
mij terug te vinden, want dit zou mij mijne schitterende
toekomst doen missen. Ik maak de reis te voetik hoop
nieuwjaarsdag te Parijs te zijn, en eenmaal daar gekomen
kan ik er op rekenen te zijn in het bezit van de beurs,
kweekeling aan de school voor de zeevaart, adspirant,
enz. Wie zal mij niet alles toestaan, als men ziet dat
ik op veertien-jarigen leeftijd honderd mijlen afleg om
iets te verkrijgen waarvoor de andere kweekelingen hon
derd mijlen zouden gaan om het mis te loopen (sic)
dat wil zeggen, dat ik honderd mijlen ga loopen om
(gratis) school te gaan, terwijl anderen honderd mijlen
zouden afleggen om er niet heen te gaan. Ik heb vijf-
en-twintig franks medegenomen die in de lade waren,
en dat is niet te veel geloof ik. Betreur het verlies
niet want weldra zult gij er schadeloos voor gesteld
worden. Hetgeen ik u nog in het bijzonder aanbeveel
is: geen pogingen te doen om my te vinden, want gij
zoudt de eerste zijn om het u te berouwen." Zonder
eenige hulpbronnen kwam hij te Parijs, en daar ging
hij naar een hotel waar men hem wel wilde opnemen.
Dadelijk werden over dit kind en over zijne familie dooi
de prefektuur van policie inlichtingen ingewonnen, en
(leze waren zoodanig, dat de prefekt meende den jongen
Peticol persoonlijk in de welwillendheid van den minister
te moeten aanbevelen. Toen meldde het kind zich bij
het ministerie aan wel niet zonder ontroering in de
stem, maar zonder vrees in het gemoed. De heer Segris,
bijzonder getroffen door zulk een zeldzame volharding
en moed bij een kind van veertien jaren, verkreeg zonder
moeite eene geheele beurs voor den jongen Peticol,
wiens vreugde onuitsprekelijk was. Trotsch op zijn wel
slagen vertrok hij, en zoo spoedig mogelijk keerde hij
naar het ouderlijke huis terug om vergiffenis te vragen,
naamver men niet met hem zou loven en bieden.
.utisdilrmb.
■u
Onlangs ontving een Berlijnsch bankier een brief van
een confrater te Parijswaarin deze berichttedat
zijn kassier met achterlating van een aanmerkelyk
deficit in de kas weggeloopen was en zich thans in
een zeker hotel te Berlijn moest ophouden. Om den
wil zijner familie wilde hij van alle vervolging afzien,
en verzocht hij integendeel aan zijn confraterhet
jonge mensch bij zich te laten komen, hem zijn misstap
onder 't oog te brengen en vervolgens op rekening
van de Parijsche firma 30,000 franc uit te betalen
onder beding van zich met die som zoo spoedig mo
gelijk naar Amerika te begeven.
De bankier zond iemand naar het bewuste hotel;
en werkelyk logeerde daar een jonkman die de be
doelde persoon kon. zijn. Hij liet hem komensloot
zich met hem op in zijn kabinet en deelde hem mede,
dat hij bekend was met zijn te Parijs gepleegd mis
drijf. De jongeling viel hem te voet en beleed met
heete tranen van berouw zijne schuld. Hierop ging
de bankier naar zijn schrijfbureau, haalde 30,000 franc
te voorschijn en stelde hem die ter handmet eene
ernstige vermaning en op de voorwaarde door den
Parijschen patroon aangeduid. Verrukt van blijdschap,
met de schoonste beloften en met de hartelijkste dank
betuigingen aan het adres „van zijn vaderlijken vriend
te Parijs" verliet de gelukkige den bankier die ter
stond aan zyn confrater schreef, dat hij den hem
opgedragen last met het beste gevolg had volbracht.
Hoe groot waren echter zijne verbazing en zyn ver
driettoen hij ten antwoord ontving, dat men te
Parijs niets van een weggeloopen kassier wist, en hij
het slachtoffer was geworden van eene schandelyke
opligterijDe slimme bedrieger was intusschen spoor
loos verdwenen.
In de nabijheid van Dunwald is 24 Jan. eene
buskruidfa.briek in brand geraakt en in de lucht ge
sprongen. Men onderstelt dat 15 personen daarbij het
leven hebben verloren. De geduchte knal heeft op een
afstand van vele uren den grond doen schuddendit
was o. a. te Keulen het geval van en Dunwald ligt
nabij Mulheim.
