SEV wil meer leden betrekken bij groepsactiviteiten Nieuws en Commentaar KNLC kommentaar AMvB melkrund veehouderij op 1 augustus ingegaan Twee nieuwe landinrichtingsprojekten in voorbereiding genomen Groeiende eenheid Sociaal aspect krijgt nog grotere nadruk Individuele voorlichting Bedrijfsdoorlichtingen Onlangs is het jaarverslag over '90/'91 en het werkprogramma '91/'92 verschenen van de Sociaal Economische Voorlichting van de ZLM. Bij de advisering wil de SEV een grotere nadruk leggen op het sociale element, aldus hoofd SEV Jan Withagen in zijn voor woord. Een van de centrale doelstellingen is ook het bereiken van meer leden via groepsactiviteiten. Hoofd SEV ing. J.A.M. Withagen overhandigt het jaarverslag/werk programma aan algemeen voorzitter van de ZLM, de heer H.C. van der Maas Sociale overwegingen zijn de laatste jaren steeds meer naar de achter grond gedrongen. De huidige ont wikkelingen in de landbouw noodzaakten de agrarisch onderne mer de beslissingen puur op econo mische gronden te stoelen. Het goed met de (economische) proble men weten om te gaan kan echter van even grote betekenis zijn, van daar dat de SEV streeft naar een voorlichting waarin sociale en eco nomische elementen een evenwich tige plaats hebben. De opzet van het werkprogramma is ten opzichte van voorgaande jaren niet sterk veranderd. Bij de kringen is een inventarisatie gehouden naar de onderwerpen waarvoor belang stelling bestaat om deze door de Reeds jaren is een algemene onthef fing'' van de hinderwetplicht voor agrarische bedrijven in het vooruit zicht gesteld. Inmiddels is voor de melkrundveehouderij deze Algeme ne Maatregel van Bestuur gepubli ceerd. Vanaf 1 augustus kunnen een groot aantal bedrijven die vol doen aan de voorwaarden uit het besluit volstaan met een melding van het bedrijf op het gemeente huis. Vanaf die datum kunnen op het gemeentehuis aanmeldingsfor mulieren worden verkregen. De wet schrijft voor dat alle bedrij ven met installaties die overlast kunnen veroorzaken een hinderwet vergunning voor deze installaties moeten hebben. Praktisch alle agra rische bedrijven hebben dergelijke installaties en zijn formeel dan ook verplicht een geldige hinderwet vergunning te hebben. Wanneer echter individuele vergunningverle ning plaats zou moeten vinden zou dit van de overheden een giganti sche inspanning vereisen. Daarom is inmiddels meer dan 10 jaar gele den het idee opgevat om alle bedrij ven die aan een aantal standaardvoorwaarden voldoen, vrij te stellen van de verplichting een hinderwetvergunning te hebben. Er zou kunnen worden volstaan met de melding van het bedrijf met de installaties. Nu is onlangs voor de melkrundvee houderij de Algemene Maatregel van Bestuur gepubliceerd, waarin de standaardvoorwaarden zijn ge noemd. Belangrijkste voorwaarden waaraan moet zijn voldaan zijn het maximaal honderd koeien, bepaalde afstandscriteria en een maximum aan een neventak intensieve vee houderij. Ook de ecologische richt lijn is in het besluit verwerkt. Wanneer aan al deze voorwaarden wordt voldaan heeft men vanaf 1 augustus zes maanden de tijd om melding te doen bij de gemeente. Deze hebben daarvoor aanmel dingsformulieren. De bedrijven wel ke onder het besluit vallen, moeten aan een aantal voorwaarden vol doen op het gebied van de opslag van mest, gasolie, electrische instal laties etc. Naar het zich laat aanzien zullen on geveer 30.000 van het totaal van 45.000 melkrundveehouderijbedrij- ven onder het besluit vallen. De overige bedrijven hebben al in een herder stadium een hinderwetver gunning aangevraagd, of moeten dit gaan doen. Door de landbouworga nisaties wordt overleg gevoerd met de overheden om voor deze laatste categorie het verlenen van hinder wetvergunningen snel en soepel te laten verlopen. De landbouworgani saties zijn namelijk van mening dat de voorwaarden te scherp zijn gesteld, zodat te weinig bedrijven onder het besluit zullen vallen. Bo vendien zijn in het verleden een aan tal bedrijven verwezen naar de komst van dit besluit, waardoor de ze bedrijven op dit moment geen actuele hinderwetvergunning heb ben. Het onverkort toepassen van de voorgestelde regelgeving zal er toe kunnen leiden dat een aantal be drijven in hun voortbestaan worden bedreigd. Dit is voor de landbouw organisaties geen acceptabele si tuatie. Bedrijven die niet onder het besluit vallen wordt aangeraden het overleg dat over de vergunningverlening