dithane® Nieuws en Commentaar Stierenpremie alleen voor echte mesters PootaardappeStelers krijgen ruim 20 miljoen terug Afrijpings- ziekten in GRANEN? Contractareaal zeven procent groter Nek uitsteken Jaarresultaten 1990 Suiker Unie goed Vanuit de ZLM Kies de voordeligste bestrijding met Meerjarenplan Gewasbescherming Afdeling veehouderij KNLC: De afdeling Veehouderij van het KNLC is er in meerderheid voorstan der van om de eerste tien stieren uit te sluiten van stierenpremie. De pre mie komt op die manier terecht bij de mensen waarvoor hij bedoeld is, de echte mesters. De afdeling is er op zich voor dat het vleesbeleid in de EG wordt omgebogen. Het is on aanvaardbaar dat er vlees wordt ge produceerd voor de interventie. Daarbij vindt er nog steeds een toe name plaats van de hoeveelheid rundvlees. Er is daarom een importbeperking van het aantal kalveren ingesteld. Verder ligt er een voorstel om kalve ren van twee tot vijf weken uit de markt te nemen. De prijs van het uitgangsmateriaal zal hierdoor sterk stijgen. Waarom is er wel een verbod op de import van kalveren en niet op die van vlees, vroeg de afde ling zich af. Voorzitter Warmelinck noemde het ook merkwaardig, dat er aan de ene kant een stierepremie wordt gege ven, terwijl er aan de andere kant stemmen op gaan voor extensive ring. In de prijsvoorstellen voor 1991/1992 zijn hierover nog geen voorstellen gedaan, maar de ver wachting is dat MacSharry bij de hervorming van het beleid ook uit spraken gaat doen over het aantal dieren per ha. Dit kan vooral voor de Nederlandse bedrijven vervelend uitpakken. In de huidige prijsvoorstellen is de interventieprijs gelijk gebleven, wel zijn de prijsdrempels verlaagd en is het vangnetsysteem op een lager ni veau gezet. Er is echter nog geen be slissing genomen over de interventiemarge. De handel krijgt bij interventie teveel geld in vergelij king met de marktprijs. Het is nog niet bekend hoe deze voorstellen de prijzen zullen beïnvloeden. Door een zeer voorspoedig verlopen afzet van de pootaardappeloogst 1990 is het mogelijk de circa 3000 telers van pootaardappelen 70 pro cent aan heffingen terug te betalen. Het betreft 20,9 miljoen gulden die via de zogenoemde plombe- en areaalheffingen over het vorig jaar binnen kwamen. Deze heffingen vallen in de zogenaamde Stopa- garantieregeling zoals die door het Bedrijfsschap voor de Aardappelen en het Landbouwschap is ingesteld. De Stopa hoefde in 1990 slechts een minimaal overschot van 11.000 ton uit de markt te nemen. De Nederlandse pootaardappelte- lers hebben in het vorig jaar ruim 900.000 ton aardappelen afgezet waar bovendien een goede prijs te genover stond. Voor 700.000 ton werden kopers gevonden in het buitenland, een re cord. De meevaller is vooral te dan ken aan de grote belangstelling in de Noordafrikaanse landen en aan de Sovjet Unie welk land maar liefst 60.000 ton pootgoed opkocht. Ge middeld wordt jaarlijks zo'n 550.000 ton Nederlandse pootaardappelen naar het buiten land verhandeld. Voordat tot terugbetaling kan wor den overgegaan, moet eerst nog wel het bestuur van het Landbouw schap akkoord gaan. Voor 1991 wordt de normale plom beheffing van 100 procent gehand haafd, evenals een areaalheffing van 400 gulden per hectare. Tevens dienen de telers nog reke ning te houden met een naheffing per ras over de boven de 1000 ton per hectare geproduceerde aardap pelen in 1990. Het areaal groenten bestemd voor de verwerkende industrie zal met zeven procent toenemen van 19.500 ha vorig jaar naar 21.000 ha in 1991. Dit blijkt uit de jaarlijkse en quête van het PAGV onder de groenteverwerkende industrie en de teeltcommissionairs. De sterkste groei doet zich voor bij de stamslaboon. Naar verwachting stijgt hiervan het contractareaal van 4129 naar 4945 ha. Ook het areaal gecontracteerde doperwten stijgt, van 7181 naar 7471 ha. Het totale areaal peulvruchten neemt toe van 12.555 naar 13.822 ha. Van spruit- kool is dit jaar minder dan 100 ha gecontracteerd (vorig jaar nog 139 ha). Bij de nieuwe gewassen is de groei van de suikermais opvallend. Het contractareaal hiervan nam dit jaar met ruim 50 procent toe van 137 tot 207 ha. ff ff De akkerbouw wil zijn nek uitsteken als het over stikstof gaat. "We moe ten het voortouwtje wel vastpakken anders komt alles over ons