De maand mei op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf Landbouwvoorlichting Heeft u zich al voor een kursus aangemeld? WM Het voorjaar van 1991 is evenals 1990 weer een vroeg voorjaar. Alle werkzaamheden op het akker bouwbedrijf konden vlot na elkaar verlopen. Deze vroege start betekent echter een langere periode alert zijn op onkruidenziekten en plagen. Blijf in de ze periode voortdurend de aktualiteiten volgen door o.a. het raadplegen van het telefoonbandje (01806-14166), VITAK en het bezoeken van de veld- bijeenkomsten in uw regio. Voor vragen zijn de be- drijfsdeskundigen van de DLV graag bereid u te helpen. WÊÊÊSmmÊ^^mm mm Voorlichting nodig over teelt van boekweit, kanariezaad en gierst 10 Aardappelen Een aanvullende stikstofbemesting in konsumptie-aardappelen kan ge geven worden een week na het be gin van de knolzetting. De deelnemers van de bladsteeltjesme- thode (NITRAATTEST) dienen de opkomstdatum nauwkeurig te be palen. Dit is de datum waarop 80% van de planten boven staat. Vergeet niet deze datum op tijd door te ge ven aan de analyst(e)! Het eerste bladsteeltjesmonster kan 3 tot 4 weken na opkomst genomen wor den, in ieder geval na de N-gift bij de knolzetting. Onkruidbestrijding aardappelen: tot kort voor opkomst kunnen bijv. Her- bogil, of glyfosaat toegepast wor den. Als bodemherbiciden kunnen Igrater 500 SC of Sencor kort voor opkomst gespoten worden. Sencor echter niet in bepaalde rassen (zie Rassenlijst 1991, blz. 262) en niet in pootgoed. In pootaardappelep wordt geadvi seerd te beginnew met de bladluis- bestrijding zodra 90% van de planten is opgekomen (ten zuiden van de grote rivieren). Dit om besmetting met o.a. het bladrolvirus tegen te gaan. Deze bespuiting 10 tot 12 dagen later herhalen. Er kan gekozen worden uit de volgende middelen: Decis EC, Pirimor 50 DG, oxy-demeton-metyl of fosfamidon. Voor bestrijding van niet-persistente virussen, zoals Y- en A-virus, in pootgoed geldt voor 1991 een nieuw advies. Vanaf de opkomst tot 1 week voor loofvernietiging kan gespoten worden met 7 tot 15 liter minerale olie in zoveel water als no dig is om het gewas goed en egaal te bedekken met een oliefilm. De eerste phytophthora bespuiting in vatbare rassen vindt plaats bij ca. 20 cm gewashoogte. Afhankelijk van het weer en de groei van het gewas deze bespuiting om de 7 tot 12 dagen herhalen. De eerste 2 3 bespuitingen kan gespoten worden met tinloze middelen. Met de min der vatbare rassen kan worden be gonnen als op de vatbare rassen reeds 1 2 bespuitingen zijn uitge voerd. Tijdige bestrijding van opslag in gewassen en de afvalhopen is noodzakelijk om eventueel aanwezi ge ziekten te onderdrukken. Mocht u phytophthora vinden neem dan kontakt op met de DLV. Suikerbieten Percelen, die door omstandigheden niet op tijd gespoten zijn, kunnen te gen grotere onkruiden vanaf het be gin 2-bladstadium gespoten worden met: 3,5 liter fenmedifam 1,5 I ethofumesaat of 3 tot 5 I fenme- difam/ethofumesaat (bij o.a. veelknopigen, kleefkruid en muur) 1 liter van elk van de volgende middelen: fenmedifam, metami- tron, ethofumesaat en minerale olie Als o.a. zwaluwtong en per- zikkruid aanwezig zijn kan meta- mitron beter vervangen worden door 1 kg chloridazon. Op heel klein onkruid is de kom- binatie zoals hierboven aangege ven met een halve liter i.p.v. 1 liter nog steeds prima inzetbaar. Dit jaar is bestrijding van met name hanepoot, duist, wilde haver en raaigrassen ook mogelijk met het la ge doseringssysteem (LDS). Voor grassen niet groter dan 10 cm kan 0,5 tot 1 liter Targa hieraan toege voegd worden. Als aparte bespui ting is ook mogelijk: Targa Moxiline, Fervinal minerale olie of Fervinal Ethokem. Fusilade heeft geen toelating meer. De bladluisbestrijding ter voorko ming van vergelingsziekte zal de ko mende maand ook uw aandacht vragen. De vergelingsziektewaar- schuwingsdienst van het IRS zal dit jaar op een nog groter aantal perce len dan in 1990 waarnemingen ver richten. Blijf voor het juiste spuittijdstip de berichten via VITAK of de telefoon bandjes van de DLV of IRS volgen. Het spuittijdstip is na melijk afhankelijk van