Akte van toedeling voor Yerseke Moer gepasseerd Agrarische Effectrapportage Broek en omgeving Gewestelijke Raad heeft grote bezwaren tegen ontwerp-streekplan Landbouw kan beter uit de voeten Geen visie op landbouw in Brabant Streekplan Brabant langer ter visie 10 De ruilverkaveling Yerseke Moer is zijn laatste fase ingegaan. Vo rige week donderdag passeerde ten overstaan van notaris J.P.M. Sarneel de akte van toedeling tijdens een feestelijke bijeen komst in het dorpshuis De Zaete te Yerseke. Daarmee is duidelijk heid en zekerheid verkregen ten aanzien van de eigendom en pacht in het verkavelde gebied, dat 1.316 ha groot is. Als voorzitter van de landinrich tingskommissie blikte de heer J. Markusse, het voormalige hoofd van de SEV van de ZLM, na on dertekening van de akte voldaan te rug op de afgelopen periode. Hoewel niet iedereen tevreden is, is er toch een goed stuk werk gele verd. De landbouw kan door een be tere waterbeheersing, ontsluiting en vergroting van de kavels beter uit de voeten. "Natuurlijk had men betere wegen en rechtere kavels gewild en had men in het verkavelingswerk een subsidie gewild van 50% in plaats van f 680,— per ha. Men meet zich wel realiseren dat er nog net op tijd is gestemd om deze f 680,— te krijgen. Nu is er geen geld meer", aldus Markusse. Zeeuws Landschap Hij wees er bovendien op dat er me de door de verkaveling een stuk oudland in stand is gebleven, dat in handen is van het Zeeuws Land schap. Het betreft 230 ha reser- vaatsgebied, dat voor het grootste deel wordt uitgegeven voor het in- scharen van vee. In totaal ligt er nu 279 ha reservaatsgebied in Yerseke Moer. Daarnaast is 96 ha aangewe zen als beheersgebied. Deze gron den worden op vrijwillige basis op natuurvriendelijke wijze beboerd. Volgens de heer Markusse is er on der de betrokken boeren voldoende animo om beheersovereenkomsten aan te gaan. De ruilverkaveling Yerseke Moer is de eerste in Zeeland en Brabant, waarin de natuurbescherming verte genwoordigd was. Het was geen eenvoudige ruilverkaveling. Markus se wees in dit verband o.a. op de claims op basis van het relatienota- beleid en Natuurbeleidsplan. Verder speelden ook de aanwezigheid van een vliegveldje voor sportvliegtui- gen en opslag van mosselschelpen de kommissie parten. Het lukte niet het vliegveld uit het gebied te krij gen. Voor de mosselschelpen is een oplossing dichtbij. Voorwaarden scheppen Namens de drie Zeeuwse landbouw organisaties werd het woord ge voerd door de heer J. Kodde. Hij sprak zijn waardering uit voor het werk van de landinrichtingskommis sie. "Hier is zichtbaar gemaakt wat het betekent om voorwaarden scheppend voor de landbouw bezig te zijn. Yerseke Moer is bovendien een bij-de-tijdse ruilverkaveling. Het is een aanzet voor een plattelands ontwikkeling die breed wordt ge dragen". Kodde toonde zich uiterst bezorgd over de forse bezuinigingen, die de regering op de landbouw wil door voeren. Binnen het ministerie treffen die bezuinigingen de landbouw veel sterker dan de natuur. Ook het snoeien op de landinrichting werd door de 3 ZLO-voorzitter gehekeld. Dit betekent dat de toch al langduri ge processen van landinrichting nog meer tijd in beslag gaan nemen. Ook de Inspecteur Landinrichting, ir. Okma, maakte de vergadering deel genoot van zijn zorgen rond de be zuinigingen op landinrichting. Hij prees de snelheid van werken van de kommissie Yerseke Moer en toonde zich uiterst tevre.den over het unieke feit dat de kosten van de verkaveling het beschikbare budget (17,6 min.) niet overschrijden. Dat is volgens ir. Okma mede te danken aan de inventiviteit van de landin richtingskommissie. Tijdens de bijeenkomst in Yerseke werd ook het woord gevoerd door direkteur Faas van het Kadaster, waarnemend dijkgraaf Van Overloop van het waterschap Noord- en Zuid- Beveland, burgemeester Verbree van Reimerswaal, en ir. Visser, waarnemend voorzitter van Het Zeeuws Landschap. Geldelijke regelingen Nu de akte van toedeling is gepas seerd volgt als laatste fase nog het vaststellen van de lijst der geldelijke regelingen. Inmiddels wordt in Yer seke Moer hard gewerkt aan de ver- kavelingswerken. Zodra het werk dit toelaat, kunnen de nieuwe gebrui kers hun nieuwe kavels in gebruik nemen. Dankzij het passeren van de akte van toedeling zijn ze daar vanaf 25 oktober jl. ook eigenaar of pach