1 m ALMANAKKEN Vo. Verscheidenheden. Het Budget van oorlog. Eene Vraag. VERÜOOPU80 Maillca Uit de hand te koop: Uit de hand te koop: MEN VRAAGT DERDE MEID, 1 8 S 5, LOTERIJ-SPEL, Ov< Heeft het aan soldaten en kanonnen ontbroken toen men ?ich or> al de grenzen te gelijk moest verdedigen? Heeft Fiankrijk, toen het werd aan gevallen -niet aanhoudend uit zijnen boezem ge- aoegbataillons getrokken om er de wereld mede Ie bedekken? Hoe zoude het thans te kort kunnen schieten voor zijne hondgenooten? Hel is de eerste geweest om den alarmkreet in Europa te doen hoerende eerste om de onafhankelijkheid van allen onder zijne hoede te nemen, welke in de regten van een enkelen werd bedreigd; het moet 'lus het meest van allen verlangen de gemeen schappelijke zegepraal voort te zetten. Veertig jaren geleden is een groote misslag door Europa bedreven ten nadeele van Frankrijk ten voordeele van Rusland. Deze misslag heeft be treurenswaardige vruchten gedragen. Men heeft Rusland zoo in grootheid doen toenemen, dat er thans eene coalitie noodig is om het te beteugelen. De ondervinding geeft thans aan Frankrijk lot bondgenooten allen die het vroeger tot tegenstanders had; laten wij daarvan gebruik maken om door overwinningen de herinnering aan het verleden? uit te wisschenen om den vroegere» smaad af lp wasschendoor eene groote zaak te schragen. Wanneer onze adelaars het vasteland zullen door- trëkWv., *al niemand hen meer kunnen beschul digen de verevering der wereld te willen, doch wie zal ons kunren verwijten, dat wij, terwijl wij «Ie vrijheid van allen zullen verdedigen, de zoo zeer gewachte wederwraak van 1812 najagen? «Aangezien Rusland de onvoorzigligheid heeft begaan om dezen strijd Ie doen ontstaan, welken wij niet hebben gezocht, en om ons tot den strijd uit Ie dagen, laten wij den handschoen opnemen, welke ons is toegeworpen, en toonen dat dit land niet vergeten heeft. Onder ons zijn nog vele mannen wier bloed sneller vliet en wier hart trilt hij de herinnering van 1812; en ons geheele geslacht heeft van zijne vaderen vernomen welke schrikkelijke rekening het Ie vereffenen had met den Moskoviet en den Kozak. Laten wij den hemel danken dat hij den dag der boete heeft doen komen, en laten wij niet op het appél ontbreken, aangezien Europa ons daartoe uitnoodigt. «Rusland wil de prooi nog niet laten varen, welke het bemagtigd heeft; het rekent op het ijs cn de sneeuw, welke hetzelve iedere zes maanden 'te hulp komen het rekent op den schrik, welken zijn naam eenige zwakke Staten, eenige vreesachtige Vorsten inboezemt; het beroemt er zich op Kroonsladt aan onze slagen te hebben ontrokken en Sebastopol le verledigen tegen de dapperste soldaten van Frank- ^*\jk en Engeland. Het vermeniglvuldigt de-wapenen, ie ligtingen; het bereidt tegen de lente eene ver dubbeling van krachten. Het Engel-che volk heeft p zijne beurt verklaard, dat het voor geen offer jOU terugdeinzen om den strijd vol te houden; frankrijk kan bij zijnen bondgenoot niet achterblijven. t «Hoe meer de oorlog zich zal uitbreiden, des if kwistiger zal Frankrijk zich betoonen jegens de «legering, welke belast is met het verdedigen der Rationale eer; en naar gelang het tooneel der vij andelijkheden grootor wordt, zal het legioenen ^oortbrengen om in alle behoeften van den strijd voorzien. Wanneer men in de Oostzee weder jioet aanvangen wat thans in de Zwarte Zee ge schiedt, zal het noch aan manschappen noch aan .