TL
Land- en tuinbouw moet zoeken
naar nieuwe financieringsvormen
Borsele steunt landbouw
in strijd tegen bloemdijken
Schouwen-Duiveland als
één gebied herinrichten
Drie ZLO verzoeken minister
af te zien van bloemdijken
Ir. D. Luteijn op symposium Rabobanken:
Bolbloemen
Burgemeester wil overleg met boeren
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1993
"Het is hoog tijd dat de overheid in
haar fiscale beleid meer rekening
gaat houden met de financie
ringsproblemen in de land- en tuin
bouw. Ik denk daarbij aan de
vermogensbelasting, vervroegde af
schrijving en een langere midde
lingsperiode. Daarnaast zullen we
meer andere financieringsvormen
dan hypothecair krediet moeten on
derzoeken en toepassen". Dit be
toogde ir. D. Luteijn, lid van de Raad
van Beheer van de Rabobank, op
een seminar van zes Rabobanken
op Zuid-Beveland onder de titel
"Agrarische sector in beweging".
De bijeenkomst werd vorige week
donderdag gehouden in Yerseke en
trok een groot aantal belangstel
lenden.
Volgens ir. Luteijn moet bij andere fi
nancieringsvormen worden gedacht
aan erfpacht voor de grond en aan
het leasen van installaties, machi
nes en tractoren. "Wat het benut
ten van financieringsvormen betreft
loopt de land- en tuinbouw achter
bij andere bedrijfstakken. Dit wordt
des te belangrijker nu we ons moe
ten realiseren dat de hoge eigen ver
mogens die we van oudsher
gewend zijn niet meer voor de vol
gende generatie boeren is weg
gelegd".
Luteijn verklaarde wel degelijk kan
sen te zien voor akkerbouw in Ne
derland. Wel zullen de kosten per ha
omlaag moeten. Voor bedrijven met
hoge kosten of weinig hectares ligt
omschakeling naar andere teelten
voor de hand, afhankelijk van de
persoonlijke kennis en interesse.
Daarbij verdient het aanbeveling om
te bekijken of een nieuwe tak sa
men met andere bedrijfsgenoten
kan worden opgezet.
Alternatieven
Over alternatieven buiten de land
bouw was ir. Luteijn niet al te opti
mistisch. We mogen geen
overdreven verwachtingen hebben
van houtproduktie, landschapson-
derhöud en recreatie, omdat we af
hankelijk blijven van forse
overheidssteun. Volgens Luteijn zal
er de komende jaren in toenemende
mate sprake zijn van overloop van
melkveehouderij en intensieve vee
houderij naar de akkerbouwgebie
den. Het karakter van het
Zuidbevelands landschap zal daar
door veranderen.
De Rabobestuurder had weinig goe
de woorden over voor het MacShar-
rybeleid. Dit beleid lost niets op en
werkt bevriezend. De produktivi-
teitsstijging gaat door en daardoor
zal het EG-beleid over enige tijd op
nieuw vastlopen.
Het Europese landbouwbeleid moet
volgens ir. Luteijn uit de volgende
drie hoofdelementen bestaan:
behoud van een verantwoord
garantieprijsniveau voor de ba-
sisprodukten graan melk en
suiker;
stimulering van echte grootscha
lige alternatieven (agrificatie,
energievorming uit groene
massa);
uit produktie nemen van aan-
zienlijke oppervlaktes grond bin
nen Europa, die omgezet worden
in bos, natuur en recreatiege
bieden.
Ir. Luteijn zei dat ook Nederland niet
ontkomt aan grootschalig buiten
produktie stellen van cultuurgrond.
Hij sprak over 20 tot 30% van het
huidige areaal. "Als we dit in Europa
niet doen zullen we o.a. genood
zaakt zijn de aardappelteelt te gaan
quoteren".
Zuid-Beveland
Ing. S.G.W. Bense, hoofd van de
RABO-landbouwfinancieringsafde-
ling, kwam met interessante cijfers
over de ontwikkeling van de landbouw
op Zuid-Beveland. Van de kleine
1000 bedrijven die er nu nog zijn
zullen er in het jaar 2000 ca. 700
over zijn. Hij betoogde dat de grond
voor "traditionele teelten" in het
zuidwestelijk kleigebied eigenlijk te
Ir. D. Luteijn
duur is en ziet dus geen oplossing in
oppervlaktevergroting. Intensivering
is daarentegen wel een mogelijk
heid, zelfs binnen de strakker wor-
Voorzitter R Vis van de ZLM-kring
Schouwen-Duiveland vindt dat her
inrichting van het hele eiland
Schouwen-Duiveland in overweging
moet worden genomen. Hij zei dit
op de kringvergadering, die maan
dag j.l. in Zierikzee is gehouden.
Sinds vorig jaar ligt er een aanvraag
van de Zeeuwse Milieu Federatie
voor landinrichting op Schouwen-
Oost. Deze aanvraag is nog niet ge
plaatst op het voorbereidingssche
ma. In het Structuurschema Groene
Ruimte van het ministerie van land
bouw komt Schouwen-Oost echter
niet voor, terwijl Duiveland volgens
deze nota wel in aanmerking komt
voor landinrichting. Daar komt nog
de herziening van het streekplan
voor de Kop van Schouwen bij.
