Bedrijfsovername door niet-famïlieleden Flevohof krijgt uitstel van betaling ZLM Wie verzekert de auto? Grotere arbeidsdeelname noodzaak 1 #iJ ZLM M i Sociaal onomisc Voorlichting Zuivelcoöperaties verliezen terrein Aprni intpntQi iniP MUüUUi I Ldl 1 loUl iiv 4 In de praktijk komt het nogal eens voor dat het landbouwbedrijf wordt overgenomen door een niet- familielid of door een niet-direkt fa milielid, denk daarbij aan overname van het bedrijf door een neef. Vele faciliteiten die de overname versoe pelen zijn slechts van toepassing van ouder op kind. Verschillende wegen moeten bij overdracht aan een niet direkt familielid bewandeld worden om het bedrijf voor een re delijk bedrag te doen overgaan op de opvolger. Pacht De pacht kan volgens de Pachtwet slechts worden overgenomen door de echtgenote van de pachter, één of meer van zijn bloed- en aanverwan ten in de rechte lijn, één of meer van zijn pleegkinderen of één of meer van de medepachters. De overdracht van de pacht door de opvolger die niet onder deze categorie valt kan dus slechts plaatsvinden met in stemming van de verpachter. Voor beeld: overname van de pacht door een broer van de pachter kan vol gens de wet niet afgedwongen wor den, tenzij deze reeds medepachter is. De enige mogelijkheid om de pacht op een neef of broer te doen over gaan is met instemming van de ver pachter, een andere mogelijkheid is er niet. Inkomstenbelasting Fiscale afrekening (inkomstenbelas ting) kan worden voorkomen als ge bruik wordt gemaakt van de geruisloze doorschuiving, denk aan stille reserves in de gebouwen of melkquotum. Deze faciliteit kan plaatsvinden op het eigen kind, stiefkind, pleegkind, kleinkind of hun echtgenoot (jonger dan 55 jaar) mits de overdrager het bedrijf over draagt na het bereiken van de 55-jarige leeftijd óf meer dan 45% arbeidsongeschikt is. Op die manier wordt de belastingclaim naar de op volger geschoven. Voorbeeld: de stille reserves op de gebouwen kun nen niet van een oom op een neef overgaan. De oom moet over de stil le reserves afrekenen. Er is ook een mogelijkheid van ge ruisloze doorschuiving als de erfge namen, na overlijden van de ondernemers het bedrijf geheel voortzetten. Het kan zijn dat slechts één erfgenaam het bedrijf wil voort zetten. Dit kan ook, maar dan moet deze erfgenaam alle ondernemings bestanddelen erven, de boedel scheiding dient direct plaats te vinden. Voorbeeld: testamentair kan het bedrijf aan een broer toebedeeld worden. Hierdoor wordt afrekening van bijvoorbeeld het melkquotum voorkomen, althans wat betreft de inkomstenbelasting. Nadeel is dat bedrijfsoverdracht pas kan plaatsvinden bij overlijden. Wel kan tot die tijd een maatschap of commanditaire vennootschap wor- den gevoerd. Ook loopt men het stakingstarief bij overlijden, 20% i.p.v. 45% mis. Verpachte waarde van onroerend goed en melkquotum Voor de overdracht van het gehele bedrijf van ouders aan kinderen, Een hek sluit de toegang van de Flevohof af, de terrassen blijven leeg (foto: Peter Mastenbroek) Het verzoek van Flevohof tot uitstel van betaling is door de Zwolse rechtbank vorige week voorlopig goedgekeurd. Er is een extern be windvoerder benoemd in de per soon van de mr. C. Okkerse uit Lelystad, statenlid van de provincie Flevoland. Het park heeft een schuld van meer dan 11 miljoen gulden, en overname wil maar niet lukken. Na het uitstel van betaling lijkt hiervoor wat meer perspectief. Ruim 72 ha zal indirect door het Rijk worden overgenomen. De Flevolandse proefboerderijen zijn in de markt voor overname van land, melk- en mestquotum, koeien en varkensmesterij. De schulden kunnen dan grotendeels betaald worden van het geld dat de boerde rijen betalen, er resteert daarna een 'lege' en dus beter verkoopbare Flevohof. kleinkinderen of pleegkinderen mag wat betreft de waarde van onroe rend goed in het kader van het schenkings- of successierecht wor den uitgegaan van de verpachte waarde. Wel moet het bedrijf duur zaam worden voortgezet. Ook hier stuit men op problemen bij de over dracht van grond naar een broer voor