De Augsburger Allgem.ei.ne Zeilung meldt per
telegraaf uit Rome, dd. 25 Januari«Bisschop Stross-
mayer hield eene redevoering welke anderhalf uur
duurde, tegen de centralisatie der kerk, en stelde voor
eene periodieke samenkomst van provinciale gedele
geerden. De redevoering baarde in Rome groot opzien."
Zutplion27 Jan. Eene dienstmaagd die bij een
partikulier, op een kwartier uurs afstand van deze stad
diendehad zich herhaalde malen beroemd nergens bang
voor te zijn. Een paar personen wilden haar op de proef
stellen en een hunner verborg zich de vorige week
achter een boschje, met «en wit kleed over het lijf.
Toen de meid, die om een boodschap uit was geweest,
het boschje voorbij kwam, zag zij eene witte gedaante
op haar toeschieten. Zij ontstelde hevigkreeg naar
men zegt een bloedspuwing en is eergisteren overleden.
Goes, 27 Jan. Heden heeft zich in deze gemeente
eene plaatselijke commissie geconstitueerd voor de „In
ternationale tentoonstelling voor den werkman, te openen
te Londen 7 July 1870," tevens voor een «Nationalen
wedstrijd tusschen werklieden in de verschillende vakken
van Nijverheid en Kunst, met tentoonstelling van in-
gezondeu voorwerpen te houden te 's Gravenhage in
1871." De commissie bestaat uit de heeren A. Kakebeeke,
voorzitter; J. Soutendam en H. G. Hartman Jz., secretaris.
Zierikzee31 Jannarij.
Een onzer correspondenten in liet 5de schooldistrict
van Zeeland meldt ons, dat het berigt aangaaude de feestvie
ring van het 50jarig bestaan der onderwijzersgenootschappen
aldaar, waarvan sprake was in ons No. van 25 Jan. II., op
zijn zachtst genomen zeer voorbarig kan genoemd worden.
- De quEestor der klassis van IJzendijke heeft over het
jaar 1869 ontvangen: voor het fonds voor noodlijdende ker
ken en personen ƒ305.en voor het fonds tot verbetering
der schraalste predikantstracteraenten ƒ30.69 terwijl voor
het fonds, ter voorziening in de geestelijke behoeften y67.55'/2
door hem werd ontvangen.
Als voorbeeldelooze waakzaamheid kan worden
medegedeeld dat de vorige week uit de hoofdwacht
aan het Stadhuis te Rotterdam twee geweren zyn ge
stolen terwyl de schildwacht op post stond.
Naar de N. JR. Ct. verneemt is den stationchef
bij de staatsspoorwegen te Tilburg eene boete opgelegd
van ƒ1200, omdat hij tijdens den jongsten storm zou
verzuimd hebben de hier op de rails staande wagens
vast te zetten, door welk verzuim, zooals men zich zal
herinneren, die wagens naar Boxtel zijn gereden. De
stationchef zal thans zijn ontslag bij de maatschappij
indienen.
In de koninklijke wapenfabriek van den heer P. S.
Stevens te Maastricht, is een nieuw achtcrlaadgeweer
vervaardigd dat in drie tempo's geladen wordt en
waarmede men dertig schoten in eene minuut kan doen.
De beste soorten der tot nu toe bekende geweren wor
den in 4 tempo's geladen en kunnen hoogstens 15 keeren
in eene minuut gelost worden. Gelukkig menschdom!
In de Leeuwarder Courant van 25 Januarij jl. komt
het volgende ingezonden stukje voor
Aan belangstellenden in het lager onderwijs en aan
hen die voor en tegen van den Utrechtschen school
bond verlangen te kennen, meen ik ter lecture te
mogen aanbevelen eene dezer dagen bij den boekhan
delaar Nijgh te Rotterdam verschenen brochure van
den heer O. Verhagenlid van de Provinciale Staten
van Zeeland te Goes, (verkrijgbaar bij den heer L.
Scliierbeekte Leeuwarden.)
De schrijver behandelt daarin de vraag of eene
vereenigiug enkel en alleen tegen schoolverzuim voor
het volks-onderwijs voldoende is en beantwoordt die
vrallg ontkennend. Hij beveelt een programma van een
bond aan in een meer ruimen en mild en geest en
wil: (onder meer) a. Verbetering van de jaarwedden
der onderwijzers, b. Verbetering van het onderwijsde
schoobocalen enz. Men leze en oordeele.