wordt gevoerd af te wachten. Naar verwachting is in september daar over meer bekend. De landbouwor ganisaties vinden het een goede zaak dat er eindelijk voor een grote groep melkveehouders een onthef fing van de hinderwetplicht mogelijk is. Voor de overige bedrijven wordt gestreefd naar een bevredigende oplossing. SEV te laten behandelen. Voor zover mogelijk is met deze wensen reke ning gehouden. Het komend sei zoen worden enkele centrale thema's behandeld. Deze worden door enkele teamleden gezamenlijk uitgewerkt. Daarnaast geven de ei gen (rayon-)voorlichters groepsvoor- lichting. Uitgangspunt is de efficiëncy van groepsactiviteiten te verhogen. Een verhoging van het rendement van de voorberei dingstijd kan worden bereikt door het programma breder uit te dragen. Het is dan ook een doelstelling meer leden bij de groepsactiviteiten te be trekken. Groepsgerichte activiteiten het aan staande seizoen (mei '91 t/m april '92) zijn o.m. het SE V-journaal (ac tuele onderwerpen), een hernieuw de en aangepaste versie van 'Bij bedrijfsopvolging hoort bedrijfsaan- passing', EVTO-cursus (economi sche vorming toekomstige ondernemers), EVAV-cursus (Econo mische vorming agrarische vrou wen), cursus 'Einde of nieuw begin?' over bedrijfsbeëindiging, en verder bijeenkomsten over gelegen heidsarbeid, part-time boeren en mi lieu. Sommige bijeenkomsten of cursussen worden in samenwerking met andere organisaties georgani seerd of uitgevoerd. De individuele voorlichting blijft het grootste deel van het werk van de SEV opslokken. De verwachting is dat het aandeel individuele voorlich ting in de toekomst alleen nog maar verder toe zal nemen. In het ko mend seizoen staat het zo snel mo gelijk doorgeven van nieuwe ontwikkelingen aan de leden hoog op het programma. Daarnaast staat het team uiteraard open voor de vragen van ondernemers op sociaal en economisch gebied. Het is de bedoeling om ca. 70 (voornamelijk akkerbouw-)bedrijven door te lichten. Het SEV-team is hiervoor tijdelijk versterkt met me vrouw M.J. Meijers-Doppenberg. In het voorlichtingsprogramma de ko mende winter zullen de mogelijkhe den een bedrijfsdoorlichting te laten maken duidelijk naar voren gebracht worden. De EG is het grootste handels blok in de wereld. De kracht van de EG kan en moet nog verder worden uitgebreid door de EMU, de Economische en Monetaire Unie en de EPU, de Europese Po litieke Unie concrete vorm en in houd te geven. De Europese eenheid zal daarmee zowel in tern als extern meer en duidelij ker zichtbaar worden. Meer eenheid betekent wel dat beslis singen op grotere afstand gebeu ren. Dit behoeft geen nadeel te zijn a/s de democratische contro le maar goed geregeld is. Dit houdt enerzijds in dat de besluit vorming door de Europese Com missie en de Europese Ministerraad en de controle door het Europese Parlement meer doorzichtig wordt voor de Euro pese burger. Meer bevoegdhe den leggen bij het Europese Parlement is daarvoor een eerste vereiste. Anderzijds zullen de Europese burger en het be drijfsleven de Europese eenheid ook meer moeten dragen. Uiter aard moet er een wisselwerking zijn tussen het politieke en maat schappelijke draagvlak. Met name in de land- en tuin bouw, die meer dan andere be drijfstakken naar een Europese eenheid gegroeid zijn, is deze wisselwerking nog onvoldoende. Maar de wisselwerking is duide lijk veel sterker dan een tiental jaren geleden. De duidelijke ge meenschappelijke opstelling van de in COPA (Europese land bouworganisatievertegenwoor digde landbouworganisaties tegenover de door MacSharry geïnitieerde plannen van de Europese Commissie zijn daar een goed voorbeeld van. Tegen over de voorstellen van de Com missie ligt er nu een duidelijk voorstel van de georganiseerde landbouw. Ook de landbouwmi nisters hebben veel vraagtekens bij de voorstellen van de Com missie geplaatst. Opmerkingen van MacSharry dat er over zijn voorstellen te praten valt, wijzen ook in de richting dat de Europe se Commissie een draagvlak van direct betrokkenen noodzakelijk acht. Niet toegeven Een gevaar van deze soepele opstelling is, dat met een moot gezicht naar buiten, toch ingrij pende veranderingen met grote inkomensgevolgen, worden doorgevoerd. Waakzaamheid is dus duidelijk geboden. EG- handelscommissaris Andriessen heeft al de opmerking gemaakt dat er uiterlijk in oktober een ak koord moet zijn over de EG- landbouwhervorming om de GATT-Uruguay-ronde weer