Nieuwe gedeputeerden
voor landbouw in
Zeeland en Brabant
Nieuws en Commentaar
f 34,5 miljoen winst voor Cebeco-Handelsraad
Vanuit de ZLM gezien
Extensivering is de
dood in de pot
Binnen de vorige week gekozen colleges van Gedeputeerde Staten
in Zeeland en Brabant gaan nieuwe bestuurders de komende vier ja
ren de portefeuille landbouw beheren. In Zeeland wordt de heer
D.J.P. (Daan) Bruijnooge uit Vlissingen de eerst verantwoordelijke
voor landbouwzaken. Hij is 50 jaar en lid van de PvdA. Bruijnooge
was wethouder in Vlissingen.
In Brabant heeft de 48-jarige me
vrouw Nellie Jacobs-Aarts uit Deur-
ne de portefeuille landbouw
gekregen. Zij is lid van het CDA en
komt uit een boerengezin. Waar
Bruijnooge zich nog niet waagt aan
uitspraken over het beleid, neemt
zijn Brabantse collega geen blad
voor de mond. Zij gelooft niet in in
krimping van de veestapel.
Wethouder
Daan Bruijnooge is jarenlang een
vooraanstaand bestuurder geweest
in Vlissingen. Hij was daar dertien
jaar wethouder. De laatste jaren be
hartigde hij economische zaken en
bedrjven, recreatie en toerisme,
volkshuisvesting, stadsvernieuwing,
monumentenzorg en cultuur. Eerder
had hij als wethouder o.a. de wel
zijnszorg onder zijn hoede. Land
bouw is een nieuw terrein voor
hem. In Zeeland staat hij bekend als
een bekwaam bestuurder en slim
onderhandelaar.
Bruijnooge is een geboren Zeeuw.
Zijn wieg stond in Wemeldinge. Hij
was werkzaam in de zeevaart en in
de horeca. Hij werd in 1974 geko
zen tot lid van de gemeenteraad van
Vlissingen. In 1978 werd hij wet
houder van deze gemeente.
De voor de Zeeuwse landbouw
eveneens belangrijke portefeuille
voor milieuzaken is in handen geko
men van ing. A.M. Dek uit Kapelle
(CDA). Ruimtelijke ordening, inclu
sief landinrichting, zit in de porte
feuille van mevr. L. Nederhoed uit
Zierikzee (CDA). Beiden zijn nieuw
in het college van G.S., evenals de
VVD'er J. Hennekeij (o.a. verkeer en
waterstaat) en de D' 66-er A.J. Dijk-
wel (welzijnszaken). Mevr. G. de
Vries-Hommes (PvdA) is de enige
gedeputeerde die in het Zeeuwse
college is teruggekeerd. Zij is onder
andere verantwoordelijk voor toe
risme en recreatie en natuur en
landschap.
Boerendochter
De portefeuille ruimtelijke ordening
en landbouw in Noord-Brabant past
boerendochter en vrouw van een
veehouder, Nellie Jacobs-Aarts uit
Deurne.
De 48-jarige CDA-politica draait al
een kwart eeuw in de plaatselijke en
provinciale politiek mee Nog niet
eerder kreeg een vrouw in Brabant
zo'n zware vitale portefeuille. Toch is
landbouw niet haar meest recente
specialisme. Als wethouder van
Deurne, bestuurslid van het gewest
Helmond en als statenlid hield ze
zich de laatste tien jaar vooral bezig
met verkeer en vervoer.
Als oudste van acht kinderen maak
te ze van nabij het pioniersleven
mee op de erfpachtboerderij van
haar ouders in de Peel.
In 1969 trouwde zij met André Ja
cobs, die samen met zijn broer een
melkveehouderij met 80 koeien
drijft. Twee jaar later was er een va
cature in provinciale staten en werd
Nellie als opvolger aangewezen.
Vanaf 1978 combineerde zij dat met
het wethouderschap van Deurne,
qua oppervlak de grootste gemeen
te in Noord-Brabant.
