Verplichte
en registratie schapen
en geiten van start
iiÖat
Verzet tegen voorheffing
teveel geproduceerde mest
Landbouwschap in Brabant wil
overleg over aanpak distels
Quotering aardappels
Stickers "Slik op de weg"
weer ruim verkrijgbaar
Mest: stink
er niet in!
Nl6UWS
Kinderopvang
in de landbouw
Schapen- en geitenhouders die hun
vee afvoeren voor de slacht mogen
dit binnenkort alleen als hun bedrijf
staat geregistreerd en de dieren zijn
voorzien van een bedrijfsidentifica-
tienummer. Dit Identificatie- en
Registratie-systeem (I- en R-
systeem) loopt via de Stichting Ge
zondheidszorg voor Dieren, die
daarmee stapsgewijs uitvoering
geeft aan een richtlijn voor vrij han
delsverkeer binnen de Europese Ge
meenschap. Het verplicht
oormerken van alle schapen en gei
ten bestemd voor de export zal voor
1995 worden ingevoerd. Voor de
export van fokdieren gaat de ver
plichting dit jaar al in.
Alle ongeveer dertigduizend
schapen- en geitenhouders ontvan
gen binnenkort een aanvraagformu
lier voor een bedrijfsnummer (UBN).
Na verstrekking van het UBN kan de
veehouder zelf bij een aantal voor
geselecteerde bedrijven zijn door de
Stichting Gezondheidszorg voor
Dieren goedgekeurde oormerken
bestellen.
Via het UBN kan een schaap zono
dig op eenvoudige wijze worden ge
traceerd naar het bedrijf van
herkomst. Hiermee wordt een snel
lere bestrijding van ziekte-uitbraken
mogelijk en kan het gebruik van ver
boden preparaten worden tegenge
gaan. Bij verkoop van dieren aan
derden is het raadzaam dat de ver
koper wel een compleet ingevulde
(standaard)verkoopovereenkomst
vraagt aan de nieuwe eigenaar.
Voor de export van fokdieren gelden
voorlopig de stamboeknummers als
individueel identificatienummer.
Daarnaast moeten deze dieren nog
aan speciale zwaardere veterinaire
eisen voldoen.
Aan de registratie van de bedrijven
is een voorlopige bijdrage voor ad
ministratiekosten verbonden van 35
gulden (exclusief BTW) tot 1 januari
1995. Schapen- en geitenhouders
die na 15 oktober a.s. nog geen ver
zoek tot registratie van de stichting
hebben ontvangen worden verzocht
zich daar zo spoedig mogelijk zelf
aan te melden. De aanschaf van de
oormerken en de overige benodigd
heden gebeurt voor rekening van de
Veehouder.
De Afdeling Veredelingslandbouw
van het KNLC wijst een voorheffing
op eventueel te veel geproduceerde
mest af. De voorheffing is een on
derdeel van het voorstel voor het
zogenaamde 1995-scenario. De
voorheffing moet bevorderen dat de
veehouder er voor zorgt dat hij tijdig
afzet heeft voor de mest. De Afde
ling denkt dat dit ook kan met een
goede voorlichting en bewustwor
ding onder de veehouders.
In juli kwam de Projectgroep
1995-scenario met haar eindrappor
tage. Het 1995-scenario moet er
voor zorgen dat de veehouder zijn
mest verantwoord afzet of aan
wendt. Heffingen moeten dit bevor
deren. De Projectgroep stelt voor de
veehouder 1,50 gulden te laten be
talen voor elke kilo fosfaat waarvoor
hij aan het begin van een kalender
jaar geen verantwoorde afzet heeft.
Blijkt aan het eind van het kalender
jaar dat de veehouder inderdaad
mest op onverantwoorde wijze
heeft aangewend of afgezet, dan
wil de Projectgroep de veehouder in
totaal 30 gulden per kilogram fos
faat laten betalen.
De Afdeling Veredelingslandbouw
van het KNLC vindt dat de regeling
op voorhand fraudegevoelig lijkt en
de praktische invulling nog moeilijk.
Bovendien denkt de Afdeling dat
het gebruik van een jaar van bijvoor
beeld 1 mei tot en met 30 april (zo
als bij de akkerbouwboekhouding)
een belangrijk stuk verlichting geeft
ten opzichte van het gebruik van
een kalenderjaar, zoals de Project
groep aangeeft. De veehouder is zo
namelijk minder afhankelijk van
weersinvloeden in het najaar.
De voorheffing van 1,50 gulden
schept verwarring bij de veehou
ders, verwacht de Afdeling, het leidt
tot een papieren rompslomp en de
superheffing bij de melk toont aan
dat het ook zonder kan. "Het is
meer van belang de veehouder er
van bewust te maken dat er iets
moet gebeuren met behulp van een
goede voorlichting", aldus de Afde
ling. Ze voelt daarom niets voor een
voorheffing.
