Voor de vrouw 1993: het jaar van de ouderen Snel agro-milieukeurmerk invoeren Delta-jongeren Het jargon in de kookkunst onder redaktie van de Perskommissie Bond van Plattelandsvrouwen voor Zeeland en Noord-Brabant. Adres: C.J. de Jonge-Stols Brouwerijweg 2, 4424 CH Wemeldinge Meerwaarde voor extra kwaliteit IllfijÜD VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1993 i3 b Het jaar van de ouderen, een kreet, een titel? In dit jaar behoren de ouderen de meeste aandacht te krij gen. Zij staan in het middelpunt van de belangstelling. Het jaar is inmid dels halverwege, maar wat is er tot nu toe van terecht gekomen? Erg weinig. De kloof tussen de ouderen van nu, en dan bedoel ik de 70-plussers, en de jongeren is erg groot. De 70-plussers leven een langzamer le ven, uitzonderingen daargelaten. Zij zijn dit tijdperk van computers, spij kerbroeken en vele hobby's niet ge wend. Bij hen moet alles op een bepaalde tijd gebeuren, volgens vaste regels. Hun leven bestond uit hard werken. Zij moesten rond zien te komen, soms met veel kinderen, van het weinige dat ze verdienden. De "zestigers" hebben zich al aardig aan deze tijd aangepast. Niet alle maal volledig maar de meesten wel. Een 60-jarige kun je tegenwoordig net zo makkelijk in spijkerbroek op een camping tegenkomen als een jonger iemand. De kleding van deze groep mensen is veranderd ten opzichte van vroe ger. Toen, en dat is nog niet eens zo lang geleden, waren lange broeken voor vrouwen taboe. Op zondag en bij de af te leggen visites diende men netjes gekleed te zijn. Niet dat men dat nu niet doet, maar netjes was toe meer de stijl van ordentelijk en degelijk. Men zei niet voor niets: "Op z'n zondags gekleed gaan". Langzaam-aan is hier verandering in gekomen. Ook de vrijetijdsbesteding verander de. In plaats van b.v. op zondag bij de ouders langs te gaan, ging en gaat men naar het strand, wandelen of sporten. Financieel kreeg men het wat ruimer en meer vrije tijd. Het gevolg laat zich raden: meer daagjes uit en langere vakanties. Vrije dagen werden gekoppeld aan feestdagen zodat korte vakanties mogelijk werden. Al naar gelang dit natuurlijk met het beroep uitkwam. Deze ontwikkeling zorgde niet al leen voor een andere vrijetijdsbeste ding maar ook voor een ander kledingspatroon. Jongeren en oude ren gingen spijkerbroeken, jogging pakken en t-shirts dragen. Als deze ontwikkeling niet op gang gekomen was liepen de "veertigers" van nu in stijve kleding met lange jassen in plaats van vlotte jacks. Aan deze ontwikkeling zit ook nog een andere kant. Door vaker weg te gaan, meer vakanties en b.v. meer sporten, zijn de familiebanden ver anderd. Vroeger leefde men rustig, men vloog veel minder het huis uit en leefde dichter bij elkaar. De zorg voor elkaar was groter. Had men voor de kinderen oppas nodig dan waren er altijd wel ouders of groot ouders, die dat wilden doen. Nu rea geren de ouders of grootouders heel anders. Niet allemaal natuurlijk, maar een groot gedeelte wel. De moderne oma's en opa's blijven niet meer thuis voor hun kleinkinderen. Ze willen er zelf op uit, cursussen volgen of sporten. Kleinkinderen vinden ze wel leuk maar hun kinde ren moeten er zelf voor zorgen of een andere oplossing zoeken in de vorm van een, meestal betaalde, op pas. Kleinkinderen mogen hun grootouders niet in hun vrijjheid be knotten. Deze nieuwe mentaliteit richt