Vorst en prijsontwikkeling bij cichorei bezorgen ons problemen Veel inzet gevraagd in nieuwe besturen GEEN VORSTCODE Van broeikaseffect weinig te merken Over natuurbeheer door boeren Zoals ongetwijfeld in heel het werk gebied van de ZLM blijft de vroege toch vrij venijnige vorst voor over last zorgen op onze bedrijven in THOLEN en ST. PHILIPSLAND. Alle werk ligt stil, alleen zijn er vorige week nog een paar perceeltjes sui kerbieten gerooid en vermoedelijk direct afgevoerd naar de fabriek. Wij zijn benieuwd hoe dat is afgelo pen met de vorstcodes want naar onze mening waren de bieten in de kop toch zeker bevroren. Wellicht heeft men zwaarder gekopt dan normaal, maar desalniettemin den ken wij toch dat het rooien, wat overigens goed leek te gaan, toch bieten heeft opgeleverd waar vorst- schade aan zat. Alle hopen bieten in ons gebied wa ren goed gedekt, maar hier en daar kwam contactbevriezing voor. Wij vernamen dan ook dat er vorstco des zijn uitgedeeld, leder jaar propa geert de suikerindustrie om zeker in de eerste helft van november de bieten gerooid te hebben, maar ve len die laat moeten leveren, voelen daar niet zo veel voor. Een langduri ge bewaring aan de hoop lijkt velen toch ook schadelijk. In een jaar als deze is het toch wel zinvol om dit advies niet al te snel naast zich neer te leggen. Wel denken wij dat de vorstschade op de te velde staande suikerbieten mee zal vallen, als men de bieten na het einde van de vorst periode, die nu in het zicht lijkt te komen, maar de tijd gunt om de vorst uit de kop te laten trekken. Dat zal heus wel moeilijk zijn want de weersvoorspellingen wijzen niet op een droge uitdooi. Het lijkt erop dat cichorei wel rede lijk wat vorst kan verdragen want ondanks het feit dat alle hopen met plastic gedekt zijn, komt er hier en daar toch wel eens een ongedekt plekje voor. Deze cichorei heeft geen problemen opgeleverd bij de levering aan de fabriek. Beroerder is het langzame afhaalpatroon. Kenne lijk loopt men thans al een maand achter en deze week heeft men op Tholen geconstateerd dat er twee dagen niet werd geladen. Vorige week maandag vergaderde de telersvereniging in Kruisland. Daar heeft men uiteengezet waar het langzame ophaalschema aan te wijten was, namelijk aan de zuive ring van het afvalwater. Dat gaat men volgend jaar aanpakken en dan zal de capaciteit van de fabriek naar een normaal patroon gaan, zegt men. De telers lieten deze medede ling gelaten en zonder morren over zich heen komen, evenals de mede deling dat de prijs van de gecontrac teerde hoeveelheid cichorei volgend jaar met f 15,— per ton naar bene den gaat, voorzover men niet meer levert dan 45 ton per ha. Voor de meerdere opbrengst krijgt men maar f 80,— per ton. Verder daalt het quotum van de geleverde hectares van de laatste twee jaar gemiddeld met 15% of misschien wel met een hoger percentage. Waarom deze maatregelen nodig waren, daar vroeg niemand naar. Een ieder was blijkbaar blij dat ze weer cichorei konden telen. Dat het financiële plaatje drastisch terug gaat daar verwondert de akker bouw zich niet meer om. Dit is toch een trieste ontwikkeling! Het feit dat dit één van de laatste praktijkbijdragen voor de kring HULST is, geeft aan dat de fusieda tum van de ZLM, de GMvL en het ULG dichtbij komt. Dat dit gevolgen voor onze (en andere) kringen zou hebben, lag voor de hand. De per 1 januari a.s. te realiseren op- schaling van de 3 kringen Axel, Hulst en West Zeeuws-Vlaanderen naar kring Zeeuws-Vlaanderen heeft veel voorbereiding gevraagd. Vanaf 1 januari 1994 zal van het nieuwe kringbestuur, maar ook van de