Meer graszaad voor veldkeuring aangegeven OLY Akkerbouw Inzaai van grasgroenbemesters voor de oogst van wintertarwe Minder vlas leidt niet tot betere marktsituatie Graszaadtelers Walcheren krijgen nul op rekest EJ 14 Het areaal graszaad dat in 1991 is aangegeven voor de veldkeuring is groter dan geraamd door het ont breken van de geschatte winter- schade. In Nederland is 27.670 ha voorlopig aangegeven voor keuring. Dit is bijna 1.000 ha meer dan het goedgekeurde areaal in 1990 (26.734 ha). De afzet van graszaad is dit voorjaar tegengevallen. Er heeft in West- Europa minder inzaai plaatsgevon den vanwege de kou. In Nederland heeft de vorst geen schade veroor zaakt. Het sneeuwdek heeft een isolerende werking gehad. Ook is er geen sprake van insectenvraat. De gazonsector heeft een normale af zet gehad. Het lange droge voorjaar zorgde voor ideale inzaaimogelijkhe- den. Er is weinig grasland (opnieuw) ingezaaid. De weilanden zijn vrijwel ongeschonden de winter doorgeko men, en de ruwvoedervoorraad is groot. Bovendien daalt de veebezet ting nog steeds. Het areaal grasland dat wordt vervangen neemt hier door af. De voorkeur gaat uit naar inzaai in de herfst want dat levert een extra snede op en de slagings- kans is groter door de gemiddeld gunstige bodemtemperatuur. In de periode 1 juli 1990 tot en met half april 1991 is ruim 18.000 ton graszaad geëxporteerd. Dit is 11% minder dan gedurende dezelfde pe riode vorig jaar. De gemiddelde ex portprijs lag dit seizoen op f 3,19 en is daarmee iets gedaald (vorig seizoen f 3,29). De hierna genoemde prijzen zijn ge middelde exportprijzen geboekt in de periode 1 juli 1990 tot en met 14 april 1991. De vraag naar Engels raaigras is gestegen vooral naar de standvasti ge rassen. Internationaal is de prijs gestegen. In Nederland is het areaal op basis van marktverwachtingen gestegen. Ook hierbij ligt de nadruk op de standvastige rassen. In Dene marken zal het areaal aanzienlijk kleiner zijn dan vorig jaar. Het prijs- drukkend effect van de enorme toe name die daar de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, neemt hier mee af. Alhoewel het in Denemar ken om kwalitatief minder goede rassen gaat, is er toch tot op zekere hoogte een onderlinge vervangbaar heid en wordt de Nederlandse markt beïnvloed door de produktie in Denemarken. In Nederland is 13.477 ha aangegeven voor de keu ring 1991. De gemiddelde export prijs dit seizoen bedraagt f 2,70 tegen f 2,55 vorig jaar. De geëx porteerde hoeveelheid is 5% kleiner. Het areaal veldbeemdgras zal dit jaar aanzienlijk kleiner zijn. Er is 4.148 ha aangegeven voor keuring; bijna 1.000 ha minder dan vorig jaar. Voor 1992 wordt een nog kleiner areaal verwacht. De produktie wordt hiermee aangepast aan de vraag. De voorraden zijn groot en de export is gedaald. De gemiddelde prijs is gezakt tot f 4,10. Door het kleinere areaal wordt een betere prijs verwacht op termijn. De prijzen zijn echter bijzonder rasafhankelijk. Sommige rassen geven een goede zaadproduktie maar blijven achter in kwaliteit. De kwalitatief goede ras sen hebben in het algemeen een kleinere zaadproduktia Zij leveren echter wel een hogere prijs op. De prijs van roodzwenkgras staat onder druk van de grote voorraad. Er is iets minder geëxporteerd dan vorig jaar. Voor gewoon roodzwenk gras en met fijne uitlopers wordt momenteel, afhankelijk van de kwa liteit, f 4,00 f 6,00 betaald. Voor de andere soorten is dat ge middeld dit seizoen f 3,—. In de loop van het seizoen is de prijs ech ter gedaald. Ook bij roodzwenkgras In de teelt van groenbemesters is de laatste jaren een duidelijke verschui ving opgetreden. Werden er 10 jaar geleden veel grasgroenbemesters gezaaid, de laatste jaren wordt er meer bladrammenas en gele mosterd uitgezaaid. De laatste drie jaar zien we in de praktijk dat er ge durende de zomer enkele weken voor de oogst nog gras als groenbe- mester gezaaid wordt. Met de huidige bladrijke wintertar- werassen