•chepen ontbreken. Zoo lang Rusland zijne eerzucht et zal hebben laten varen, zoo lang het zich niet •aan de voorwaarden zal hebben onderworpen, welke de veiligheid van Europa vordert, zal do vrede hetzelve niet worden toegestaan, want] eenejNatie gelijk Frankrijk trekt het zwaard niet te vergeefs." GEMENGDE BE IW GTEN De Eerste Kamer zit nog al te h arklo mover het geen de Tweede heeft verrigt. H^t prinsje van Öcanje heeft het kersfeest gevierd hij papa, en zeer stichtelijk. Naar men zegt, zal Leopold een leger Duitschers aanvoeren naar de Krim, en •40,000 Belgen leveren om een handje te helpen in het Oosten. De Keizer van Oostenrijk wil het Kruis niet meer dragen, dat zijn vriend Klaas •an hem gehangen heeft. Eenige dames te Toulouse, zullen de strijders in de Krim van sokken voorzien. De barikade-helden van Breda zijn naar papa en mama gestuurd, om wat ge temd te worden, tegen zij op moeten rukken tegen de Russen of Je Franschen. Jufvrouw Klaar in de korte pannekoekstraat te Rotterdam, beleend nu pandjes a 30 ct.p. gulden in de week, en de polieie heeft een man bekeurd, om dat hij geen 14. dagen vooruit gewaarschuwd had, dat hij ging verhuizen. Aldaar loopen dienders des avonds in vrouwen kleederen, om op de dieven te passen, daar er zoo schrikkelijk gestolen wordt. Roos en Belje ilit de Zandstraat hebben handgemeen geweest met een Amsterdamsche jood, die gelukkig door de polieie is ontzet geworden. Aldaar is het schuren - der straten verboden tot groote blijdschap der meiden en tot spijt der bezemmakers. Mooi Antje van de Vlasmarkt is nu verhuisd naar de Zandstraat ^en verzoekt de gunst. Aldaar zullen de domine's, op twee na, met Nieuwejaar hun steek voor goed afleggen. Pastoor Poulus te Rotterdam zal, zoo men zegt. van ambacht veranderen. Ook te Amsterdam zijn 4 pastoors tot de Protestansche gemeente overgegaan. Op de Luizemarkt te Rotterdam komt de gewezene Kapelaan uit Schie dam Donderdags avonds geregeld dienst doen voor eene groote schare. - Een hoer aldaar is zijne zakken gerold en de deur uitgesmeten, zonder dat de polieie, noch Walrave en zijne vrouw weten wie het gedaan heeft. Te Overzande heeft een jongen in de kerk, in tegenwoordigheid van twee dames uit Middelburg, zoo tol spot gezeten, dat het de gansche gemeente verveelde. Dit meer doende, zal hij bij name worden genoemd. Te G. is aan de R. pastorij een paardenstal gebouwd uit bij eengebragte gelden voor de gemeente. Zoo heeft de pastoor een ruim stal, en det leden eene he— krornpene kerk. Aldaar zal vertoond worden: de kerkmeester, of de ontvangst der zitplaatsen. Te Aardenburg weet men niet wie er knapper is, een smid of zijn knecht. Een Kieviet te Seherpenisse is bijna gepikt geworden, door een Graaf, maar de kooi was digt. De begrooting van oorlog is aangenomen door dezelfde meerderheid, die de begroeting van ma rine verworpen heeft,hoezeer er, naar ons ge voelen, gansch andere en meerdere redenen he stonden tegen de eerste-,,d.an^tegen de laatste. Wij rekenen de aan neming*-Van het Budget van orrlog op den te^enwoordigvn hvoet een hoogst oneelukkig antecedent. Niet, dat wij bij den tegenwoordigen gespannen staat van zaken in Europa onvporwaardetijk eenige uitbreiding van onze middelen van verdediging zouden willen afkeuren of betwisten, dat er aan leiding bestaat om ons zoodanig voor te bereiden, dat wij, in tijd van nood, spoedig gereed kunnen zijn; inaar wij meenen, dat de wijze, waarop thans weder verhoogde middelen tot een buiten sporig bedrag zijn aangevraagd om het leger duur- zaam te vergrooten en in een normalen toestand te brengen, die ons jaarlijks veel meer, dan 12 millioeneu kosten moet, ook bij den diepsten vrede, op eens al de schoone uitkomsten vefwoest, die wij met zoo veel inspanning verkregen hebben. De minister heeft het erkend, en het blijkt trouwens uit de feiten, dat de tegenwoordige be grooting slechts een overgang is tot een normaal budget van meer, dan 12 millioen, dat is, «aan merkelijk hooger, dan in de jaren 1845 tot 1847 