Gebruik gewasbeschermings middelen in 1992 verminderd Met milieulat naar aardappels met sterren Export Nederlandse pootaardappelen naar Zuid Afrika binnen bereik Landbouwschap wil positievere benadering jacht in Flora- en Faunawet Landbouwschap wil aanpassing landbouw- paragraaf GATT Cijfers Nefyto: Aardappel-seminar in Rotterdam: Het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen is in 1992 opnieuw aanzienlijk verminderd. Dit blijkt uit cijfers van Nefyto, de organisatie van fabrikanten en handelaren in gewasbeschermingsmiddelen. In to taal is de afzet ten opzichte van 1991 met ruim 1.300.000 kilo ak- tieve stof gedaald. De vermindering is relatief het grootste bij de grondontsmet- tingsmiddelen. Maar ook in de afzet van insecticiden, fungiciden en her biciden is sprake van een dalende trend. In het licht van de referentiejaren, die in het Meerjarenplan Gewasbe scherming worden gehanteerd (1984-1988) is er inmiddels een aanzienlijke daling in het gebruik ge realiseerd en wel van ruim 4,6 mil joen kg aktieve stof. Dit is een reduktie van ca. 20%. Nefyto besteedt in haar brochure speciale aandacht aan Zweden en Denemarken, omdat deze landen vaak als voorbeeld worden gesteld ten aanzien van terugdringing van gewasbeschermingsmiddelen. In Denemarken is de landbouw veel extensiever dan in Nederland. Het areaal aardappelen bedraagt er slechts 45.000 ha tegen 187.000 ha in Nederland, het areaal maïs is slechts 23.000 ha tegen 224.000 ha in ons land. Ook worden er in Denemarken nauwelijks grond- ontsmettingsmiddelen gebruikt. Sinds 1985 zijn in Denemarken veel nieuwe middelen met een laag ge halte aan aktieve stof op de markt gebracht. De in Denemarken bereik te reduktie is dus vooral te danken aan chemische innovatie. Ook in Zweden, waar overigens 70% van het gebruik van bestrijdingsmidde len in de houtconservering plaats vindt, zijn op grote schaal oude middelen door nieuwe vervangen. De sterkste reduktie in dit land is bereikt in de herbiciden. De land- en tuinbouw werkt hard aan de terugdringing van het ge bruik van gewasbescher mingsmiddelen. Het aardappel-seminar op 7 sep tember j.l. in Rotterdam begon met het innemen van krasse stellingen, maar de discussie tussen milieu- en consumentengroepen aan de ene kant en de landbouw aan de andere kant was uiterst mild. De titel "Op zoek naar de balans" had ook kun nen luiden "Samen op zoek naar de balans". Samen kijkend naar de mi lieulat die langs de aardappels werd gelegd, waren alle partijen het er over eens dat een milieukeurmerk voor aardappelen gewenst is. De Vereniging Milieudefensie pre senteerde op het aardappel seminar een rapport over het invoe ren van zo'n milieukeurmerk. Hoe dat er precies komt uit te zien viel nog niet te zeggen, omdat een en ander nog het nodige overleg vergt. Wel werd gesteld dat meerdere klassen de voorkeur verdienen. De normen voor de laagste klasse wor den zodanig gekozen, dat een groot aantal producenten er op korte ter mijn aan kan voldoen. Voor de hoogste klasse gelden normen die overeenkomen met de eisen waar aan een duurzame landbouw moet voldoen. Deze hoogste klasse zal in eerste in stantie voor weinig telers haalbaar zijn (vermoedelijk de telers die nu voldoen aan de normen voor de bio logische teelt). Op den duur schui ven de normen voor de onderscheiden klassen naar boven. Milieudefensie geeft voorkeur aan een klassesysteem boven een agro- milieukeur omdat: voor alle producenten, koplo pers, zowel als achterblijvers een bereikbaar doel ontstaat, name lijk om binnen enkele jaren vol gens de normen van de eerstvolgende hogere klasse te gaan produceren; voor consumenten een maxima le duidelijkheid ontstaat over de status van het produkt dat zij ko pen. Consumenten