Niet alleen produceren voor Europese markt
"Zelden een grote misser"
Wat betekent het EG-beleid voor de sectoren?
Voorzitter H. Kooyman (CHZ):
Het is volkomen verkeerd alleen
maar voor de Europese markt te
produceren. Henk Torsius, Berend-
Jan Warmelink en Henk Scheffers,
de afdelingsvoorzitters vaan respec
tievelijk de veredelingssector, vee
houderij en tuinbouw zijn het daar
roerend over eens. Akkerbouwvoor-
man Leeuwma laat zich hier niet
over uit. De sectorvoorzitters geven
een voorzet voor de discussie in hun
bedrijfstak.
J. Leeuwma
Akkerbouwvoorzitter Jan Leeuwma
ziet het zeer somber in voor zijn
sector als de plannen van MacShar-
ry doorgaan. De voorgestelde verla
ging van de graanprijzen zal de
akkerbouw nog verder in de proble
men brengen. Hij merkt daarbij op
dat het voor zijn sector moeilijk zal
zijn om te schakelen naar andere
landbouwtakken. De benodigde hin
derwetvergunning maakt bijvoor
beeld omschakeling naar een
veredelingstak heel moeilijk. Door
het ontbreken van quotum behoort
een veehouderijtak ook niet tot de
mogelijkheden.
Overschakelen op grove tuinbouw
is volgens hem vooral weggelegd
voor de jongere generatie boeren,
die daar een goede opleiding voor
hebben gehad. "Want het vraagt
qogal wat specialisatie. Daarbij rei
ken de bomen van de tuinbouwtak-
ken ook niet tot de hemel. Die markt
is ook een keer verzadigd. Iedere
boer moet zich afvragen wat wil ik
met mijn bedrijf, heb ik arbeid over
en hoe kan ik die arbeid het beste
inzetten". Leeuwma verwacht dat
veel akkerbouwers er een part-time
baan bij gaan nemen om zo aan vol
doende inkomen te komen. Dit kan
ook een stuk extensivering in
houden.
Agrificatie
Hij ziet wel mogelijkheden voor agri
ficatie, maar het zal nog wel een
tijdje duren voor dat van de grond
komt. "De bereidheid er toe groeit,
maar vele vormen van agrificatie
zijn alleen lonend bij een lage kost
prijs. Ze zijn dus vooral voorbehou
den aan grote extensieve bedrijven".
Voor bedrijven die de grond bij moe
ten kopen ziet Leeuwma het som
ber in. "We moeten bij deze hele
hervormingsoperatie niet vergeten
dat onze Nederlandse produktiewij-
ze onder druk staat. We krijgen te
maken met veel milieubeperkingen
en daarmee kan onze voorsprong
die zich uit in een hoge produktie
wel eens verdwijnen. In andere lan
den is de milieudruk lager en kun
nen de kosten ook lager zijn".
Leeuwma weet nog niet welke ver
schuivingen zich in zijn sector zullen
voordoen als de nieuwe plannen
doorgaan. Hij is er alleen zeker van
dat het grote produktieoverschot af
gebouwd moet worden. Maar welke
manier daarvoor de beste is laat hij
open. Braak lijkt leuk, maar is beslist
niet het alternatief vindt hij, mis
schien agrificatie? Binnen de akker
bouw is de discussie nog gaande op
welke manier het Europese land
bouwbeleid het beste kan worden
omgebogen. "Het marktbeheer-
singsvoorstel van COPA lijkt mooi,
maar daarbij betalen de efficiënte
bedrijven voor de zwakkere broe
ders. Misschien is het", suggereert
Leeuwma, "dan toch maar beter om
een produktiebeheersing voor ieder
een in te stellen".
Weinig heil
Veehouderijvoorzitter Warmelink
verwacht ook zeer weinig heil van
de voorstellen van de Europese
commissie voor de Nederlandse
veehouderij. "Ze willen en het quo
tum verlagen en de prijs verlagen,
dat is een heilloze weg", aldus War
melink. "Er wordt dan wel gespro
ken over compensatie, maar daar
komen de Nederlandse boeren toch
niet voor in aanmerking. De voor
gestelde compensatie komt niet te
recht bij de efficiënte bedrijven die
de 21e eeuw moeten halen, maar bij
de kleine Duitse part-time boer".
Warmelink vindt dat je de scheiding
tussen boeren niet moet leggen bij
groot of klein. De scheiding moet
liggen bij boeren die wel of geen na
tuur produceren. De samenleving
vraagt om natuur, maar dan moet
diezelfde samenleving de natuurpro-
ducenten daar ook voor betalen.