nieu we afdelingsbesturen veel inzet ge vraagd worden om alles goed op de rails te zetten. De zogenaamde cul tuurverschillen tussen oost, midden en west mogen en kunnen geen be lemmering zijn om de zakelijke be langen te behartigen. Dat schaalvergroting een grotere af stand tussen basis en top inhoudt, weet iedereen, maar het is noodza kelijk om de belangen afdoende te I-XvIvXvX-X-Xv^ TWm m, Dat er van het broeikaseffect de laatste paar weken weinig te mer ken is, zal de meeste lezers van de ze rubriek niet zijn ontgaan. Ook in het LAND VAN AXEL zijn de tempe raturen zowel bij dag als nacht am per boven nul gekomen. Zijn we in deze regio niet gauw geneigd om suikerbieten af te dekken, toch ze ker niet zo vroeg in het najaar, deze keer hebben we daar niet onderuit gekund. Maar er staat vooral op de lichtere gronden nog heel wat op het land. Normaal wordt dan gezegd het is zowat gedaan, maar onder deze weersomstandigheden lijkt wat er nog staat dan ineens nog heel wat te zijn. Zo staan er nog suikerbieten, witlof en cichorei. Het zal even du ren eer er weer gerooid kan worden. De vorst moet eerst de grond uit zijn. Hopelijk valt de schade mee want een verloren oogst zal op veel bedrijven wel heel ongelegen ko men in deze crisistijd. Intussen gaat de voorgenomen fu sie van de drie organisaties tot de Landbouwmaatschappij ZMO gestaag door. Deze week beslist ook de ledenraad van de ZLM over de fusie, evenals in Gelderland en Utrecht. Vooruitlopend op de fusie zijn door het hele gebied kring- en afdelingsbesturen in druk overleg om ook respectievelijk kringen en afdelingen op te schalen. Althans zij hebben het voornemen, want uit eindelijk hebben de leden het laatste woord. Zij hebben de bevoegdheid voor of tegen opheffing te stem men. Dat zal ook in de kring Axel het geval zijn. Het voornemen is om dit op de reguliere jaarvergaderingen van de drie afdelingen, die normaal in het begin van het nieuwe jaar worden gehouden, aan de orde te stellen. Daarna kan dan eventueel een nieuwe afdeling Midden Zeeuws-Vlaanderen worden op gericht. Onlangs is er door de Officier van Justitie een schikkingsboete aange boden aan het waterschap "De Drie Ambachten". Dit voor het feit dat het waterschap maaistoffen niet naar de vuilstortplaats heeft afge voerd, iets wat voor afvalstoffen wel verplicht is of schijnt te zijn. Het DB van het waterschap wil een ge rechtelijke uitspraak uitlokken of het hier nu inderdaad gaat om afvalstof fen, al of niet milieuvervuilend. Wanneer de officier het bij het juiste eind heeft en het waterschap inder daad in het ongelijk wordt gesteld, betekent dit dat uitkomende maaistoffen in de toekomst naar de stortplaats zullen moeten worden afgevoerd. Naast de normale stort- kosten van mogelijk in de toekomst f 75,— per ton, wordt ook nog een milieubelasting opgelegd van f 34,— per ton. Dat dit financiële gevolgen heeft zal duidelijk zijn. Niet alleen voor de omslagheffing, maar mogelijk dat ook ooit nog eens iemand op het idee komt dat ook de maaistoffen die bij de boeren door het waterschap op hun land gede poneerd zijn, aldus moeten worden afgevoerd. Want het verbranden is in feite al verboden. Onderploegen lukt niet of is niet aan te raden van wege onkruidbezetting. De vraag is of die milieubelasting wel terecht is. De vervuiling zal dan ook daadwerkelijk moeten worden aangetoond. Terwijl we er met zijn allen toch aan werken, al of niet ver plicht, om minder mest, kunstmest of bestrijdingsmiddelen in de sloot terecht te laten komen, zodat in de praktijk de maaistoffen en het aan- hangwater - zoals in keukentermen