gevorderd werd. Hot onstuimige jaar 1848, dat tot buitengewone maatregelen aanleiding gaf, builen rekening latende, zoo hebben de volgende dienst jaren, met name 1850 tot en met 1853, geene hoogere raming gekend, dan 10 millioenen en 4 ton, op welk bedrag nog aanmerkelijk werd be spaard. zoodat gemiddeld het leger geacht kon worden iets meer of minder, dan 10 millioen werkelijk te hebben gekost. In 1852 verklaarde nog de tegenwoordige minister, tot dien prijs een zeer goed leger te kunnen onderhouden, volledig ingerigt, om als een kern voo«.:de verdediging van ons land te kunnen dienen; dobh thans organiseert diezelfde minister het leger op een bIijvenden en normalen voet, die ruim 2 millioen meer moet kosten. Het is waar, dat hij'voor dit jaar slechts anderhalf millioen meer aanvraagt, maar zeer zeker komt er nog eene supjdeloire begrooting van eenige tonnen gouds, vermits bij deze begrootir.g niet gerekend is op het in dienst houden van de mi liciens gedurende '12 maanden dat alleen zes tonnen kost, noch op de meerdere duurte der levensmiddelen, noch op het kamperen van troepen of andere groote oefeningen, noch zelfs op het aanvullen der opengebleven plaatsen bij de kaders. Als de minister zegt, dat zijne organisatie omstreeks 12 millioen moet kosten, dan verkleint hij de zaak. Stellig moet dat bedrag met eenige tonnen gouds overschreden worden, en zonder eenige over drijving kan men aannemen, dat voortaan het leger op voet van vrede minstens 2 millioen meer zal vorderen, dan gedurende de jaren 185053. Hoeveel reden hebben wij niet, ons te verheugen over do April-beweging! Met inspanning van alle krachten is één millioen rente bespaard, maar om toch de goede Nederlanders niet al le weelderig te maken, haast men zich, duurzaam twee millioen meer uit te geven! Een afgevaardigde heeft het zeer karakteristiek uitgedrukt. Het is, of wij Nederlanders geene gunstige flnanliële omstandigheden verdragen kun nen. Inderdaad, het gaat ons als dien verkwister, die, zoodra hij geld op zak heeft, de gansche wereld te rijk is en zonder zich urn den dag van morgen te bekommeren, zich haast, zijn ge- waanden overvloed kwijt te worden. Men haspelt en kibbelt, om met den grooten van Lennep te spreken, over eenige tonnen meer of minder, zoodra er sprake is van afschaffing j| van lasten, maar men is brooddronken met mil lioenen, zoodra er sprake is van het doen van uitgaven. Van Lennep, wien de begrooting te laag was, en die het beneden zich rekent, te haspelen over eenige centen meer of minder voor een pond roggebrood of eenige stuivers voor een ton turf, heeft natuurlijk grootmoediglijk de millioenen voor oorlog goedgekeurd. Toch weet men aan dio schromelijke uitgaaf een glimp te geven, die welligt hij onnadenkende» een zekeren indruk mnaKt. Men wijst op den oorlogstoestand van Europa en vraagt dan.* moeten wij weerloos blijven; moeten wij de veiligheid en waardigheid des lands in de waagschaal stellen? Maar vooreerst behoorde men aan te tonnen iveils gevaar ons dan toch bedreigt, van welke zijde ons dat aangrijnst. Een dadelijk, een on - middellijk gevaar, dat ons tot onverwijlde krijgs toerustingen moet nopen, bestaat nergens. Zoo lang de groote mogendheden de handen zoo vol hebben en de tegenwoordige politieke verhouding van Europa voortduurt, hebben wij niet de minste vrees te koesteren. Wij geven evenwel toe, dat men niet weten kan welke de gevolgen van die worsteling kunnen zijn; welke wijziging de politieke gesteldheid van Europa kan ondergaan bij du nederlaag van de eene en de zegepraal der andere partij. Wij erkennen dus, dat er in dezen tijd van spanning aanleiding kan bestaan, om bij tijds daarop be dacht te zijn, dat wij in tijd van nood weitoe- gerust