De maand mei op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf
DIA
Landbouwvoorlichting
Veehouderij
Hoe worden uw biggen gevoerd?
Varkenshouderij
Goed graslandgebruik
voorwaarde
voor goede opbrengst
a
Ruim 60% van de totale oppervlakte kultuurgrond in
ons land bestaat uit grasland. Gras is dan ook het be
langrijkste ruw voer voor het rundvee. We moeten
daarom veel zorg aan ons grasland besteden. Een
goede verzorging staat aan de basis van een goede
opbrengst.
Melkproduktie USA in
1990 3% hoger
Termijnmarkt voor biggen geopend
11
Als de ontwatering In orde is, begint
de grasgroei op alle percelen onge
veer gelijk. Na beweiding van de
eerste percelen, ontstaan er al snel
percelen waar te veel gras staat om
te beweiden. Indien u uw koeien
toch in deze percelen laat grazen,
zullen er hoge beweidingsverliezen
optreden.
Hoe kunt u dit voorkomen? Een
aantal maatregelen is hiervoor ge
schikt:
- Voorweiden.
- Aanleggen van groeitrappen met
behulp van stikstofgiften.
- Gebruik maken van natuurlijke
verschillen (vroege percelen eerst
beweiden, daarna late percelen).
- In een jong stadium beginnen met
de voederwinning.
Omweiden
Een goede weidesnede bij omwei
den is gras van ca. 15 cm. In dro-
gestof uitgedrukt is dit ca. 1700 kg
drogestof per hektare. In het voor
jaar kunt u het beste met de bewei
ding beginnen bij een stoppellengte
van 8 tot 10 cm. Een goed afgeweid
perceel heeft een stoppellengte van
ca. 6,5 cm.
Standweiden
Bij standweiden moet u streven
naar een gemiddelde stoppellengte
van 6-7 cm tussen de bossen. U
kunt dit realiseren door regelmatig
de oppervlakte aan te passen. Met
behulp van meer of minder bijvoe
ding van met name snijmais kunt u
ook bijsturen.
Voederwinning
De voederwinning staat in dienst
van de beweiding. Maai niet te veel
tegelijk, want dan komt er teveel
gras beschikbaar voor de volgende
beweiding! Een belangrijke vuistre
gel: Maai niet meer oppervlakte dan
er voor 10 dagen beweiding nodig
is. Begin met voederwinning ca. 10
dagen nadat de koeien naar buiten
zijn gegaan. Zo voorkomt u een te
hoog aanbod weidegras voor de
volgende snede, dus zo voorkomt u
extra beweidingsverliezen. Bo
venstaande betekent wel dat de
eerste maaisnede wat lichter is (ca.
2000 tot 2500 kg ds per ha).
Grasland verzorging
Na meermalen beweiden op hetzelf
de perceel, ontstaan er bossen. Ie
dere veehouder weet dat deze
Tabel: overzicht onkruidbestrijding
bossen, vooral in natte perioden,
door het vee gemeden wordt van
wege smakelijkheid en geur. Om te
zorgen voor smakelijk gras is bos
sen maaien noodzakelijk. Het verlies
aan grasopbrengst (afgemaaide
bossen), wordt ruimschoots goed
gemaakt door de betere kwaliteit
grasaanbod. Het vee zal meer gras
opnemen. Dit geldt ook voor de
kwaliteit en opname van het
kuilgras!
De juiste stoppellengte bij bossen-
maaien is 7,5 cm. U voorkomt dan
dat u jonge groeipunten afmaait.
Het gebruik van een bossenmaaier
verdient de voorkeur boven een cir
kelmaaier, omdat deze over het al
gemeen beter is af te stellen op de
juiste stoppellengte. Bovendien ver
spreidt de bossenmaaier het afge
maaide gras en wordt het gras
minder met mest uit de flatten
besmeurd. Wanneer u tijdig begint
met bossenmaaien hoeven de maai-
resten niet verwijderd te worden.
onkruid
middel
liters
tijdstip van
per ha
bestrijden
paardebloem
2,4 D amine
2,5
kort voor de bloei
MCPA
4-6
of in het najaar
muur
Mecoprop
3-4
als de muur het
Bentazon
3
gras dreigt te verstikken
Ridderzuring
Mecoprop
6
kort voor schieten
Starane
1
van bloemstengel
Brandnetel
Mecoprop
6
pleksgewijs;
hoogte ca. 20 cm
Boterbloem
MCPA 25%
4
kort voor de bloei
Door de koeien niet in percelen met te lang gras te doen voorkomt u beweidingsverliezen. Op verschillen
de manieren zijn dergelijke verliezen te voorkomen.