Dit is zeker, dat een bond, enkel tegen schoolver
zuim voor de volksschool geene verbetering aanbrengt,
en dat, zoo men de kwaal (schoolverzuim) wil ge
nezen er veel meer moet plaats vinden dan het ter
school brengen der kinders.
Goed werk eischt1.° goed loon, 2.° goede gereed
schappen en zoo lang die zaken niet goed zijn helpt
al het aanbrengen van herstel niet alléén zeer weinig
maar wordt de kwaal nog pijnlijker.
Hoewel nog lid van den Utrechtschen bond, bevalt
het programma van den heer Verhagen mij beter, om
dat de hoofdzaak het volks-onrienrfi.swordt voorop
gesteld.
(get.) F. H. van BEIJMA THOE KINGMA,
Heeren veen, Schoolopziener.
23 Januarij 1870.
De Levant Herald meldtdat de ouderkoning vau
Egygte aan zyne onderdanen een buitengewone belas
ting van 15 piasters per feddan opgelegd heeft en voor
nemens is een gedwongen leening van 15 milioen lire
uit te schryven, een en ander tot dekking van de uit
gaven der jongst gegeven feesten.
De deurwaarder van 'a Rijks belastingen te Sappemeer
begaf zich dezer dagen naar het naburige Muntendam, voor
zien van een dwangbevel tegen zekeren aldaar woonachtigen
Vos, inden wandel genaamd Slaudeveld van beroep scheeps-
jager en kroeghouder, en behoorende tot een familie, in de
geschiedenis der crimineele processen welbekend. Hij was
het, die voor eenige jaren door zijn getuigenis tegen zijn
eigen vader, waardoor diens misdaad overtnigend bewezen
werd, deze het voor den president der regtbank liggend pen-
nemes deed opnemenwaarmee hij zich een diepe snee in
den hals toebragt, die echter niet den gewenschten dood ten
gevolge had. Zelf had hij reeds meermalen met de justitie
en het inwendige der gevangenis kennis gemaakt. De komst
van den Rijksdcurwaarder, die ten vorigen jare zijn voorspraak
geweest wasmaar hem thans niet meende te mogen ver-
schoonen, was hem gansch niet welkom. Na eenige woorden
wisseling, van de zijde des gedagvaarden met de noodige
vloekwoorden doorspekt, grijpt deze op eens terwijl de rijks
ambtenaarbij de tafel zittende, de pen in den inktpot doopt,
de tang, en geeft onder het sprekeu der woorden „daar,
bliksem" den niets vermoedende met den knop een zoo he-
vigen slag.tegen de linkerwang, dat het bloed straalsgewijs
neerstroomt en de tanden in den mond losraken. Een weinig
hooger toegebragt, verklaarde later de geneesheer, die het
verband legde, zou de slag doodelijk geweest zijn. Onder-
tusschen had de getrotFene nog zooveel bewustheid, dat hij
zich naar buiten kon begeven, waar hem door Staudeveld
zijn papieren met toebehooren nageworpen werden onder soort
gelijke verwenschingen als te voren. Hier kw&men eindelijk
een paar buurvrouwen toeloopen die in het oprapen van een
en ander, door den wind voortgejaagd behulpzaam waren.
In hare tegenwoordigheid vertoont zich andermaal Staudeveld met
den rotting van zijn slagtoffer, die hij op straat werpt, cn
terwijl de rijksambtenaar met zijn bebloed aangezigt hem
toevoegt: „heb ik dat aan u verdiend?" snnauwt deze
hem toe, hard genoeg, dat de vrouwen het kunnen hooren:
„kan ik het Ghelpendas doe vallen bist
Deze loos bedachte streek zal echter den delinquent wei
nig baten, want de zaak wordt vervolgd, en Staudeveld zal
wat te hopen isde welverdiende straf niet ontgaan.
Vrijdag jl. had te Ryssen een treffend ongeluk
plaats. De landbouwer E. J. Dennekamp keerde met
zijn wagen bespannen met twee paarden, van eene
begrafenis komende, naar zijne woning terug. Op kor
ten afstand van zijne woning geraakten de paarden
op hol, waardoor hij van den wagen viel, en ofschoon
nog zonder hulp te huis gekomen zakte hjj weldra
ineen en gaf den geest. De ongelukkige was een braaf
en oppassend man en slechts dertig jaren oud.