worden bo vendien in staat gesteld om op deze wijze een bijdrage te leve ren aan een milieuvriendelijker aardappelteelt; het voor boeren mogelijk wordt om hogere prijzen te maken, naar gelang hun aardappelen in een hogere klasse vallen. Van landbouwzijde werd zeer posi tief gereageerd op dit voorstel, al ziet men vijf klassen niet zitten en moet de controleerbaarheid sluitend en betaalbaar zijn. Stellingen Drs. Theo Warns, inhoudelijk coördi nator van de Vereniging voor Milieu defensie zei o.a.: "Op dit moment is de landbouw niet duurzaam. Voor duurzame aardappelteelt is nodig: een ruime vruchtwisseling (mini maal 1 op 4, steven naar 1 op 6), gebruik van resistente en zoveel mogelijk vroegrijpe rassen, het af stemmen van de mestgift op de be- De Republiek Zuid-Afrika wil met Nederland afspraken maken over de leveringen van hoogwaardige Ne derlandse pootaardappelen. Daar om moet er spoedig overleg worden opgestart waarbij beide landen het met name op fytosanitair gebied eens moeten worden. Politieke be langen mogen hierbij geen belem meringen vormen. Dat stelt de Zuidafrikaanse minister van land bouw, dr. A.l. van Niekerk. Deze week bezocht hij Nederland. Tijdens een bezoek dat een Neder landse delegatie (waaronder minis ter Bukman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) dit voor jaar aan Zuid-Afrika bracht, werden de eerste concrete gesprekken over de levering van Nederlandse poot aardappelen gevoerd. Van Zuidafrikaanse zijde bestaat er veel belangstelling voor de Neder landse pootaardappelen. Nederland beschikt namelijk over een groot aantal aardappelrassen die in Zuid- Afrika zeer goed geteeld kunnen worden. Volgens Daan Coumou, di recteur van het Nivaa, biedt de aan zet voor onderhandelingen die Van Niekerk deze week gaf, zeer concre te vooruitzichten op de export van deze rassen. Daarbij zal het waar schijnlijk om enkele honderden ton nen pootaardappelen per jaar gaan. Aviko Minister Van Niekerk bracht onder meer een bezoek aan het aardappel- verwerkend bedrijf Aviko BV in Steenderen (Gld.). Dit bedrijf ver werkt jaarlijks 800.000 ton aard appelen tot 30 verschillende hoogwaardige produkten. Daarmee is het de grootste aardappelverwer- kend bedrijf in Europa. Zuid-Afrika kent zelf ook een aardappelverwer- kende industrie. Die werkt echter veel kleinschaliger dan de Neder landse. Er zijn inmiddels contacten gelegd tussen Aviko en enkele Zuid afrikaanse bedrijven. Doel hiervan is om op termijn tot kennisuitwisseling te komen. Ook sprak Van Niekerk met verte genwoordigers van de NAK en de hoefte van de plant, en loofdoding en onkruidbestrijding mechanisch maken". Opmerkelijk is de andere koers die Milieudefensie is gaan varen. Geen kreten meer over "Gifpiepers" maar als doel meer consumenten interes seren voor "aardige aardappels". Ook geen discussie meer over wat nu de belangrijkste factor is bij het duurzaam maken van de aardappel teelt, de raskeuze of de teeltwijze. Beide aspecten moeten volgens drs. Warns een rol spelen bij onderzoek, beleid en voorlichting. Ir. Pieter Hijma, secretaris van het Produktschap voor Aardappelen, stelde vast dat het milieuvriendelijk telen van aardappelen een langdurig proces is, omdat circa 15.000 aar dappeltelers de wil daartoe moeten hebben, het technisch moeten kun nen uitvoeren (werken met minder bestrijdingsmiddelen) en hun inko men na omschakeling op peil willen houden. "Maar de landbouw is op de goede weg", zei ir. Hijma. "De trendbreuk heeft plaats gevonden. Van 1984 tot 1989 zijn er 15 20% minder gewasbeschermingsmidde len gebruikt en nog elke dag daalt dat gebruik. De praktijk is enorm in beweging en dat zal vruchten af werpen, maar laten we ook besef fen dat er geen milieuvriendelijke rassen zijn". Piet