bedrijfstakken I and - an tuinhnnw in Fiirnna L.GMIU OH LUIIIUUUVV III L.UI UpU 19 den geeft u de voorkeur? Waarom? 3. Bij de EG-commissie leven ideeën om tot produktiebeperking te ko men door prijsverlaging. Steunbe dragen zouden de inkomstenvermindering moeten compenseren. Daarbij zouden klei nere bedrijven volledige compensa tie moeten ontvangen en grotere bedrijven minder of helemaal geen. - Wat vindt u van deze (van de hoe veelheid produkt) ontkoppelde steun? Welke voor- en nadelen zijn er aan verbonden? - Wat is uw mening over het feit dat er bij de te verlenen steun onder scheid gaat worden gemaakt in be drijfsomvang of bedrijfsoppervlakte. 4. Het Europees gevoerde land bouwbeleid is nauw verbonden met de ontwikkeling op grote delen van het platteland. De Europese politiek heeft steeds meer de neiging om daartussen verbindingen te leggen. De Europese Commissie stelt daar voor bepaalde maatregelen voor. Deze houden letterlijk in dat de diensten van de landbouwer op het gebied van de instandhouding van de infrastructuur op het platteland worden beloond. Vindt u deze koppeling tussen land bouwbeleid en plattelandsbeleid juist? Kunt u daarbij vanuit uw eigen situatie voorbeelden bedenken en aangeven of de beoogde koppeling van landbouwbeleid en plattelands beleid voor u gunstig of ongunstig zou uitvallen? 5. Nederland is een belangrijke ex porteur van plantaardig uitgangsma teriaal en levende dieren. Ons land is daarom gebaat bij een harmoni satie van het veterinaire en fytosa nitaire beleid. Andere EG-lidstaten kunnen niet langer 'zomaar' de grenzen sluiten. Hiertegenover staat echter een grotere afhankelijkheid van de controle op keuringen en be- drijfserkenningen in andere lidsta ten. Bovendien kan de harmonisatie en het opheffen van de grenzen bin nen de EG gevolgen hebben voor de export naar derde landen. Deze stel len vaak specifieke gezondheidsei sen en waren gewend dat de Nederlandse planten en dieren daar aan voldeden. Ziet u per saldo voor- of nadelen van het nieuwe fytosanitaire en ve terinaire beleid? Akkerbouw 1. De hervormingsvoorstellen van de Commissie zullen de prijs van de granen sterk doen dalen. Prijsdaling wordt in theorie volledig gecompen seerd. Grotere bedrijven worden verplicht gronden braak te leggen zonder vergoeding. - Hoe denkt u dat de ondernemers in uw regio hun bedrijfsvoering zul len aanpassen als de voorstellen werkelijkheid zullen worden? Denk daarbij b.v. aan de alternatieven die er zijn zoals extensiveren, intensive ren, gedeeltelijk overschakelen op veehouderij en zelf vervoederen van graan, part-time gaan boeren, be drijfsbeëindiging, bebossing, opper vlakte vergroting, telen van grondstoffen voor agrificatie. - Wat zijn de gevolgen in uw regio? - Wat zijn in het algemeen de gevol gen voor de Nederlandse akker bouw als het voorgestelde beleid doorgaat? 2. Verwacht u van het nieuwe be leid de verschuiving zoals de Euro pese Commissie zich dat voorstelt! Deze houdt in vermindering van de graanproduktie door het wegnemen van de prijsstimulans, meer graan in veevoer, het meer grondgebonden maken van de veehouderij, meer mogelijkheden van agrificatie en een meer milieuvriendelijke akker bouw? Zo ja of nee, waarom? 3. De inkomensgevolgen voor het eventuele nieuwe beleid zullen zeer verschillend zijn. Ze zijn namelijk af hankelijk van bedrijfsomvang, be drijfsvoering, regio en de mogelijkheden om het bedrijf aan te passen. Hoe kan volgens u de bedrijfsvoe ring het beste plaatsvinden (bouw plan, event, veebezetting, arbeid, kapitaal) om het dreigende inko mensverlies zo beperkt mogelijk te houden? 