No. 2729. 26ste Jaarg. Dingsdatf I Feb1870. BEKENDMAKING. Nieuwstij dingen ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Besturen en Administratiën. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend dat de Commissie van beheer van het Kazernementsfonds rekening en verantwoording zal doen van haar beheer over het jaar 1868 en 1869op Zatur- dag den 12 February eerstkomende te één uur des na middags in een der lokalen van het Raadhuis dezer gemeente, en roepen alle geregtigden tot dat fonds op, daarbij tegenwoordig te zijn. Zierikzee den 29 Januarij 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, B. C. CAU De Secretaris J. P. N. ERMERINS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekenddat het IJkkantoor in deze gemeente behalve op de dagen voor den herijk door de Gedeputeerde Staten nader aan te wijzen, voortaan tweemaal 's weeks voor het publiek zal geopend zijnen wel des Donderdags en Zaturdag;s, van des voorraiddags neg-en tot des namiddags één uur. Zierikzee den 21 Januarij 1870. Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. Op het postkantoor te Zierikzee zijn over de eerste helft der maand Jan. onderstaande brieven bezorgd geadresseerd aan personen, wier namen ter plaatse van bestemming onbekend zijn, als: een aan van Aal te Brielle. J. van der Heide te Dordrecht. Lint te 's Hertogenbosch. A. Landman te Veere. Van het hulpkantoor Bromversliaven. een aan de Gebr. van 't Hooft te de Noord E. van Vlijmen te 's Hertogenbosch. Van Zonnemaire. een aan H. Nieroos te Zierikzee. rt Dezer dagen meldde zich een kind Aristide Peticol genaamd, met een vermagerd uiterlijk en armoedig ge kleed, bij het ministerie van openbaar onderwijs te Parijs aan, en vroeg den minister te spreken. Door de bedienden ondervraagd naar het doel van zijn bezoek, antwoordde hij met het treffende verhaal dat hier volgt: Zoon van een wijngaardenier uit het Jura-departement, die be hoeftig en met een zwaar gezin belast is, had dit kind, vol ijver voor het werk, ten vorige jare medegedongen om een beurs te verwerven aan het Lyceum van Lons- le-Saulnier. Hij had een uitmuntend examen gedaan maar de uitslag beantwoordde niet aan zijne verwachting, en slechts een halve beurs werd voor hem aangevraagd bij den prefekt van het departement. De jonge kandidaat kwam geheel ontstemd bij zijn vader terug; hij wist wel dat deze niet in de moge lijkheid was om in de kosten van zijn studiën te voor zien, zelfs niet gedeeltelijk. Eensklaps nam hij het inderdaad heldhaftig besluit, verliet op een goeden morgen het ouderlijke huis en ging naar Parijs met vijf-en-twintig franks voor zijn reis; wel van weinig geld voorzien, maar vast besloten om zelf van den minister de zoo zeer verlangde beurs te krijgen. Den volgenden brief had hij voor zijn vader achtergelaten„Waarde vader, heden morgen hebt gij mij gezegd dat gij met schulden beladen zijt en dat ik moest trachten zelf in de wereld vooruit te komen. Welnu, ik ga den weg daartoe inslaan, ik ga den minister van openbaar onderwijs bezoeken, of liever, ik ga naar het ministerie, binnen kort zal ik terug zyn. Doe geen moeite mij terug te vinden, want dit zou mij mijne schitterende toekomst doen missen. Ik maak de reis te voetik hoop nieuwjaarsdag te Parijs te zijn, en eenmaal daar gekomen kan ik er op rekenen te zijn in het bezit van de beurs, kweekeling aan de school voor de zeevaart, adspirant, enz. Wie zal mij niet alles toestaan, als men ziet dat ik op veertien-jarigen leeftijd honderd mijlen afleg om iets te verkrijgen waarvoor de andere kweekelingen hon derd mijlen zouden gaan om het mis te loopen (sic) dat wil zeggen, dat ik honderd mijlen ga loopen om (gratis) school te gaan, terwijl anderen honderd mijlen zouden afleggen om er niet heen te gaan. Ik heb vijf- en-twintig franks medegenomen die in de lade waren, en dat is niet te veel geloof ik. Betreur het verlies niet want weldra zult gij er schadeloos voor gesteld worden. Hetgeen ik u nog in het bijzonder aanbeveel is: geen pogingen te doen om my te vinden, want gij zoudt de eerste zijn om het u te berouwen." Zonder eenige hulpbronnen kwam hij te Parijs, en daar ging hij naar een hotel waar men hem wel wilde opnemen. Dadelijk werden over dit kind en over zijne familie dooi de prefektuur van policie inlichtingen ingewonnen, en (leze waren zoodanig, dat de prefekt meende den jongen Peticol persoonlijk in de welwillendheid van den minister te moeten aanbevelen. Toen meldde het kind zich bij het ministerie aan wel niet zonder ontroering in de stem, maar zonder vrees in het gemoed. De heer Segris, bijzonder getroffen door zulk een zeldzame volharding en moed bij een kind van veertien jaren, verkreeg zonder moeite eene geheele beurs voor den jongen Peticol, wiens vreugde onuitsprekelijk was. Trotsch op zijn wel slagen vertrok hij, en zoo spoedig mogelijk keerde hij naar het ouderlijke huis terug om vergiffenis te vragen, naamver men niet met hem zou loven en bieden. .utisdilrmb. ■u Onlangs ontving een Berlijnsch bankier een brief van een confrater te Parijswaarin deze berichttedat zijn kassier met achterlating van een aanmerkelyk deficit in de kas weggeloopen was en zich thans in een zeker hotel te Berlijn moest ophouden. Om den wil zijner familie wilde hij van alle vervolging afzien, en verzocht hij integendeel aan zijn confraterhet jonge mensch bij zich te laten komen, hem zijn misstap onder 't oog te brengen en vervolgens op rekening van de Parijsche firma 30,000 franc uit te betalen onder beding van zich met die som zoo spoedig mo gelijk naar Amerika te begeven. De bankier zond iemand naar het bewuste hotel; en werkelyk logeerde daar een jonkman die de be doelde persoon kon. zijn. Hij liet hem komensloot zich met hem op in zijn kabinet en deelde hem mede, dat hij bekend was met zijn te Parijs gepleegd mis drijf. De jongeling viel hem te voet en beleed met heete tranen van berouw zijne schuld. Hierop ging de bankier naar zijn schrijfbureau, haalde 30,000 franc te voorschijn en stelde hem die ter handmet eene ernstige vermaning en op de voorwaarde door den Parijschen patroon aangeduid. Verrukt van blijdschap, met de schoonste beloften en met de hartelijkste dank betuigingen aan het adres „van zijn vaderlijken vriend te Parijs" verliet de gelukkige den bankier die ter stond aan zyn confrater schreef, dat hij den hem opgedragen last met het beste gevolg had volbracht. Hoe groot waren echter zijne verbazing en zyn ver driettoen hij ten antwoord ontving, dat men te Parijs niets van een weggeloopen kassier wist, en hij het slachtoffer was geworden van eene schandelyke opligterijDe slimme bedrieger was intusschen spoor loos verdwenen. In de nabijheid van Dunwald is 24 Jan. eene buskruidfa.briek in brand geraakt en in de lucht ge sprongen. Men onderstelt dat 15 personen daarbij het leven hebben verloren. De geduchte knal heeft op een afstand van vele uren den grond doen schuddendit was o. a. te Keulen het geval van en Dunwald ligt nabij Mulheim. De Augsburger Allgem.ei.ne Zeilung meldt per telegraaf uit Rome, dd. 25 Januari«Bisschop Stross- mayer hield eene redevoering welke anderhalf uur duurde, tegen de centralisatie der kerk, en stelde voor eene periodieke samenkomst van provinciale gedele geerden. De redevoering baarde in Rome groot opzien." Zutplion27 Jan. Eene dienstmaagd die bij een partikulier, op