Westra Het Landbouwschap heeft de rege ring gevraagd zich komende week krachtig in te zetten voor de tot standkoming van een evenwichtig GATT-akkoord. De landbouwpara- graaf daarin moet wel sporen met wat er vorig jaar is afgesproken over de hervorming van het Europese landbouwbeleid. Het vooral in Frankrijk sterk omstreden Blair House-akkoord voldoet ook volgens het Landbouwschap niet geheel aan dit uitgangspunt. Vooral op het punt van de verminde ring van de gesubsidieerde export uitgedrukt in hoeveelheden per pro dukt gaat het Blair House-akkoord verder dan de hervormingsbeslui- ten. Het Landbouwschap vindt dat het akkoord op dit punt moet wor den aangepast of dat de gevolgen ervan door de EG moeten worden gecompenseerd. Ook wat betreft het vergroten van de markttoegang tot de EG en het verminderen van de steun die de Gemeenschap ver leent aan zijn boeren, mag niet ver der worden gegaan dan wat vorig jaar is afgesproken. Naar de mening van het Landbouw schap moeten ook de regels op ve terinair en fytosanitair gebied in GATT-verband op elkaar worden af gestemd. Het ziet ernaar uit dat ze anders belemmerend gaan werken in het internationale handelsverkeer. Akkerbouwer Klaas Dijkstra legt minister Niekerk uit dat alleen een uitvoerige en onafhankelijke controle de kwaliteit van de hoogwaardi ge pootaardappelen kan garanderen. PD. Hierbij stond het uitgebreide kwaliteitssysteem van de Neder landse pootaardappelteelt centraal. Het bezoek aan het akkerbouwbe drijf van Klaas Dijkstra in Swifter- bant overtuigde Van Niekerk dat de Nederlandse pootaardappelteler on der strenge controle staat van de Nederlandse Algemene Keurings dienst. Dijkstra maakte duidelijk dat op ieder moment een controleur van de NAK of de PD zijn bedrijf onaan gekondigd kan bezoeken. Dit is vol gens Dijkstra de belangrijkste voor waarde om kwaliteit te kunnen garanderen. De bestrijding van voor de land- en tuinbouw schadelijk wild wordt door de ontwerp Flora- en Fauna wet een te grote beperking opge legd. Dit komt doordat het ministerie van Landbouw, Natuur beheer en Visserij een verkeerd uit gangspunt hanteert. Voor de regulering van de dierpopulatie zou het veel beter zijn in de nieuwe Flora- en Faunawet uit te gaan van een principiële toestemming tot be jaging mits aan een aantal voor waarden is voldaan. Dit schrijft het Landbouwschap in een commen taar op het wetsontwerp aan de Tweede Kamer. Het Landbouwschap is het dan ook niet eens met de "nee, tenzij"- benadering die nu door het ministe rie wordt voorgesteld. Het schap wijst erop dat tegen het bejagen van diersoorten die schade of over last veroorzaken geen enkel be zwaar hoeft te bestaan voor zover deze soorten niet worden bedreigd in het voortbestaan. In de benade ring van het Landbouwschap be paalt iedere grondeigenaar daarom zelf wat er gebeurt met de op zijn terrein aanwezige niet bedreigde plante- en diersoorten. De huidige Jachtwet kan daarbij als norm gelden. Volgens het Landbouwschap zou bij de toepassing van het huidige wets ontwerp de jacht op schadelijk wild te zeer aan banden worden gelegd, waardoor het voor jachthouders on aantrekkelijk wordt bepaalde terrei nen nog te bejagen. Het schap wijst erop dat boeren en tuinders in die situatie de dupe worden van een te ver doorgetrokken bescherming met een grotere kans op schade aan de gewassen tot gevolg. Als voor de jacht het positievere "ja, mits "-principe zou worden toe gepast kunnen de zogenoemde wildbeheerseenheden die sinds eni ge tijd naar voldoening functione ren, een afgewogen wildstand garanderen, zo stelt het Landbouw schap. Het voelt zich hierbij overi gens gesteund door recente aanbevelingen van de Jachtraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 7