4. De voorstellen van de Europese Commissie zullen uiteindelijk van ta fel gaan of in aangepaste vorm wor den doorgevoerd. Wat er ook gebeurt, er gaat in ieder geval veel in het beleid veranderen. - Welke aanpassing van de voorstel len van de Europese Commissie kunnen deze acceptabel maken? - Als de voorstellen van de Commis sie totaal niet acceptabel zijn wat moet er dan gebeuren: een beleid op basis van vrijwilligheid en gelei delijke afstemming van de produktie op de vraag door steeds maar prijs verlaging of een drastisch ingrijpen in de produktie-omvang door quo tering? 5. Het nieuwe fytosanitaire beleid betekent dat de individuele boer en tuinder nog meer aandacht moet schenken aan het voorkomen van ziekte-insleep op zijn/haar bedrijf. De geringe mogelijkheden ziekten en plagen te bestrijden noodzaakt tot een nog verdere bedrijfshygiëne. Dit laatste vloeit voort uit de verder gaande beperkingen op het gebied Land- en tuinbouw in de toekomst: de boer a/s "EG-medewerker"? van residuen en het gebruik van ge wasbeschermingsmiddelen. Ziet u mogelijkheden de hygiëne op uw bedrijf nog verder te verbeteren of gezamenlijk op alle bedrijven? Tuinbouw 1. Hebben de voorgestelde wijzigin gen van het EG-landbouwbeleid di rect of indirect gevolgen voor uw sector? Zo ja, welke? 2. Het nieuwe fytosanitaire beleid betekent dat de individuele boer en tuinder nog meer aandacht moet schenken aan het voorkomen van ziekte-insleep op zijn/haar bedrijf. De geringere mogelijkheden ziekten en plagen te bestrijden noodzaakt tot een nog verdere bedrijfshygiëne. Dit laatste vloeit voort uit de verder gaande beperkingen op het gebied van residuen en het gebruik van ge wasbeschermingsmiddelen. Ziet u mogelijkheden de hygiëne op uw bedrijf nog verder te verbeteren of moet dat gezamenlijk op alle bedrij ven gebeuren. 3. Iedere partij plantmateriaal die wordt verhandeld, moet in principe worden geïdentificeerd. Dit maakt het mogelijk om bij een ziekte- uitbraak het bedrijf van herkomst op te sporen, evenals de contacten en mogelijke besmetting tijdens de ver handeling. Ziet u de noodzaak van zo'n systeem in en wat denkt u van de uitvoerbaarheid? 4. Wat vindt u van de mogelijkheid dat een bedrijf kan voldoen aan de Het verder terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen in het boerenbedrijf legt een grote last op de schouders van boer en tuinder. eisen door zelf de vereiste controle uit te oefenen? De nationale over heid c.q. keuringsinstantie beperkt zich dan tot toezicht op deze con trole. Als bij een steekproef blijkt, dat de controle op het bedrijf niet goed wordt uitgevoerd dan heeft dit gevolgen voor de erkenning van het desbetreffende bedrijf. Veehouderij 1. De Europese Commissie kiest voor prijsverlaging en vermindering van de produktie-omvang. De bedrij ven met een geringe produktie- omvang worden ontzien en krijgen toeslagen. Kunt u aangeven welke gevolgen deze beleidswijziging kun nen hebben voor de veehouderijsec tor. Denk daarbij zowel aan de sector als geheel als de individuele bedrijven en gezinnen. Welke gevol gen ziet u voor de toeleverende en verwerkende industrie en afzet? 2. De EG vermindert de melkquota voortdurend. De aandrang uit ande re EG-landen om hier mee door te gaan is groot. De Europese produk tie zou in overeenstemming ge bracht moeten worden met de Europese consumptie. Wat is uw mening van dit streven? Hoe ziet u de toekomst van de melkveehoude rijsector en de mogelijkheden van de bedrijven als de quota in de toe komst met 15% verminderd zouden worden? N.B. De Europese con sumptie is 15% lager dan het EG- quotum. 