DLV
Voorraden vlas weer groter
ondanks areaalbeperking
Akkerbouw
Perspektieven geleidelijke uitbreiding
pootgoedteeit in het Zuidwesten
Stimulering studieclubs
akkerbouw krijgt gestalte
Dit seizoen goede opbrengsten
Begeleiding van start gegaan
Eko-zaaizaad
van wintertarwe
leverbaar
In het Zuidwesten is een toenemen
de belangstelling voor de teelt van
pootgoed waarneembaar. In hoever
re deze teelt ook werkelijk perspek-
tief biedt was onvoldoende bekend.
Een aantal vragen kwamen hierbij
op, zoals:
- treedt verschuiving op van de
teelt vanuit Noord-Nederland naar
het Zuidwesten?
- is uitbreiding van het areaal in Ne
derland mogelijk en wenselijk?
- zijn er (nog) meer mogelijkheden
voor export van pootgoed?
Dit voorjaar heeft een stagiair bij de
DLV Akkerbouw Goes hiernaar on
derzoek verricht. In dit verband zijn
een aantal telers en ook de meeste
handelshuizen bezocht.
Kijken we eerst naar de arealen poot-
aardappelen dit jaar aangegeven bij
de N AK in vergelijking met vorig jaar,
dan zien we het volgende beeld:
1990
13.419
3.323
13.739
4.755
O
We zien dat de uitbreiding in het
keuringsgebied van Rivieren Delta
Nederland, met name in Zeeland, re
latief het grootst is. Elders vindt
geen inkrimping plaats, maar is de
uitbreiding minder. Er is dus geen
sprake van verschuiving van de teelt
van Noord naar Zuid.
Meer ruimte
Voor uitbreiding is er in het Zuid
westen meer ruimte dan in het
Noorden. Het Zuidwesten heeft al
tijd minder aardappelen in het
bouwplan gehad, vooral in bepaalde
gebieden. We hebben hier dus rela
tief schone grond, minder grondge-
Friesland, Groningen
Noordoost Nederland
Noordzeepolders
Rivieren Delta Nederland
1991
14.471
3.846
14.457
5.678
toename
8%-
16%
5%
19%
Totaal
35.236 ha
38.452 ha
9%
Op 1 september jl. is voor West-
Nederland het projekt "Akkerbouw
Studieclubs" van start gegaan. Dit
projekt is mogelijk gemaakt door
een subsidie uit de herstrukture-
ringsgelden voor de akkerbouw. Als
projektleider is aangesteld ir. D.A.M.
Risseeuw, die vanuit het W.L.T.O.-
kantoor in Rijswijk werkt.
Studieclubs in de akkerbouw heb
ben - in navolging van de tuin-
bouwstudieclubs - tot doel nieuwe
impulsen te geven aan het onderne
merschap met als gevolg verbete
ring van het bedrijfsresultaat. De
studieclubs moeten in geheel West-
Nederland van de grond komen.
Binnen kleine groepen akkerbou
wers kan een intensieve kennisuit
wisseling plaatsvinden. Uitwisseling
van ondernemerservaringen,
bespreken van bedrijfsvraagstuk-
ken, zoeken naar kreatieve, rendabe
le oplossingen, van elkaar leren hoe
bestaande knelpunten op het bedrijf
kunnen worden aangepakt. Daar
naast kunnen gezamenlijk de kan
sen en risiko's van nieuwe
aktiviteiten voor het bedrijf worden
onderzocht.
Konkreet kan worden gewerkt aan:
- Wat betekent intensivering voor
mijn bedrijfsvoering?
- Welke voor- en nadelen heeft in
tensivering voor mij?
Cebeco Zaden in Rotterdam heeft,
in samenwerking met Coöperatie
Lelyland, dit seizoen ecologisch ge
teeld zaaizaad beschikbaar van drie
wintertarwerassen. Het zaaizaad is
geteeld volgens Eko/Skal-normen en
is voorzien van het Eko-keurmerk.
De drie baktarwerassen zijn Herzog
(A6), Kraka (A6) en Rektor (A9).
Herzog en Krakra staan vermeld in
de Rassenlijst; Rektor is een bekend
Duits ras, dat via de EG-lijst in Ne
derland kan worden geteeld.
Dat de belangstelling voor Eko-teelt
groeiende is, blijkt wel uit het gege
ven dat het vorig jaar beschikbare
zaaizaad zeer snel uitverkocht was.
Het zaaizaad is leverbaar via de re
guliere zaaizaadhandel.
Ir. D.A.M. Risseeuw.