wordt gebruikt - per saldo zuiverder wordt. Goed dat het DB niet betaalt en jurisprudentie niet uit de weg gaat. Laten we hopen dat dit keer het schap in het gelijk wordt gesteld, zodat plantenresten in de toekomst niet als afvalstoffen moe ten worden beschouwd. behartigen en de kosten beheers baar te houden. Dat hiervoor veel gevraagd wordt van de afdelingsvertegenwoordigers naar de kringen en van de kringver tegenwoordigers naar het hoofd bestuur is duidelijk. Wat niet duidelijk schijnt te zijn, is dat het veel tijd vraagt om alle vergaderin gen te bezoeken en alle informatie te volgen die van belang is om goed te kunnen functioneren. De huidige vergoedingen staan in geen verhou ding tot de gestelde eisen. Deze moeten zodanig zijn dat de bedrijfs voering niet in het gedrang komt bij het vertegenwoordigen van de le- denbelangen. De contributie van een standsorganisatie moet zodanig zijn dat hiervoor voldoende de ruim te is. Een andere organisatie die nu volop in de belangstelling staat vanwege een ingrijpende verandering in de bestuurssamenstelling is het water schap. Nieuwe regelgeving betekent voor de Zeeuwse waterschappen dat er op 2 maart 1994 verkiezin gen gehouden zullen worden. De zetelverdeling wordt gebaseerd op het betalingsbelang van de verschil lende categorieën. Deze categorieën zijn: ingezetenen (nieuw); eigenaren gebouwd; eigenaren ongebouwd; pachters (nieuw); bedrijfsgebouwd. Voor het Hulster Ambacht, waarvan het werkgebied praktisch samenvalt met het werkgebied van de afdeling Hulst van de ZMO, zijn 25 zetels te verdelen, als volgt: 9 ingezetenen, 6 eigenaren gebouwd, 4 eigenaren ongebouwd, 3 pachters en 3 be drijfsgebouwd. Vanwege invoering van het betalingsbelang zal de ver tegenwoordiging vanuit de land bouw teruglopen van 33 naar waarschijnlijk 7 zetels (4 onge bouwd 3 pachters). De 3 ZLO's bekijken nu om (naast een overzich telijk aantal kandidaten voor boven genoemde 7 zetels) als georganiseerde landbouw een be perkt aantal kandidaten met een brede bekendheid te ondersteunen in de categorieën gebouwd en inge zetenen. In een zo belangrijk orgaan voor de landbouw is het noodzaak en zo sterk mogelijke afvaardiging in het bestuur te hebben. De 3 ZLO's hopen dat alle betrokkenen aan de oproep om hieraan mee te werken, gehoor zullen geven. Ondanks de vorst lukte het loonbedrijf gebr. Van den Dries uit 's- Heerenhoek vorige week vrijdag prima om dit eigen perceel bieten (5,6 ha) te rooien. Met twee bunkerrooiers schoot het werk goed op. De bieten hadden nog geen schade geleden, zodat dieper koppen niet nodig was, vertelt Jan van den Dries. "We hebben expres met rooien gewacht tot een dag voor het afleveren, zodat we ze niet aan de hoop hoefden te bewaren. De bieten zijn zaterdag naar de fabriek gegaan, en ik heb net naar de fabriek gebeld, er zit geen enkele vorst- code op. De opbrengst bedraagt 83,9 ton per ha bij een suikergehalte van 16,95 procent", aldus een tevreden loonwerker afgelopen dins dag. Hij moest toen voor een klant nog één perceel bieten rooien. Sinds vele jaren claimen natuurorganisaties delen van het landelijk gebied voor de ontwikkeling van natuurgebieden. Lange tijd hebben landbouworganisaties deze claims proberen tegen te houden omdat ze van mening waren dat goede landbouwgronden niet uit produktie genomen mochten worden en omdat ze restricies ten aanzien van de agrarische produktie vreesden op landbouwgronden grenzend aan natuurgebieden. Inmiddels lijkt het standpunt van sommige land bouworganisaties gewijzigd, getuige de uitspraak van ZLM-voorzitter Van der Maas boerencoöperaties