3. Ziet u mogelijkheden voor een EG-beleid zonder instrument van produktiebeheersing (quota) en ver dergaande produktievermindering. Randvoorwaarden hierbij zijn dan wel zonder dat er geen hoge kosten gemaakt moeten worden voor over schotten en inkomensondersteu ning? Hoe zou dat beleid er uit moeten zien? 4. Het vervallen van de Europese grenzen heeft gevolgen voor het ve terinaire beleid en de import- en ex- portregels. De regels voor identificatie en registratie zijn ver scherpt. De vaccinatie van mond en klauwzeer is afgeschaft. Wat vindt u van de veranderde re gels? Geven de nieuwe regels ook aanleiding de hygiëne op het bedrijf op te voeren? Worden er ook andere maatregelen getroffen om de in sleep van ziekten en dus het be drijfsrisico te beperken? Veredelingslandbouw 1. Hebben de voorgestelde wijzigin gen van het EG-landbouwbeleid di rect of indirect gevolgen voor uw sector? Zo ja, welke? Wilt u bij de beantwoording van de ze vraag ook aandacht schenken aan de plannen om de extensivering te stimuleren, de lagere graanprijzen en de geringere bescherming aan de EG-buitengrens. 2. Het Nederlandse mestbeleid zorgt er samen met de Europese ni traatrichtlijn dat op eigen bedrijf maar voor 2 gve (grootvee- eenheden) mest afgezet kan wor den (de EG-nitraat-richtlijn houdt in dat binnen 8 jaar max. 170 kg stikstof per hectare gebruikt mag worden). In de hervormingsvoorstel len van de Europese Commissie is ook sprake van ondersteuning tot 2 gve. De Nederlandse verede lingslandbouw heeft de sterke con currentiepositie mede te danken aan korte aanvoerlijnen vanuit de havens (graanvervangers), concentratie voordelen (doelmatige dienstverle ning en industrie) en goed georganiseerde afzet. Door de te verwachten beleidswijzigingen staan de ondernemers en de gezin nen voor belangrijke beslissingen: - op eigen bedrijf doorgaan met de intensieve bedrijfsvoering. Dit bete kent een nog doelmatiger bedrijfs voering en met behulp van een goede dienstverlening, toelevering en afzet (incl. mest) de concurrentie met de meer grondgebonden vere delingslandbouw voortzetten; - de veredelingstak op het eigen be drijf weer meer grondgebonden ma ken (extensiveren); - doorgaan met één tak op het eigen bedrijf b.v. varkens, melkkoeien, pluimvee en andere takken afstoten; - het aangaan van een samenwer kingsvorm met een akkerbouw bedrijf; - het bedrijf verkopen en elders (in Nederland of in de EG) een akker bouwbedrijf kopen en daar een meer grondgebonden verede lingstak beginnen; - stoppen met bedrijf en ander be roep kiezen; - andere keuze (welke?) Welke keuze zullen de ondernemers in uw omgeving en uw sector het meest maken en welke keuze zal het minst vaak worden gemaakt? 3. Het nieuwe veterinaire beleid be tekent dat de individuele boer en tuinder nog meer aandacht moet schenken aan het voorkomen van ziekte-insleep op zijn/haar bedrijf. De geringere mogelijkheden ziekten te bestrijden versterkt de noodzaak tot een nog verdere bedrijfshygiëne. Dit laatste als gevolg van de verder gaande beperkingen op het gebied van residuen. Ziet u de mogelijkhe den de hygiëne op uw bedrijf nog verder te verbeteren of gezamenlijk op alle bedrijven? 4. Wat vindt u van een verplichte identificatie- en registratieregeling? Wat vindt u van de uitvoerbaarheid van zo'n regeling? 5. Door het nieuwe, veterinaire be leid krijgt het land c.q. bedrijf van herkomst een grotere verantwoor delijkheid wat betreft het geven van garanties. Dit betekent in principe dat bij export de grensbelemmerin- gen worden opgeheven en dat bij import de eigen controle wordt be perkt. Ziet u per saldo voor- of na delen van deze wijziging?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 19