mmliinin■■■..Veehouderij
Is de mineralenvoorziening
van uw melkvee optimaal?
Nieuwe stichting garandeert
'schoon' kalfsvlees
Sociale rangorde
in de ligboxenstal
Belgische stieren op
K.l. Zuid-show
Strenge controles en sancties
Het melkvee op de Nederlandse veehouderijbedrijven krijgt ruwvoer
van hoge kwaliteit verstrekt, aangevuld met krachtvoer. Mede door
de melkquotering wordt meer ruwvoer van het eigen bedrijf gevoerd
en minder krachtvoer. Met name jongvee en droogstaande koeien
zijn voor de mineralenopname vrijwel geheel aangewezen op ruw
voer. Dit maakt het noodzakelijk extra aandacht te schenken aan de
mineralenvoorziening van het melkvee via het ruwvoer. Onderzoek
op de gehalten aan mineralen geeft de benodigde informatie. Het
Bedrijf slaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek (BLGG) te
Oosterbeek en Leeuwarden biedt hiervoor dit jaar nieuwe moge
lijkheden.
Elk voer bestaat voornamelijk uit
koolhydraten, vetten en eiwitten.
Het dier heeft dit nodig om in leven
te kunnen blijven, te groeien en om
melk te produceren. Voor een uitge
kiende voeding is het noodzakelijk
bij de samenstelling van het rant
soen ook de mineralenvoorziening
te betrekken. Mineralen zijn onmis
bare voerbestanddelen die het dier
in kleine hoeveelheden nodig heeft.
Ze zijn van grote betekenis voor de
gezondheid, de vruchtbaarheid en
de produktie. Met name hoogpro-
duktieve dieren moeten kunnen be
schikken over voldoende mineralen.
Zij staan deze via de melk in grote
hoeveelheden af. Een mineralente-
kort uit zich vaak direct in de vorm
van verminderde melkproduktie,
vruchtbaarheids- en/of gezond
heidsstoornissen.
Een bekend voorbeeld is melkziekte.
Dit komt voor wanneer een koe on
voldoende calcium uit het voer op
neemt aan het begin van de lactatie.
Een overmatige verstrekking van
calcium tijdens de droogstand is
hiervan vaak de oorzaak. Ook een
tekort aan magnesium tijdens de
droogstand of een overmaat aan ka
lium kunnen na het afkalven melk
ziekte tot gevolg hebben.
Kopziekte is een direct gevolg van
een tekort aan magnesium. Dit kan
komen doordat in het voer onvol
doende magnesium zit. Maar ook
voer dat voldoende magnesium be
vat is geen garantie voor het uitblij
ven van kopziekte. Dit is met name
het geval bij gras met een hoog
ruweiwit- en kaliumgehalte. De koe
kan de aanwezige magnesium uit
het voer niet benutten.
Uit deze twee voorbeelden blijkt hoe
belangrijk het is om naast de voe
derwaardecijfers te beschikken over
de aanwezige mineralengehalten in
het voer. Dit onderzoek is met name
zinvol voor partijen welke voor 1 au
gustus zijn gewonnen. Deze hebben
doorgaans de beste kwaliteit en
worden tijdens de stalperiode aan
de hoogproduktieve dieren gevoerd.
Vijf mineralen in een pakket
Het is al vele jaren mogelijk om bij
het BLGG de mineralengehalten in
ruwvoer te laten bepalen. Dit onder
zoek neemt de laatste jaren toe en
richt zich vooral op de aanwezigheid
van de mineralen calcium, fosfor,
magnesium, kalium en natrium. Cal
cium en fosfor zijn van belang voor
de beenvorming van het dier en
magnesium heeft een belangrijke
stofwisselingsfunctie. Natrium en
kalium houden de waterbalans van
het dier in evenwicht. Diverse ziek
tebeelden en produktie-afwijkingen
zijn toe te schrijven aan het te veel
of te weinig voorkomen van deze
mineralen in het ruwvoer. Naast de
veevoedkundige aspecten levert dit
onderzoek ook informatie voor de
mineralenboekhouding op het
bedrijf.
Het' BLGG biedt dit jaar de mogelijk
heid om ruwvoermonsters op deze
vijf mineralen in één pakket te laten
onderzoeken. Wanneer dit pakket
direct bij de monstername wordt
aangevraagd, kost dit voor abon
nees op onderzoek f 45,56 per
monster. Niet-abonnees betalen
f 53,60 (prijzen excl. BTW). Dit be-
Toevoegen van mineralen in de voermengbak aan een mengsel van
snijmais/bierboste
drag is lager dan bij afzonderlijk aan
gevraagde analyses. Afzonderlijke
analyses blijven uiteraard mogelijk,
evenals het onderzoek op andere
mineralen.