Onkruidbestrijding
Wanneer veel onkruiden voorkomen
is bestrijding gewenst. In de tabel
staat een aantal veel voorkomende
onkruiden met het middel waarmee
het bestreden kan worden (zie
tabel).
De middelen moeten opgelost zijn in
minstens 600 liter water. Ook het
najaar is geschikt voor bestrijding
van deze onkruiden. Bij graslandver
betering moet ook aandacht be
steed worden aan de bestrijding van
kweek!
Goed graslandgebruik is een voor
waarde om tot een goede op
brengst te komen. DLV wil u graag
van een goed advies voorzien.
Vic Boeren,
Bedrijfsdeskundige
Rundveehouderij
Breda 076-203190
De melkproduktie in de Ver. Staten
is in 1990 ten opzichte van voor
gaand jaar met 3% gestegen tot
149 miljard lbs (80,9 miljard kg).
Ook het gemiddelde vetgehalte zou
met 3% zijn gestegen.
Klaver kan geen mecoprop verdragen.
In de praktijk zijn er veel verschillen
tussen bedrijven met betrekking tot
het voeren van de biggen. De ene
varkenshouder voert zijn biggen
vanaf de tweede levensweek en een
ander begint pas te voeren na het
spenen. Ook zijn er verschillen in
wanneer men begint met voer
verstrekken, de voersoort die er ver
strekt wordt en de wijze waarop dit
voer wordt gegeven. In dit artikel
wordt een aantal zaken op gebied
van biggenvoeding op een rijtje
gezet.
Wanneer beginnen met welke
voersoort?
In de praktijk worden op de meeste
bedrijven de biggen al in de zoogpe-
riode bijgevoerd. Hierdoor kan het
maagdarmkanaal van de big wen
nen aan vast voedsel, waardoor er
na het spenen minder problemen
zijn te verwachten. Daarnaast kan
het vaste voer gezien worden als
een aanvulling op de zeugenmelk.
Het algemene advies voor het bij
voeren in de zoogperiode luidt als
volgt (speenleeftijd ongeveer 28
dagen):
vanaf levensdag 10: melkkorreltje
vanaf levensdag 21: speenkorrel
vanaf dag 10 na het spenen: baby-
biggenkorrel
Een variant op bovenstaand advies
is dat het melkkorreltje op een aan
tal bedrijven niet wordt gevoerd. De
ze bedrijven beginnen dan vanaf
levensdag 14 een speenkorrel te
voeren. Enkele aandachtspunten bij
het bovenstaande advies zijn:
- indien er een melkkorreltje wordt
gevoerd, zorg er dan voor dat dit mi
nimaal tweemaal per dag wordt ver
strekt in kleine hoeveelheden;
- zorg ervoor dat elke voerovergang
geleidelijk verloopt;
- voorkom een voerovergang bin
nen 7 dagen na spenen;
- zorg ervoor dat de biggen op het
moment van spenen in ruime mate
vast voer hebben opgenomen.
Sommige varkenshouders geven
geen voer bij in de zoogperiode. Dit
is mogelijk als de biggen op erg
vroege leeftijd gespeend worden en
de biggen voor die leeftijd toch vrij
wel nog geen voer willen opnemen.
De biggen kunnen dan na het spe
nen direkt met speenkorrel gevoerd
worden. In de meeste situaties is
echter het advies om in de zoogpe
riode te beginnen met het voeren
van de biggen.
