"Inkrimping veestapel lost mestprobleem niet op"
hippisch
nltuuis
ryy u a
Is aanzuren mest emissie-arme techniek?
Wereldbekerfinale 1994 in Den Bosch
ZTüg UffiJD
Milieumedewerker Hans Gerritsen van Landbouwschap:
19
VGül iüll
UCI IJ
Het is om moe van te worden. Keer
op keer gaan er stemmen op om het
mes in de veestapel te zetten. Kort
geleden was het de beurt aan minis
ter Alders van milieu. Hij riep op
spreekbeurten in Groningen en
Friesland dat de mestverwerking
niet van de grond komt. Inkrimpen,
dus. Maar dat zou fataal zijn voor de
intensieve veehouderij in Nederland,
zegt ir. Hans Gerritsen, milieumede
werker van het Landbouwschap. En
of het milieu er zoveel beter van
wordt...
"Zeer vervelend", noemt Hans Ger
ritsen (39) het voortdurend gedreig
met inkrimping. Niet alleen minister
Alders maakt zich daar schuldig
aan, ook Tweede-Kamerleden en
eerder nog ex-minister Smit-Kroes
voegden zich in het koor. "Kort ge
leden is met de regering opnieuw
afgesproken dat de landbouw tot
1995 de tijd krijgt om met de mest
verwerking een eind op streek te ko
men. Volgend jaar wordt gekeken
hoever we daarmee zijn. Inkrimping
is dus nog lang niet in beeld. Het is
jammer dat minister Alders dan
toch weer voor z'n beurt praat".
Gerritsen merkt dat alleen al het
praten over inkrimping averechts
werkt op de veehouders. "Dat zien
we in de praktijk. Sommige boeren
zeggen: waarom zouden we zoveel
moeten investeren in de oplossing
van het mestprobleem? We moeten
tóch inkrimpen. Ik denk dat de drei
gementen voortkomen uit de moei
zame gang van zaken bij de
oprichting van mestfabrieken. De
techniek is nieuw. Ook geeft het
een hoop trammelant om een plek
te vinden waar de fabrieken kunnen
staan, al moet ik zeggen dat minis
ter Alders zich daar terdege voor
heeft ingezet".
Volgens Gerritsen kan alleen een
krachtige en omvangrijke veehoude-
rijsektor de milieuproblemen oplos
sen. Alleen dan zijn de hoge kosten
op te brengen. "Er zijn mensen die
zeggen: dan doe je toch de
vleesprijzen omhoog? Dan vergeten
ze dat er in het buitenland ook var
kensvlees wordt geproduceerd. Als
wij ons uit de markt prijzen, produ
ceren zij gewoon een beetje meer".
Zal het in 1992 het Landbouwschap
lukken om aan te tonen dat de
mestverwerking van de grond
komt? Gerritsen: "Wij zorgen in ie
der geval dat het bedrijfsleven vol
gend jaar klaar is voor
mestverwerking. De organisatie
moet rond zijn. Met het geld moet
alles in orde zijn. De initiatieven
moeten er zijn. Als dan de mestver
werking niet van de grond komt,
kun je je afvragen, wiens schuld dat
is. In ieder geval mag het niet aan de
landbouw gelegen hebben".
Weggegooid geld
"De mestverwerking moet slagen.
Dat is de enige manier om het mest
probleem op te lossen en de bedrij
ven de kans te geven om te
overleven. Als het ons niet lukt dan
hebben we geld weggegooid. Maar
dan hebben we het geprobeerd. Als
het ons wél lukt om straks kosten
dekkend mest te verwerken dan krij
gen we een voorsprong op onze
konkurrenten. Andere landen kam
pen in sommige streken ook met
mestproblemen: België, Duitsland,
Denemarken, Italië, Spanje. Ze zijn
hier allemaal wezen kijken. Als het
ons lukt met de mestverwerking,
zijn we ze een stap voor".
Magda de Vetten,
Landbouwschap
J.M. Gerritsen
faat in het voer en er is de laatste ja
ren steeds meer mest vervoerd over
langere afstanden. Alleen de mest
verwerking zit in een moeilijke aan
loopfase, aldus Gerritsen.
