Organisatienieuws
Voorstellen om inbreng vrouwen te vergroten
Integratiecommissie ZLM:
Verbetering wereldvoedselsituatie
Voortdurende geluiden over aan
scherping van de normen en extra
aanvullende maatregelen om de mi
lieubelasting aanvaardbaar te hou
den vervulde het hoofdbestuur met
zorg. De ZLM drong aan op een dui
delijk en konsistent overheidsbeleid
over een groot aantal jaren. Aan het
eind van het jaar verscheen het rap
port van de Commissie Spiertz met
aanbevelingen om de benutting van
stikstof in de landbouw te verbete
ren. De aanbevelingen houden een
aanscherping van het beleid in. In
de praktijk veroorzaakte dit weder
om de nodige onrust. In het volgend
jaar zal het rapport nader worden
besproken.
Varkenspest
In het voorjaar van 1990 werd de
Nederlandse veehouderij opge
schrikt door het uitbreken van var
kenspest in België en in
Noord-Brabant. Onmiddellijk wer
den de gebruikelijke maatregelen
genomen, hetgeen voor het
besmette gebied in Brabant een ab
soluut vervoersverbod voor vee be
tekende. Toen de situatie onder
kontrole was, werden de maatrege
len versoepeld en later geheel inge
trokken.
Voor Zeeuws-Vlaanderen verliep
een en ander ronduit onplezierig.
Hoewel in het gebied geen var
kenspest was gekonstateerd, werd
er wel een vervoersverbod afgekon
digd. Aangezien dit verbod lange tijd
gehandhaafd bleef, ontstond er een
onhoudbare situatie. De ZLM tracht
te in de zaak te bemiddelen, maar
zonder direkt resultaat. In juli span
den een aantal Zeeuws-Vlaamse'
varkenshouders met steun van de
ZLM een kort geding aan, omdat er
geen enkel uitzicht was op verbete
ring van de situatie via minnelijk
overleg.
De rechter stelde hen echter niet in
het gelijk. Wel werd een schadere
geling via PVV c.q. overnamerege
ling via het PVV van toepassing
verklaard. Pas in het najaar was de
situatie in België weer onder kontro
le en werd het vervoersverbod in
Zeeuws-Vlaanderen opgeheven.
Ooipremie
Enkele tientallen schapenhouders in
het Zuidwesten ontvingen het be
richt, dat hun aanvraag voor de ooi
premie was afgewezen, omdat de
desbetreffende formulieren onjuist
of onvolledig waren ingevuld. Dit
wekte veel bevreemding, omdat een
groot aantal aanvragen konform het
advies van de DBH waren ingevuld.
De ZLM adviseerde de schapenhou
ders in beroep te gaan; tegelijkertijd
werd bij het ministerie van LNV voor
een generaal pardon gepleit. Het mi
nisterie bleek niet bereid hierop in te
gaan. Wel werd toegezegd dat de
beroepszaken met soepelheid zullen
worden behandeld.
Grondgebruik
De provincie Zeeland liet het provin
ciaal milieubeleidsplan 'Kerend Tij'
verschijnen. De ZLM kon zich in gro
te lijnen in het plan vinden, zij het
dat intrekking van distelverordening
en het invoeren van een najaarsuit-
rijverbod voor dierlijke mest, zoals
werd voorgesteld, voor de land
bouw niet acceptabel zijn.
Voorjaar 1990 deed het Landbouwhuis van de ZLm enige tijd dienst a/s aktiecentrum.
De zuivelsector werd vorig jaar geconfronteerd met lagere prijzen.
Voor Noord-Brabant verschenen 3
nota's die nauw op elkaar aanslo
ten: de diskussienota 'Brabant op
Streek' als eerste aanzet voor het
streekplan, het milieubeleidsplan
'Milieu in Bruikleen' en de water
huishoudingsnota 'Werken aan Wa
ter'. In deze 3 nota's wordt een
dermate sterk accent gelegd op
natuur- en milieu-aspekten, dat er
nauwelijks nog ruimte zal zijn voor
de agrarische ontwikkeling. De ZLM
liet hierover via de Gewestelijke
Raad van het Landbouwschap haar
grote ongerustheid blijken naar de
provincie toe. Het Landbouwschap
stelde, dat er sprake moet zijn van
een evenwichtige afweging van alle
relevante belangen.
Pacht
Zowel door het Landbouwschap als
door de overheid werden voorstellen
gedaan tot liberalisatie van de
Pachtwet met als doel de terugloop
van het pachtareaal tegen te gaan.
De ZLM vond het merendeel van de
voorstellen veel te ver gaan. De es
sentiële bepalingen van de Pacht
wet moeten in stand blijven. Het
hoofdbestuur vroeg met klem om
een nadere analyse van de terug
loop van het pachtareaal. Pas daar
na kan goed gefundeerd beoordeeld
worden of tot wijziging van de
Pachtwet zou moeten worden over
gegaan.
Zoet water
In het Zuidwestelijke herstrukture-
ringsrapport neemt de zoetwater
voorziening een zeer belangrijke
plaats in. Het hoofdbestuur was
zeer verheugd, dat de zoetwater
voorziening op Tholen en St. Phi-
lipsland door kan gaan nadat de
algemene vergadering van het wa
terschap hierover positief had beslo
ten. De voorbereidingen van de 2
zoetwaterprojekten op Zuid-
Beveland, te weten de zoetwaterpijp
en het plan Reigersbergse polder
werden verder ter hand genomen. In
de praktijk is er veel belangstelling
voor het gebruik van zoet water en
is men ook bereid daarvoor een reë
le vergoeding te betalen.
