'Nederland moet het hebben
van gespecialiseerde teelten'
Fruitteelt heeft al één markt"
«@ri
"Tuinbouw niet bang
voor open grenzen
Land - en tuinbouw in Europa
mmmmmssBsam
Paul Versiuijs, akkerbouwer op Tholen:
■f
21
Rozenkweker J.W. Vreugden hit.
Rozenkweker J.W. Vreugdenhil uit
De Lier is niet bang voor het open
gaan van de Europese grenzen. De
Nederlandse tuinbouw zit in een be
voorrechte positie doordat de eisen
die aan de produkten worden
gesteld, hoger liggen dan in vele an
dere landen van Europa.
Moeten in de rest van Europa de
produkten naar hetzelfde niveau als
in Nederland, of moeten de eisen
worden versoepeld? In dit laatste
gelooft Vreugdenhil niet. "Als de
andere landen ook op niveau wor
den gebracht, is Nederland duidelijk
vooruit", meent hij. "Onze produk
ten zijn, jaarrond genomen, kwalita
tief vrij goed. Ook onze kennis van
de produkten ligt, vergeleken met
andere landen, op een hoger niveau.
Ik denk trouwens dat er een hoop
herrie zal komen als aan andere lan
den dezelfde eisen zullen worden
gesteld als aan Nederland. Of er zal
met subsidies worden gegooid".
De tuinbouw is een sterke sektor
met een goede naam in de wereld,
meent Vreugdenhil. Jaren geleden
al werden in het Oostblok grote
tuinbouwprojekten opgezet, die
echter geen van alle langer dan vijf
jaar hebben bestaan. "Zolang Ne
derland blijft vasthouden aan de
scherpe kwaliteitseisen en deze
misschien nog kan aanscherpen,
hoeft de tuinbouw niet bang te
zijn".
Serieus aanbod
Open grenzen betekenen ook nieu
we markten. Als Vreugdenhil de
kans zou krijgen wil hij zich best
verdiepen in een serieus aanbod.
Aan de andere kant biedt de afzet
zoals die nu is geregeld, hem een
grote mate van zekerheid. "Je pro-
dukt brengt een prijs op, bepaald
door vraag en aanbod", zegt de
kweker. "Die prijs ligt weieens be-
ff
neden de waarde van het produkt.
Als ik hoor wat er zit tussen het
aangevoerde produkt en de prijs die
de konsument betaalt, dan denk ik
dat ik best een paar dubbeltjes meer
had kunnen krijgen. Als ik bijvoor
beeld 10 tot 15 zaken in Polen zou
kunnen bedienen, dus via de gere
gistreerde afzet buiten de veiling
om, dan zou ik daar wel serieus over
willen denken. Misschien kun je dan
weer werken met de werkelijke
waarde van het produkt".
Ook als er binnen Europa strengere
milieu-eisen worden gesteld, zit Ne
derland aan de goede kant, denkt
Vreugdenhil. "Ik heb geen moeite
met de aanscherping van milieu-
eisen", zegt hij. "We moeten alleen
wel de kans hebben om ze uit te
voeren zonder schade toe te bren
gen aan ons bedrijf. Het mes wordt
ons wel erg op de keel gezet, nu we
aan de ene kant geen gewasbe
schermingsmiddelen mogen gebrui
ken, en aan de andere kant de
goede middelen niet worden toe
gelaten".
De Westlander verwijst verhalen dat
tuinders maar raak spuiten en het
restant in de sloten lozen, naar het
rijk der fabelen. De laatste 10 jaar is
alles weer groener geworden. De
sloten zitten vol vis en de reigers en
de kikkers zijn weer teruggekomen.
Niet doordat de milieubeweging zo
hard aan de bel heeft getrokken
maar doordat de tuinders zich mi
lieubewuster zijn gaan gedragen.
Vreugdenhil: "Het blijft een kwestie
van kosten en opbrengsten. Ik spuit
ook liever niet, maar het is nodig.
We hebben vroeger al heel wat na
righeid uit het buitenland gekregen
met de invoer van plantmateriaal.
Denk maar aan de Californische
trips en de mineervlieg. Laat de Ne
derlandse eisen maar los op mate-
.riaal wat ons land binnenkomt".