- Hoe kunnen overheidsmaatrege
len worden ingepast in het bedrijf?
Dit zijn slechts enkele van de vele
gespreksonderwerpen, waarbij de
studiegroep duidelijk onderwerpen
naar eigen voorkeur kan behande
len. Deze werkwijze biedt direkt
bruikbare ideeën voor uw bedrijf.
Begeleiding
Studiegroepen zullen een intensieve
begeleiding krijgen. Per 1 september
is ir. D.A.M. Risseeuw aangesteld
als projektleider, tevens studieclub
begeleider. Deze zal werken vanuit
het W.L.T.O. kantoor in Rijswijk en
de studiegroepen in Zuid-Holland
begeleiden. In Noord-Holland, Zee
land en West-Brabant zullen nog
vier andere studieclubbegeleiders
de ondersteuning van studiegroe
pen ter hand nemen.
Draagvlak
Het projekt is verzekerd van een
brede ondersteuning. Akkerbouw-
bestuursleden uit de standsorgani
saties W.L.T.O., Z.L.M., N.C.B. en
C.B.T.B. West-Nederland hebben er
voor gezorgd dat dit projekt van de
grond is gekomen om de ontwikke
ling in de akkerbouw te stimuleren.
Daarbij werden zij gesteund door
verenigingen voor bedrijfsvoorlich
ting en de takorganisaties. Ook
S.E.V. en D.L.V. zijn bereid een aktie-
ve bijdrage te leveren.
In december/januari zullen de eerste
groepen van start gaan. Zeer bin
nenkort zal daarom nadere informa
tie over het projekt verschijnen.
bonden ziekten en ook minder pro
blemen met aardappelcysteaaltjes.
Het Zuidwesten heeft daarmee op
een groot aantal bedrijven een goede
en gezonde uitgangspositie.
Kijken we naar de rassen dan zien
we dat Bintje in het keuringsgebied
Rivieren Delta Nederland ongeveer
40% van het areaal inneemt tegen
over landelijk slechts 20%. Bintje is
virusgevoelig en geeft dus meer risi-
ko in jaren met veel luizen en een
hoge virusdruk. Toch zijn de telers in
het Zuidwesten in staat om kwalita
tief een goed produkt en hoogwaar
dig pootgoed af te leveren. Het
percentage afkeuring is er niet ho
ger dan elders in Nederland. Dit
vraagt een gedegen kennis en goed
vakmanschap over de teelt van poot-
aardappelen. We vinden in het Zuid
westen relatief meer A-teelt of gecer
tificeerd pootgoed dan het hoger
geklasseerde basis-pootgoed.
De technische mogelijkheden ter
voorkoming van virusaantasting zijn
groter geworden. Bespuitingen met
olie in kombinatie met pyrethroïden
geven, vooral in moeilijke jaren of op
gevoelige rassen, een beter resul
taat. Dit is zeker voor het basispoot-
goed erg belangrijk. Er zijn evenwel
ook een groot aantal rassen die min
der gevoelig zijn voor het Yn virus.
Belangstelling
Uit het eerdergenoemde stage-
onderzoek blijkt, dat een aantal te
lers in Zeeland belangstelling heeft
voor de pootgoedteeit. Ook de han
delshuizen spelen hierop in. De
meeste van de bezochte handels
huizen hebben belangstelling voor
de teelt in Zeeland en willen hun
areaal de komende jaren hier uitbrei
den. Ook de NAK Rivieren Delta Ne
derland staat positief tegenover een
In het Zuidwesten is de pootgoedteeit relatief sterk uitgebreid dit jaar.
uitbreiding in het Zuidwesten.
Een gedegen kennis van de teelt en
goed vakmanschap zijn nodig. Zo
wel de DLV als de NAK en de han
delshuizen willen hierop inspelen en
behulpzaam zijn, o.a. door het aan
bieden van kursussen en (extra)
voorlichting.
Of de teelt in Nederland in totaliteit
nog verder kan uitbreiden, is een
moeilijke vraag. Sommigen denken
van wel, al zal dat zeer geleidelijk
moeten plaatsvinden. De markten in
Noord-Afrika en het Midden-Oosten
groeien niet sterk meer en de koop
kracht is er gering.
De export voor kwaliteitsrassen
naar de EG-landen stijgt nog steeds.
Verder bieden de nieuwe markten in
Oost-Europa, en wellicht ook Rus
land, perspektief. Veel zal afhangen
van de koopkracht in deze landen.
De Nederlandse handelshuizen zijn
inventief en zullen de mogelijkheden
die er zijn zeker benutten.