Wijze van voer verstrekken
Voor het spenen kan het voer het
beste verstrekt worden door middel
van een voerbakje in het hok. Het
voer los op de grond verstrekken
moet afgeraden worden in verband
met vermorsing en hygiëne. Indien
er na het spenen onbeperkt gevoerd
kan worden, is dit natuurlijk een ge
makkelijke en goede manier van
werken. Op veel bedrijven kan dit
echter niet vanwege problemen met
slingerziekte/speendiarree. In veel
gevallen zal er dan beperkt gevoerd
moeten worden. Door deze voerbe-
perking wordt het maagdarmkanaal
van de big minder belast. Deze voer-
beperking moet geschieden door
meerdere keren per dag de biggen
kleine hoeveelheden voer te ver
strekken. Trogvoedering is in dit ge
val gewenst. Ook wordt er in de
praktijk nogal eens meel gevoerd
aan de biggen. Het voordeel hiervan
is dat er minder opgenomen wordt
in vergelijking met korrel en dat de
voeropname over de dag meer ver
spreid wordt. Het nadeel van meel is
echter dat er meer van vermorst
wordt.
Ook komen er vanuit de praktijk
nogal eens vragen of het verstandig
is om biggen bij te voeren. Indien
brij wordt verstrekt in de trog dan
blijkt uit een onderzoek op het V.P.B.
in Sterksel dat het voerverbruik erg
ongunstig is t.o.v. droogvoer aan de
trog. Onderzoek tussen de droog-
voerbak en de brijbak gaf gelijke
technische resultaten. Vanuit hygië
nisch oogpunt moet echter de voor
keur gegeven worden aan de
droogvoerbak bij gespeende biggen.
Tot slot
Nu is het de vraag of de manier
waarop u uw biggen voert optimaal
is. Dit is o.a. te kontroleren door te
kijken naar cijfers als biggengroei,
voerverbruik/big (23 kg) en voer
kosten/big (23 kg). Uit de T.E.A.-
cijfers over 1990 blijkt dat een big
van 23 kg lichaamsgewicht gemid
deld 25 kg voer nodig heeft gehad.
De voerkosten per big van 23 kg
waren volgens dezelfde T.E.A.-cijfers
over 1990 f 18,60. Het is verstan
dig om deze cijfers eens met uw ei
gen situatie te vergelijken.
Raadpleeg hiervoor eventueel uw
bedrijfsdeskundige van de D.L.V.
Wellicht kunnen we dan een stap
doen in de richting om de biggen op
uw bedrijf zo goed en goedkoop
mogelijk af te leveren.
Arie van Andel
Bedrijfsdeskundige
DLV Breda
te!.: 076-202681
Vrijdag 19 april werd in Nederland
een termijnmarkt voor mestbiggen
geopend naast de reeds bestaande
termijnmarkt voor varkens en aard
appelen.
De voorzitter van de Stichting Vee-
en Vleestermijnmarkt G. Lodewijk
maakte in zijn welkomstrede mel
ding van de mogelijkheid dat er nog
meer termijnmarkten in Amsterdam
tot stand zullen komen, dit op grond
van belangstelling uit landbouwkrin-
gen alsook voor de verwerkende be
drijven. De voorzitter van het
Produktschap Vee en Vlees ir. Rob
Tazelaar zag in de termijnmarkt kan
sen voor het afdekken van prijsrisi-
kos (hedging). De termijnmarkt
biedt de mogelijkheid tot het afslui
ten van koop- en verkoopkontrak-
ten. De kontrakten hebben
betrekking op 100 biggen van 23 kg
inkl. BTW.
Bij de reeds bestaande termijnmark
ten bestaat de mogelijkheid om tot
levering en ontvangst van het ver
handelde produkt te komen. De ve
terinaire voorschriften verhinderen
dat bij biggen. Daardoor is naast de
bestaande manier van afwikkelen
van de kontrakten het compenseren
van het kontrakt via kontante verre
kening mogelijk (cash-settlement).
Daarbij geldt als afwikkelingskondi-
tie de LEI-prijs.
Alle kontrakten die aan het einde
van de laatste handelsdag van een
afwikkelingsmaand (laatste maan
dag van een maand) nog openstaan
worden tegen een vastgestelde ver-
rekenprijs afgerekend. Deze verre-
kenprijs is gelijk aan de biggenprijs
af-fokker (LEI-prijs) voor de week
voorafgaande aan de laatste han
delsdag. De kosten voor het afslui
ten van een koop- resp.
verkoopkontrakt bedragen f 75,—
of wanneer het de daghandel be
treft f 37,50. Per koop- of verkoop
kontrakt bedraagt het depot
f 1200,—. Dagelijks wordt aan het
eind van de markt een slotnotering
opgemaakt.