Mariëtte Storm
'De produktiefactoren grond en ar
beid zijn in Nederland erg duur ge
worden. De Nederlandse landbouw
is kleinschalig vergeleken met die in
de meeste andere Europese landen.
Daarom heeft de teelt van bulkge
wassen, vooral granen, naar mijn
mening weinig toekomst in ons
land. Die brengt gewoon te weinig
op ten opzichte van de kosten die je
moet maken. Wij zullen het moeten
zoeken in kennis- en arbeidsinten
sieve teelten'.
Dat zegt Paul Versiuijs, een 25-jarige
akkerbouwer uit Scherpenisse, als
hem gevraagd wordt hoe hij aankijkt
tegen de gevolgen van het Europese
landbouwbeleid en de Europese
eenwording. Op zijn 65 hectare gro
te akkerbouwbedrijf op Tholen, dat
hij in maatschap met zijn vader be
heert, heeft hij intussen zelf een be
gin gemaakt met de meer
arbeidsintensieve vollegrondsgroen-
teteelt. Hij verbouwt voor het twee
de jaar een kleine hectare broccoli.
'Als je wat hulp van anderen krijgt,
is de teelt goed te doen', zegt Paul.
'Vorig jaar ben ik met broccoli be
gonnen. Jammer, dat de prijs onder
de maat bleef. Het ontbreekt aan
goede afzetmogelijkheden. We
moeten het met dit soort produkten
van de export hebben. Ik hoop dat
er in het ene Europa zonder grenzen
markten worden gevonden voor
gespecialiseerde gewassen van ho
ge kwaliteit, die wij in Nederland
kunnen telen. Nederland als groen
tetuin van Europa. Dat zou niet gek
zijn'.
Daarnaast moet Nederland in het
nieuwe Europa volgens Paul Ver
siuijs zijn voorsprong op het gebied
Paul Versiuijs: Nederland a/s groentetuin van Europa (foto: Anton Din-
gemanse)
van kennis en praktijkonderzoek uit
buiten. 'Onze kansen liggen naar
mijn mening vooral op het gebied
van zaaizaad, pootgoed en de
gespecialiseerde kwaliteitsteelten,
die ik al noemde'.
Eenheid in beleid
Eén Europa moet volgens Paul Ver
siuijs in de land- en tuinbouw vooral
eenheid van beleid opleveren. Hij is
bang dat nationale belangen straks
toch een belangrijke rol blijven spe
len. Er is nu sprake van
concurrentie-vervalsend overheid-
Jan van Kuilenburg: concentratie aan aanbodzijde nodig.
soptreden. 'Kijk naar het gewasbe-
schermingsbeleid en het mestbeleid
van de Nederlandse regering. Ne
derland wil graag voorop lopen in
zijn milieubeleid. Akkoord, maar la
ten we dan alsjeblieft in de pas blij
ven met andere landen. Die moeten
dan een even streng milieubeleid
voeren als Nederland. Want nu zijn
de Nederlandse boeren en tuinders
in het nadeel. Als ik dertig kilometer
zuidwaarts rij zit ik in België. Daar
zijn ze heel wat soepeler voor de
boeren. En dat moet volgens mij in
een verenigd Europa niet kunnen'.
Mede door zijn betrokkenheid bij het
agrarisch jongerenwerk volgt Paul
Versiuijs de ontwikkelingen in de
Europese landbouw op de voet.
Want naast de dagelijkse zorg voor
het bedrijf, waarin zijn vader alleen
zo nu en dan nog eens bijspringt, is
hij agrarisch voorzitter van de Plat
telands Jongeren Zuid (PJZ) en lid
van het dagelijks bestuur van het
Zeeuws Agrarisch Jongeren Kon-
takt (ZAJK). In die hoedanigheid
woont hij maandelijks de hoofd
bestuursvergaderingen van de ZLM
bij als adviseur. Het werk in de orga
nisaties vraagt weliswaar veel tijd,
maar daar staat tegenover dat Paul
uitstekend op de hoogte is van wat
er buiten het eigen bedrijf in de we
reld van de land- en tuinbouw om
gaat. Dat die wereld groter is dan
Nederland, zelfs groter dan Europa,
staat als een paal boven water.