een kwartier uurs afstand van deze stad diendehad zich herhaalde malen beroemd nergens bang voor te zijn. Een paar personen wilden haar op de proef stellen en een hunner verborg zich de vorige week achter een boschje, met «en wit kleed over het lijf. Toen de meid, die om een boodschap uit was geweest, het boschje voorbij kwam, zag zij eene witte gedaante op haar toeschieten. Zij ontstelde hevigkreeg naar men zegt een bloedspuwing en is eergisteren overleden. Goes, 27 Jan. Heden heeft zich in deze gemeente eene plaatselijke commissie geconstitueerd voor de „In ternationale tentoonstelling voor den werkman, te openen te Londen 7 July 1870," tevens voor een «Nationalen wedstrijd tusschen werklieden in de verschillende vakken van Nijverheid en Kunst, met tentoonstelling van in- gezondeu voorwerpen te houden te 's Gravenhage in 1871." De commissie bestaat uit de heeren A. Kakebeeke, voorzitter; J. Soutendam en H. G. Hartman Jz., secretaris. Zierikzee31 Jannarij. Een onzer correspondenten in liet 5de schooldistrict van Zeeland meldt ons, dat het berigt aangaaude de feestvie ring van het 50jarig bestaan der onderwijzersgenootschappen aldaar, waarvan sprake was in ons No. van 25 Jan. II., op zijn zachtst genomen zeer voorbarig kan genoemd worden. - De quEestor der klassis van IJzendijke heeft over het jaar 1869 ontvangen: voor het fonds voor noodlijdende ker ken en personen ƒ305.en voor het fonds tot verbetering der schraalste predikantstracteraenten ƒ30.69 terwijl voor het fonds, ter voorziening in de geestelijke behoeften y67.55'/2 door hem werd ontvangen. Als voorbeeldelooze waakzaamheid kan worden medegedeeld dat de vorige week uit de hoofdwacht aan het Stadhuis te Rotterdam twee geweren zyn ge stolen terwyl de schildwacht op post stond. Naar de N. JR. Ct. verneemt is den stationchef bij de staatsspoorwegen te Tilburg eene boete opgelegd van ƒ1200, omdat hij tijdens den jongsten storm zou verzuimd hebben de hier op de rails staande wagens vast te zetten, door welk verzuim, zooals men zich zal herinneren, die wagens naar Boxtel zijn gereden. De stationchef zal thans zijn ontslag bij de maatschappij indienen. In de koninklijke wapenfabriek van den heer P. S. Stevens te Maastricht, is een nieuw achtcrlaadgeweer vervaardigd dat in drie tempo's geladen wordt en waarmede men dertig schoten in eene minuut kan doen. De beste soorten der tot nu toe bekende geweren wor den in 4 tempo's geladen en kunnen hoogstens 15 keeren in eene minuut gelost worden. Gelukkig menschdom! In de Leeuwarder Courant van 25 Januarij jl. komt het volgende ingezonden stukje voor Aan belangstellenden in het lager onderwijs en aan hen die voor en tegen van den Utrechtschen school bond verlangen te kennen, meen ik ter lecture te mogen aanbevelen eene dezer dagen bij den boekhan delaar Nijgh te Rotterdam verschenen brochure van den heer O. Verhagenlid van de Provinciale Staten van Zeeland te Goes, (verkrijgbaar bij den heer L. Scliierbeekte Leeuwarden.) De schrijver behandelt daarin de vraag of eene vereenigiug enkel en alleen tegen schoolverzuim voor het volks-onderwijs voldoende is en beantwoordt die vrallg ontkennend. Hij beveelt een programma van een bond aan in een meer ruimen en mild en geest en wil: (onder meer) a. Verbetering van de jaarwedden der onderwijzers, b. Verbetering van het onderwijsde schoobocalen enz. Men leze en oordeele. Dit is zeker, dat een bond, enkel tegen schoolver zuim voor de volksschool geene verbetering aanbrengt, en dat, zoo men de kwaal (schoolverzuim) wil ge nezen er veel meer moet plaats vinden dan het ter school brengen der kinders. Goed werk eischt1.° goed loon, 2.