Logboek in huidige vorm niet te gebruiken Bewaking uiergezondheid via abonnement Van het KNLC KNLC ■LAÜ Brief naar Bangladesh over gebruik pesticiden Problemen met rot in aardappelen inventariseren Extensivering vergeten Veel klachten over medicijnenlogboek Afdeling akkerbouw KNLC: VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1993 f "Het ministerie van LNV moet snel met een beter bruikbaar logboek voor medicijnen komen", stelt de Afdeling Veehouderij van het KNLC. Het logboek dat momenteel bij de veehouders in de bus valt is beslist niet te hanteren. De Afdeling is voorstander van een logboek, maar als het op deze wijze moet, haakt het bedrijfsleven af. Bovendien moet het ministerie zorgen voor een betere voorlichting aan de veehou ders over het logboek. Twee jaar geleden zat het bedrijfsle ven al met de overheid rond de tafel om te praten over de invoering van een logboek voor medicijnen. Het ministerie van LNV kwam met een ingewikkeld systeem, dat het be drijfsleven resoluut afwees. Vervol gens kwamen de partijen overeen dat de gespecificeerde rekening van de dierenarts voldoende was om bij te houden. Binnen het ministerie van LNV werd ondertussen verder gewerkt aan een logboek, samen met de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KMvD). Dit leidde tot een acceptabel voorstel, maar het ministerie deponeerde het in de prullenbak en kwam vervol gens zelf met het logboek waar nu de klachten over binnenstromen. Log boek Sinds 1 september zijn de veehou ders ('degenen die bedrijfsmatig vee houden') verplicht het logboek bij te houden. Hij dient op het logboek aan te geven welke medicijnen hij zijn dieren geeft, en verder hoeveel, wanneer, waarvoor, wie het toe dient en hoe lang de wachttijd bij het medicijn is. Net als de Afdeling Veredelingslandbouw van het KNLC wijst de Afdeling Veehouderij van het KNLC dit logge boek af. "Elk draagvlak ontbreekt voor dit log boek. Het leidt nergens toe en het is bovendien niet te controleren. Het promoot gewoon zwarte handel in medicijnen", meent de Afdeling Veehouderij. De Afdeling is van mening dat de overheid het doel van het logboek volledig voorbij schiet met het huidi ge model. "Daarom moet LNV het logboek snel bijstellen. Op zich zijn we beslist niet tegen het medicij nenlogboek, maar het moet wel praktisch blijven". De KMvD verzorgt de verzending van het logboek. De verzending heeft al flinke vertraging opgelopen door problemen bij de drukker. Op de vergadering van de Afdeling op 14 september had nog maar een en kel lid het logboek ontvangen. Wel komen bij de veehouders al losse bladen binnen voor het logboek, die de veeartsen versturen. Veel vee houders weten niet wat te doen met die losse bladen. "Er is totaal geen officiële publikatie over de in voering van het logboek bij de vee houders binnen gekomen. De vakbladen hebben er wel aandacht aan besteed, maar dat voldoet niet. Het is zeer slecht en slordig van het ministerie dat goede voorlichting to taal ontbreekt", aldus de Afdeling. De Afdeling Akkerbouw van het KNLC wil een inventarisatie naar de problemen met rot in aardappelen. Het loofdodingsmiddel Finale wordt met rottingsverschijnselen in ver band gebracht, maar het is nog niet met 100 procent zekerheid te zeg gen of Finale inderdaad de veroorza ker is. "Het oorzakelijk verband is moeilijk te vinden. We moeten daarom voor zichtiger omgaan met dit soort be schuldigingen", meent de Afdeling. "Niet alle rot is nu af te schuiven op het gebruik van Finale". Het rottingsverschijnsel, waar de commotie over is ontstaan, heeft wel een nieuw ziektebeeld en wordt niet door een bacterie of schimmel veroorzaakt. Dat stelde de Planten- ziektekundige Dienst vast. Omdat veel telers met rot-problemen Finale SL 14 hadden gebruikt, zou dit mid del de veroorzaker kunnen zijn. De Afdeling denkt dat een inventari satie van de problemen zekerheid kan bieden. Aardappeltelers worden gevraagd attent te zijn en zodra ze iets bemerken, dit door te geven. Het probleem is namelijk dat het specifieke ziektebeeld