Ko Jille
Een hervormd EG-landbouwbeleid
en de éénwording van Europa heb
ben geen opzienbarende gevolgen
voor de fruitteelt, zo verwacht teler
Jan van Kuilenburg uit Haatten.
"Wij hebben al te maken met één
markt". Maar de sektor moet wel
beter inspelen op dat gegeven,
vindt hij.
Van Kuilenburg is van mening dat in
zijn sektor het éénwordingsproces
al volop gaande is: "Als op fruitvei
ling Geldermalsen Cox verkocht
wordt, dan weet een kwartier later
de hele wereld wat de appels opge
bracht hebben", illustreert de vei
lingbestuurder zijn standpunt. De
concentratie en samenwerking van
veilingen moet doorgaan, vindt Van
Kuilenburg. De eenwording van
Europa maakt dat op zijn minst
noodzakelijk. "Er komt een giganti
sche concentratie aan de vraagzijde.
Concentratie aan aanbodzijde is
nodig".
II
Op dat punt moet de fruitsektor dus
nog inspelen, maar verder is er vol
gens Van Kuilenburg weinig nieuws
onder de zon voor de fruittelers.
Misschien dat MacSharry de be
perkte interventie voor fruit aan zal
tasten, maar die interventieprijs stelt
toch al weinig voor, zo vindt Van
Kuilenburg. Zijn bedrijf (zeven hekta-
re appels en een hektare peren)
heeft bijna nooit iets uit de interven-
tiepot ontvangen. "In principe ben
ik ook tegen dit soort subsidies. We
kennen ze in de tuinbouw en fruit
teelt al haast niet. En ik vind ook dat
ze nooit van strukturele aard mogen
zijn, want subsidies bieden geen
oplossing. Als het aan mij ligt wordt
de interventie in de fruitteelt van
daag nog afgeschaft!"
Fytosanitair beleid
De eenwording van Europa brengt
voor de fruitteelt een wijziging van
het fytosanitaire beleid met zich
mee. "Ik ga er wel van uit dat wij
met gelijke normen te maken krijgen
als de overige partners". Europese
fruittelers moeten dezelfde midde
len kunnen gebruiken, zo vindt Van
Kuilenburg. Echter met dien verstan
de dat een Italiaanse teler natuurlijk
onder andere omstandigheden
werkt en dus ook wat andere mid
delen moet kunnen blijven gebrui
ken. "Als er overal voldoende
kontrole is op gebruik van middelen,
dan is er helemaal niks op tegen om
een EG-richtlijn te hanteren. Ik denk
dat onze kollega's in de andere
lidstaten net zo zorgvuldig om zullen
gaan met hun produkten als wij, an
ders kunnen ze in de markt niet
meekomen".
Telers schakelen massaal over op de
geïntegreerde teelt, stelt Van Kuilen
burg. Op zijn bedrijf heeft hij roof-
mijt uitgelegd tegen de spint en
roestmijt. "De fruitteelt tracht als
goede rentmeester zeer zorgvuldig
met het milieu om te gaan". De
fruitteelt heeft dan ook niet veel te
duchten van de residutoleranties.
Ook die zullen voor heel Europa ge
lijk dienen te worden. Van Kuilen
burg: "Dit zit op dit moment nog
niet op één spoor, dus wat dat be
treft is het een goede zaak dat alle
telers onder dezelfde voorwaarden
moeten produceren". Een andere
kwestie is de gelegenheidsarbeid.
Het gelijktrekken van belasting
systemen en dergelijke zal nog wel
lang duren, verwacht Van Kuilen
burg. En het lost het probleem ook
niet op. De Nederlandse telers heb
ben te kampen met een krap aan
bod van plukpersoneel en dure
arbeid. Dat probleem zal in de toe
komst alleen maar nijpender wor
den, verwacht hij. Maar, zegt hij:
"Wij hebben heel veel vakman
schap. En met onze hele goede Ne
derlandse rassen, zoals Elstar,
Jonagold en Cox, kunnen wij in het
Europa van 1992 de konkurrentie
goed aan". Ingrid van den Hengel