ter van. De akte van toedeling van de ruilverkaveling Yerseke Moer werd on dertekend door de heer J. Markusse, voorzitter van de landinrich tingskommissie (links), notaris J.P.M. Sarneel (midden) en rechter-kommissaris W.PM. Ter Berg van de Rechtbank in Middelburg (rechts). (Foto Willem Mieras.) Vrijwel alle agrarische bedrijven tus sen Helvoirt, Haaren en Esch komen in grote problemen als alle voorne mens en ideeën van rijk en provincie op het gebied van milieu en natuur worden uitgevoerd. Dat is de uit komst van een onderzoek dat Hei- demij Adviesbureau in opdracht van de Noordbrabantse Christelijke Boe renbond (NCB) heeft verricht. In een aantal gebieden vindt een opeenstapeling plaats van plannen en maatregelen van rijk en provincie ter verbetering van milieu en natuur. Met name in gebieden met grote grondclaims voor natuurdoeleinden zal dat grote consequenties hebben voor de levensvatbaarheid en het voortbestaan van zeer veel agrari sche bedrijven. Door die maatrege len zullen zij in een sterke, negatieve inkomensspiraal terecht komen. Het alleen maar opleggen van dergelijke maatregelen - passief overheidsbe leid - zal uiteindelijk leiden tot een massaal verdwijnen van de boe renstand in een aantal gebieden, zo is de vrees bij de plaatselijke boe renbonden. In de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord- Brabant, die op 24 oktober j.l. ver gaderde, is uitvoerig van gedachten gewisseld over het ontwerp- streekplan Noord-Brabant. De Raad ziet een aantal belangrijke bezwaren in het ontwerp. Zo wordt in het streekplan niet uit gegaan van een visie over de land bouw zoals die er in de toekomst uit zal zien; er wordt geen rekening gehouden met de veranderingen, die met name op milieuhygiënisch terrein zijn ingevoerd en nog inge voerd zullen worden. Daardoor be vat het geformuleerde beleid onnodige beperkingen. Rechtsonzekerheid Het regionaal ontwikke lingsperspectief dat is geformuleerd bevat een grote mate van onduide lijkheid en leidt daartoe tot rechts onzekerheid. In de regio's met accent op landbouw wordt geen in zicht gegeven op welke wijze het ruimtelijk beleid ruimte biedt voor een concurrerende, veilige en duur zame land- en tuinbouw. In de agra rische gebieden met het accent op natuur zijn grote aantallen agrari ër wV-.iAf 0\ sche bedrijven met toekomst perspectief gevestigd. Het voorgestelde ruimtelijk beleid biedt deze bedrijven echter weinig of geen perspectief voor de toekomst. Het merendeel van de agrarische bedrijven, die gevestigd zijn in de gebieden die opgenomen zijn in de ecologische hoofdstructuur, zal ook in de toekomst de agrarische func tie behouden. Het voorgestelde be leid voor de ecologische hoofdstructuur houdt hiermee in onvoldoende mate rekening. Principiële bezwaren heeft de Raad tegen de procedurele en inhoudelij ke koppeling van het milieu- en ruimtelijk ordeningsbeleid op be drijfsniveau. Deze koppeling van twee totaal verschillende instru menten leidt onnodig tot verstar ring, terwijl de voorwaarden die gesteld worden aan zowel de grond gebonden als de niet- grondgebonden veehouderijbedrij ven verdergaande beperkingen in houden dan in het rijksbeleid is of zal worden opgenomen. De Gewestelijke Raad heeft beslo ten zich nog nader te beraden op te ondernemen stappen. Leidraad Veehouderij en Milieu De provincie heeft de Leidraad Vee houderij en Milieu opgesteld omdat de taakstellingen van het rijk ten aanzien van de emissiereducties on voldoende zijn om de doelstellingen in Noord-Brabant te bereiken. De lei draad beoogt dan ook de verzuring door de landbouw in Noord-Brabant zo snel mogelijk terug te dringen. In verband met het verzoek voor nader overleg hierover heeft de Raad besloten om voorafgaand een aan tal vraagpunten ter discussie voor te leggen. Inrichting Landbouwschap De vergadering heeft geconstateerd dat zijn opvattingen en die van het Bestuur van het Landbouwschap over de status, samenstelling, besluitvorming en taak van de Ge westelijke raden niet met elkaar strijdig zijn en dat op grond daarvan geen redenen aanwezig zijn om tot wijzigingen te komen. Jaarverslag 1990 Het jaarverslag 1990 van de Ge westelijke Raad van het Landbouw schap voor Noord-Brabant is vastgesteld. Dit jaarverslag zal op ruime schaal worden verspreid. bi6csep b6ri J366me >li 9ib >l8il9dG De NCB staat op het