° goede gereed schappen en zoo lang die zaken niet goed zijn helpt al het aanbrengen van herstel niet alléén zeer weinig maar wordt de kwaal nog pijnlijker. Hoewel nog lid van den Utrechtschen bond, bevalt het programma van den heer Verhagen mij beter, om dat de hoofdzaak het volks-onrienrfi.swordt voorop gesteld. (get.) F. H. van BEIJMA THOE KINGMA, Heeren veen, Schoolopziener. 23 Januarij 1870. De Levant Herald meldtdat de ouderkoning vau Egygte aan zyne onderdanen een buitengewone belas ting van 15 piasters per feddan opgelegd heeft en voor nemens is een gedwongen leening van 15 milioen lire uit te schryven, een en ander tot dekking van de uit gaven der jongst gegeven feesten. De deurwaarder van 'a Rijks belastingen te Sappemeer begaf zich dezer dagen naar het naburige Muntendam, voor zien van een dwangbevel tegen zekeren aldaar woonachtigen Vos, inden wandel genaamd Slaudeveld van beroep scheeps- jager en kroeghouder, en behoorende tot een familie, in de geschiedenis der crimineele processen welbekend. Hij was het, die voor eenige jaren door zijn getuigenis tegen zijn eigen vader, waardoor diens misdaad overtnigend bewezen werd, deze het voor den president der regtbank liggend pen- nemes deed opnemenwaarmee hij zich een diepe snee in den hals toebragt, die echter niet den gewenschten dood ten gevolge had. Zelf had hij reeds meermalen met de justitie en het inwendige der gevangenis kennis gemaakt. De komst van den Rijksdcurwaarder, die ten vorigen jare zijn voorspraak geweest wasmaar hem thans niet meende te mogen ver- schoonen, was hem gansch niet welkom. Na eenige woorden wisseling, van de zijde des gedagvaarden met de noodige vloekwoorden doorspekt, grijpt deze op eens terwijl de rijks ambtenaarbij de tafel zittende, de pen in den inktpot doopt, de tang, en geeft onder het sprekeu der woorden „daar, bliksem" den niets vermoedende met den knop een zoo he- vigen slag.tegen de linkerwang, dat het bloed straalsgewijs neerstroomt en de tanden in den mond losraken. Een weinig hooger toegebragt, verklaarde later de geneesheer, die het verband legde, zou de slag doodelijk geweest zijn. Onder- tusschen had de getrotFene nog zooveel bewustheid, dat hij zich naar buiten kon begeven, waar hem door Staudeveld zijn papieren met toebehooren nageworpen werden onder soort gelijke verwenschingen als te voren. Hier kw&men eindelijk een paar buurvrouwen toeloopen die in het oprapen van een en ander, door den wind voortgejaagd behulpzaam waren. In hare tegenwoordigheid vertoont zich andermaal Staudeveld met den rotting van zijn slagtoffer, die hij op straat werpt, cn terwijl de rijksambtenaar met zijn bebloed aangezigt hem toevoegt: „heb ik dat aan u verdiend?" snnauwt deze hem toe, hard genoeg, dat de vrouwen het kunnen hooren: „kan ik het Ghelpendas doe vallen bist Deze loos bedachte streek zal echter den delinquent wei nig baten, want de zaak wordt vervolgd, en Staudeveld zal wat te hopen isde welverdiende straf niet ontgaan. Vrijdag jl. had te Ryssen een treffend ongeluk plaats. De landbouwer E. J. Dennekamp keerde met zijn wagen bespannen met twee paarden, van eene begrafenis komende, naar zijne woning terug. Op kor ten afstand van zijne woning geraakten de paarden op hol, waardoor hij van den wagen viel, en ofschoon nog zonder hulp te huis gekomen zakte hjj weldra ineen en gaf den geest. De ongelukkige was een braaf en oppassend man en slechts dertig jaren oud. Donderdag 11. is op den spoortrein van Rozendaal naar Antwerpen bevallen eene jonge dochter van 17 jaren, denkelijk uit Breda. Moeder en kind kwamen, naar omstandigheden redelijk welvarend te Antwerpen aan en werden in het godshuis opgenomen. Men vraagt waar de aangifte dezer