Waarom is hij zo sterk gekant tegen
inkrimping van de veestapel? "Om
dat je wel weet waar je begint, maar
niet waar je eindigt. Als je er een
miljoen varkens afhaalt, is er niets
opgelost. Dan kom je bijvoorbeeld
niet aan de vermindering van de
verzuring met 70 procent, zoals Al
ders eist. Dus dan haal je er weer
een miljoen af. Dat gaat zo door. Tot
er tienduizenden bedrijven verdwe
nen zijn en er honderdduizend men
sen op straat staan. Wil je alle
ambitieuze doelstellingen halen zon
der mestverwerking, dan gaat een
groot deel van de intensieve vee
houderij verloren, misschien wel de
helft".
Geen geld voor investering
De bedrijven die blijven, zullen zich
niet kunnen aanpassen aan de
milieu-eisen. Ze hebben door ver
mindering van het aantal dieren
geen geld meer voor investeringen.
En al hadden zij het geld: waarom
zou een veehouder een emissie-
arme stal bouwen als er misschien
nog meer ingrepen in de veestapel
zitten aan te komen? Bovendien is
het de vraag of de toeleverende be
drijven die nu hard werken aan de
ontwikkeling van zulke stallen, het
bijltje er niet bij neer gooien.
Beer op de weg
Een andere beer op de weg naar
mestverwerking zijn de bezwaren
van de Europese Gemeenschap te
gen het plan van het Landbouw
schap een mestheffing in te stellen.
"Overheidssteun", vermoedt Brus
sel. Toch laat Gerritsen zich door de
ze tegenslag niet uit het veld slaan.
"Het loopt bij de mestverwerking
niet moeizamer dan bij de bouw van
elke andere grote fabriek. Dat duurt
ook jaren".
De dreigementen met een volume
beleid doen ook geen recht aan de
resultaten die de veehouderij al
heeft geboekt: de kwaliteit van de
mest is verbeterd, er zit minder fos-
Het hoofdbestuur van de Friese
Maatschappij van Landbouw is ver
ontrust over de houding van de
overheid ten opzichte van het aan
zuren van mest. Hoewel uit prak
tijkonderzoek blijt dat de
ammoniak-emissie wordt verlaagd,
wordt het procédé niet erkend door
de overheid als emissie-arme tech
niek. De Friese Mij. wil de discussie
hierover verhelderen.
Het standpunt van de Friese Mij.
werd onlangs besproken in de
KNLC-afdeling veehouderij. Voorzit
ter Berend-Jan Warmelink vroeg
zich af of het aanzuren van mest
wel dè oplossing is. 'Ik heb ge
constateerd dat het onderzoek op
een laag pitje is gezet. Er zijn nog
maar twee of drie bedrijven mee be
zig. Ook de vermarkting ervan gaat
niet zo hard', zei hij. De afdeling vee
houderij wil eerst de problemen met
het 'verdwijnen' van stikstof en de
stank opgelost zien. Pas daarna kan
bij de overheid en de politiek verder
worder^ gepleit het aanzuren van
mest te erkennen als emissie-arme
techniek.
De Friese Mij. is van mening dat de
afdekplicht voor mestsilo's op rund
veebedrijven, die per 1 januari 1992
zal ingaan, nog even in de ijskast
gezet moet worden. Onderzoek
heeft uitgewezen dat korstvorming
op de rundveemest met behulp van
stro ook een vermindering van de
ammoniakuitstoot tot gevolg heeft.
De Friese Mij. vindt dat de overheid
deze vorm van afdekking moet er
kennen als een goede, milieuvrien
delijke afdekking. De overheid is
echter van mening dat het moeilijk
te controleren is. 'Natuurlijk is een
dak op een mestsilo gemakkelijker
te zien dan een korst', erkende
Geert Hofstra van de Friese Mij.
'Maar ik begrijp niet waarom wij
een dak van f 20.000,— moeten
plaatsen als het veel goedkoper
kan'.
Ook in de Hollanden bestaan grote
bezwaren tegen de overkapping van
de mestsilo's. 'In de veenweidege-
bieden staan zulke enorme silo's.
Wanneer daar een dak op moet,
moet de silo onderheid worden. Dat
kan de investering verdubbelen', al
dus C. Mantel. Marian Oenema
Tijdens de wereldbekerfinale
voor springruiters in Gothenburg
werd bekend gemaakt dat deze
topwedstrijd in 1994 toegewe
zen is aan Indoor Brabant, dat
dan niet in begin maart, maar in
de loop van april zal worden ge
houden. De uitstekende, nieuwe
hal was een groot pluspunt,
evenals het feit dat Indoor Bra
bant vanaf het begin kwalifica
tiewedstrijden om de
wereldbeker in het programma
opgenomen had. Volgend jaar is
de finale in Del Mar in Amerika.
