De laatste werkzaamheden
Bietenteelt, hoeksteen akkerbouwbedrijf
Uitbreiding bestaande bedrijven niet blokkeren
Het mooiste beroep
De afgelopen dagen kwam weer
een einde aan een periode van
droog weer. Plaatselijk viel in
WEST ZUID-BEVELAND 60 mm re
gen. Gelukkig is met veel inzet opti
maal gebruik gemaakt van de droge
periode. Wat nu nog moet gebeu
ren, is de laatste bieten rooien en
wat ploeg werk.
De meeste wintertarwe lijkt wel ge
zaaid, hoewel de twijfel aanwezig is
of we land open moeten houden
voor alternatieven of gewoon tarwe
zaaien en aansturen op de braakre
geling. Kiezen voor braken zal be
slist toenemen. Zeker nu er nogal
wat land totaal kapot gereden is.
Daarop is volgend jaar niets te ver
dienen, dus braken!
De fusie-onderhandelingen zijn nu
ook op afdelingsniveau onderwerp
van gesprek. In West Zuid-Beveland
zal het weinig problemen geven om
tot 2 afdelingen te komen. De op
heffingsvergaderingen zijn nu aan
de orde. En zoals het er nu naar uit
ziet zullen de 2 nieuwe afdelingen
Goes en Borsele per 1-1-1994 gaan
draaien. Op de rondgang langs de
kring zijn alle daar aanwezige
bestuurders voorgelicht over de
werkwijze en de invulling van
bestuurders naar de diverse com
missies in het nieuwe ZMO-
verband. Dat de vorming van de
nieuwe ZMO-organisatie nu snel
dichterbij komt, is een ieder duide
lijk. Dat het nu snel gaat, is een goe
de zaak want de achterban mag
zich niet in de steek gelaten voelen!
De invulling van de diverse funkties
en commissies komen nu ook naar
buiten. We prijzen ons erg gelukkig
dat op kantoor Goes dhr. Smalle-
gange de post van sekretaris gaat
vervullen.
Dat bij een fusie veel komt kijken is
duidelijk. Dat betreft ook de relatie
wijziging ZLM - ZLM Verzekeringen.
Het is toch even slikken, maar zoals
geschreven in de door ons allemaal
ontvangen brief, zal ZLM Verzeke
ringen z'n agrarische oorsprong niet
verloochenen!
In verband met (nacht-)vorst zijn de afgelopen week de op voorraad
liggende bieten afgedekt. Overigens waren deze week nog lang niet
alle bieten gerooid
Na de droge periode die ook op
WALCHEREN teweeg heeft ge
bracht dat er veel oogst-, ploeg- en
zaaiwerk is verricht, zorgt de over
vloedige regenval weer voor stagna
tie. Met het jaargetij voor ogen - half
november - moeten we oppassen
voor het bij elkaar sloeberen van de
grond. Goed ploeg werk is nog
steeds het fundament van een nieu
we oogst. Hiermee nu wat pas op
de plaats maken is aan te bevelen.
Het restant percelen, of gedeelten
hiervan, nog te rooien aardappelen
kunnen nu wel als verloren worden
beschouwd. Diegenen, die de zaak
op 't droge hebben, kunnen best
ook nog schade te incasseren heb
ben in de kwaliteit van hun geoogst
produkt. Bijvoorbeeld blauw in aard
appelen doordat ze bij lage tempera
turen gerooid zijn, partijen
aardappelen die aangetast zijn door
slakken of uien die te lang op 't veld
hebben gelegen. Gelukkig vertoont
de prijs van aardappels en zeker van
uien een stijgende lijn, wat moedge
vend is en inferieure partijen ook
verkoopbaar maakt, zo werkt dat in
de praktijk.
De rooiwerkzaamheden van de bie
ten lopen op een eind. Door de
steeds betere zelfrijdende bunker
rooiers zijn hiermee weinig proble
men geweest, ondanks de periodiek
slechte omstandigheden. Bekijken
we de afname-weekstaten van aan
de Suiker Unie geleverde bieten tot
en met oktober dan zien we cumu
latief een gehalte van 16,4% met
een winbaarheidsgetal van 90,2 en
nog altijd een netto taxatie van 64,5
ton per ha, het tarracijfer ligt op
21,3%. Uitgerekend tot en met de
zevende termijn betekent dit gemid
deld 10.500 kg polsuiker per ha.