Bij de uitslag zit een beknopte be
schrijving om voor elk mineraal het
resultaat te kunnen beoordelen.
Hiermee is het mogelijk gericht
maatregelen te nemen op het ge
bied van rantsoensamenstelling en
bemesting.
G.B. Asbreuk, P.B.J. Linders
Bedrijf slaboratorium
voor Grond- Gewasonderzoek
Oosterbeek
Koeien leven in groepen met een so
ciale rangorde, die bepaalt welke
koe de baas is over een andere, le
der dier kent haar plaats, en zonodig
zal een lager dier opzij gaan voor
een 'ranghoger' dier. De uitkomst
van een confrontatie staat van tevo
ren vast. Iedere koe weet waar ze
aan toe is.
Dit concludeert drs. Herman Wie-
renga in zijn proefschrift "Het ge
drag van melkkoeien onder de
huidige huisvesting en verzorging",
waarop hij 14 juni aan de Landbouw
universiteit te Wageningen promo
veerde. Of koeien in ligboxenstallen
zich gewoontegetrouw gedragen
hangt af van de ruimte en de drukte
in de stal. In stallen waar er niet
voor iedere koe een ligbox is en
waar naar verhouding ook minder
loopruimte beschikbaar is, gaan
koeien gedrag vertonen dat niet
spoort met de rangorde.
Herman Wierenga constateerde dat
naar mate de overbezetting in een
stal groter is, lagere koeien het va
ker vertikken om zich te laten verja
gen door een ranghogere koe
Sterker nog, in zulke gevallen verja
gen ranglagere koeien zelfs hun
ranghogere soortgenoten. Overbe
volkte stallen veroorzaken dus onze
kerheid.
Liggen
Koeien liggen ongeveer dertien uur
per etmaal, mits ze de ruimte heb
ben. Bij een hoge overbezetting van
de stal, als er bijvoorbeeld veertig
ligboxen zijn voor zestig koeien, ko
men de ranglagere koeien niet aan
deze dertien uur toe. De ligboxen
worden door de koeien ook gebruikt
om zich terug te trekken. Ze bren
gen er, als er plaats is, ongeveer 2,5
uur per etmaal staand door. In stal
len waar de ligboxen aan de kleine
kant zijn of waar de koeien elders
confrontaties met soortgenoten
kunnen ontwijken, zijn die tijden
volgens Wierenga, korter.
Liggedrag in onderbezette stallen,
waar dus minder koeien verblijven
dan er ligboxen zijn, toont aan dat
koeien wat ruimte om zich heen wel
prettig vinden. Als ze kunnen kie
zen, laten ze tussen elkaar telkens
een ligbox leeg. Bovendien gaan ze
dan wat ruimer liggen, zodat hun
poten tot in de aangrenzende box
uitsteken.
Eetgedrag
Herman Wierenga, die bij de Afde
ling Welzijn Landbouwhuisdieren
Op initiatief van het bedrijfsleven is
de Stichting Kwaliteitsgarantie
Vleeskalversector (SKV) in het le
ven geroepen. Deze nieuwe organi
satie wil de consument 'schoon'
vlees garanderen. Om het gebruik
van hormonen en andere verboden
groeibevorderaars tegen te gaan,
wordt in alle fasen van de produktie
streng gecontroleerd.
Medewerkers van de SKV hebben
de bevoegdheid onderzoek te doen
en monsters te nemen bij fabrikan
ten van melkpoeder, bij kalverhou-
ders en in slachterijen. Er wordt
daarbij nauw samengewerkt met de
Rijksdienst voor de keuring van Vee
van het Ministerie van LNV werkt,
en zijn onderzoek uitvoerde op het
Instituut voor Veeteeltkundig On
derzoek "Schoonoord" (IVO-DLO)
te Zeist, onderzocht ook het eetge
drag van koeien.
Over de verschillende automatische
krachtvoersystemen die er op de
markt zijn, doen koeien volgens de
promovendus niet moeilijk. Of het
nu gaat om systemen waarbij de
beesten op vaste tijden een flinke
hoeveelheid kunnen eten of om me
thoden die vaak maar weinig voer
verschaffen, concludeert Wierenga:
"Koeien blijken hun bezoeken aan
het krachtvoerstation in hun dage
lijkse bezigheden in te passen."
en Vlees (RVV) en met de Algeme
ne Inspectie Dienst (AID) van het
ministerie van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij. Overtreders van de
regels worden zeer streng gestraft.