vaart te geven. Deze uitspraak ver groot het wantrouwen dat de Europese Commissie op land bouwgebied te veel wil toegeven aan het andere grote handels blok de Verenigde Staten. De EG zal in het GATT-overleg een zodanige werkwijze moeten volgen dat het accent veel min der op de landbouw komt te lig gen. De landbouw vormt maar een onderdeel van de Uruguay- ronde. De EG-commissie mag zich in dit opzicht wel wat meer bewust zijn van het feit dat de EG het grootste handelsblok in de wereld is. Afgezien van de landbouw stellen de Amerikanen zich helemaal niet zo liberaal op Ze voelen helemaal niet voor een snelle afbraak van de tarieven voor diensten en willen allerlei regels handhaven. Het pleidooi van de Fransen dat Andriessen zich in de GATT- besprekingen offensiever tegen over de Amerikanen moet op stellen is dan ook terecht. Een duidelijk gezicht naar buiten draagt ook bij tot de Europese bewustwording en een breed draagvlak. Dam Jaarsma plv. alg. secretaris KNLC De steunregeling kunstmatig ge droogde voedergewassen is on langs aangepast. De wijzigingen zijn het gevolg van het feit, dat met in gang van 1 mei 1991 de steun per 1.000 kg gedroogde voedergewas sen gelijk is aan 90% van het ver schil tussen de streefprijs en de wereldmarktprijs. Tot en mete het seizoen 1990/1991 werd de steun vastgesteld op het niveau van 100% van dit verschil. Door de staatssecretaris van Land bouw, Natuurbeheer en Visserij is op 10 juli j.l. het Voorbereidings schema Landinrichting 1991 vast gesteld. Voor Zeeland zijn twee gebieden aan het schema toege voegd. De planvorming voor deze gebieden wordt nu ter hand geno men. Ook kan het Bureau Beheer Landbouwgronden gaan aankopen. De beide gebieden liggen in West Zeeuwsch-Vlaanderen, het verzoek tot landinrichting voor West Zeeuwsch-Vlaanderen is met deze toevoeging geheel gehonoreerd. Het gebied Kust West Zeeuwsch- Vlaanderen (5.050 ha), tussen Bres- kens, Cadzand en Zuidzande, wordt voorbereid als een herinrichting met in het bijzonder aandacht voor openluchtrekreatie, natuur en land schap. Hierbij kan worden aangeslo ten op de recent vastgestelde streekplanuitwerking voor dit ge bied. Het gebied Ponte (2.830 ha) ligt ten zuiden van IJzendijke langs de Belgische grens. Een ruilverkave ling met administratief karakter zal hier de verkavelingstoestand verbe teren en vormgeven aan de ecologi sche hoofdstructuur rond de Passageule als aangegeven in het Natuur Beleidsplan. In Zeeland zijn nu twee ruilverkave lingen in uitvoering. Voor Nijs- en Hooglandpolder worden de finan ciële aspekten dit jaar afgerond. Het projekt is daarmee afgesloten. In Yerseke Moer is de toedeling juri disch rondgezet. In het hele gebied worden deze herfst en winter de bij behorende inrichtingswerken op de nieuwe kavels uitgevoerd. In uitvoe ring zijn verder vier ruilverkavelingen met administratief karakter. Voor Sluis-Oostburg worden de bezwa ren tegen het plan van toedeling be handeld. In Breskens-Zuidzande en in Schoondijke worden de gegevens van de rechthebbenden verwerkt. Deze gegevens worden wellicht de komende winter ter visie gelegd. St. Philipsland is deze zomer gestemd. De gegevens van de rechthebben den worden deze winter geïnventa riseerd. Twaalf projekten In voorbereiding zijn twaalf pro jekten. Als ruilverkaveling met administra tief karakter zijn de plannen voor St. Annaland en Axelse Sassing zover gevorderd dat er in het midden van volgend jaar over gestemd kan wor den; zijn of komen de plannen voor Stavenisse, IJzendijke-Hoofdplaat en Poortvliet in de inspraak; zijn de plannen voor Oud-Vossemeer, Bier vliet en Axel in ontwikkeling; en worden voor Ponte de gebiedsgege- vens verzameld. Als ruilverkaveling zijn in voorberei ding Walcheren en Aardenburg. De inspraak op het voorontwerpplan voor Walcheren wordt verwerkt, zo dat een ontwerpplan kan worden opgesteld. Voor Aardenburg worden de mogelijke alternatieven voor een plan bestudeerd. Voor de herinrichting Kust-West- Zeeuwsch-Vlaanderen wordt be gonnen met inventarisatie van het gebied voor de opstelling van de deeladviezen. Een verschil met ruil verkaveling is dat het eindbesluit tot uitvoering van het plan genomen wordt door Provinciale Staten. In Zeeland is voor vijf gebieden met een totale oppervlakte van ca. 15.000 ha landinrichting aange vraagd, waarvoor nog niet met de voorbereiding is begonnen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 5