Hoewel de totale heffing, die op 30
gulden kan uitkomen, aan de hoge
kant is, gaat de Afdeling akkoord
met dit voorstel: "De heffing is erg
hoog, maar het is dan ook de be
doeling dat de mest waar de heffing
voor geldt, ook niet wordt gepro
duceerd".
Geert Pinxterhuis
De aktie "Slik op de weg" krijgt dit najaar een vervolg. In samenwer
king met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland heeft het
Landbouwschap in Zeeland ervoor gezorgd dat er weer stickers op
groot formaat beschikbaar zijn. Deze kunnen op een bord worden ge
plakt en in de berm geplaatst. Bij de sticker horen spelregels die dui
delijk maken hoe een vervuild wegdek zo snel mogelijk schoon kan
worden gemaakt.
Uit een steekproef die begin 1993 onder een willekeurige groep boe
ren in Zeeland is gehouden, blijkt dat de stickeraktie al aardig bekend
is. Toch zijn er altijd nog te veel landbouwers, die nooit van de aktie
hebben gehoord of niet in het bezit wisten te komen van de stickers
en spelregels. Daarom is er alle reden de aktie dit najaar te herhalen.
De stickers en spelregels zijn verkrijgbaar bij:
voorzitters en secretarissen van de kring- en afdelingsbesturen
van de landbouworganisaties;
de Zeeuwse waterschappen en het Wegschap Walcheren;
Gewestelijke Raad Landbouwschap Zeeland, Cereshof 4, Goes;
Districtsbureauhouder voor Zeeuws-Vlaanderen, 17 Oktoberplein
6, IJzendijke;
Districtsbureauhouder voor Midden- en Noord-Zeeland, Westsin
gel 58, Goes.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
een quotering komt voor
consumptie-aardappelen, moet je
ook voor andere teelten een quotum
instellen en dat maakt het er niet
eenvoudiger op", denkt de Afdeling.
Een quotering op kilo's is niet moge
lijk (onder andere door de sterk wis
selende opbrengsten per hectare
per regio per jaar), dus zou een
eventueel quotum op basis van het
areaal moeten plaatsvinden. Zo'n
quotering zou sterk in het nadeel
van Nederland uitpakken. De Neder
landse telers halen verreweg de
meeste tonnen aardappelen van een
hectare. Bij een areaalsquotering
zou de Nederlandse produktie nog
amper kunnen stijgen, terwijl ver
wacht mag worden dat het telers el
ders in de EG nog wel zal lukken om
een flinke produktiviteitsstijging te
verwezenlijken. Bovendien is een
In de vergadering van de Gewestelij
ke Raad van het Landbouwschap
voor Noord-Brabant, die op 2 sep
tember j.l. is gehouden, is onder an
dere gesproken over de hinder van
akkerdistels in het Krammer-
Volkerakgebied. De distelpluis heeft
in de afgelopen zomer aanmerkelijke
overlast op de landbouwgronden
veroorzaakt.
De beheerder van het terrein, de
stichting Natuurmonumenten, wei
gerde ondanks verzoeken van agra
riërs de distels te maaien om
zodoende de overlast te beperken.
De agrariërs hebben de stichting
aansprakelijk gesteld voor de gele
den en nog te ondervinden schade.
De veldpolitie heeft proces-verbaal
opgemaakt vanwege overtreding
van de akkerdistelverordening.
De Gewestelijke Raad heeft het ini
tiatief genomen om in het najaar tot
overleg te komen met het ministerie
van LNV en de beheerders van het
gehele Krammer-Volkerakgebied.
West-Brabant
De stuurgroep Ontwikke
lingsperspectief West-Brabant heeft
een aangepaste versie van het ROP
West-Brabant uitgebracht. In deze
versie wordt enigszins aan de eerder
ingebrachte opmerkingen tegemoet
gekomen. In overleg met de achter
ban zal een reactie op de voorstellen
worden opgesteld. Dit betreft met
name de denklijn voor de Zoomse
as, waar enige ontwikkeling van
agribusiness (glastuinbouw) moge
lijk dient te zijn, en de denklijn voor
het zuidelijk zandgebied, waar een
te zwaar accent op natuur wordt
gelegd.
Ten behoeve van het ROP zijn acht
projectvoorstellen ingediend, waar
van twee agrarische projecten. Dit
betreft een toekomstvisie op de
boomteelt en de mogelijkheden
voor de glastuinbouw en volle-
grondstuinbouw.
Uitvoering Meerjarenplan
In de Bestuursovereenkomst heeft
de regering bindende afspraken ge
maakt met het Landbouwschap en
het overige bedrijfsleven over de uit
voering van het Meerjarenplan Ge
wasbescherming. In samenwerking
met het Consulentschap Landbouw
in Noord-Brabant zal door de Ge
westelijke Raad ten behoeve van
agrarische bestuurders, water
schappen en gemeenten op 24 no
vember te Moergestel een
voorlichtingsbijeenkomst worden
gehouden.