Grote stap
De omschakeling van konsumptie-
teelt naar pootgoedteeit is een grote
stap, waar u niet al te licht over
moet denken. Zelf sorteren is gezien
onze bedrijfsstruktuur aantrekkelijk,
maar vraagt heel wat investeringen
en organisatie. De eerste jaren kan
ook sorteren bij derden een oplos
sing bieden. Wil de teelt ook finan
cieel interessant zijn, dan zijn
hogere opbrengsten en goed vak
manschap nodig. De prijs moet im
mers konkurrerend zijn en is mede
afhankelijk van de koopkracht van
het importerend land. Voor kwali
teitsrassen met een hogere prijs
meet ook een markt zijn. In het
Zuidwesten zien alle betrokken
schakels bij de teelt mogelijkheden
voor een geleidelijke uitbreiding van
de pootgoedteeit.
Meer informatie over de teelt van
pootaardappelen vindt u in de bro
chure, welke tegen betaling van
f 10,— is te verkrijgen bij de DLV
Akkerbouw Goes, tel. 01100-33711.
Ing. A. Bakker,
bedrijfsdeskundige
DLV Akkerbouw Goes
De voorraden vezelvlas stapelen
zich verder op. Het grote areaal in
1990, de aanzienlijke hectare
opbrengst dat jaar, alsmede de lage
re prijzen en de verminderde lange
vezel-verkopen in het seizoen
1990-1991 zijn daarvan de oorzaak.
De opbrengsten van de nu binnen
komende oogst zijn wederom hoog.
De verwachting is dat de oogst van
dit jaar - ondanks de inperking van
het areaal met 30% - wel eens even
grpot zou kunnen zijn als vorig jaar.
Eind juli van dit jaar was er 1.878
ton gezwingeld vlas in voorraad.
Dat is ruim 1000 ton méér dan een
jaar daarvoor. De verkoop vermin
derde daarentegen sterk. In het sei
zoen 1990-1991 werd bijna 1300
ton verkocht tegen 1560 ton in het
seizoen daarvoor. De gemiddelde
verkoopprijs was eind juli f 2,22.
Een jaar eerder was dit nog f 2,88.
De gemiddelde verkoopprijs over
het hele seizoen bedroeg f 2,37.
De verkoopprijs schommelde overi
gens wat. Oktober 1990 kende de
hoogste verkoopprijs f 2,64) en
februari 1991 de laagste f 2,19).
De laatste maanden trok de markt
iets aan door een exportorder naar
de Sowjet-Unie. Deze order maakte
dat de groei van de voorraden even
stagneerde.
Korte vezels
De voorraden klodden liepen op tot
996 ton dit jaar tegen 926 ton vorig
jaar. De verkoop van deze korte ve
zels trok iets aan. In het seizoen
Vlasoogst met ronde-balenpers
1990/1991 is 2.463 ton klodden
verkocht tegen 2.094 ton in het sei
zoen daarvoor. De gemiddelde ver
koopprijs ligt 6 cent lager dan vorig
jaar en bedraagt nu 15 cent per kg.
Ook de kloddenmarkt kende
schommeling van prijzen. April was
de beste maand (20 cent).
De opbrengsten van de nu binnen
komende oogst zijn overal hoog. Zij
lijken zelfs zo omvangrijk dat een ni
vellering van de 30% areaalbeper
king niet ondenkbaar is. De eerste
zwingelproeven wijzen bovendien
op een uitstekend vezelgehalte en
een uitmuntende kwaliteit. Deze
goede opbrengsten volgen na een
turbulent groei- en oogstseizoen. De
dit voorjaar door een regenperiode
onderbroken inzaai kon pas half april
worden voltooid. In het begin van
het groeiseizoen remden lage tem
peraturen de groei. De bloei begon
daardoor pas eind juni.
Hagel
Door de daarop volgende neerslag
werd de groeiachterstand inge
haald, maar ontstond hier en daar
legering. Begin juli werden bepaalde
regio's getroffen door hagel. Enkele
honderden hectares, vooral in
oostelijk Zeeuws-Vlaanderen, gin
gen daarbij verloren. Later dan nor
maal startte pas eind juli de pluk. In
afwachting van neerslag werd - om
het risico zoveel mogelijk te sprei
den - hier en daar toch een begin
gemaakt met het oprapen van on-
derroot vlas. Half september kwam
dë lang verwachte regen. Dit bracht
het rootproces goed op gang. Het
oprapen is inmiddels nagenoeg
voltooid.