kunnen verschijnen. Die bedachtzaamheid moest ons tot drie groote maatregelen aansporen, die juist alle drie worden verzuimd. Het is waar, dat geene van drie geld kosten. Vooreerst, is het onverantwoordelijkdat men in dezen tijd van rust niet de wet op de nati onale militie heeft voltooid, welke de grondwet gebiedt. Wat toch, is het gevolg? Behalve andere gebreken, aan de bestaande wet eigen, kan men thans slechts beschikken over 4 ligtingen. Eene eenvoudige wetsbepaling, in overeenstemming met de Grondwet, geeft ons terstond de beschikking over 5 ligtingen, en kan ons die over zes en meer geven. Met dezen eenen maatregel ware het leger meer versterkt, dan met de millioenen, door de Regering verkwist. Ten tweede, is het onvera ntwoordelijk. dat men zich den gegeven tijd niet ten nutte maakt, om eene goede wet op de schutterijen te leveren, welke dezen hoofdsteun onzer verdediging op zoodanigen voet organiseert, dat wij daarop, in tijd van nood, rekenen kunnen. Bestaat er vrees voor een even- tuëlen oorlog, men make dan gebruik van den gcgURden tijd, om zich zoodanig in te rigten, dat men op het oogenblik des gevaars alle krachten des lands ter zijner beschikking heeft. Wij achten het buiten twijfel, dat eene goede organisatie der schutterijen onze verdedigingsmiddelen oneindig meer zal verstejken, dan eene, altoos betrekkelijk ge ringe, uitbreiding van het leger. Maar voor die organisatie der schutterijen is tijd noodig, thans heeft men nog dien tijd maar Iaat dien verlo ren gaan. In de derde plaats, zorge men voor eene krach tige schatkist, niet alleen door ze gevuld te hou den, maar door de middelen te scheppen, om ze spoedig en zeker te kunnen vullen. Men spare de finantiele krachten der natie, bedenkende, dat geld de zenuw is van den oorlog. Die den laat- sten daalder in den zak heelt, zeide Frederik de Groote, behoudt ten slotte het slagveld. En dat is volkomen waar; dubbel waar in onzen tijd, nu de strijd minder met menschenkrachten, dan met verfijnde oorlogsmiddelen wordt gevoerd. De groote mogendheden van Europa zijn bezig hunne linantiën in den oorlog uit te pul ten: een klein volk, maar met ruime finantiele krachten, zou geen te verachten vijand zijn, wanneer voor hen de lijd der uitpuiling is aangebroken. De laatste daalder is een geheel leger waard. Vraagt men ons, wat de bedachtzaamheid vordert in dezen gespannen lijd? wij zeggen; laten wij ons voorbereiden en ons versterken. Ons versterken, doof onze militie en schutterijen zóó te organi seren, dat wij over alle krachten op een gegeven oogenblik beschikken kunnen, ons versterken, door onze finantiele krachten te sparen, opdat wij, in tijd van nood, ook de middelen hebben, om onze strijdkrachten aan te wenden. Maar de regering doet geen van drie. Juist het tegendeel. Zij laat militie en schutterij ge- desonganiseerd en sloopt middelerwijl onze finantiën. (IJsselb.) ADVERTENTIES. I1T3BS02.TD31T33 STtTZZElT. Zoude het niet goed zijn, dat de Regering der stad Oxslburg, op de e. k. vergadering van 't Nut van 't Al gemeen, de Regering van IJzeudijke verzocht te komen hoor en. tot het doen eener voorlezing, en zij de bijdrage willen leveren, om le onderzoeken of keilt, catechisatie, school en markt, tot instellingen van nut voor het Alge meen behooren, en ïqo ja. waarom dan de paden, die derwaarts leiden, en nu niet droog zonder laarzen, door -slijk cn water te doorwaden zijn voor hen, die doze nuttige instellingen van kerkdienst, catechisatie, school cn markt willen en moeten bezoeken, niet gaaubaar gemaakt? of b boorc/j de buitenlieden niet tot het Algemeen, of betalen ze niet ruimschoots ia de omslagen, of zijn de binnenbeden alleen menschen, die liet genot des aangena mer» levens