De SKV is opgericht om de kwaliteit
van kalvervoeder en van kalfsvlees
verder te verbeteren en te garande
ren en de stagnerende afzet te be
vorderen. Kalvermelkfabrikanten,
eigenaren van vleeskalveren, vrije
mesters en slachters kunnen zich
vrijwillig bij de nieuwe stichting aan
sluiten.
Verordeningen
De SKV functioneert op basis van
verordeningen van het Produkt-
schap voor Veevoeder en het Pro-
duktschap Vee en Vlees. Er wordt
zowel bij aangeslotenen als bij niet-
aangeslotenen bij de stichting ge
controleerd. Medewerkers zijn dage
lijks op pad om monsters te nemen
van voer, bloed, urine of andere li-
chaamsstoffen. Per jaar gaat het om
minstens 30.000 stuks. De contro
leurs van de SKV beoordelen de kal
veren daarnaast ook op het oog en
voeren administratieve controles uit.
Kwaliteitscertificaat
Zodra kalveren worden opgezet,
moet dat aan de SKV worden ge
meld. Dit geldt voor aller kalverhou-
ders. De aangeslotenen bij de
stichting hebben zich bovendien
verplicht om aan de SKV door te ge
ven wanneer de kalveren het bedrijf
weer gaan verlaten. Een controleur
beoordeelt de kalveren dan nog
maals en als blijkt, dat alles in orde
is, wordt een kwaliteitscertificaat
afgegeven. Dit certificaat is een ga
rantiebewijs.
Bij aangesloten slachthuizen wordt
de informatie op het kwaliteitscerti
ficaat vergeleken met de
identificatie- en registratiegegevens.
Pas na deze controle kan het slacht-
proces beginnen. De gegevens van
de SKV worden vervolgens door de
RVV gebruikt bij de veterinaire keu
ring van zowel het levende als van
het geslachte dier.
Beeldmerk
Vlees van gecertificeerde kalveren
kan worden verkocht onder een ex
clusief beeldmerk. Daardoor is het
herkenbaar bij groothandelaren, sla
gers en bij consumenten. Vleeskal
veren die bij aankomst op het
slachthuis niet van een kwaliteits
certificaat zijn voorzien, worden
stuk voor stuk aan een extra stren
ge RVV-keuring onderworpen.
Financiering
De kosten van de Stichting Kwali
teitsgarantie Vleeskalversector zijn
voor het eerste jaar begroot op ruim
f 4 miljoen. Dit bedrag wordt bij
eengebracht via een heffing op kal
vervoeder. Met het ministerie van
Landbouw is overleg gaande over
een financiële bijdrage van de
overheid.
Of koeien in ligboxenstallen zich gewoontegetrouw gedragen, hangt
af van de ruimte en de dukte in de stal
Voor de vierde maal zal op de laat
ste vrijdag van de maand juni
(28ste) de K.l. Zuid Show in de Bra
banthallen te Den Bosch georgani
seerd worden. Het programma
bestaat uit een keuringsgedeelte
met deelnemers uit Brabant, Lim
burg en België.
In drie ringen zullen respectievelijk
streng voorgeselecteerde
MRY/RDD-, RHF- en HF-dieren om
de hoogste eer strijden. Het mid
daggedeelte is voor het demonstre
ren van dochtergroepen
gereserveerd. K.l. Zuid komt op de
demonstratie met een primeur. Het
is namelijk de eerste keer dat een
Belgische K.l.-vereniging met een
dochtergroep acte de présence op
Nederlands grondgebied geeft. De
dochters van de Belgische stier Ber-
narda's Prins vallen op dit moment
goed in de smaak van Nederlandse
roodbontdubbeldoelfokkers.
Naast de Belgische K.l.-vereniging
heeft K.l. Zuid volop medewerking
gekregen van andere Nederlandse
K.l.-verenigingen. Zo verschijnen er
niet alleen dochtergroepen van de
nieuwe Noord-West toppers Delta
Boy Calazon en Feikje's Boy, maar
ook Etazon Cobalt en Holstiens CD-
mar van K.l. Oost zullen aanwezig
zijn.
onder andere de roodbontfactorstier
Botermijn 706 Rf en Antadmat. De
demonstratie zal besloten worden
met groepen uit de fokperiode, te
weten Leon, Bell Troy en Cleitus.