Er zullen in de komende jaren dus
grote verschuivingen optreden in
gebruik en eigendom van land
bouwgronden op heel Schouwen-
Duiveland. Daarom is volgens Vis
herinrichting van het hele eiland het
overwegen waard. Ondernemen is
vooruitzien en daar hoort ook herin
richting bij, aldus de kringvoorzitter.
dende milieuregels, aldus ing.
Bense.
Uit een RABO-onderzoek naar de
bedrijfsopvolging in de akkerbouw
blijkt dat zuidwest-Nederland een
hoog percentage "twijfelaars" te
zien geeft. Maar liefst 35% zegt
niet te weten of er bedrijfsopvolging
plaatsvindt. Voor heel Nederland ligt
dit percentage op slechts 14%.
Slechts 40% van de bedrijfsopvol-
gers in de zuidwestelijke akkerbouw
zegt daadwerkelijk het bedrijf te wil
len voortzetten, terwijl dit percenta
ge landelijk 53 is. In de opleiding
van bedrijfsopvolgers ligt het per
centage HAS-afgestudeerden in het
zuidwesten op 43 en in de rest van
Nederland op 57. Een groot aantal
mogelijke bedrijfsopvolgers kiest
dus al op voorhand een andere dan
agrarische opleiding.
Bij de financiering let de RABO-bank
aldus ing. Bense nu veel meer op
ondernemerschap en rentabiliteit.
Voorheen was de zekerheidsstelling
het belangrijkste criterium. Naast
ondernemerschap slaat de RABO
ook solvabiliteit en liquiditeit hoger
aan dan zekerheid.
Deze stelling lokte in de daaropvol
gende forumdiscussie onder leiding
van de heer C. Hamelink de vraag
uit wat de RABO doet voor agrari
sche bedrijven die door de huidige
malaise financieel vast dreigen te lo
pen. Hebben boeren en tuinders bij
de RABO bank inderdaad een
streepje voor? En geeft de bank
vooral de jonge boeren de kans het
bedrijf over te nemen? Volgens ing.
Bense wil de RABO-bank haar rol
als kredietcoöperatie blijven waar
maken. Wanneer een ondernemer
zijn problemen tijdig aankaart en uit
de rentabiliteitsprognose blijkt dat er
perspectief is, dan zal de bank zeker
over de brug komen. Als er geen
perspectief is, dan wordt de kraan
niet abrupt dichtgedraaid, maar
krijgt de ondernemer de kans af te
bouwen, aldus ing. Bense.
Inkomens
Bense: "Het probleem in de land
bouw is niet de financiering, maar
het inkomen. Daarbij zien we dat de
kostprijs op veel bedrijven nog veel
te hoog is. Maar als er rentabiliteits-
kansen zijn, dan krijgen ook starters
van ons de kans. Dan is zekerheid
voor ons niet het eerste criterium".
Het hoofd van de SEV van de ZLM,
ing. J. Withagen, liet blijken van dit
laatste nog niet veel te hebben ge
merkt. Hij verklaarde dat het aantal
knelgevallen onder de boeren aan
het toenemen is en legde uit dat de
ZLM al het mogelijke doet om de
problemen in een zo vroeg mogelijk
stadium aan te pakken. Deze pre
ventieve aanpak richt zich niet al
leen op de ZLM zelf, maar ook
gemeenten, banken, het ministerie
van landbouw en zelfs artsen en
pastores hebben het verzoek gekre
gen alert te zijn op signalen, die wij
zen op financiële problemen.
Wat de RABO nu precies voor de
boeren in deze benarde tijden kan
betekenen, kwam niet helemaal uit
de verf. Toch liet ir. Luteijn aan de
hand van een concreet voorbeeld
zien dat de RABO bank nog wel de
gelijk een bank voor de boeren is.
"Wij hebben vorig jaar als eerste
bank een bijdrage van f 25,— ge
vraagd van onze particuliere klanten
als vergoeding voor de kosten van
het betalingsverkeer. Dat heeft tot
veel opschudding geleid. Maar de
miljoenen die daarmee werden op
gebracht geven ons de ruimte om
iets extra's te kunnen doen voor on
ze belangrijkste doelgroep: de boe
ren en tuinders in Nederland".
Het Produktschap voor Siergewas
sen en de Bloembollenkeurings
dienst geven jaarlijks vier publikaties
uit over de met bolbloemen beplan
te oppervlakten, te weten voorjaars-
bloeiers, lelie, gladiool en dahlia.
Recentelijk is de publikatie voor-
jaarsbloeiers seizoen 92/93 ver
schenen, waarvan de tulp met in
totaal 7629 ha veruit de belangrijk
ste is. De totale oppervlakte voor-
jaarsbloeiers bedraagt 11.343 ha.