De kinderopvangregeling van het
Landbouwschap, die tot nu toe be
perkt was tot drie regio's, het West-
land, Venlo en Emmen is onlangs
uitgebreid naar het hele land.
Voortaan kunnen ook andere agrari
sche sectoren er gebruik van
maken.
Ouders kunnen zich inschrijven
wanneer ze, parttime of fulltime,
werkzaam zijn in de land- en tuin
bouw, de bloembollen-,
boomkwekerij- en bosbouwsector,
de cultuurtechniek op hoveniers- of
loonwerkbedrijven, de bedrijfsver-
zorgingsdiensten, de rundveeverbe
tering, het varkensstamboek en de
varkens k.i.
De regeling duurt tot 1 september
1995. dit betekent dat ouders na in
schrijving voor maximaal twee jaar
van een kinderopvangplaats verze
kerd zijn.
Werknemers in de tuinbouw die hun
kind kunnen onderbrengen bij een
kinderdagverblijf of gastoudergezin
hoeven bij de geboorte hun baan
niet meer op te zeggen. Dat biedt de
tuinder het voordeel dat er geen
kosten meer gemaakt hoeven te
worden voor werving, sollicitatie, of
het inwerken van een nieuwe
werknemer.
stijging van de produktie in Oost-
Europa niet in de hand te houden,
met alle gevolgen voor de Neder
landse telers vandien. Overigens is
het erg ongeloofwaardig wanneer
juist Nederland, als grootste aardap
pelproducent, een quotering in de
EG zou bepleiten.
Uiterste inspanning
Nederland zal het waarschijnlijk van
kwaliteit en afzet moeten hebben.
De Afdeling is van mening dat er in
ieder geval gesleuteld moet worden
aan de kolom van teler, handel en
afzet en ook de kwaliteit van het
produkt moet alle aandacht krijgen.
De kwaliteit, handel en afzet zijn de
sterke kant van de Nederlandse aard
appelsector, maar dit wordt voor
een deel teniet gedaan door hoge
kosten. De sector kan de kosten
kant nog eens nader bekijken. "Mis
schien moeten we de handel meer
centraliseren. Momenteel zijn er nog
drie coöperaties die zich bezig hou
den met de afzet, een luxe", vindt
de Afdeling. Ook op andere punten
zijn de kosten nog terug te dringen.
Al met al wijzen meerdere zaken er
op dat een marktordening zeer
moeilijk zal zijn. Maar de Afdeling
wil niet blijven toekijken hoe een sa
nering over de Nederlandse aardap
pelsector heen komt. "We moeten
een uiterste inspanning leveren, dat
zijn we aan onze telers verplicht. We
zullen de voor- en nadelen van een
quotering op een rij moeten zetten
en de sector confronteren met die
informatie. Zodat we op basis van
cijfers en een volledig inzicht de dis
cussie kunnen voeren. Als dat voor
ons mocht leiden tot een stand
puntswijziging, dus vóór een quote
ring, dan moeten wij ons daar hard
voor maken. Wanneer we echter het
standpunt handhaven, dan zullen
we dat ook gaan verdedigen", aldus
de Afdeling. Ze wil de handel wel
betrekken bij de discussie, maar
hoofdzakelijk in de bestaande struc
turen met de telers van gedachten
wisselen.
Geert Pinxterhuis
'Boerenknecht komt om in gier-
kelder bij poging boer te redden'.
Dergelijke ongevallen komen he
laas elk jaar weer voor. Gevaarlij
ke gassen die tijdens mixen of
rondpompen van mest vrijkomen
worden ingeademd waardoor
vergiftiging optreedt. Zwavel
waterstof is hier de boosdoener.
Je ruikt het niet en je kunt er al
na 2 tot 3 minuten bewusteloos
door raken.
Blijf daarom bij betreden of in
spectie van pompgaten en mix-
putten met het gezicht ten
minste een meter van de ope
ning. Bij een lichte vergiftiging
kunt u al duizelig worden en in
de opening vallen. Besteed in
spectie liever uit aan een gespe
cialiseerd bedrijf.
Zorg ervoor dat in de buurt van
mixput en andere gevaarlijke
plekken een persluchtmasker
aanwezig is voor gebruik in
noodgevallen. Ga nooit zonder
zo'n masker een mestopslag-
ruimte in. Een filtermasker is
onvoldoende omdat er meestal
zuurstofgebrek is. Zorg bij mixen
altijd voor voldoende ventilatie
en begin nooit op volle kracht.
Mix regelmatig (lx per 10 dagen)
en niet alleen voor het uitrijden
van de mengmest. Op plaatsen
waar onvoldoende ventilatie kan
zijn, in de omgeving van de
mixer en op de roostervloer in de
ligboxenstal kan de concentratie
aan gevaarlijke stoffen snel oplo
pen. Kortom neem geen risico
met mest!
Bij het Landbouwschap is een vi
deofilm te leen over het veilig
werken met mest. Voor meer in
formatie over de gevaren van
mestopslag kunt u terecht bij
een van de Stigas-vestigingen.