heen," aldus H. van der Maas (ZLM) in de afdeling akkerbouw van het KNLC. Maar optimaal omgaan met stikstof kan wel het beste met kunstmest. D. Biewenga (OLM) wees erop dat regelgeving omzeild kan worden door méér aandacht voor kwaliteit. Er zijn talloze proeven bijvoorbeeld bij AVEBE om door minder stikstof een betere kwaliteit te krijgen. Suiker Unie mag wederom terugkij ken op een goed jaar. De geconsoli deerde omzet van het concern piasseerde in 1990 de grens van f 2 miljard. De stijging ten opzichte van 1989 bedroeg 14,6% en leverde een totaal op van f 2,09 miljard. Ruim de helft van deze stijging is toe te schrijven aan autonome groei, het overige deel is het gevolg van overnames en het verwerven van meerderheidsbelangen in ande re bedrijven. Nagenoeg alle groepen van het concern hebben bijgedra gen aan de verbetering van het net to resultaat dat uitkwam op f 66,4 miljoen, een stijging van 15,8% ten opzichte van 1989 Het jaar 1990 stond in het teken van groei. Vooral de zadengroep en de groente- en fruitgroep realiseer den een substantiële groei door middel van acquisities in binnen- en buitenland. Ook voor de specerijen- groep bestaan er plannen om de ac tiviteiten verder uit te breiden. In de suikergroep wordt veel aandacht besteed aan nieuwe toepassingen voor akkerbouwprodukten in het ka der van de zogenaamde agrificatie. Naast schaalvergroting is het verder verbeteren van de efficiëncy en de kwaliteit -er wordt doelgericht ge werkt aan het invoeren van de ISO 9002 kwaliteitsnorm- een punt van doorlopende aandacht. Hoewel de verwachtingen voor het boekjaar 1991 niet pessimistisch zijn, wordt er rekening mee gehouden dat het netto resultaat van het concern in 1991 zal achterblijven bij het in 1990 behaalde niveau. "Ik heb het in de KNBTB of het Landbouwschap wel eens anders gezegd dan in de Kamer. Dan zeiden ze: dat is niet consistent. Maar ik vind dat niet verkeerd. Het hangt van de plaats en de verantwoordelijkheid af wat je zegt en hoe je het zegt. Alles wat je zegt moet wel waar zijn, maar alles wat waar is hoeft niet gezegd te worden". Joris Schouten, tot voor kort lid van de Eerste Kamer voor het CDA (Agrarisch Dagblad, 15 juni 1991). Ik vind het prettig dat mijn vrouw meewerkt in het bedrijf. Maar a/s ze heel veel zou gaan meewerken, zou ik het niet leuk meer vinden. Dan bleef ik geen boer. De belasting zou dan te groot voor mij worden". Anonieme veehouder in proefschrift dr. Carin Giesen over stress op de boerderij (Het Binnenhof, 8 juni 1991). "Ik erken volmondig dat de Nederlandse landbouw tot nu toe wat gemakkelijk met stikstof is omgesprongen. Er verdwijnt te veel. Hier ligt een probleem dat we serieus moeten nemen". J. Mares, voorzitter Landbouwschap (Volkskrant, 15 juni 1991). Deze week heeft de regering het Meerjarenplan Gewasbescherming naar de Tweede Kamer gestuurd. Het woord is nu aan het parlement. Nadat het Meerjarenplan in augustus 1990 a/s regeringsvoornemen was gepubliceerd, werden door het landbouwbedrijfsleven harde kritische noten gekraakt. Een en ander maal is ernstig gewaarschuwd dat het plan in deze vorm niet haal baar en niet betaalbaar zou zijn. De ZLM heeft zich daarbij niet onbetuigd gelaten. Anderzijds heeft het landbouwbedrijfsleven duidelijk te kennen ge geven zijn nek te willen uitsteken en een naar verhouding redelijke bijdrage te willen leveren aan herstel van de milieubalans. Als we nu globaal overzien wat de regering met deze kritiek heeft gedaan, bekruipt ons opnieuw een gevoel van onmacht en teleurstelling. Slechts op een enkel onderdeel heeft men de kritiek van de land- en tuinbouw ter harte willen nemen. Echter op hoofdlijnen is het plan volledig overeind gebleven. De regering houdt vast aan extreem hoge doelstellingen waar het gaat om vermindering van de uitstoot van milieubelastende stoffen, tot zelfs 90% minder naar het oppervlaktewater in het jaar 2000. Verbod op middelen Wat betreft het stoffenbeleid is de aanvankelijke VROM-doelstelling in prin cipe blijven staan (75% van de huidige middelen verbieden). De enige con cessie die nu gedaan wordt, is dat men binnen 3 maanden een lijst wil opstellen van werkelijk onmisbare middelen zonder enig alternatief. Dat biedt tenminste nog een kleine opening om rampen op het gebied van op brengst en kwaliteit