zich niet alleen op de kinderen en klein kinderen maar ook op de ouders. Mijn vrijheid mag niet beknot wor den: kinderen hebben minder tijd voor hun ouders Vroeger leefde men dichter bij elkaar. Werden de ouders ziek, dan konden ze op hun kinderen rekenen. Nu wordt er zo snel mogelijk een plaats in het be jaardentehuis besproken. Moeder en vader worden toch goed ver zorgd, dus hoeven de kinderen er niet zo vaak naar toe te gaan. On derling praten de ouderen hierover. Niet in de trant van: "Hè, ik krijg geen visite", maar meer van: "Mijn kinderen hebben het zo druk, het is logisch dat ze niet komen". En de ouderen proberen elkaar ervan te overtuigen hoe druk hun kinderen het hebben. Ze bieden als het ware tegen elkaar op. Bij dit alles uitzon deringen daargelaten. Wanneer deze trend zich voortzet zullen jonge kinderen eigenlijk maar weinig weten van ouderen. Met na me hoe hun leven en werk er vroe ger uitzagen. De basisschool "De Springplank" uit Fijnaart probeerde daar dit jaar iets aan te doen. Do centen maakten video-opnamen van bejaarden, die een beschrijving gaven van hun werk en vroeger le ven. Tijdens de projectweek van de school werden deze beelden ge toond en besproken. Aan het begin van deze speciale week hielden de leerlingen een sponsorloop naar het bejaardentehuis en boden de men sen een plantje aan. De bejaarden werden door de school bezocht om dat zij het dorp gemaakt hebben tot wat het thans is. De kinderen vonden het gezellig om met de ouderen te praten maar ook vreemd. Vreemd, omdat de meeste kinderen blijkbaar niet gewend wa ren om met ouderen en hun eventu ele gebreken als moeilijk te been zijn, slecht kunnen horen of zien, om te kunnen gaan. Het jaar van de ouderen 1993 is het jaar waarin de ouderen in de belang stelling staan. Laten we deze be langstelling tonen. J.M. van der Ham-Sonnenschein Het NAJK-bestuur wil dat er snel een erkend agro-milieukeurmerk komt voor agrarische produkten. Enerzijds met het doel om consu menten eerlijk te informeren, ander zijds kan een milieukeurmerk Redaktie Luc Mangnus 1 slllliSIM m ALGEMEEN PJZ-West Zeeuws Vlaanderen 18 september: Barbecue. Plaats: bij Mare Verplanke, Bosdijk 4 te IJzen- dijke. Aanvang: 19.30 uur. Tussen het bakken door zullen er dia's ver toond worden uit Brazilië door Sjak- kie de Hulster. Kosten: leden f 15,— en f 20,— voor niet-leden. Opgave bij Marc, tel. 01174-8343. Provinciaal 4 oktober: PAB-vergadering in de Vroone te Kapelle. 13 november: Provinciale bowling. Plaats: Bowlingcentrum Goes, Beestenmarkt 10. Aanvang: 18.30 uur. Prijsuitreiking: 22.00 uur. Opge ven bij Annemarie van der Maas, 01107-1690 of Govert Schroder, 01102-43326. milieuvriendelijke bedrijfsvoering sti muleren. Een agro-milieukeurmerk levert een meerwaarde op voor boeren en tuinders die produkten met "extra kwaliteit" leveren. Een agro- milieukeurmerk dient consumenten de garantie te bieden dat het pro- dukt op een milieuvriendelijker wijze is geproduceerd. Volgens het NAJK dient het keurmerk op de eerste plaats betrekking te hebben op het produkt maar is het ook gewenst dat het borg staat voor een aantal eisen waaraan het hele bedrijf vol doet. Achtergrond: het toepassen van sommige hulpmiddelen is soms moeilijk aan één produkt toe te schrijven, bijvoorbeeld gron- dontsmettingsmiddelen. Verder meent de jongerenorganisa tie dat de keurmerk-eisen niet