Na twee periodes werd zij in 1987
weer 'gewoon' raadslid, omdat ze
geen heil zag in een college met
Groen Links. In datzelfde jaar keerde
zij terug in de staten als 2e vice-
voorzitter van de fractie.
Mevrouw Jacobse sluit niet uit dat
zij straks maatregelen moet beplei
ten, waarvoor zij "thuis van haar ei
gen man voor de kop krijgt". Zij zegt
graag dicht bij zaken betrokken te
zijn waarover ze moet mee
beslissen.
Die betrokkenheid geldt zeker ook
voor de landbouwsector, die al een
flinke kluif te verwerken krijgt. "De
boerenorganisaties verdienen het
dan ook, dat met hun belangen zeer
zorgvuldig wordt omgegaan. Ik vind
dat de NCB en de ZLM op een ver
standige manier opereren. Ze heb
ben oog voor de eisen die de
samenleving stelt en vragen aan
dacht voor de problemen die dat in
de eigen sector geeft. Ze zoeken
naar samenwerking, maar weten
dat ze geen wonderen van het pro
vinciaal bestuur kunnen verwach
ten", aldus de nieuwe gedeputeerde
in het provinciaal bulletin.
Het feit dat ze zelf midden in de
landbouw zit, noemt Nellie Jacobs
een signaal naar twee kanten.
"Enerzijds het besef dat iets echt
niet meer kan, je mag de boeren niet
de moed ontnemen. Je mag het niet
zover laten komen dat ze de kont te
gen de krib gooien omdat ze gen
perspectief meer zien. Dat is voor
iedereen slecht, ook voor het milieu.
Je kunt niet verwachten dat ze hun
eigen doodvonnis gaan uitvoeren.
Anderzijds moet je als bestuurder
afstand houden, je zit er voor het al
gemeen belang.
Voor de Deurnese is het voor hon
derd procent zeker dat het aantal
boerenbedrijven zal moeten vermin
deren. In inkrimping van de veesta
pel gelooft ze niet: de overheid heeft
de taak om met behulp van de tech
niek de milieubelasting terug te drin-
N. Jacobs-Aarts
Cebeco-Handelsraad heeft in 1990
(na belasting) f 34,5 miljoen winst
gemaakt, f 1,8 miljoen meer dan in
1989. Van de winst in 1990 moet
echter f 9,7 miljoen worden toege
schreven aan bijzondere baten.
Daar staat tegenover dat f 4,5 mil
joen meer rente moest worden be
taald, zo is vorige week meegedeeld
bij de presentatie van de jaarcijfers
van Cebeco.
De bijzondere baten ontstonden
voornamelijk als gevolg van de 'stra
tegische alliantie' met Suikerunie,
een gezamenlijke onderneming op
het gebied van aardappel-, groente
en fruitverwerking. Cebeco-
Handelsraad bracht hiervoor o.a.
aardappelproduktenfabrikant Aviko
in. Daardoor leverde men een grote
re bijdrage aan de alliantie dan Sui
kerunie en moest Suikerunie
'bijbetalen'.
Omzet naar 4,4 miljard
De omzet van Cebeco-Handelsraad
steeg in 1990 van f 4,1 naar f 4,4
miljard. Deze groei zat vooral in de
'speerpunten' van beleid die het
bestuur in 1987 koos, te weten: ver
werking en voedingsmiddelen
f 244 miljoen), zaaizaad en poot-
goed (f 57 miljoen) en akker- en
tuinbouw (f 57 miljoen). Mede als
gevolg van recente overnames is
het totaal geïnvesteerd vermogen
D.J.R Bruijnooge
gen. "Je moet jonge boeren die
ondanks alles voor dit vak kiezen
een kans geven".
Andere gedeputeerden
Behalve Nellie Jacobs-Aarts uit
Deurne is ook de kersverse gedepu
teerde Lambert van Nistelrooy (37,
CDA) van boeren-komaf. Hij komt
uit een agrarisch gezin in Nuland en
was de laatste vier jaar actief bin
nen de NCB.