Donderdag 11. is op den spoortrein van Rozendaal
naar Antwerpen bevallen eene jonge dochter van 17
jaren, denkelijk uit Breda. Moeder en kind kwamen,
naar omstandigheden redelijk welvarend te Antwerpen
aan en werden in het godshuis opgenomen. Men vraagt
waar de aangifte dezer geboorte bij den burgerlijken
stand moet geschieden
Te Berny Rivière heeft eene verschrikkelijke ge-
gebeurtenis plaats gegrepen drie kindermoorden zijn
door de familie Duchemin gepleegd. De vader werd
toen hij overwacht hoorde, dat zijn medepligtigen ontdekt
waren, plotseling bijna geheel stom. De overblijfselen
van twee der vermoorde kinderen werden gevonden en
zijn bewaard, maar die van het derde kindje zijn door
den ouden Duchemin in het vuur geworpen, terwijl zijne
vrouw bezig was. het avondmaal te bereiden. De kinderen
hadden naauwelijks het levenslicht aanschouwd, of de
kuil was reeds gegraven die hun lijk moest ontvangen.
Herhaaldelijk had Duchemin. door zijne vrouw en
zonen geholpen, zijne dochter in hare bevallingen bij
gestaan; telkens nam hij dan het kindje weg en sneed
'thet hoofdje af, wierp het op den grond, en vertrapte
het ligchaampje, dat dan, volgens de eigen verklaring
van een der beschuldigden, »als een noot kraakte." Als
het schepseltje dan begraven was, vereenigde zich de
familie aan het kraambed en dronk brandewijn naar
hartelust.
In Brabarit bestaat het geloof datindien de zeep
op 'tgezicht van een zieke niet schuimen wil, de dood
nabij is. Onlangs werd de barbier te O. geroepen bij
een heer, die wat verkouden was, en daarom 'thuis
moest houden. De barbier, ijverig bezig aan 'tzeepen,
doet plotseling een vreeselijken kreet hooren. De huis-
genooten komen verschrikt toeloopen en vragen, wat er
te doen is. 't Verpletterend antwoord luidt, dat de zeep
niet schuimen wil. Mynheer's doodvonnis is geteekend.
Er ontstaat eene vreeselijke ontsteltenis. De doctor wordt
ontboden. De kinderen verdringen zich om den vader
die weldra den doodsnik zal geven. En de vader zelf
maakt zijne laatste beschikkingen en spreekt al van „als
ik er niet meer zijn zal" tot de vrouw des huizes komt
en ontdekt, dat men in de plaats van zeep, pommade
heeft gereed gezet, die wat bevroren was en door den
barbier voor zeep werd aangezien.
heeft n. 1. de schoolmeesters eene boete opgelegd van
drie guldenwanneer zij op de bepaalde uren niet
in de school zijn, des noods bij lijfsdwang te verhalen.
Rochefort is veroordeeld tot zes maanden gevan
genisstraf en 3000 franc boete; maar hij zal wel maken
dat hij in tijds uit de voeten is. De minister van
Justitie te Parijs is aangeraden, om niet meer te voet
naar zijn ministerie te gaan daar er booze plannen
tegen hem moeten bestaan. Het geschil van den
sultan met den onderkoning van Egypte is geheel
bijgespijkerd. De onderkoning zal zijne gepantserde
oorlogschepen en achterlaad-geweren aan den Sultan
afstaanmits tegen schadevergoeding. Dit kan dus
een mooi spaarpotje zijn, om de kosten te vergoeden
die gemaakt zijn voor de feesten bij het openen van
het Suez-kanaal. Troppmann heeft tot op de guil
lotine volgehouden dat hij medepligtigen heeft gehad,
en beet naar den beul. Toen Troppmanns hoofd ge
vallen wasstak de beul doodeenvoudig een sigaar
aan, en vertrok of er niets gebeurd was. Een zeker
ambachtsman te T. moest zooveel gezag zich niet aan
matigen want die wat bang iszoude wel bang van
hem worden dus
Moei u met geen anders zaken
Die u toch in 't geheel niet raken
Maar strekt uw geduchte magt
Op uw knecht uit, die nooit lacht.
Te Biggekerke wordt iemand aangeraden, zoo happig
niet te zijn om getuige te willen wezen in een proces,
dat toch maar weinig geeft. Eene nieuwsgierige
dame onder Baarland moest zoo dikwijls niet in den
donker naar het dorp loopen om een vrijer te zoeken
dien zij toch niet vinden kan en
Zij loopt met een likpot rond
Dikwijls in den avondstond;
Maar men ziet overal
Eens komt 't muisje in de val.