De drie Zeeuwse landbouworgani
saties hebben zich rechtstreeks tot
minister Bukman gewend om hun
bezwaren tegen de aanwijzing van
bloemdijken kenbaar te maken. De
3 ZLO verzoeken de minister met
klem te bewerkstelligen dat er in het
geheel geen bloemdijken worden
aangewezen. De ZLM deed dit al
eerder.
De 3 ZLO hebben hun bezwaren te
gen de aanwijzing van bloemdijken
ook al kenbaar gemaakt aan de di-
rekteur LNO in de provincie Zeeland.
Als gevolg hiervan is de aanwijzing
uitgesteld tot 15 maart. De 3 ZLO
zouden graag zien dat al voor die
datum het besluit valt om geheel
van de bloemdijken af te zien. In de
brief aan de minister voeren de 3
ZLO dezelfde argumenten aan als
eerder aan de direkteur LNO.
De 3 ZLO vinden het essentieel dat
vele bloemdijken in boerenbeheer
zijn. Deze ondernemers zouden nu
beperkingen opgelegd krijgen door
het beheer dat zij jarenlang gevoerd
hebben. Dit maakt bij velen de vrij
willigheid die nadrukkelijk voorwaar
de is in het Natuurbeleidsplan,
ongeloofwaardig. In de brief schrij
ven de 3 ZLO dat zij zich niet verzet
ten tegen de bescherming van de
landschappelijke waarde van de
bloemdijken, maar wel als dit in het
kader van de ecologische richtlijn
gebeurt. Volgens de landbouworga
nisaties is het toepassen van de re
latienota hiervoor een veel beter
instrument.
Burgemeester ir. J.L.M. Mandos van
Borsele gaat met de provincie Zee
land en de landbouworganisaties
om de tafel zitten om gezamenlijk
een alternatief te bedenken voor de
aanwijzing van bloemdijken. Hij wil
nagaan of er een andere, meer op
de praktijk toegesneden oplossing
is die hetzelfde resultaat oplevert,
namelijk behoud van de natuur
waarden van de bloemdijken.
Mandos sprak op de druk bezochte
vergadering van de kring West Zuid-
Beveland, die vorige week woens
dag in de Prins van Oranje te Goes
werd gehouden. Tijdens deze bij
eenkomst kreeg hij van diverse zij
den te horen dat de aanwijzing van
bloemdijken door het ministerie op
deze wijze niet kan. Het legt grote
beperkingen op aan zowel vee- als
akkerbouwbedrijven in ruime cirkels
rond de aangewezen dijkgedeeltes.
De gevolgen van deze aanwijzing
staan niet in verhouding tot het doel
dat de overheid er mee bereiken wil.
Intussen heeft de ZLM rechtstreeks
en via het Landbouwschap de
kwestie bij de minister van Land
bouw aanhangig gemaakt. Naar het
lijkt niet zonder succes.
Geen verpaupering
Ook burgemeester Mandos toonde
zich weinig gelukkig met de gang
van zaken. "De bescherming van de
zogenaamde bloemdijken mag niet
leiden tot verpaupering van het plat
teland. Als we straks prachtige
bloemdijken in de Zak van Zuid-
Beveland hebben, maar de rest van
het platteland is verwaarloosd om
dat de boeren het niet vol kunnen
houden, dan schieten we ons doel
voorbij".
Een van de aanwezigen legde de
Zuidbevelandse dijk en sneeuwlandschap.
burgemeester uit dat geen anderen
dan de boeren weten hoe zij bloem
dijken moeten onderhouden. "Sinds
Staatsbosbeheer en Natuurmonu
menten zich ermee bemoeien, is het
bergafwaarts gegaan. Toen de boe
ren de dijken beheerden, stonden er
veel meer prachtige en unieke plan
ten". Burgemeester Mandos toonde
zich gevoelig voor deze argumenten
en nodigde de georganiseerde land
bouw uit om samen met de provin
cie "een praktische aanpak" te
bedenken, die recht doet aan de na
tuurwaarden van de binnendijken in
Zeeland.
Glastuinbouw
In zijn betoog voor de ZLM-kring
West Zuid-Beveland ging Mandos
o.a. in op de pogingen om glastuin
bouw naar Zeeland te halen. Hij zei
dat de provincie nu snel met de ac
quisitie moet beginnen. Op een door
hem bezochte tuinbouwbeurs was
Zeeland de enige provincie die ont
brak. Om een concurrentiestrijd tus
sen de drie gemeentes op
Zuid-Beveland (Borsele, Kapelle en
Reimerswaal) te voorkomen, heeft
Borsele zich vrijwillig als nummer
drie op de lijst laten zetten. Reimers
waal komt eerst aan de beurt, dan
Kapelle en dan Borsele, waarbij uit
gangspunt is dat ieder ca. 100 ha
glastuinbouw kan aantrekken. "Als
wij de anderen voor laten gaan,
kunnen we straks des te beter in
spelen op de mogelijkheden die de
restwarmte van de industrie in het
Sloegebied oplevert voor de
glastuinbouw", aldus Mandos.