is de inzaai van een gras- groenbemester in het voorjaar problematisch geworden. Te weinig licht onderin of het plaatselijk lege ren van het gewas leverde dikwijls een teleurstellend resultaat op. In zomergranen is het telen van een grasgroenbemester geen probleem. Het gelijktijdig meezaaien van En gels raaigras met de zomergranen is een zeer goede methode Om de voordelen van grasgroenbe- mesters - chemische onkruidbestrij- ding mogelijk en een intensieve beworteling van de bouwvoor - be ter te kunnen benutten bij wintertar we, zijn de laatste jaren in de praktijk ervaringen opgedaan met de inzaai van grasgroenbemesters enige weken voor de oogst van win tertarwe. Op de regionale onder zoekcentra is er echter nog maar twee jaar ervaring met deze metho de opgedaan. Wanneer en hoeveel zaaien Uit de eerste proeven en uit de prak tijk blijkt dat het zaaitijdstip niet scherp gesteld kan worden. Het hangt veel af van de nog aanwezige Het wegschap Walcheren is niet be reid een aantal bermen meer dan één keer per jaar te maaien. Na mens een groep graszaadtelers in Westkapelle had de afdeling Walche ren Noord-West van de ZLM hier om gevraagd. De graszaadtelers zijn er niet blij mee, dat sommige bermen maar een keer gemaaid worden, namelijk in het najaar. Zij ondervinden over last en schade van bestuiving en zaadvorming van schadelijke gras soorten vanuit de wegbermen. De ZLM-afdeling Walcheren noord west schreef hierover in januari een brief aan het wegschap. Dit heeft onlangs laten weten dat de meeste bermen langs de wegen van het wegschap twee keer per jaar ge maaid worden. De eerste maaironde vindt plaats in mei en juni en betreft een strook van 1,5 meter langs de weg. Alleen op kruisingen wordt de hele berm gemaaid. In de tweede maaironde (augustus en september) worden de bermen over de volle breedte gemaaid. Door bezuinigingen heeft het weg schap beperkingen moeten aan brengen in de eerste maaironde. Een aantal doodlopende wegen en we gen waar weinig verkeer over komt, Maaien van wegberm zijn hiervan het slachtoffer. Dit zijn juist de wegen waar de graszaadte lers over klagen. Het wegschap Walcheren erkent dat er besmetting van graszaad op bouwland kan plaatsvinden, maar wijst er op dat deze besmetting ook kan plaatsvinden door schadelijke grassen in de wegsloten. Uit finan ciële overwegingen kunnen er niet meer maairondes worden uit gevoerd. wordt kwaliteit gewaardeerd in de prijs. Het areaal zal dit jaar kleiner zijn dan vorig jaar. Er is 4.954 ha aangegeven voor keuring (goedge keurd areaal 1990 5.360 ha). De gemiddelde exportprijs van Itali aans raaigras is dit seizoen iets ho ger dan vorig jaar f 1,90). De prijsverwachting voor de Nederland se markt lijkt gunstig omdat moge lijk een relatieve krapte zal ontstaan omdat de normen voor groenbe- mestingsdoeleinden ten aanzien van duist en kweek verhoogd zijn. Door deze omschakeling naar zaad kwaliteit zal men strenger moeten selecteren. Internationaal staat de prijs echter onder druk van grote voorraden in het Oostblok. Het are aal Italiaans raaigras dat voor keu ring is aangegeven is 1.464 ha. Dit is 341 ha meer dan vorig jaar is goedgekeurd. De oogst Westerwolds raaigras van 1990 is praktisch uitverkocht. De gemiddelde prijs was met f 2,50 iets hoger dan het vorige seizoen (f 2,35). De geëxporteerde hoe veelheid is ongeveer even groot (2.500 ton). Het areaal 1991 is nog niet bekend. Door de geringe voor raad zijn de prijsverwachtingen gunstig. Ook voor Westerwolds raaigras voor groenbemestingsdoel- einden zullen dit jaar evenals voor Italiaans raaigras voor Nederland strengere normen gelden. Het areaal rietzwenkgras zal dit jaar belangrijk groter zijn dan vorig jaar. Er is 1.616 ha aangegeven voor de veldkeuring terwijl in 1990 1.173 ha is goedgekeurd. Dit seizoen is 435 ton rietzwenkgras geëxporteerd. Vorig seizoen was dat nog 711 ton. De prijs is echter stabiel en bedraagt gemiddeld f 