Een goed resultaat gezien in ons ge
bied toch weer uitbreiding is ge
constateerd van
rhizomaniepercelen, terwijl op de
reeds bekende besmette percelen
rhizomanietolerante rassen worden
verbouwd. Deze beide laatste
constateringen geven een drukkend
effect op de suikeropbrengst. Daar
entegen geven ingezaaide z.g. hoog-
haltige rassen die ook werkelijk
hoge gehaltes en winbaarheid ver
tonen een verhogend effect op het
gemiddelde. De kg-opbrengsten van
deze rassen liggen wat lager, maar
de goede rekenaar weet, dat als
men de eerder genoemde kg polsui-
Het is nu duidelijk herfst, storm en
regenvlagen hebben het voorbije
weekend ook in het LAND VAN
AXEL dat kenbaar gemaakt. On
danks de zware windstoten lijkt de
schade aan gebouwen beperkt ge
bleven te zijn. Het feit dat er ook
nog zo'n 30 mm neerslag bij is ge
vallen, betekent dat de oogstwerk-
zaamheden wel enige dagen
vertraging zullen oplopen.
En gezien het vele water op het lage
land lijkt het beter om met ploegen
ook maar wat geduld te hebben.
Slecht ploegwerk is het volgende
jaar altijd terug te vinden in een
slechte structuur van de grond.
Ploegen is in feite de basis leggen
voor de volgende oogst. Overigens
is het makkelijker om dit op papier
te zetten dan om het in de praktijk
uit te voeren. Soms blijven de om
standigheden slecht en op een ge
geven moment wil je toch de ploeg
in het vet zetten.
Intussen lijken de prijzen van uien
en aardappelen aan te trekken, mits
van goede kwaliteit. Maar ook de
fruitprijzen klimmen wat omhoog uit
het prijsdal. En degenen die nog
karwij- en maanzaad hebben, kun
nen thans zaken doen. Wat niet wil
zeggen dat er nu een hoera-
stemming heerst, doch met name
voor uien en aardappelen ziet het er
toch wat vriendelijker uit dan vorig
jaar om deze tijd.
De enorme opleving van de var-
kensvleesprijzen was maar van kor
te duur. De problemen zijn
structureel, zo lijkt het. De varkens
cyclus zit wel lang in een diep dal
en is nu ook van internationale bete
kenis. Desondanks zien sommigen
toch nog perspectief om nieuw
bouw te plegen. Of zijn het wellicht
speculanten. Volgens de milieu-orga
nisaties liggen er ook in het toch re
latief kleine gebied van onze kring
vergunningaanvragen voor zo'n
80.000 varkens. Met name de ge
meente Sas van Gent schijnt in trek
te zijn. Nu wordt de soep natuurlijk
nooit zo warm opgegeten als ze
wordt opgediend.
Natuurlijk zijn milieu-organisaties
hier niet blij mee, met een uitbrei
ding in die grootte. Toch zal wat het
mestprobleem betreft, er niet zoveel
veranderen. Immers, waar de mest
van Zeeuwse varkens gebruikt
wordt, kan geen mest uit Brabant
worden aangevoerd en gebruikt. De
gebruiker is in de toekomst toch ge
houden aan de normen. Maar ook
de drie landbouworganisaties zijn
niet blij met deze ontwikkeling. De
Oostzeeuwsvlaamse kringbesturen
vinden dat de deur echter niet op
slot moet. Op bestaande bédrijven
moet de mogelijkheid blijven
bestaan om er een andere tak bij te
gaan doen. De uitbreiding moet dan
wel beperkt blijven tot het bestaan
de (eventueel wat te vergroten)
bouwblok. Het is een verkeerde
gang van zaken als men op losse
kavels land van enige hectares als
het ware mammoetvarkensbedrij
ven creëert.
Als de vestiging plaatsvindt op be
staande bouwblokken heeft dat een
aantal voordelen. De bestaande be
drijven blijven hun waarde waar
schijnlijk houden. Tevens voorkomt
men dat op deze mogelijk grondloze
boerderijen dan wellicht bui
tenstaanders zich vestigen. Deze
buitenstaanders zijn meestal de
eersten die bezwaren hebben tegen
het uitoefenen of uitbreiden van be
staande bedrijven. Die gevallen zijn
bekend, helaas. Tevens blijft de mo
gelijkheid open om er nog een ne
ventak bijvoorbeeld varkens,
pluimvee, konijnen of wat dan ook
bij te gaan doen.