de waarde in verpachte staat. De verkrijgende broer moet schen kingsrecht betalen over het verschil tussen de vrije en verpachte waar de. Ook voor de overdracht van melkquotum aan (klein)kinderen is er een regeling. Het melkquotum kan 'om niet' aan de opvolger wor den overgedragen als het bedrijf duurzaam wordt voortgezet en de familieleden voor hun onderlinge verhouding niet van een hogere waarde uitgaan. Aan het melkquo tum wordt derhalve als aan voor noemde voorwaarden wordt voldaan, geen waarde toegekend. Heffing van successie- of schen kingsrecht bij overdracht van onroe rend goed kan worden voorkomen door het eerst te verpachten aan de opvolger. Voor het melkquotum is er mijns inziens geen oplossing. Conclusie Geconstateerd kan worden dat de overdracht van een bedrijf op een niet (direct) familielid voor een lage re waarde dan de vrije verkeers- waarde op problemen kan stuiten. Niet alles is hier behandeld, denk ook aan pachtersvoordelen, mest quotum e.d. Tevens zijn bepaalde combinaties niet mogelijk. Het ver dient aanbeveling er tijdig bij stil te staan zodat mogelijke oplossingen aangedragen kunnen worden. J.L. Mieras Uit statistische gegevens over de Nederlandse land- en tuinbouwco- öperaties blijkt dat de 50 grootste land- en tuinbouwcoöperaties. geza menlijk een (geconsolideerde) om zet realiseren van 38,5 miljard gulden. Gezamenlijk nemen deze coöperaties (exclusief de banken en pensioenfondsen) op de omzetrang- lijst de vierde plaats in, na Koninklij ke Shell, Unilever en Philips. Qua werkgelegenheid bezet de coöpera tieve sector een vierde plaats. De gezamenlijke sector biedt werkgele genheid aan 83.500 werknemers. Dit blijkt uit cijfers van de Nationale Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw. Het aantal coöperaties daalt trend matig. In 1950 was het totaal aantal coöperaties nog drie keer zo groot als in 1990. Ook het ledenaantal liep terug van 600.000 in 1960 tot iets meer dan 300.000 leden in 1990. De werkgelegenheid per 100 coöperatief georganiseerde boeren en tuinders is echter gestegen van gemiddeld vier werknemers in 1950 tot gemiddeld acht werknemers in 1990. Het valt op dat de coöperatieve zui vel in enkele jaren tijd absoluut en relatief veel omzet heeft verloren. Het gevolg is dat het aandeel van de zuivelsector in de totale coöperatie ve omzet daalde van 40% in 1980 tot 30% in 1990. De omzet van de bloemenveilingen is belangrijk gegroeid van f 2,1 mil jard naar f 4,6 miljard nu. Dat bete kent een stijging van 8 tot 13% in de totale coöperatieve omzet. De groente- en fruitveilingen zagen hun aandeel stijgen van 9 naar 11%. Het ging tenslotte ook goed in de sector 'overige activiteiten'. Dat is grotendeels te danken aan de activi teiten van coöperaties in de verede ling, zoals zaaizaad en pootgoed en de verwerking van produkten als aardappelen en vlees. m De teksteditie behorende bij de mil joenennota 1992 geeft al lezende een goede kijk op de huidige stand van zaken rond de problematiek van de 'geringe' arbeidsdeelname in ons land. Ook de opgenomen grafieken laten op duidelijke wijze zien welke tendens zich in Nederland voltrekt vergeleken met de ons omringende landen. Nu is het gelukkig niet altijd belangrijk wat de buurman doet, maar moet de beslissing bij ons zelf liggen. Dit gaat op zolang je elkaar als buren niet kunt beïnvloeden. Maar zo simpel ligt het met ons land natuurlijk niet. Als klein landje zijn wij wat betreft ons economisch le ven sterk afhankelijk van het bui tenland. Verzekeringen ZLM heeft gunstige premie en verzekeringsvoorwaar- den. De leden van de ZLM hebben nog een extra streepje voor: zowel in Noord-Brabant als in Zeeland geldt voor hen het laagste (Zeeuw se) tarief en uiteraard hoeven ZLM- leden geen donatietoeslag te betalen. Voor de gezinsleden van ZLM-ers is het vaak aantrekkelijk om zich op naam van het ZLM-lid te verzekeren. Dat kan en mag, mits men thuis woont en geen eigen inkomen heeft. De auto moet dan wel op naam staan van één der ouders (het ZLM-lid). Is de situatie anders, dan dienen