eng beperkt moeten zijn tot milieu maar dat ook voldaan moet worden aan andere eisen, bijvoorbeeld wat be treft dierenwelzijn. Achtergrond: de consument verwacht van een pro dukt met een milieu-keurmerk dat ook extra rekening is gehouden met andere wensen zoals het welzijn van dieren. Strenge eisen Het NAJK-bestuur voelt niet voor het geleidelijk aanscherpen van eisen maar wil meteen strenge eisen voor produkten die een agro- keurmerk label krijgen. Dat geeft zo wel de producent als de consument meer duidelijkheid. Een onafhanke lijk orgaan waarin zowel producen ten als consumenten zijn vertegenwoordigd moet, zo meent het NAJK-bestuur, het agro- keurmerk controleren. Strenge con trole is noodzakelijk om produkten met extra kwaliteit tot meerwaarde te brengen. Tal van produkten lenen zich volgens agrarische jongeren voor een agro-keurmerk, bijvoor beeld aardappelen, groenten, fruit en vlees, maar ook melk en bloemen. leder vak heeft zo zijn eigen vak jargon, ook in de horeca ontkomt men niet aan de vele en in 't bij zonder de Franse vaktermen en uitdrukkingen die zo naar men beweert zijn oorsprong vonden in de loop van de 17e eeuw. In de daarvoor liggende eeuwen was het zeer slecht gesteld aan de eettafel. Er heersten cha otische toestanden, daar de keu ze aan spijzen zeer beperkt was en men er geen notie van had maal tijden te organiseren! Dat die geordende maaltijden er toch kwamen, is te danken aan de Italianen, die in de renaissan ce bij de dis glazen, borden, ja zelfs bestek gebruikten. De Fran sen maakten daar handig ge bruik van en zo ontstond, wat wij noemen de klassieke Franse keuken. Vele zelfs nu nog beken de en geciteerde meesterkoks o.a. Brillat Savarin (1755-1826), Antoine Carême 1783-1833en Auguse Escoffier (1847-1935) die in die dagen aan het hof van één of andere koning werkten of die de scepter zwaaiden in keu kens van adellijke families, be dachten vele, zeffs nu nog zeer bekende klassieke en traditione le schotels. Ook ontstonden in die tijd unieke combinaties van wijnen en spijzen! Daarbij zagen de menukaarten het eerste le venslicht. Deze culinaire revolutie beperkte zich natuurlijk niet alleen tot de Franse landsgrenzen. In vele van de ons omringende landen wer den deze keukentechnieken en gebruiken overgenomen waar door de Franse keuken al gauw internationaal genoemd mocht worden. Dit bracht met zich mee dat de voertaal in keukens Frans was. In de loop van de 20e eeuw, zo rond de jaren 50-60, verdwenen veel van die oude Franse keukengewoonten en ging men meer en meer over op andere gebruiken en een voe dingsleer. Plus dat men de Fran se uitdrukkingen naar gewoon Nederlands vertaalde. Ook de menukaarten zijn "verneder landst", alhoewel men zo regel matig nog wel eens een menukaart aantreft geheel in Franse stijl, vooral in de met ster ren getooide restaurants. Toch hebben ondanks alles vele ge bruiken en Franse vaktermen de tand des tijds doorstaan. Voor de aardigheid hebben wij er enige op een rijtje gezet. U komt ze zo nu en dan nog wel eens tegen bij kookrubrieken in kranten, tijd schriften of op radio en tv. Abatis - bruikbaar slachtafval van ge vogelte en andere slachtdieren. Aiquillettes - lange dunne reepjes vlees of gevogelte. Aromaten - verhogen van smaak d.m.v. kruiden en soepgroentes. Arrowroot - bindmiddel (pijlwortel). As pik - geleigerecht Aroseren - het regelmatig