Wanneer de enorme toename van
(intensieve) veehouderij doorgang
zou vinden, is er een reële kans dat
ook de reeds gevestigde bedrijven
beperkingen worden opgelegd en
dat zij de rekening gepresenteerd
krijgen van de vestiging van o.a.
speculanten. Er dient voorkomen te
worden, dat de problemen van el
ders naar hier worden verplaatst en
een eventuele uitbreiding of ontwik
keling van bestaande bedrijven
wordt geblokkeerd.
De kaasproduktie tot 1 oktober is
met één procent (4.273 ton) geste
gen ten opzichte van dezelfde perio
de vorig aar. Dit meldt het CBS.
De kaasproduktie in de eerste negen
maanden dit jaar bedraagt 480.936
ton.
ker per ha behaalt met minder kg,
maar met hoger gehalte en win
baarheid men het beste financieel
resultaat boekt. Zeker nu men met
ingang van campagne '94 de kwali
teitsbetaling weer aanscherpt en de
bijdrage in de kosten van grondtarra
verhoogt. Hopelijk geeft de politiek
en de marktomstandigheden ons de
ruimte om dit gewas te behouden
als hoeksteen in onze bedrijfsresul
taten ten gunste van teler en ver
werkende industrie want die zijn
een twee-eenheid in het proces van
biet tot suiker.
Door de veehouders wordt in ons
gebied al jaren lang een aanzienlijk
areaal snijmaïs geteeld. Een kern
van melkveehouders heeft dit en
vorig jaar ervaringen opgedaan met
het telen van rassen die samen met
een loonwerker verwerkt kunnen
worden tot MKS (maïskolven-
schroot), zie verslag vorige ZLM-
krant. Een aantal akkerbouwers, ze
ven in getal, heeft 't afgelopen sei
zoen op contract 26 hectare
korrelmaïs geteeld voor een Bra
bantse varkenshouder die enkele ja
ren geleden hier een varkensbedrijf
heeft gevestigd. De achtergrond van
deze aktiviteit was dat vorig jaar
niet alle geplande wintertarwe was
gezaaid. Alternatief is dan zomer
graan, we weten allemaal dat om
goede opbrengsten te realiseren zo
wel zomertarwe als brouwgerst
vroeg gezaaid moet worden. Daar in
ons gebied nogal wat "late grond"
ligt, niet bekwaam om vroeg te be
rijden, is uitgeweken naar de teelt
van korrelmaïs die veel later gezaaid
kan worden. De maïs wordt na dor
sen afgeleverd via de weegbrug fran
co op 't varkensbedrijf, waar ze na
bewerking door een hamermolen
wordt ingekuild. Er wordt verrekend
op basis van 60% droge stof in 't
monster genomen, na de hamermo
len per vracht aangevoerd produkt.
Het saldo ligt dit jaar iets lager dan
van graanteelt mede beïnvloed door
in zijn algemeenheid wat lagere kol-
venproduktie in de maïsteelt (ook in
de snijmaïs) en de toch wel uitzon
derlijk hoge graanopbrengsten afge
lopen oogst. Zoals het er nu uitziet
worden de contracten gecontinu
eerd voor oogst 1994.
Dat de spilfunktie van graan belang
rijk is, komt ook in deze contract
prijs tot uiting. Ook betekent het dat
een varkensbedrijf in een akker
bouwgebied naast negatieve stank
verspreiding ook positieve invloeden
mee kan brengen, want ook in de
mestvoorziening worden bij voor
keur afspraken gemaakt met deze
maïstelers en de varkenshouder.
Wellicht kan het ook nog uitgroeien
met de teelt van graan, een stukje
toegevoegde waarde kan dan in de
zakken van de telers vloeien. Inven
tief moeten we toch zijn!