Wildschade
De ZLM konstateerde, dat de land
en tuinbouw in toenemende mate
overlast en schade ondervindt van
wild. Enerzijds valt dit te wijten aan
het toenemend aantal natuurgebie
den waar niet of beperkt gejaagd
mag worden; anderzijds kan de ZLM
zich niet aan de indruk onttrekken,
dat de betaling van schadevergoe
ding scherper wordt beoordeeld.
Het hoofdbestuur stelde zich op het
standpunt, dat die schade vergoed
moet worden die jager en grondge
bruiker redelijkerwijs gesproken niet
hebben kunnen voorkomen. Het
hoofdbestuur toonde zich niet ge
lukkig met de gewijzigde procedure
voor de melding van wildschade.
Men vreest voor een minder vlotte
afhandeling van schademeldingen.
De ontwikkelingen zullen nauwlet
tend worden gevolgd.
Landinrichting
Het Natuurbeleidsplan werd dit jaar
door het parlement aanvaard, waar
bij aan de minister werd gevraagd
het plan niet in 30 maar in 20 jaar
te realiseren. In een aantal projekten
in Zeeland (Walcheren) en Noord-
Brabant (o.a. De Hilver) heeft de in
passing tot komplikaties en vertra
ging geleid. De ZLM toonde zich
ongerust over de toenemende kom-
plexiteit en daarmee gepaard gaan
de vertragingen. Het NBP legt een
enorm ruimtebeslag met name door
de overreservering voor natuuront
wikkelingsgebieden. Deze zullen zo
snel mogelijk gekonkretiseerd en
begrensd moeten worden naar de
mening van het hoofdbestuur.
Op het voorbereidingsschema land
inrichting 1990 zijn geplaatst, Bier
vliet en Oud-Vossemeer (beide
administratieve ruilverkavelingen).
Wat betreft Kust West Zeeuws-
Vlaanderen hebben de regionale
landbouworganisaties zich in het
kader van het voorbereidingssche
ma 1991 zeer ingespannen om het
projekt in de vorm van een ruilverka
veling geplaatst te krijgen. Dit
mocht echter niet baten. De Zeeuw
se Staten kozen uiteindelijk voor
herinrichting als aangewezen vorm.
De integratiecommissie van de ZLM
heeft een aantal voorstellen ontwik
keld, die tot doel hebben de inbreng
van vrouwen in de organisatie te
vergroten. Het hoofdbestuur
bespreekt de voorstellen a.s. maan
dag. Eerder heeft de ZLM al uit
gesproken dat het aantal
vrouwelijke leden omhoog moet. In
het verlengde daarvan heeft de inte
gratiecommissie de mogelijkheden
daartoe onder ogen gezien.
De integratiecommissie is tot de
conclusie gekomen dat het moeilijk
is specifieke vrouwenbelangen te
benoemen. Het gaat dan ook meer
om welvaart en welzijn voor het
boerengezin dan om het belang van
de vrouwen.
Bij het opzetten van aktiviteiten ter
bevordering van integratie zijn de
mogelijkheden in organisatorische
zin beperkt. In het ZLM-blad moet
(meer) aandacht worden besteed
aan wat vrouwen binnen de organi
satie kunnen betekenen en op wel
ke terreinen zij praktisch bezig
kunnen zijn. Verder moet er infor
matiemateriaal over de ZLM komen,
zowel voor het kader als voor het
grote publiek.
De integratiecommissie stelt vervol
gens voor vier bijeenkomsten voor
kringsbestuursleden te houden, o.a.
om te bespreken hoe de vrouwen
kunnen worden gestimuleerd om
mee te doen. Op 19 maart a.s. wil
de commissie een ZLM-
integratiedag organiseren. Tot slot
acht de commissie het discussie
thema van het KNLC "Land- en
tuinbouw in Europa zonder gren
zen" zeer geschikt voor behande
ling met vrouwen en jongeren.
Volgens de integratiecommissie
moet er gestreefd worden naar een
situatie, waarin vrouwen van
zelfsprekend meedoen. Zowel op
het niveau van de organisatie als op
dat van het bedrijf hebben man en
vrouw gemeenschappelijke en geen
contrasterende belangen.
In de periode 1980 tot 1990 is de
produktie van voedingsmiddelen in
de ontwikkelingslanden met 38,2%
gestegen, aldus een bericht van de
F.A.O.
In die periode steeg de bevolking in
die landen met 23,4%, waardoor de
toename van de produktie per hoofd
van de bevolking toch nog ongeveer
12% bedroeg.
De situatie in de verschillende re
gio's is overigens sterk uiteenlo
pend. Zorgwekkend blijft de situatie
in Afrika, waar de voedingsmidde-
lenproduktie met 27,3% steeg en
de omvang van de bevolking met
35,8%, waardoor het gehele effect
van de stijging van de voedselpro-
duktie meer dan teniet gedaan
werd. Berekend over de tien jaar van
1980/90 betekent het zelfs een te
ruggang van de produktie per hoofd
van de bevolking met ongeveer
6,2%.
In de Zuidamerikaanse ontwikke
lingslanden steeg de voedselpro-
duktie met 25,7% en de omvang
van de bevolking met 1,8%. In Chi
na was de situatie aanmerkelijk
gunstiger; daar steeg de voedsel-
produktie met 53,1% en in India be
droeg de toename 48,0%.
De omvang van de bevolking nam in
China met 14,3% toe, zodat de pro
duktie per hoofd van de bevolking
met 33,9% steeg. In India steeg de
omvang van de bevolking met
23,7%, zodat de produktie per
hoofd van de bevolking met 19,6%
toenam.