de huisgenoten zich zelf te verzekeren. Nu komt het nogal eens voor dat na veranderde gezinsomstandigheden verzuimd wordt ons hiervan in ken nis te stellen. Wanneer achteraf, bij voorbeeld bij schade, blijkt dat de situatie afwijkt van die welke gold op het moment van sluiten van de verzekering, dan kan dat nadelige gevolgen hebben. Zorg er dus voor dat u als ZLM-lid geen verzeke- ring(en) heeft lopen van auto's wel ke niet uw eigendom zijn en waarvan u of uw partner niet de re gelmatige bestuurder bent. Wij vragen u in voorkomende geval len te zorgen voor de juiste te naamstelling. Neem daartoe even contact op met de Afdeling Accep tatie, telefoon: 01100-38205, me vrouw Traas. Doe dit alstublieft vóór 16 november aanstaande, zodat de juiste bestandsgegevens nog tijdig verwerkt kunnen worden voor de prolongatie van. 1 januari aan staande. H. Doeleman Hzn. directeur Verzekeringen ZLM Als voorbeeld daarvan is ondermeer te noemen dat onze rente is gekop peld aan de rente in Duitsland. Door deze open economische structuur van ons land zullen wij (indien wij economisch willen blijven leven) in de pas moeten lopen met het bui tenland. Dankzij de gasbel hebben wij ons al een grotere luxe kunnen veroorloven. Alleen heeft deze luxe ons ook een zekere 'luiheid' ge bracht. De inspanning die normaal nodig is om ons allen van inkomen te voorzien is minder geworden. De ze gevolgtrekking trek ik uit de gra fiek waarin het Bruto Nationaal Produkt (BNP) per hoofd van de be volking wordt weergegeven. Nederland achteraan Het BNP geeft het totaal aan wat wij met elkaar samen verdienen. Stonden wij in 1970 nog aan de top van de zes 'oude' EG-landen, in 1990 staan wij achteraan, dus ook achter Italië. Duitsland en Frankrijk zijn in die periode vrij konstant ge bleven, terwijl Engeland na een te rugval in 1980 weer terug is als middenmoter. De verdiencapaciteit is in ons land achtergebleven, van daar de opmerking van een zekere 'luiheid'. De verklaring voor het achterblijven komt mede door een te lage ar beidsdeelname. Ligt deze in Duits land op 60%, wij komen in ons land niet verder dan 48% en staan daar bij eveneens achteraan ten opzichte van genoemde buurlanden. Het doorbreken van deze negatieve spi raal is evenwel geen gemakkelijke opgaaf. Het betekent dat er veel ar beidsplaatsen bij moeten komen om meer mensen aan werk te helpen en anderzijds ook om de zware finan cieringslast van de niet-werkenden te verminderen. Deze last drukt op het inkomen en veroorzaakt een aanzienlijk verschil tussen de kosten van arbeid en het ne;tto arbeidsinko men. Door de relatief hoge loon kosten verdwijnen er banen en komen werkenden buiten het ar beidsproces te staan. De toenemen de uitkeringen veroorzaken op zich weer kosténstijgingen en verhogen daarmee ook weer de loonkosten. En dan is de cirkel rond en beginnen nog meer arbeidsplaatsen te ver dwijnen. Cirkel doorbreken U begrijpt dat het een moeilijk te doorbreken proces is geworden. Te meer omdat sociaal gezien onze medemens die geen werk heeft of niet kan werken ons ter harte moet gaan. Dat gevoel is er in ons land nog best, alleen met een lege porte monnee zijn er geen oplossingen te bedenken. Vandaar dat het vanuit de regering gezien niet anders kan dan met voorstellen te komen om deze cirkel te doorbreken. Hoe moeilijk en pijnlijk sociale partners dit ook ervaren. De discussies rond het vraagstuk van de WAO van de afgelopen maanden is u allen bekend. Toch kan het niet anders dan dat er echt ingegrepen wordt, omdat wij eco nomisch en financieel snel bergaf waarts zakken en voor het buitenland alleen op topniveau nog interessant zijn. Voor de massa is er dan geen werk meer over en dat mag een regering niet laten gebeu ren. Zij moet nu duidelijk het touw tje in handen nemen en goed vasthouden. Het is geen zaak meer van alleen werkgevers en werkne mers, daarvoor is het te laat. Laten wij daarom hopen dat er nu echt iets verandert. De luxe gasbel mag ons niet langer parten spelen. B. Veerbeek

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 4