Twee weken geleden had ik helaas geen tijd om een column voor de
ze rubriek te schrijven. Maar ik had een goed excuus. Want zoals het
een goed en betrokken boerenfamilielid betaamt was ik een handje
aan het helpen bij de aardappeloogst. Even los van de computer en
gewoon 10 dagen lekker op de trekker. De eerste dag is het altijd
weer even wennen - achteruit voor de stortbak rijden, je wagen goed
en netjes vullen - want zo vaak zit ik niet op een trekker. Maar vanaf
de tweede dag voelde ik me weer redelijk zeker en had ik, terwijl ik
onder de rooier reed, wat meer tijd om over mijn onderzoek na te
denken.
Mijn onderzoek is gericht op de analyse van verschillende manieren
van bedrijfsvoering (bedrijfsstijlen). Een bedrijfsstijl kan gezien wor
den als een specifieke ordening van talloze bedrijfsaspecten ten op
zichte van elkaar. In grote lijnen kunnen bedrijfsstij/en geanalyseerd
worden als verschillende inkomensstrategieën. Zo kiest de ene boer
ervoor om de kosten te minimaliseren, bij een ander staat de reductie
van arbeid centraalterwijl weer een ander streeft naar zo hoog mo
gelijke kg-opbrengsten. Dit zijn slechts een paar gesignaleerde inko
mensstrategieën in de Zeeuwse akkerbouw. En terwijl ik op de
trekker zat, vroeg ik me af: "Goh, je hebt het bestaan van verschillen
de bedrijfsstij/en aangetoond, maar kom je die verschillen ook tegen
in zoiets als de aardappeloogst
In eerste instantie lijken die verschillen gering te zijn. Immers, de
meeste boeren gebruiken dezelfde technologie. Bij de één is de appa
ratuur wat ouder dan bij de ander, maar daarmee lijken de verschillen
op te houden. A/s je dan toch eens wat gedetailleerder gaat kijken -
en ik heb vergelijkingsmateriaal, want ik heb vorig jaar ook een aantal
dagen bij mijn zwager in de Wieringermeer geholpen en daarnaast
heb ik mijn ogen en oren goed de kost gegeven - dan zie je toch klei
ne, maar zeer essentiële verschillen. Verschillen in rijsnelheid, in de
afstand tussen de rollen op de rooier en/of op de stortbak, in de snel
heid waarmee de stortbak draait, enz. Al met al resulteert dat in ver
schillen in de hoeveelheid grond die je in je bewaarplaats krijgt en in
de hoeveelheid aardappelen die op het land achterblijven. Voor een
deel worden deze verschillen verklaard door een verschil in grond
soort, maar voor een ander deel door verschil in manier van werken.
Dit verschil in werkwijze kwam dit jaar duidelijk naar voren door het
late tijdstip waarop werd gerooid. De nachten waren soms erg koud.
De één reageerde daarop door tot de middag te wachten met rooien.
Een beslissing met risico, want het weer kon immers zo omslaan en
dan zou het einde zoek zijn geweest. De ander begon echter wel 's
morgens vroeg met rooien, waardoor de kans op blauw toenam.
Daarnaast speelde ook het argument dat er nog zoveel grond winter-
klaar gemaakt moest worden een belangrijke rol. Kortom, elke deel-
beslissing die er ten aanzien van de aardappeloogst genomen moet
worden, heeft z'n positieve en negatieve kanten. Daaruit blijkt maar
weer eens dat er niet volgens het boekje geboerd wordt, zoals de in
voorgaande columns figurerende dr.ir. K.O.P. in 't Zand graag ziet,
maar dat iedereen er zijn eigen werkwijze op nahoudt. En elke werk
wijze heeft z'n voor- en nadelen.
Verschillen in manier van aardappelen rooien was niet het enige wat
me op de trekker bezig hield. Veel vaker zat ik te denken aan de
toestand waarin de Zeeuwse akkerbouw verkeert en welke oplossin
gen er mogelijk zijn. Ik hoop dat ik met mijn onderzoek daar een
handje bij kan helpen. Ik weiger me nu eenmaal neer te leggen bij de
Haagse of Brusselse gedachtengang dat er géén plaats meer is voor
de Zeeuwse akkerbouw. Ik ben voor mijn inkomen weliswaar niet af
hankelijk van de aardappels, maar ik denk dat, ondanks de huidige
crisis, akkerbouwend Zeeland nog steeds hetzelfde denkt over het
boerenberoep. Boer-zijn is het mooiste beroep dat er is.
Han Wiskerke