behoort, en daarom voor hun alleen «jaar moet betaald en gezorgd worden Een vriend van regt en billijkheden. De Notaris Mr. C. van der LEK w CLKRCQ zal, ten verzoeke van zijn prin cipaal, op 7W oensdag 3 Jinuarij 1855, des middag om 12 ure, op de Nieuwe Haven te Zierikzt, publiek presenteren te verkoopen Ongeveer 50 mudden ZWEEHSU23ÏS ROG GE, min of meer beschadigd, gelost uit het ga felschip de Vrouw Johanna. I»pDe Notaris J. ub KATKIt, Nr. zal JjfKsêJ* ten zoeke van den heer M. DE BIIUINI op Woensdag den 3 Jinuarij 18S3, des morgei 9 ure, veilen en ve.'Koopen: 70 stulis extra zv-.jre ijpen en esse BOOMS? IV, zeer gescMst tot Wr13,83-2( staande onder Bencsse, U bekomen >E te Hoofd p 1 a i de Woning van den heer Depothouder te'sHerloj Strand 244. Ho Hom op Maandag den 8 Jinuarij 1S55 i JONGE, 9 ure, in het Gouwe Veeronder ten overstaan van den Notaris Mr. J. RINS, van circa een bunder zevenjarig eS HAKHOUT en eene partij TRONKEN roeijing. Een WOONHUISSCHUUR ||iijf ERVE zijnde de zoogenaamde Herben Ster, staande en gelegen in de meen te Eiker zee; fe bevragen bij den ei_ en bewoner M. BEI JE, Lz. Brieven franco 80 Abeelen Boomen, teer geschil •or IVerkhout te bevragen bij FLUIT, te Sirjunsland. Nietnaod indspreuk iaakt viagt erbijsterd •varing vai Jelijk getuig J* eerscht, or< geslagen e lisiukkeu, i at oogpunt tadsel, dat igenj Genezing van een ziek of open beei door de zalf en pillen van Holloway. De heer Allen, te Leicester in de Denmarkstraat No. 17 w achtig, was sedert driejaren lijdende aan een zieken gedurende welken lijd luj geneeskundig werd behaude! doch zonder goed gevolg. Men raadde hein sterk den voet te laten afzetten doch hij verzette zich bepai tegen die operatie, eu begon de zalf en pillen van Hollo* te gebruiken, welke, na dat hij ecu betrekkelijk kort tijd daama volhard had hem volmaakt deden genezen, zijn voet is thans zoo gezond als.ooit. Hij beveelt dus(I heel- en geneesmiddelen len slrekste aan, aan een ieder aan diergelijke ongemakken is lijdende. Door het vermeerderd Debiet zijn de op nieuw verminderde PRIJZEN nu de volgende: DoosjesPülen van ƒ0,80 ƒ1,85 ƒ3,00 ƒ6,75 f\3.5020, Potjes Zalf van - 0,80 - 1,85 - 3,00 - 7,50 - 13.85- 20, Zijn op franco aanvrage h Comptant te bekomen den heer B. van ASPEREN YëRVENNE te J STRAATMAN, Hoofd-depóthouder te's Hertog bosch, alsmede le Toonden. Strand 244, Hollom Etablissementen te Neiv-JTork 80 Maiden Go tegen 1 Mei aanstaande op een der Doit-. Schouweneen bekwamen BROOf HERS.KKËOHT; adres ond leller V bij den Uilgever l<,ies. Brieven ,ranco- 5523?* Wet MEI aanstaande die goed kan naaijen en met de wasch gaan benoodigii, bij Mevrouw MOENS. In den Boekwinkel van P. PK LOp. ig te Zierikzee, zijn voorhanden: in verschillende soorten. Voorts wordt met stil gedebiteerd NIEUW VERMAKELIJK bestaande in 50 Loten, 32 Prijzen en 18 Nic en verdeeld in 4 Klassen, 2eer geschikt om lange Winter-avunden op eene aangename vv te korten. De prijs is: in eene Doos 60 cc zonder Doos 50 cents. TE ZISRIKZMC. w F V s Uveedragl ozen, of d inwendeu, oodlottige g en regel vc Intusschen enden naai ijst ons de iel van Hurt iel maakt, i heilrijkhe irmogend g< mien mau spanning il zwaard oede te zw Wat ook t van zooda itzij men a udeu verdi worden at idee! te der en zich ger irter te doet rsche bosch; .arschheid; 'i sen overtno .logs over eg, het is tooneel v opend, waa :n, het geve En, och, be op dat s rre af. Ni< melige, heei opdat wij er wel na; leenle in o t niet is iedzame bei gevoelens e een even zelve verfoei ijd doet onl u een haar gewenschle 1 gaarne c zwaard de ider le wi der wier vat grondslag e Geen wondt algemeen nbaart in

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1855 | | pagina 2