te voorkomen. Ten aanzien van het volumebeleid blijft men streven naar 50% reduktie in het jaar 2000 a/s gemiddelde voor alle sectoren. Voor de akkerbouw komt dit neer op 60% reduktie. Als ijkpunt neemt men het jaar 1995, in welk jaar 35% reduktie (akkerbouw 42%) moet zijn bereikt. Indien in het ijkjaar de doelstelling niet is gehaald, gaat men per sector bekijken welke middelen dan alsnog op de zwarte lijst zullen worden geplaatst en verboden gaan worden. De valbijlconstructie is dus niet van tafel! Daarnaast wil de regering in 1995 ook nog een regulerende heffing kunnen opleggen bovenop de al eerder aangekondigde bestemmingsheffing (waarmee scholing en voor beeldprojecten moeten worden gefinancierd). Men blijft daarmee op hetzelf de - door het landbouwbedrijfsleven hardnekkig afgewezen - aambeeld hameren door de boeren en tuinders (extra) te straffen in plaats van te sti muleren middels het belonen van goede milieuinitiatieven uit de sector zelf. Dit beleid komt neer op een ordinaire lastenverzwaring voor de boeren en tuinders: in de akkerbouw 400 a 500 gulden per ha, in de fruit- en volle- grondsgroenteteelt een veelvoud daarvan. Alleen een economisch zeer ge zonde sector kan dit soort aanslagen overleven, de landbouw zeker niet. Landbouw steekt nek uit Het landbouwbedrijfsleven heeft al eerder gezegd zijn nek te willen uitste ken en te willen streven naar 50% reduktie in het jaar 2000. Dit als doelstel ling en niet als taakstelling en bovendien afhankelijk van de technische mogelijkheden die de komende jaren voorhanden zijn (zoals resistente ras sen en alternatieve middelen). Voorts heeft het Landbouwschap per sector milieu-aktieplannen gepresenteerd, waarbij bijvoorbeeld de akkerbouw zich ten doel wil stellen om in 1995 25% reduktie (i.p.v. 42%) te realiseren. Op basis van die doelstellingen willen we ons 100% inspannen en daartoe even tueel een convenant met de overheid sluiten. Een milieubeleid voor de land- en tuinbouw, dat werkelijk effect zal sorteren en voldoende draagvlak in de praktijk heeft, dient naar onze mening aan de volgende voorwaarden te voldoen: - geen verplichte heffingen, wel stimuleren van milieu-investeringen. In de regeringsbeslissing is voorzien in een investeringsbijdrage van 22,5%, hetgeen door ons positief wordt gewaardeerd; - middelen die niet voldoen aan de nieuwe normen, maar minder milieu schadelijk zijn dan de huidige, dienen onverwijld toegelaten te worden. De Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen moet minder zware crite ria gaan hanteren en slagvaardiger gaan werken. Dit laatste wordt overi gens door de regering erkend, een reorganisatie van de commissie is op komst; - volledige harmonisatie in het toelatingsbeleid van middelen binnen de EG. In Brussel wordt hier al aan gewerkt, maar het gaat veel te traag. Zeer verontrustend is dat onze Nederlandse minister Bukman onder de harmonisatie uit wil om nationaal een straffer toelatingsbeleid te kunnen voeren. Dat betekent dat Nederland middelen kan verbieden die elders in de EG wel zijn toegelaten. Over concurrentie-vervalsing gesproken! Duurzaam en concurrerend? Alles overziende kunnen wij onmogelijk inzien dat het Nederlandse milieube leid ten aanzien van de land- en tuinbouw gericht is op een duurzame en concurrerende landbouw, zoals in de Structuurnota Landbouw a/s belang rijkste doelstelling is verwoord. Men kiest zeer arbitraire criteria en stelt overtrokken doelstellingen. Zo gaat de kruistocht voor een beter milieu zich ontwikkelen van een goedaardige allergie tot een kwaadaardige epidemie. Ik ben ervan overtuigd dat de sector zich maximaal wil inspannen om de milieubelasting terug te dringen. Zonder Meerjarenplan is er de laatste jaren al sprake van een substantiële teruggang van bestrijdingsmiddelen in de grondgebonden produktie. A/s de politiek echter wil scoren over de ruggen van boeren en tuinders heen en maatregelen afdwingt die economisch, technisch en praktisch onhaalbaar zijn, dan rest de land- en tuinbouw geen andere keus dan zich defensief blijven opstellen. Vanuit de ZLM zullen we elke mogelijkheid benutten om de frakties in de Tweede Kamer duidelijk te maken dat de kruik net zo lang water gaat tot hij barst. Van der Maas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 3