De dienstmeid in eene herberg te W. wordt aan
geraden, niet meer met iemand in het achterhuis te
gaan als de herberg vol met volk is, want dan is zjj
dóAr noodig
En toch met die slechte keus
Krijgt ze een bril nog op haar neus.
Eenè**jonge dochter te Grypskerke is zóó maldat
zö jongelui verzoektdie twee uren ver wonen om
haar in den donker gezelschap te houden; maar:
Meisje! wacht tot 'tschrikkeljaar
Vraagt er dan van zessen klaar
Want men weet hoe het dan gaat
Dat het dan niet leelijk staat
En dan weet de domste meid
Hoe men in den donker vrijdt.
XAex*liiiieiiws.
Gemengde berig-ten.
Het gemeente-bestuur van Wons is niet mak. Het
De heer E. C. Segerspredikant bij deWaalsche ge
meente te Groningen, heeft voor het beroep naar de
Nederduitsche hervormde gemeente te Vlissingen be
dankt.
Op het twaalftal van predikanten geformeerd door
den kerkeraad der Hervormde gemeente te Gouda, ter
voorziening in de bestaande vacaturekomt o. a. voor
Ds. Fortuijn Droogleeverpred. te Kerkwerve.
Iiig-ozondone Stukken.
De leden der Hervormde gemeente te Zierikzee heb
ben dezer dagen van de diakenen dier gemeente den
gewonen brief ontvangen, waarbij zij worden uitgenoo-
digd om by te dragen in de algemeene inschrijving
voor de armen.
Daarbij klagen de diakenen over den achteruitgang
hunner inkomsten en geven op dat in 1869 de op
brengst der kerkcollecten en die der algemeene inschrij
ving te zamen ƒ292,88'/j minder zijn geweest dan in
1868en ƒ363,49 minder dan in 1867.
Dat verschijnsel is zeker zeer betreurenswaardig; maar
is het vreemd?
Is het vreemd dat de kerk-collecten verminderen
als zoo velen, die vroeger getrouwe kerkbezoekers waren,
hun Joevlugtnaar elders moeten zoeken omdat zij
uit de kerk worden verdreven doordien zij daar, óf
gekrenkt en gekwetst worden in hunne godsdienstige
overtuigingóf nimmer bevrediging vinden voor de
behoeften van hun hart?
Is liet vreemddat bij velen de ergernis tot wrevel
wordt, en zij alle medewerking weigeren aan eene Diaco
nie, waarvan de leden, met miskenning van de regten
der minderheidzamenwerken met de overige leden
van het kiescollegie om niet alleen het beroepen te
weigeren van een leeraar, die aan de behoeften dier
minderheid zou voldoen, maar ook van elke kerkelijke
bediening zelfs van administratieven aard, ieder uit
sluiten die het gevoelen der minderheid deelt?
Moeten die feiten die by ieder bekend zijn niet
van invloed wezen op de inkomsten der Diaconie?
Willen Diakenen dus verbetering hunner fondsen
laten zij beginnen om het hunne te doentot her
stelling van het gepleegde onregt; want zeker is het,
dat bij zulk eene handeling, als hier door de meerder
heid op de minderheid wordt uitgeoefendeindelijk
ook het meest zachtzinnig gemoed tot wrevel wordt ge-
bragt. W.
rCijlcjet* op dagelyksch g^clxiecl. No. 1.
Door kiesstelsel verstaat men zekere staatsregeling,
waarby burgers in een Gemeenebest of onderdanen in
een Constitutioneel Koningrijknaar zekeren bij de
wet aangenomen maatstaf, hunnen vrijen wil op legale
wijze, omtrent de keuze der personen, uitbrengen, die
daarin staatsburgerlijke betrekkingen zullen bekleeden.
Een algemeen kiesstelsel voor al die burgers en on
derdanen is onraadzaam omdat de heffe des volks
welke niets te verliezen heeft, door hare overgroote
meerderheid van stemmendaarbij de hoofdrol zou
spelen. Een doelmatig gewijzigd kiesstelsel daarentegen,
met terzijdestelling van allen persoonlijken invloed
door vaderlandschen zin geschraagd en uitgeoefend,
kan niet anders dan tot welzijn van Vorst en Vader
land en bij gevolg ook tot hel bevorderen van aller
staathuishoudkundige belangen dienen. Maar hoe geraakt
men daartoe?