In Gothenburg won opnieuw de
onovertroffen combinatie John
Whitaker en Milton. De schim
mel is wel in Engeland geboren,
maar de vader Marius is een Hol
lands fokprodukt, zodat Milton
ook een beetje reclame maakt
voor de Nederlandse fokkerij. Die
kwam trouwens in Gothenburg
goed aan haar trekken, want bij
de twintig finalisten waren vier
Nederlandse fokprodukties. Ook
onze ruiters hebben er goed ge
presteerd. Twee van de drie
drongen door tot het derde en
laatste onderdeel van deze finale.
In de eindstand bereikte Jos Lan-
sink een goede zesde plaats en
Jan Tops een gedeelde dertien
de, op één punt achter Franke
Sloothaak, een Fries van geboor
te maar nu voor Duitsland rij
dend. Op de wereldranglijst, die
opgemaakt is na Gothenburg,
staat Jos Lansink nu tweede
achter John Whitaker, Jan Tops
veertiende, Piet Raymakers
44ste en Eric van der Vleuten
45ste. Vier man uit ons land bij
de 50 besten uit de wereld is
toch wel het vermelden waard.
Het gaat goed met de KNF
De Federatie van Landelijke Rij-
verenigingen heeft dit jaar een
organisatorische verjongings
kuur ondergaan. In plaats van de
Algemene Ledenvergadering van
de KNF, die het karakter van een
formaliteit had gekregen komt
nu de Ledenraad als hoogste or
gaan, waarin vertegenwoordi
gers van de 9 provinciale bonden
zitting hebben. De communica
tielijnen worden verkort en ver
eenvoudigd: -vereniging-
provinciale bond- hoofdbestuur-
Ledenraad. De kringverbanden
blijven bestaan voor het uitvoe
rende werk.
De financiële positie van de Fe
deratie is zeer gezond. Besloten
werd tot aankoop van 3Zï ha
grond bij het Centrum. Na een
herindeling van het gehele
grondbezit hoopt men met in
gang van 1992 de paarden-
Levade ook in Ermelo te kunnen
houden. Uit het jaarverslag bleek
dat het ledental weer is toegeno
men en nu 22.774 leden be
draagt. En een leuk nieuw
initiatief is de uitgave van een
schoolagenda voor het school
jaar 1991-1992 met veel hippi
sche informatie.
Draf- en rensport wekelijks een
uur op T.V.
Vanaf 30 juni komt er wekelijks
een televisieprogramma van een
uur dat helemaal gewijd is aan
draf- en rensport. Daartoe is een
stichting opgericht die met het
oog op de Europese integratie in
1992 is getooid met een Engelse
naam: Harness and Horse Ra
cing Channel Activities
(H.H.R.C.). Deze stichting heeft
bij PTT Telecom een uur zendtijd
gekocht. Er is al een proefband
van 20 minuten, die zondag op
Duindigt - de draf- en renbaan bij
Den Haag - door de stichting aan
alle betrokken verenigingen ge
presenteerd zal worden en waar
mee men sponsors hoop te
vinden, terwijl ook op inkomsten
uit reclame wordt gerekend. Een
gedurfd initiatief uit de sector die
het momenteel niet voor de
wind gaat.
Een Zeeuws succes bij extra
hengstenkeuring
Extra keuringen worden alleen
voor bijzondere omstandigheden
gehouden, bijvoorbeeld bij re
cente import van een Haflinger
hengst uit België, die de openge
vallen plaats van een plotseling
gestorven soortgenoot gaat ver
vullen. Het betrof de in Veere bij
de familie Van Leeuwen geboren
vierjarige Miklós van de Heksen
ketel, die na een jaar actieve
dienst in België weer repatrieer
de en hier ook vlot werd goedge
keurd en in het Keurstamboek
opgenomen, waarmee zijn moe
der Myrthe haar tweede zoon
goedgekeurd kreeg. In januari
was de driejarige halfbroer Striz-
zi al goedgekeurd, een opmerke
lijk succes.