geboorte bij den burgerlijken stand moet geschieden Te Berny Rivière heeft eene verschrikkelijke ge- gebeurtenis plaats gegrepen drie kindermoorden zijn door de familie Duchemin gepleegd. De vader werd toen hij overwacht hoorde, dat zijn medepligtigen ontdekt waren, plotseling bijna geheel stom. De overblijfselen van twee der vermoorde kinderen werden gevonden en zijn bewaard, maar die van het derde kindje zijn door den ouden Duchemin in het vuur geworpen, terwijl zijne vrouw bezig was. het avondmaal te bereiden. De kinderen hadden naauwelijks het levenslicht aanschouwd, of de kuil was reeds gegraven die hun lijk moest ontvangen. Herhaaldelijk had Duchemin. door zijne vrouw en zonen geholpen, zijne dochter in hare bevallingen bij gestaan; telkens nam hij dan het kindje weg en sneed 'thet hoofdje af, wierp het op den grond, en vertrapte het ligchaampje, dat dan, volgens de eigen verklaring van een der beschuldigden, »als een noot kraakte." Als het schepseltje dan begraven was, vereenigde zich de familie aan het kraambed en dronk brandewijn naar hartelust. In Brabarit bestaat het geloof datindien de zeep op 'tgezicht van een zieke niet schuimen wil, de dood nabij is. Onlangs werd de barbier te O. geroepen bij een heer, die wat verkouden was, en daarom 'thuis moest houden. De barbier, ijverig bezig aan 'tzeepen, doet plotseling een vreeselijken kreet hooren. De huis- genooten komen verschrikt toeloopen en vragen, wat er te doen is. 't Verpletterend antwoord luidt, dat de zeep niet schuimen wil. Mynheer's doodvonnis is geteekend. Er ontstaat eene vreeselijke ontsteltenis. De doctor wordt ontboden. De kinderen verdringen zich om den vader die weldra den doodsnik zal geven. En de vader zelf maakt zijne laatste beschikkingen en spreekt al van „als ik er niet meer zijn zal" tot de vrouw des huizes komt en ontdekt, dat men in de plaats van zeep, pommade heeft gereed gezet, die wat bevroren was en door den barbier voor zeep werd aangezien. heeft n. 1. de schoolmeesters eene boete opgelegd van drie guldenwanneer zij op de bepaalde uren niet in de school zijn, des noods bij lijfsdwang te verhalen. Rochefort is veroordeeld tot zes maanden gevan genisstraf en 3000 franc boete; maar hij zal wel maken dat hij in tijds uit de voeten is. De minister van Justitie te Parijs is aangeraden, om niet meer te voet naar zijn ministerie te gaan daar er booze plannen tegen hem moeten bestaan. Het geschil van den sultan met den onderkoning van Egypte is geheel bijgespijkerd. De onderkoning zal zijne gepantserde oorlogschepen en achterlaad-geweren aan den Sultan afstaanmits tegen schadevergoeding. Dit kan dus een mooi spaarpotje zijn, om de kosten te vergoeden die gemaakt zijn voor de feesten bij het openen van het Suez-kanaal. Troppmann heeft tot op de guil lotine volgehouden dat hij medepligtigen heeft gehad, en beet naar den beul. Toen Troppmanns hoofd ge vallen wasstak de beul doodeenvoudig een sigaar aan, en vertrok of er niets gebeurd was. Een zeker ambachtsman te T. moest zooveel gezag zich niet aan matigen want die wat bang iszoude wel bang van hem worden dus Moei u met geen anders zaken Die u toch in 't geheel niet raken Maar strekt uw geduchte magt Op uw knecht uit, die nooit lacht. Te Biggekerke wordt iemand aangeraden, zoo happig niet te zijn om getuige te willen wezen in een proces, dat toch maar weinig geeft. Eene nieuwsgierige dame onder Baarland moest zoo dikwijls niet in den donker naar het dorp loopen om een vrijer te zoeken dien zij toch niet vinden kan en Zij loopt met een likpot rond Dikwijls in den avondstond; Maar men ziet overal Eens komt 't muisje in de val. De dienstmeid in eene herberg te W. wordt