slechts twaalf dagen te herkennen is. Het KNLC, de Geldersche Mij, de Zuidhollandse Milieufederatie en Novib vragen de regering van Bang ladesh het gebruik van internatio naal verboden pesticiden te staken. In februari 1993 bezochten verte genwoordigers van het KNLC, de Geldersche Mij, de Zuidhollandse Milieufederatie en Novib Bangla desh. Daar constateerden zij een zeer onoordeelkundig gebruik van pesticiden en zelfs het gebruik van internationaal verboden middelen. Naar aanleiding daarvan stuurden de organisaties gezamenlijk een brief aan de ambassadeur van Bangladesh in Brussel. "Het is noodzakelijk dat zowel de import als het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen, die internationaal als zeer giftig worden aangemerkt, in Bangladesh worden verboden", schrijven de organisaties in de brief. De vier organisaties vragen de rege ring van Bangladesh zich hard te maken voor duurzame landbouw en tegelijkertijd de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te ver minderen. Het aantal soorten pesti ciden moet bovendien worden verminderd en de negatieve neven effecten van deze chemicaliën moe ten worden weggenomen. Verder vragen ze de regering van Bangladesh om veel strenger toe te zien op de handel en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en op de daarbij behorende verorde ningen. Dit kan onder andere door de leveranciers te verplichten labels aan te brengen op de verpakkingen, met daarop de uiterste gebruiksda- tum, het woord "vergif" en een doodshoofd. Toen in 1992 besloten werd de MacSharry-voorstellen in aange paste vorm door te voeren, is er nogal eens aan getwijfeld of dit wel een principiële wijziging van het landbouwbeleid van de EG zou zijn. Langzamerhand wordt duidelijk dat dit wel het geval is. Op bedrijfsniveau worden de ge volgen van de prijsverlagingen en de te laag vastgestelde direc te inkomenstoeslagen via hecta repremies en dierpremies pijnlijk gevoeld. De beleidshervorming is gebaseerd op meer concurreren de prijzen en rechtstreekse steun. De veranderde landbouw politiek zou moeten leiden tot vermindering van de lasten ten behoeve van de overschotten. Weinig aandacht Daarnaast is er nog een andere doelstelling van het gewijzigde beleid, een doelstelling die vaak niet is genoemd, maar vanaf het begin heeft meegespeeld: exten sivering van de produktie. In een EG-brochure staat dit laatste met andere woorden, namelijk de in tensieve produktie te ontmoedi gen om het milieu te beschermen. Het is opvallend dat bij de discussie over het nieuwe EG-landbouwbeleid het punt van de extensivering als nieuwe beleidsdoelstelling van de EG zo weinig aandacht heeft gekregen. Lagere prijzen, hectare- en dierpremies zijn ui teraard meer aansprekend, maar het EG-streven om de intensieve produktie te ontmoedigen zal met name door de Nederlandse land- en tuinbouw grote structu rele gevolgen kunnen hebben. De extensiveringsdoelstelling van het nieuwe EG-beleid wordt bovendien nogal verborgen in beleidsmaatregelen doorge voerd. Het komt onder andere op de volgende manier tot uiting: via de grootveenormen bij de roodvleesproduktiesteun, de hectaretoeslag voor graan (die het voeren van zelfverbouwd graan op het eigen bedrijf stimu leert), de Europese nitraatrichtlijn die een maximum van 2 grootvee-eenheden per hectare aangeeft en bij de gewasbe scherming. Met name de Nederlandse land bouw zal de gevolgen van de EG-extensiveringsdoelste/ling ondervinden. Dit geldt met name de intensieve veredelingsland bouw en de grondgebonden melkveehouderij. Het gemiddel de aantal vee-eenheden be draagt in de 12 EG-landen 95 per 100 hectare. In Nederland is dit getal echter 365, en daarmee verreweg het hoogste van de EG. België komt met 263 nog het dichtst in de buurt. Frankrijk en Duitsland blijven met 85 en 120 daar ver bij achter. Onjuist Volgens mij is de stelling van de EG-politiek onjuist dat het milieu beter beschermd is door een minder intensieve produktie. In ieder geval is het omgekeerde ook net zo goed te verdedigen, namelijk intensieve