Land- en tuinbouw in Europa zonder grenzen EG-landbouwbeleid is aan verandering toe KNLC-discussiethema 1991/92 Speciale bijlage n.a.v. KIMLC-discussiethema 1991/1992 VRIJDAG 18 OKTOBER 1991 land- en tuinbouwblad Het KNLC organiseert eens in de twee jaar een discussiethema. Met zo'n discussiethema geeft het KNLC de boeren en tuinders gelegenheid dieper in te gaan op onderwerpen die direct of indi rect raken aan het bedrijf en die kunnen leiden tot verandering van de bedrijfsvoering. De resul taten van de discussie worden binnen het KNLC gebruikt voor verdere beleidsbepaling. Het on derwerp voor het seizoen 1991/1992 is zeer actueel. De hervormingen van het EG- landbouwbeleid en het instellen van een interne EG-markt per 1 januari 1993, waardoor een vrij verkeer van goederen, kapitaal en diensten mogelijk wordt, brengen grote veranderingen mee voor de agrarische sector. De discussie hierover vindt nu al in brede kring plaats. De gevolgen van een gewijzigd landbouwbeleid zullen per sector en per produkt verschillen. Het zelfde geldt voor het vrije verkeer van dieren en dierlijke en plant aardige produkten. Veterinaire en fytosanitaire regelgeving is van groot belang voor (intensieve) veehouderij en tuinbouw. Wijzi gingen in het beleid voor de zwa re marktordeningsprodukten zullen in de betreffende sectoren grote veranderingen veroorza ken. Deze veranderingen kunnen doorwerken naar sectoren die nu niet rechtstreeks door het EG- landbouwbeleid worden beïnvloed. Het is van belang dat niet alleen anderen over de toekomst van de sectoren (en dus van de be drijven en gezinnen) praten maar, veel belangrijker, dat land- en tuinbouw zelf tot een gefun deerd oordeel komen. Het dis cussiethema van dit seizoen is daarop gericht. Daarom: doe al len mee en laat uw mening horen. Het discussiethema wordt eind februari afgesloten met een con gres waarop het KNLC de resul taten presenteert. Deze resultaten kunnen op dat tijdstip nog overgebracht worden aan de Europese landbouwministers. Deze bijlage van het ZLM Land en Tuinbouwblad geeft een eer ste aanzet voor de discussie. Dit speciale nummer begint met een toelichting op het EG- landbouwbeleid en op het veteri naire en fytosanitaire beleid i.v.m. Europa 1992. De discussievra gen vindt u op pagina 18 en 19. Vervolgens geven een aantal deskundigen, onder wie Cees de Bont van het Landbouwschap, hun visie op het onderwerp. Ook enkele KNLC-sectorvoorzitters leveren een bijdrage aan de dis cussie. Tot slot komt een aantal boeren en tuinders aan het woord die vertellen wat de be leidsveranderingen betekenen voor hun bedrijf. De discussie vragen completeren het geheel. Het is de bedoeling dat u dit Landbouwblad meeneemt naar de avond over het discussiethe ma. Veel succes met de dis cussie! Ingeborg Schuitemaker Het EG-landbouwbeleid is aan ver andering toe. Daar is iedereen het wel over eens. Maar de meningen verschillen sterk over de manier waarop die veranderingen moeten plaatsvinden. De EG-commissie heeft een aantal voorstellen gepre senteerd. Voordat de voorstellen aan de orde komen, wordt in het kort de geschiedenis van het Euro pese landbouwbeleid behandeld. De basis van het EG- landbouwbeleid is gelegd in een pe riode dat er in Europa nog een te kort was aan agrarische produkten. Interventie en bescherming aan de grenzen of variabele steunbedragen houden de interne EG-prijzen als ja renlang op peil. Het verschil in steun en bescherming van de verschillen de agrarische produkten heeft tot onevenwichtigheden geleid. De si tuatie is nu zo dat de EG zowel de belangrijkste wereldexporteur als - importeur is van agrarische produk ten. Voor een aantal basisprodukten bestaat er in de EG een overschot. Dit overschot kan niet zonder finan ciële ondersteuning op de wereld markt worden afgezet. Bij andere agrarische exporteurs op de wereld markt bestaat hierover wrevel. Van daar de sterke aandrang om wereldwijd, in GATT-verband, tot af spraken te komen over de on dersteuning en bescherming van de landbouwprodukten. Een aantal landen pleit voor algehe le vrijlating van de handel in land- en tuinbouwprodukten. De ontwikke lingslanden nemen, al naar gelang ze exporterend of importerend zijn, een bijzondere positie in. Ook bin nen de EG heeft de politiek in toene mende mate kritiek op de kosten van het landbouwbeleid. De EG- landbouwuitgaven bedragen echter minder dan één procent van het Bruto Nationaal Produkt van de 12 EG-landen f 250,— per EG bur ger). De Europese landbouwgarantie-uitgaven