4,15. hoeveelheid blad aan de tarweplant. Het zaad, dat met een pneumati sche strooier over het gewas heen uitgezaaid wordt, moet door het ge was goed verdeeld op de grond kunnen vallen. Het betekent dus ook dat er over een nat gewas geen graszaad gezaaid kan worden. Het tot nu toe beste trajekt om het gras te zaaien, blijkt tussen de 8 en 4 weken voor de tarweoogst te zijn. De meest gebruikte groenbemester voor deze methode is Engels raai gras. Omdat er op deze manier meer kans is dt er zaadjes zich niet zullen ontwikkelen, is een zaadhoeveel- heid van 25 kg/ha nodig. Het gras kan, beschut tegen de felle zon en profiterend van een sporadisch re genbuitje, kiemen en wortels ma ken. Bij het ruimen van de dekvrucht worden de nog kleine plantjes blootgesteld aan de zon of bedekt door een laag gehakseld stro. Het blijkt dan dat van de ont wikkeling van het gras weinig te zien is. De laatste jaren is daarom dikwijls de beslissing genomen om de stoppel met het 'te weinig' gras maar te bewerken en een andere groenbemester te zaaien. Bemesting Na het ruimen van de dekvrucht mopt de groenbemester een stikstofbemesting van 50 a 60 kg/ha hebben. Dit moet in de vorm van kunstmest gebeuren. Bij aan wending van dierlijke mest is be kend, dat het kleine gras hier niet tegen kan. Ervaringen van de laatste jaren De laatste twee jaar hebben we dro ge zomers gehad. Dit hield in dat het graszaad slecht wilde kiemen en groeien. Het gras kwam daardoor ook zwak ontwikkeld en onregelma tig onder de dekvrucht uit. Om deze reden is er dikwijls besloten het per ceel te bewerken en een andere groenbemester in te zaaien. Wan neer er echter genoeg plantjes te zien zijn, kan de groenbemester blij ven staan. De grasgroenbemester zal altijd achterblijven ten opzichte van een grasgroenbemester geteelt onder zomergranen. Verder is de methode niet zo bedrijfszeker. Ook de mógelijkheid om er dierlijke mest over uit te rijden is beperkt aanwe zig. Om te beoordelen of er vol doende perspektieven zijn, is het nodig dat het onderzoek meer aan dacht aan deze methode besteedt. ing. N. Kerckhaert DLV Team Akkerbouw Goes Het Nederlands vlasareaal is 30x kleiner dan vorig jaar. Het areaal vlas is dit jaar circa dertig procent kleiner dan vorig jaar. In 1990 was het vlasareaal ruim 5.700 hectare, tegen 4.000 hectare dit jaar. De oorzaak van de vermin derde uitzaai ligt vooral in de situa tie op de afzetmarkten, de toename van de voorraden en de prijsda lingen. De vlasmarkt in Nederland is mo menteel nog steeds somber gestemd. Noch de stockage- regeling, noch de verminderde uit zaai in 1991 hebben tot op heden geleid tot een betere marktsituatie. Het enige lichtpuntje zou kunnen zijn dat de dalende prijzen zich heb ben gestabiliseerd. De voorraad gerepeld vlas is mo menteel ruim twee maal zo groot als in mei 1990 en bedraagt bijna 8.300 ton. Daarnaast ligt er ruim 1.500 ton gezwingeld vlas opgesla gen. Dat is tweederde meer dan vo rig jaar. Dit komt doordat het areaal in 1990 groter was dan in 1989, de opbrengst per hectare beter was, maar vooral doordat de afzet ach terbleef. Tot en met mei is ruim 1.100 ton gezwingeld vlas verkocht. Dit is naar schatting 23% van de oogst van 1990. De gemiddelde verkoopprijs is f 0,65 per kg lager dan het vorig jaar. Gemiddeld is dit jaar f 2,39 betaald. De huidige prijs bedraagt f 2,30. Ook de voorraad klodden is groot en ongeveer gelijk aan die van een jaar geleden. Dit seizoen is inmiddels 2.140 ton verkocht. Dat is 360 ton meer dan vorig jaar. De huidige prijs van de klodden is ongeveer gelijk aan die van een jaar geleden en be draagt 17 cent per kg. Het vlas op het veld staat er mo menteel goed voor. Het is dit jaar ta melijk vroeg gezaaid. De lage temperatuur heeft de groei aanvan kelijk nadelig beïnvloed. Inmiddels heeft de regenval dit echter gecom penseerd. Vorst en hagel veroor zaakten plaatselijk schade.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 14