in te zetten bij het beheer van na tuurgebieden; een lovenswaardig standpunt van de ZLM-voorzitter. Immers, het beheer van natuurgebieden tegen een redelijke vergoe ding zou een additioneel inkomen betekenen voor die boeren die hier aan mee willen werken. Bovendien beschikken boeren over de arbeid en kennis die nodig is voor een adequaat beheer van natuurgebieden. Beheer van natuurgebieden door boeren zou in coöperatief verband plaats moeten vinden. De essentiële gedachtengang achter dergelijke coöperaties moet zelfregulering door boeren zijn. Zij dienen de onder handelingen met de betrokken organisaties en instanties te voeren en aan de hand daarvan een reglement voor natuurbeheer op te stellen. Die coöperatief georganiseerde boeren controleren zelf de naleving van een dergelijk reglement. Volgens de ZLM-voorzitter moeten landbouw en natuur in het lande lijk gebied planologisch gescheiden blijven. Maar waarom zou er niet een soortgelijke constructie bedacht kunnen worden voor het onder houd van landschaps- en natuurelementen op bedrijfsniveau? Het lijkt in elk geval waardevol om de optie voor verwerving op bedrijfsniveau open te houden, mits daar een redelijke vergoeding tegenover staat. Wellicht dat er voor boeren, die op vrijwillige basis verwerving op be drijfsniveau toepassen, de mogelijkheid ontstaat om op te schuiven in de richting van een meer milieuvriendelijke en kwalitatief hoog waardige produktiewijze. Zij zouden op die wijze een meerwaarde voor hun produkt kunnen realiseren. Of dit daadwerkelijk haalbaar is, is een tweede. De consument zegt wet bereid te zijn meer voor zijn produkt te betalen, indien dit produkt aan bepaalde milieucriteria vol doet. Maar als puntje bij paaltje komt, overwint de beurs meestal de ideologische gedachtengang. Toch is er iets vreemds aan de hand in de hele discussie over natuur gebieden. De natuurbeschermingsorganisaties zeggen zich gesteund te voelen door het grote publiek, dat graag meer natuur in Nederland ziet. Probleem is echter dat het Nederlandse volk een hele andere in vulling aan het begrip natuur geeft dan het stelletje fanatieke flora en fauna wetenschappers, dat de dienst uitmaakt binnen de natuurbe- scherminsorganisaties. Het Nederlandse volk wil graag natuur voor recreatie; een natuurgebied om op een mooie zondagmiddag door heen te kunnen fietsen of wandelen. En dat staat haaks op de wen sen van de natuurbeschermingsorganisaties. Zij willen grote aaneengesloten natuurgebieden, waar elke vorm van menselijke akti- viteit verboden is. Maar groot en aaneengesloten op Nederlandse schaal is in feite gewoon klein. Dan kunnen we beter met z'n allen Nederland verlaten, de dijken doorsteken en alles wat niet onder wa ter komt te staan, laten verwilderen. Pas dan heb je een groot aan eengesloten natuurgebied. De opstelling van natuurbeschermingsorganisaties is soms ook schijnheilig. Want ter wijl ze aan de ene kant roepen dat menselijke invloed desastreus is voor natuurontwikkeling, zijn ze aan de andere kant druk bezig om gebieden, die door de inpoldering van Flevoland zijn ontstaan, als na tuurgebied erkend te krijgen. En a/s er nou iets is wat de laaste 50 jaar door menselijk ingrijpen is gecreëerd, dan zijn het de Flevopolders wel. Het wordt hoog tijd dat natuurontwikkeling niet langer vanuit een eli tair wetenschappelijke visie geschiedt. Natuurontwikkeling dient weer plaats te vinden vanuit een plattelandsvisie op natuur. Laat na tuurbeheer maar aan boeren over, dan komt het allemaal best wel goed. Han Wiskerke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 8