aan geraden, niet meer met iemand in het achterhuis te gaan als de herberg vol met volk is, want dan is zjj dóAr noodig En toch met die slechte keus Krijgt ze een bril nog op haar neus. Eenè**jonge dochter te Grypskerke is zóó maldat zö jongelui verzoektdie twee uren ver wonen om haar in den donker gezelschap te houden; maar: Meisje! wacht tot 'tschrikkeljaar Vraagt er dan van zessen klaar Want men weet hoe het dan gaat Dat het dan niet leelijk staat En dan weet de domste meid Hoe men in den donker vrijdt. XAex*liiiieiiws. Gemengde berig-ten. Het gemeente-bestuur van Wons is niet mak. Het De heer E. C. Segerspredikant bij deWaalsche ge meente te Groningen, heeft voor het beroep naar de Nederduitsche hervormde gemeente te Vlissingen be dankt. Op het twaalftal van predikanten geformeerd door den kerkeraad der Hervormde gemeente te Gouda, ter voorziening in de bestaande vacaturekomt o. a. voor Ds. Fortuijn Droogleeverpred. te Kerkwerve. Iiig-ozondone Stukken. De leden der Hervormde gemeente te Zierikzee heb ben dezer dagen van de diakenen dier gemeente den gewonen brief ontvangen, waarbij zij worden uitgenoo- digd om by te dragen in de algemeene inschrijving voor de armen. Daarbij klagen de diakenen over den achteruitgang hunner inkomsten en geven op dat in 1869 de op brengst der kerkcollecten en die der algemeene inschrij ving te zamen ƒ292,88'/j minder zijn geweest dan in 1868en ƒ363,49 minder dan in 1867. Dat verschijnsel is zeker zeer betreurenswaardig; maar is het vreemd? Is het vreemd dat de kerk-collecten verminderen als zoo velen, die vroeger getrouwe kerkbezoekers waren, hun Joevlugtnaar elders moeten zoeken omdat zij uit de kerk worden verdreven doordien zij daar, óf gekrenkt en gekwetst worden in hunne godsdienstige overtuigingóf nimmer bevrediging vinden voor de behoeften van hun hart? Is liet vreemddat bij velen de ergernis tot wrevel wordt, en zij alle medewerking weigeren aan eene Diaco nie, waarvan de leden, met miskenning van de regten der minderheidzamenwerken met de overige leden van het kiescollegie om niet alleen het beroepen te weigeren van een leeraar, die aan de behoeften dier minderheid zou voldoen, maar ook van elke kerkelijke bediening zelfs van administratieven aard, ieder uit sluiten die het gevoelen der minderheid deelt? Moeten die feiten die by ieder bekend zijn niet van invloed wezen op de inkomsten der Diaconie? Willen Diakenen dus verbetering hunner fondsen laten zij beginnen om het hunne te doentot her stelling van het gepleegde onregt; want zeker is het, dat bij zulk eene handeling, als hier door de meerder heid op de minderheid wordt uitgeoefendeindelijk ook het meest zachtzinnig gemoed tot wrevel wordt ge- bragt. W. rCijlcjet* op dagelyksch g^clxiecl. No. 1. Door kiesstelsel verstaat men zekere staatsregeling, waarby burgers in een Gemeenebest of onderdanen in een Constitutioneel Koningrijknaar zekeren bij de wet aangenomen maatstaf, hunnen vrijen wil op legale wijze, omtrent de keuze der personen, uitbrengen, die daarin staatsburgerlijke betrekkingen zullen bekleeden. Een algemeen kiesstelsel voor al die burgers en on derdanen is onraadzaam omdat de heffe des volks welke niets te verliezen heeft, door hare overgroote meerderheid van stemmendaarbij de hoofdrol zou spelen. Een doelmatig gewijzigd kiesstelsel daarentegen, met terzijdestelling van allen persoonlijken invloed door vaderlandschen zin geschraagd en uitgeoefend, kan niet anders dan tot welzijn van Vorst en Vader land en bij gevolg ook tot hel bevorderen van aller staathuishoudkundige belangen dienen. Maar hoe geraakt men daartoe?

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1870 | | pagina 1