Deze betaling mag echter niet uit de
pot van de landbouwsubsidies ge
schieden, daarvoor moeten andere
fondsen beschikbaar komen. In Ne
derland is dat met de reservaatsge-
bieden en relatienotagebieden al
goed geregeld. Warmelink vindt dat
het de samenleving goed duidelijk
moet worden waar het geld voor de
natuurproduktie vandaan komt.
Henk Torsius, voorzitter van de af
deling veredelingslandbouw kan
zich geheel in dit verhaal vinden.
Voor de andere bedrijven moet vol
gens Warmelink gewoon het EG-
markt en prijsbeleid gelden. "Ik zeg
niet dat er geen aanpassingen moe
ten komen, maar het tot nu toe ge
voerde EG-markt- en prijsbeleid
moet gewoon in stand blijven. De
belangrijkste vraag daarbij is wel,
hoe ga je met de overschotten om.
De EG geeft nu forse subsidies op
de export en interventie en wil daar
eigenlijk van af".
Melk
Warmelink is er een fel tegenstan
der van om alleen voor de Europese
markt te produceren. "Je kan geen
muur om de EG bouwen. Als dat
gebeurt stijgen de prijzen en daar
mee gaat ook de kostprijs omhoog.
Er moet een open markt komen
naar de wereld, ook met het oog op
de GATT-onderhandelingen. Want je
kan andere landen niet verhinderen
prcdukten in te voeren".
Hij zou voor het volgende systeem
willen pleiten. Een quotum systeem
voor de Europese markt, waarvoor
een bepaalde prijs (hogere) prijs
wordt bepaald. Alle melk die boven
dat quotumsysteem wordt geprodu
ceerd moet de boer afzetten naar de
wereldmarkt. Hij krijgt daarvoor de
wereldmarktprijs. De veehouder
krijgt zo signalen van de wereld
markt over de hoeveelheid melk die
hij moet produceren en het quotum
systeem wordt flexibeler. Warmelink
vindt wel dat het quotumsysteem
op den duur afgeschaft moet wor
den, maar ziet voor dit plan nu nog
geen draagvlak binnen de EG.
Open markt
Henk Torsius, voorzitter van de af
deling veredelingslandbouw, is ook
mordicus tegen het alleen produce
ren voor de Europese markt. De
handel moet juist zo open mogelijk
zijn. Een groot deel van de produk-
ten van de veredelingssector zijn
juist bestemd voor de export. De ex
port zorgt juist voor de flexibiliteit in
de markt. De vrijere markt kan na
tuurlijk wel inhouden dat de prijzen
ook lager worden. Torsius ziet voor
de bedrijven dan vooral mogelijkhe
den in kostprijsverlaging.
Op zich is hij niet gerust op het
voorstel om op het eigen bedrijf
maar voor twee grootvee-eenheden
mest af te mogen zetten. "Als dat
naar de letter uitgevoerd wordt
staat de hele veredelingssector op
zijn kop. Deze norm zou desnoods
nog op nieuw op te richten bedrij
ven doorgevoerd kunnen worden
maar niet op bestaande bedrijven".
De veredelingssector krijgt wel te
maken met de voorstellen van de
EG-commissia Een gevolg kan zijn
H. Scheffers
het duurder worden van het voer en
de oprichting van bedrijven op
plaatsen waar goedkoop (eigen)
graan vervoederd kan worden. De
Nederlandse veredelingslandbouw
had altijd voordeel van goedkoop
voer door de import in Rotterdam en
korte aanvoerlijnen. Dit voordeel kan
wel eens wegvallen.
Torsius is niet bang voor zijn sector.
Desector kan de concurrentie best
aan. De bedrijven zullen zich vol
gens hem nog meer gaan toeleggen
op een betere kwaliteit.
De tuinbouw heeft als sector wat
minder met het EG-landbouwbeleid
te maken als de andere. Toch zullen
de hervormingen van het beleid ook
deze sector niet onberoerd laten,
onder andere door de omschakeling
van akkerbouw naar tuinbouwteel
ten. KNLC-tuinbouwvoorzitter Henk
Scheffers is hier niet bang voor:
"iedereen is welkom. Maar die om
schakeling moet dan wel op eigen
kracht gebeuren en niet rriet over
heidsgelden. Dat is concurrentiever
valsing". Hij rilt bij de gedachten om
alleen voor de Europese markt te
produceren. "Wij zijn juist gebaat bij
open grenzen, omdat we heel veel
voor de export produceren".