kunnen op circa 35 miljard ecu (1 ecu f 2,31) worden gesteld. De uitga ven voor de EG-structuurfondsen (sociaal, regionaal en landbouw) op 16 miljard ecu. De totale uitgave is dan (50.miljard ecu x f 2,31) 115 miljard gulden. De burger kan daar een relatief steeds goedkoper en be ter voedselpakket voor kopen. Maar deze argumenten vinden in brede kring geen gehoor. De wijzigingen in het EG-landbouwbeleid hebben vooral gevolgen voor de zware marktordeningsproduk ten, zoals granen. Onevenwichtigheid Het gemeenschappelijk EG- landbouwbeleid heeft vanaf de be gin jaren zestig vorm gekregen. Het is gebaseerd op het Verdrag van Ro me. Mede door het gemeenschap pelijk beleid voltrokken zich in de EG landen grote veranderingen. Dit be treft zowel de samenstelling als de omvang van de land- en tuinbouw- produktie. Op meer manieren is en wordt getracht de onevenwichtig heden die er zijn ontstaan in goede banen te leiden. Hoofdlijnen van dit ingrijpen zijn ver mindering van de marktondersteu- ning, prijsverlaging en vrijwillige en gedwongen (quoterings)produktie- beperking. De melkquotering (1984), het Groenboek (1985) en de stabilisatoren (1988) hebben grote invloed op de bedrijfsstructuur en het agrarische inkomen (gehad). Af hankelijk van de sector zijn meer of minder bedrijven in moeilijkheden gekomen. Sommige maatregelen werken op korte termijn positief uit, maar na verloop van tijd negatief. Ook het omgekeerde is het geval. Een beoordeling van het tot nu toe gevoerde beleid valt nogal eens ne gatief uit. Er is echter ook veel posi tiefs tot stand gekomen. Dit is echter afhankelijk van de sector en de omstandigheden waarmee het eigen bedrijf en het gezin te maken heeft. MacSharry De Europese Commissie heeft begin juli 1991 de voorstellen voor hervor mingen van het EG-landbouwbeleid bekend gemaakt. De voorstellen waren afkomstig van EG- landbouwcommissaris MacSharry. Begin januari 1991 had de EG- commissie al een aantal ideeën ge presenteerd. Deze komen voort uit een analyse van de situatie waarin de Europese landbouw verkeert. De omvang van de produktie houdt di rect verband met de bestaande prijsgaranties, die volgens de com missie tot een steeds grotere pro duktie leiden. Hierdoor nemen de interventievoorraden toe evenals de export naar de wereldmarkt die eveneens overvoerd is. De grote intensieve produktie zou volgens de voorstellen van Mac Sharry het milieu vervuilen en veroor zaakt stijgende uitgaven. Deze uitgaven komen vooral ten goede aan een klein aantal (grotere) bedrij ven. Daarom heeft de commissie gekozen voor een ander beleid. Dit nieuwe beleid richt zich volgens de commissie meer op een concurre- render landbouw door lagere prijzen met compensaties. Met dit beleid beoogt de commissie de produktie te verminderen en meer aandacht te geven aan het milieu. De steun aan boeren zal er beter door worden ver deeld. Daarnaast kan er meer reke ning worden gehouden met bepaalde regio's. Lagere prijzen sti muleren de non-food aanwending. Voorstellen In hoofdlijnen betekenen de voor stellen het volgende: - verlaging van de graanprijzen tot een hoogte die een betere concurrentie met vervan- gingsprodukten zeker stelt. Hectare premies zouden het inkomensverlies moeten compenseren. Tot een be paalde oppervlakte zou volledige compensatie plaatsvinden, vervol gens een gedeeltelijke aflopende compensatie met voorwaarden braaklegging of teelt van niet- voedselgewassen (agrificatie). Dit beleid vervangt de huidige stabilato- ren en medeverantwoordelijkheids heffing. Voor oliezaken en eiwitgewassen kiest de commissie voor een soortgelijke benadering: - verlaging van de prijzen voor vee- houderijprodukten in samenhang met de graanprijs. Premies krijgen een grotere betekenis en worden onder andere gebruikt om de exten sivering te bevorderen. Hierbij mag een zekere veedichtheid per hectare niet worden overschreden; - verlaging van de melkquota van wege de marktsituatie. Dit geldt slechts voor bedrijven boven een bepaald quotum; - herzieningen voor suiker, schape vlees en tabak; - maatregelen ten behoeve van het milieu en het platteland met meerja renprogramma's, bijvoorbeeld ge richt op extensivering in de akkerbouw. Deze maatregelen moe ten overeengekomen worden tus sen commissie, lidstaten en boeren. In dit verband wordt ook lange ter mijn set-aside genoemd om bebos sing en natuurbescherming te bevorderen; - verbetering van de regeling ver vroegde beëindiging.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 17