Rein Welschen (PvdA) keert terug
op milieu en natuur en landschap en
wordt in die hoedanigheid een van
de belangrijkste tegenspelers van
mevr. Jacobs. D. Sonneveld (CDA)
krijgt verkeer en vervoer en onder
meer vaarwegen en waterschap
pen. Zijn partijgenoot J. de Geus
krijgt de portefeuille bestuurlijke or
ganisatie.
De overige portefeuilles worden be
mand door B. Jellema (VVD; finan
ciën, nutsbedrijven), en mevr. J.
Baartmans-van den Boogaart
(PvdA; cultuur, onderwijs, sociaal-
cultureel werk, sport).
met f 380 miljoen gestegen tot
f 1,53 miljard. Het eigen vermogen
groeide van f 261 tot f 308 mil
joen en bedraagt nu bijna 20 pro
cent van het balanstotaal. Het
streven is het eigen vermogen te
brengen naar 35 procent. Dit is me
de te danken aan de omzetting van
de ledenschuldrekening van de aan
gesloten coöperaties in participatie-
bewijzen.
Het garantievermogen bedraagt
f 376 miljoen. President-directeur
J. Prins verwacht binnenkort met
Rabobank Nederland te kunnen
gaan praten over een financierings
systeem op basis van cumulatief
preferente aandelen.
Eind vorig jaar verscheen onder de titel "duurzaam samengaan van land
bouw, natuur en milieu" een manifest van een selecte groep zich met de
agrarische sector verwant noemende "kopstukken". In deze beginselverkla
ring van de heren Wijffels, Mansholt, Winsemius, De Veer, de gebroeders
De Zeeuw e.a. ligt het fenomeen "overproduktie" ten grondslag aan de arbi
traire conclusie, dat er in Nederland te veel landbouwgrond zou zijn. Die
conclusie gebruiken de heren gemakshalve a/s opstap om te pleiten voor
het binnen 10 jaar ombouwen van 400.000 ha (- 20%) van onze nationale
landbouwcultuurgrond tot natuurgebied (de in het natuurbeleidsplan ge
noemde doelstelling is 200.000 ha in 30 jaar).
De stelling, dat er in ons land op termijn een overschotsituatie op de agrari
sche grondmarkt zal ontstaan, werd begin dit jaar in een LEI-publikatie nog
eens min of meer bevestigd. Op basis van discutabele vóóronderstellingen
en weinig onderbouwde aannames wordt daarin namelijk voorspeld, dat de
produktiefactor grond in de naaste toekomst minder schaars (en dus ook
minder duur) zal worden.
Als klap op de vuurpijl (en al dan niet gebaseerd op- en misleid door de be
weringen van genoemde kopstukken en het LEI) brachten zeven Wagening-
se wetenschappers enkele weken geleden in de openbaarheid, dat huns
inziens de enige en ultieme oplossing voor de problematiek van de Neder
landse akkerbouw gevonden moet worden in een beleid, dat dwingend ge
richt is op extensivering. Met de doelstelling van bedrijfsoppervlaktevergro-
ting, gekoppeld aan bouwplanverruiming en aan minder intensieve teeltme
thodes, willen de Wageningers bewerkstelligen dat twee vliegen in één klap
worden geslagen, namelijk veiligstelling van het milieu en voorkoming van
overproduktie.
Luchtspiegeling
Vanuit de ZLM kunnen we geen begrip opbrengen voor deze uit de profes
sorale hoed gegoochelde luchtspiegeling. Duidelijker gezegd: we wijzen de
gepresenteerde extensiveringsideeën mordicus van de hand. Een (nationaal)
landbouwbeleid dat eventueel in die richting toegesneden wordt, zal onher
roepelijk leiden tot de definitieve dood in de pot voor de Nederlandse akker
bouw. Een totaal onnodige dood in de pot bovendien, omdat de
redeneringen en ideeën van de hoogleraren gefundeerd zijn op drijfzand.