standpunt dat daarom een duidelijk beleid voor dergelijke gebieden noodzakelijk is. Een nadrukkelijk onderdeel van dat beleid moet zijn het financieel plaat je zowel voor de overheid als voor de agrarische ondernemers. In ge bieden met niet-agrarische grond- claims behoort bij dat beleid ook een herinrichting, gericht op de toe komstige bestemmingen, waarbij ook ruimte wordt geschapen voor een gezonde landbouw. Vanuit deze achtergrond heeft de NCB aan de Heidemij opdracht ge geven om de gevolgen van de opeenstapeling van overheidsplan- nen.en maatregelen voor de indivi duele agrarische bedrijven te onderzoeken. Zo'n onderzoek - de agrarische effectrapportage - was nog nooit eerder uitgevoerd. Er moest een nieuwe methode voor werden ontwikkeld. Deze is toege past in het gebied tussen Helvoirt, Haaren en Esch. Een belangrijk deel van dit gebied ligt in het Helvoirts Broek. Methode van onderzoek De plannen en maatregelen van rijk en provincie zijn uiteengerafeld in aparte onderwerpen, zoals het aan tal dieren en de bemesting per ha, de afzetmogelijkheden van mest, waterpeilverhoging en grondont- trekking ten behoeve van verschil lende doeleinden. Voor elk onderwerp zijn telkens twee scena rio's gemaakt. Het eerste scenario komt overeen met het min of meer reeds vastgelegde beleid van de overheid, het tweede scenario gaat meer uit van waar het beleid vol gens sommige rijksnota's naar "toe zou moeten. Scenario 2 is dus een forse schep maatregelen er bij ver geleken met scenario 1. Vervolgens zijn de onderwerpen in zogenaamde clusters gecombineerd. De financië le gevolgen van deze clusters zijn per bedrijf doorgerekend. Resultaten van het onderzoek Het binnenkort van toepassing zijn de mest- en ammoniakbeleid van de rijksoverheid (scenario 1) betekent voor de helft van de bedrijven een inkomensverlaging van meer dan 13.000 gulden per jaar indien tege lijkertijd ook een beperking van de veebezetting tot maximaal 3 dieren per ha van kracht zou worden. Voor sommige bedrijven betekent dit sce nario 50.000 gulden minder inkomen. Een veel verdergaande aanscher ping van het mest- en ammoniakbe leid, een veel grotere verlaging van de veebezetting per ha en een forse grondonttrekking voor natuuront wikkeling (telkens scenario 2) gaat de draagkracht van vrijwel alle be drijven ver te boven. Het arbeidsin komen daalt tot minder dan 40.000 gulden per jaar en is in veel gevallen zwaar negatief. Oordeel NCB De NCB trekt uit het onderzoek de conclusie dat het min of meer vaststaande overheidsbeleid vol gens scenario 1 uitvoerbaar lijkt met behulp van een goede bedrijfs voering. Scenario 2 betekent dat de bedrijven geen toekomst meer heb ben. De NCB zal zich daar dan ook met alle kracht tegen verzetten en druk uitoefenen op de overheid om de zwaarste maatregelen niet te la ten doorgaan. Verder is een goede fasering, uitspreiden- in de tijd, van de maatregelen, die wèl zullen door gaan, noodzakelijk. De standsorga nisatie zal ook daarop met klem blijven aandringen bij de overheid. Uit gebieden zoals het onderzoeks gebied mag en hoeft de boe renstand niet te verdwijnen. Er dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheden, die de boer heeft, om het beleid in zijn bedrijf in te passen. Veelal is daarbij een herin richting van het gebied noodzakelijk om aanpassingen aan de toekomsti ge functies mogelijk te maken. Aan de andere kant is het onder zoeksresultaat ook een duidelijk sig naal naar de ondernemers toe: als zij met de armen over elkaar de ont wikkelingen over zich heen laten ko men, redden zij het niet. De ondernemer zal bij herhaling zijn be drijf moeten reorganiseren. Met na me zal hij vervangende grond moeten verwerven als hij grond heeft moeten afstaan. Veelal zal er ook extra grond moeten worden ge kocht om aan de eisen van het aan tal dieren per ha te kunnen voldoen en toch het produktierecht (quo tum) zoveel mogelijk te kunnen be nutten. De provincie Noord-Brabant heeft meegedeeld dat de termijn van de ter visie legging van het ontwerp- Streekplan wordt verlengd tot en met 23 december 1991. Tot en met die datum kunnen bezwaarschriften worden ingediend. De verlenging is een gevolg van het feit dat door een misverstand de publikatie van ter vi sie legging in de Staatscourant is vertraagd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 10