bedruipen van het vlees met het braadvocht tij dens het braden. Anglaise - mengsel van eieren, iets olie of melk wat zout (wordt ge bruikt voor het paneren). Au Bleu - het blauw koken van vis in court-bouillon. Bain Marie - warm waterbad voor het warm houden van o.a. soepen, sauzen en groente. Barderen - div. vleessoorten e.a. met plakken spek bedekken (om wikkelen). Barquette - langvormig bakje o.a. van korstdeeg. Blangeren - het vlug afkoken van o.a. vlees, groente enz. Bien Cuit - goed gaar. Blanquette - witte ragout van kalfs- of lamsvlees. Bigarreaux - geconfijte kersen. Bouquet Garni - kruiden samenge bonden d.m.v. een draadje peterselie, laurier en tym. Bordure - rand o.a. van rijst. Braiseren - gaar smoren in gesloten pan. Brideren - opbinden van o.a. slacht- vlees, gevogelte en wild, zodanig dat het zijn vorm behoud bij het braden, pochen enz. Briochedeeg - fijn brooddeeg. Brunoise - in kleine dobbelsteentjes gesneden. Carmel - gebrande suiker (ook kleur- middel). Caisse - bakje, doos, van deeg, pa pier of porselein. Croutons - in verschillende vormen gebakken bruin of wit brood. Casserole - pan. Chapelure - paneermeel. Chinoise - puntzeef. Ciseleren - in dunne plakjes snijden. Cocotte - vuurvast schaaltje met of zonder deksel. Cornet - klein spuitzakje van papier. Court-bouillon - viskruidenbouillon. Cru - rauw. Déglaceren - het loskoken van de vleessappen die ontstaan tijdens het braden. Estouffade - gesmoord gerecht. Etamine - zeefdoek. Farce - vulsel. Fines Herbes - fijn gehakte groene kruiden, kervel, dragon, peterselie, bieslook. Flamberen - gerecht met drank bv. cognac, schroeien/aansteken. Fleurons - halve maantjes van korstdeeg. Fonceren -pan of vorm bekleden met deeg of plakken spek. Fonds -grondbouillon. Fricasse - stoofgerecht. Frivolités - kleine en sierlijke opge maakte croutons. Garneren - opmaken van gerechten. Gastric - reductie van rode of witte wijn of azijn met aromaten, laurier, peper, ui. Glaceren - glanzend maken d.m.v. bv. gelei. Gratineren - van een bruin korstje voorzien. Julienne - aan dunne lange reepjes gesneden. Just point - niet te rauw, niet te gaar, juist goed. Larderen - vlees met reepjes spek doorboren. Lardon - reepjes spek. Macédoine - mengsel van fruit of groente. Maskeren - bedekken. Médaillon - vlees of vis in ronde vorm gesneden. Mirepoix - gesneden aromaten met blokjes spek aangefruit. Monteren - oproeren. Mouilleren - vocht toevoegen. Napperen - bedekken van een ge recht met o.a. saus of gelei. Panade - bindmiddel voor farce. Pareren - in de juiste vorm snijden. Paupiettes - escalops of filets gevuld en daarna opgerot. Pocheren - in weinig vocht zacht gaar maken. Poêleren - wit vlees zeer langzaam in boter braden in een gesloten pan zon der toevoeging van vocht. Quenelles - zeer fijn gehakt van vlees of vis in kleine balletjes of andere vorm gemaakt en gepocheerd. Raifort - Mierikswortel. Reduceren - inkoken. Remoulade - scherp pikant. Rissoleren - licht aanbraden. Signant - niet doorbakken, bloederig. Salpicon - een mengsel van verschil lende soorten (of een soort) gesne den fruit, groente, vis, vlees of gevogelte, al dan niet aangemaakt met saus. Sauteren - braden op een heet vuur. Tamis - zeef. Tourner - draaien. Zeste - buitenste schil van citroen of sinaasappel. M.A. van der Vfiét.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 13