We baseren ons daarbij op o.a. de volgende nuchtere feiten en praktische
argumenten:
- Rekening houdend met de aktuele GATT-voorstellen en het negatieve EG-
prijsbeleid, zal lonende produktie van extensieve akkerbouwbulkgewassen
in Nederland alleen maar mogelijk zijn op gezinsbedrijven van honderden
(i.p.v. tientallen) hectares. Een zeer drastische schaalvergroting zou daartoe
noodzakelijk zijn. Zeker 80 procent van de huidige akkerbouwers zou moe
ten verdwijnen om de resterende 20 procent een kans te kunnen geven om
op Europees en mondiaal niveau te kunnen concurreren. Dat zou wel een
heel navrante "oplossing" van de problematiek zijn!
- De resterende twee van de tien zullen die concurrentiestrijd (na hun bedrijf
vergroot te hebben) overigens zeker verliezen. De grondprijs ligt in Neder
land namelijk op een aanzienlijk hoger niveau dan in de grote teeltgebieden
elders in de EG. Dat prijsverschil zal minstens zo blijven of nog toenemen.
In ons kleine land, met 15 miljoen mensen op elkaar gepakt, is en blijft
grond een zeer schaars artikel. De vraag naar grond voor woon-, leef- en re
creatieruimte alsmede de grondhonger vanuit de tuinbouw- en veehouderij
sectoren zullen eerder toe- dan afnemen. Concurrerend en rendabel
produceren van extensieve teelten op grond die, vergeleken met andere pro-
duktiegebieden, een veelvoud kost, is een bij voorbaat verloren zaak.
- Het is onzin om te veronderstellen dat een verdere extensivering van de
Nederlandse akkerbouw merkbaar bij zou dragen aan een vermindering van
de Europese overproduktie. Ons nationale aandeel in de totale opengronds
plantaardige produktie in de EG is namelijk niet hoger dan 2 a 3%. Een
druppel op een gloeiende plaat dus.
- Het is eveneens onzin er van uit te gaan, dat de meerkosten per eenheid
produkt die een - door nog straffere milieu-eisen - gedwongen extensivering
met zich meebrengt door de consument betaald zullen worden. Dat zou al
leen mogelijk zijn in een door hoge tolmuren omringde EG waar in alle lidsta
ten dezelfde geharmoniseerde milieuvoorwaarden zouden gelden. We
weten echter dat het ene niet meer zo is en dat het andere vooralsnog een
vrome wens blijft.
Aanpassen in de diepte
Al met al is de niet of verkeerd onderbouwde stellingname van de
landbouw-profs voor ons onbegrijpelijk en vertrouwenschokkend. We ho
pen dat de Nederlandse beleidsmakers niet geïnfecteerd zullen worden met
dergelijke ideeën. We moeten er op kunnen vertrouwen dat "Den Haag" het
landbouwbedrijfsleven blijft steunen bij haar pogingen tot aanpassing in de
enig juiste en enig mogelijke richting die de akkerbouwsector op termijn
soelaas kan bieden. Dat is niet een aanpassing in de breedte, dus niet een
drastische oppervlaktevergroting. Nee, het is bedrijfsvergroting in de diepte,
in sbe's. Er zal geïnvesteerd moeten worden in kwaliteits-, kennis- en ar
beidsintensieve teelten met meer toegevoegde waarde, die (in een normale
bouwp/anrou/atie) een deel van de bulkgewassen kunnen vervangen. Op
voorwaarde dat tijd en adem gegund wordt voor die noodzakelijke omscha
keling zal evengoed voldaan kunnen worden aan de eis van meer milieu
vriendelijke produktiemethoden. Die milieuvoorwaarden zullen dan
overigens binnen de EG wel geharmoniseerd dienen te zijn.
In ieder geval putten we moed uit het feit dat minister Bukman vorige week
onze standpunten bevestigde over de mogelijkheden en onmogelijkheden
m.b.t. de toekomst van de Nederlandse plantaardige produktie in de volle
grond.
Van der Maas