produktie geeft de mogelijkheid om met technische hulpmiddelen het mi lieu geheel te ontzien. Van dit laatste zijn duidelijke, econo misch verantwoorde, voorbeel den te geven. Ik vind het dan ook niet te tolereren dat het onze in tensieve bedrijven, die de milieu zorg hoog in het vaandel hebben, onmogelijk wordt ge maakt om voort te bestaan. Lang niet altijd zal het echter economisch verantwoord zijn om met technische hulpmidde len een oplossing voor het mi lieuprobleem te vinden. Meer grondgebondenheid ligt in die gevallen voor de hand. De Ne derlandse veredelingslandbouw en melkveehouderij hebben hier nu al mee te maken. Ik denk dat de komende jaren de vergeten extensiveringsdoelstelling van het MacSharry-beleid nog duide lijker zichtbaar zal worden in de vorm van bedrijfsverplaatsing binnen Nederland en naar ande re landen. Dam Jaarsma algemeen secretaris KNLC Een abonnement op bacteriologisch onderzoek naar uierontsteking kan vee! problemen voorkomen Dit najaar starten de Gezondheids diensten in Zuid-Nederland en in West- en Midden-Nederland met een abonnementensysteem voor bacteriologisch onderzoek van melk. Het abonnementensysteem is een bewakingssysteem, geschikt voor ieder bedrijf. Aan de hand van het koecelgetal worden koeien met onzichtbare mastitis opgespoord. Hierdoor kunnen celgetallen en mastitisproblemen in de toekomst worden voorkomen. Op dit moment worden bedrijven met een eenmalige tankcelgetalver- hoging van boven de 400.000 cel len/ml op het melkgeld gekort. Voor deze bedrijven is een snelle aanpak vereist. Een laag bedrijfscelgetal be tekent echter niet dat er geen masti tis op het bedrijf voorkomt. Enkele koeien kunnen dan ook (sub)klini- sche mastitis hebben. Zij vormen een infectiebron voor de andere koeien en kunnen een plotselinge stijging van het bedrijfscelgetal ver oorzaken. Voor deze categorie be drijven is een B.O.-abonnement dus ook nuttig. Bacteriologisch onderzoek geeft ex tra informatie die nodig is om masti tis effectief te voorkomen en te bestrijden. Het onderzoek geeft in zicht in de verwekkers van de uier ontsteking en hun gevoeligheid voor verschillende antibiotica. Met deze informatie kunnen de preven tieve maatregelen effectiever wor den uitgevoerd en is de inzet van antibiotica doeltreffender. Dit zal de uiergezondheid op het bedrijf ten goede komen en uiteindelijk het ge bruik van antibiotica en de kans op residuen doen verminderen. Twee abonnementen De melkveehouder kan via een abonnement eenvoudig aan het bacteriologisch onderzoek deelne men. De Gezondheidsdienst biedt hiervoor twee pakketten aan. Voor probleembedrijven is er het uitge breide "B.O. Plus" abonnement. Koeien met een te hoog celgetal worden in een relatief korte periode vier keer onderzocht. De veehouder krijgt bij de aanpak van de proble men desgewenst adviezen en bege leiding van de Gezondheidsdienst. Voor bedrijven met een normaal cel getal is er het "B.O." abonnement. Dit is een uitstekend hulpmiddel om de uiergezondheid te bewaken. Twee keer per jaar worden koeien met een verhoogd celgetal bacterio logisch onderzocht. Tevens wordt, in beide gevallen, de gevoeligheid van verwekkers voor antibiotica vastgesteld. Hierop kan de behan deling worden afgestemd. Kosten Voor deelname aan het bacteriolo gisch onderzoek betaalt de veehouder een vaste abonnementsprijs van f 25,- voor het "B.O.", of f 100,- voor het "B.O. Plus" abonnement. Daar naast wordt voor elk kwartiermonster een bedrag van f 2,- in rekening ge bracht. Bij deze opzet hangen de kosten samen met de mate waarin er gebruik van wordt gemaakt. De Gezondheidsdienst werkt met het bacteriologisch onderzoek nauw samen met de praktizerende dierenartsen, de VVB's en de zuivel industrie De melkveehouders in het werkgebied van de betrokken Ge zondheidsdiensten ontvangen deze maand een aanmeldingsformulier voor deelname. Veehouders die zich aanmelden, worden daarna uitge breider geïnformeerd. In de beginfa se krijgen de probleembedrijven voorrang.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 5