Ingeborg Schuitemaker.
"Wij hebben zo'n voorsprong in
kwaliteitsbeleid en controle dat we
zelden een grote misser tegenko
men", zegt voorzitter Huug Kooij-
man van de groente- en fruitveiling
CHZ in Barendrecht.
Kooijman, zelf tuinder in Ridderkerk,
is daarom niet bang voor het ophef
fen van de grenscontroles binnen de
EG. "We krijgen hooguit minder
problemen". Een incident zoals En
geland afgelopen jaar veroorzaakte
door radijs met blad te weigeren
vanwege mineervlieg is straks niet
meer mogelijk. Ook voor import van
ziektes is hij niet bang. "In Europa is
geen plaats voor inferieur materiaal.
Daar is geen markt voor". De direc
te verantwoordelijkheid voor de
tuinder wordt straks zwaarder.
Maar, zegt Kooijman, dat zijn zaken
waar wij als voedingstuinbouw al
jaren mee bezig zijn. "Bij de milieu-
gecontroleerde teelt is het de groen
teteler die tekent en die direct aan
spreekbaar is". "Verse groente
opereert al in een open markt", stelt
Kooijman. Strenge eisen en de bij
behorende steekproefsgewijze con
trole spelen een belangrijke rol bij
het versterken van de marktpositie,
los van het opheffen van de
grenzen.
Het probleem voor de voedingstuin
bouw zit niet in de kwaliteit maar in
protectionistische maatregelen van
het buitenland. Als fytosanitaire
eisen in de hele EG eenmaal gelijk
zijn, kunnen daarom residuen van
mest en gewasbescherming een
knelpunt gaan vormen, voorziet
Kooijman. Als straks mineervliegen
en dergelijke niet meer gebruikt kun
nen worden om de grens dicht te
gooien, kunnen landen restanten
van bestrijdingsmiddelen aan gaan
grijpen om hun eigen markt te be
schermen. De tolerantie van de ver
schillende actieve stoffen loopt per
land nogal uiteen. "Dat moet dus
geëgaliseerd worden waar het kan.
Maar dat schijnt een hele lange poli
tieke weg te zijn". Overigens is
Kooijman ook hier niet zo bang dat
Nederland in de verkeerde hoek zit.
Distributie
Meer verantwoordelijkheid op de
schouders van de producenten is
een goede zaak. "De distributie
functie is de grote kracht van Ne
derland. Als we daar voordeel uit
willen halen zal elke sector die mee
wil doen zich heel goed moeten pro
fileren en marktgericht moeten wer
ken". Dat geldt voor de agrariërs net
zo goed als voor de grote coöpe
raties.
Daar hoort dan geen beschermde
markt bij, vindt Kooijman. "We
moeten ons openstellen naar de
rest van de wereld". Dat betekent,
dat Nederland nu eenmaal een duur
land is, dat alleen met de beste pro-
dukten genoeg geld is binnen te ha
len. "Voor een aantal grote
prcdukten zal het niet lukken om die
extra centen uit de markt te halen.
De ondernemers moet duidelijk ge
maakt worden dat een aantal din
gen afgebouwd moeten worden".
Tegelijk moet geprobeerd worden
zoveel mogelijk ondernemers een in
komen te bieden. "Voor die produk-
ten waar je de bescherming sneller
afbouwt, moet je compensatie vin
den in de vorm van nieuwe produk-
ten". Groenteteelt op
akkerbouwbedrijven is in het Zuid
westen al veel langer een beweging.
"In Zeeland zie je ook hoe boeren
spontaan met recreatie, transport of
loonwerk beginnen. Van het een
komt het ander".
Kooijman vindt het hard nodig om
projecten te stimuleren om akker
bouwers in groepsverband hun on
dernemerschap op te laten vijzelen.
"Er moeten voorwaarden komen
waar de ondernemer met eigen ini
tiatief op in kan spelen". Inko
menssteun om bijvoorbeeld een
dalende graanprijs te compenseren
wijst Kooijman af. "Hooguit een jaar
of twee maar dan moet de onderne
mer zoveel aan zijn bedrijf hebben
gesleuteld dat hij verder kan". Inko
menssteun moet wat Kooijman be
treft beperkt blijven tot bedrijven die
er een taak bijkrijgen in de vorm van
landschappelijk beheer en dergelijka
gelijke.
Gerard Westerhof.
Volgens voorzitter Kooyman van CHZ Barendrecht "opereert verse
groente al in een open markt".