het aantal groene (perzik-)luizen, de virusdruk en de ontwikkeling van de bieten. Zodra de schadedrempel wordt overschreden ontvangt u ook in 1991 als bietenteler een waarschu- wingskaart. Kontroleer voordat u gaat spuiten uw' eigen perceel op het voorkomen van bladluizen. Een aanvullende stikstofbemesting in suikerbieten kan gegeven worden zodra het 4 tot 6 bladstadfum be reikt is. Wintertarwe Bij een gewaslengte van ca. 25 cm dient het gewas gekontroleerd te worden op aanwezigheid van oog- vlekkenziekte. Als er op 15 20% van de stengels oogvlekken voorko men is een bestrijding aan te beve len. Beperk de kontrole niet tot de wendakker, maar doorkruis het hele perceel. Is de aantasting minder dan 15%, dan is een bestrijding ekono- misch niet zinvol en ook af te raden in verband met het gevaar van re sistentie van de schimmel tegen de gebruikelijke fungiciden. Ook wordt hierdoor het optreden van scherpe oogvlekkenziekte, enkele weken la ter, in de hand gewerkt. Bekijk regelmatig uw gewas op aan wezigheid van meeldauw en volg de ontwikkeling hiervan. Op gevoelige rassen o.a. Arminda is dit jaar reeds meeldauw waargenomen. Een bestrijding is zinvol zodra vanaf sta dium F7 meeldauw op het derde blad van boven wordt ge constateerd. Bestrijding van gele roest in vatbare rassen moet plaatsvinden zodra het in het gewas wordt gevonden. Vorig jaar bleken vooral de vroeg bespo ten percelen het minst door bruine roest aangetast. Zodra de bruine roest zich gaat uitbreiden naar de bovenste bladetages is het juiste bestrijdingstijdstip bereikt. Epipré is in 1991 beschikbaar via VITAK en CERA. De tweede N-gift (20-60 kg) zal op de meeste percelen gegeven zijn. Deze wordt meestal gegeven zodra in de hoofdstengel de tweede knoop voelbaar is (stadium F7). Zomergraan De tweede N-gift in zomertarwe wordt in stadium F7 gegeven, 20-50 kg afhankelijk van de bodem- voorraad en de stand van het ge was. In brouwgerst wordt meestal geen tweede N-gift gegeven. Is het gewas duidelijk te schraal dan kan in stadium F4 5 een tweede gift van ca. 30 kg gegeven worden. Als er gevaar is voor legering dan kan in stadium F6-8 met 1-2 liter Terpal C of in F8-10 met 0,5-0,75 liter ethe- fon gespoten worden. Zowel te veel Het schoffelen van de bieten staat weer voor de deur (archief-foto). stikstof als een groeiregulator kun nen voor tweerijpigheid zorgen. Meeldauw in zomergraan kan vanaf stadium F6, als op het derde blad van boven meeldauw aanwezig is, bestreden worden. Zaaiuien Op klein onkruid kan vanaf 4 cm ge waslengte (eerste pijpje) 1 kg Lironi- on 3,5-4 liter propachloor worden gebruikt, eventueel herha len. Op onkruidvrije, vochtige grond vanaf een gewaslengte van 6 cm kan 4-6 liter chloorprofam of 7 kg propachloor toegepast worden. Chloorprofam niet toepassen als in de buurt vlas, blauwmaanzaad, graszaad of bloeiende gewassen worden geteeld. Een afstand van 200 m is lang niet altijd voldoende om schade te voorkomen. Vanaf tenminste 6 cm kan op kleine niet afgeharde onkruiden 3,5 kg Lironion 0,5 I Exell ingezet worden. Als noodmaatregel, waarbij kans op schade aanwezig is, kan bij 10-15 cm gewaslengte op een droog en goed afgehard gewas 1,5 I benta- zon, 2 liter Actril 200 of 2 liter Cer- trol 20 per ha gebruikt worden. Een aanvullende N-gift is mogelijk als het gewas 6 tot 10 cm lang is. Vlas Bij een gewashoogte van minstens 6 cm kan in vezelvlas een onkruid bestrijding uitgevoerd worden met 3 liter Basagran. Bij karwij als onder vrucht kan deze toepassing niet. Bij 5 tot 7 cm gewashoogte kan 0,5-0,75 liter MCPA 500 g/l of 0,5 liter ioxynil worden gebruikt bij al leen witte krodde. Dit is een nood maatregel en kan groeiremming veroorzaken. Bij een te welige groei kan bij een gezond gewas en 30-45 cm lengte 3-4,5 liter Terpal C of 1-1,5 liter ethe- fon toegepast worden. Niet toepas sen op een te licht gewas of op droogtegevoelige grond. Toevoeging van uitvloeier is gewenst. Erwten Op kleine onkruiden in erwten kan, onafhankelijk van het stadium van het gewas, gespoten worden met 0,5-1 liter Basagran 250 ml Cito- wett. Dit lage doseringssysteem herhalen op klein onkruid. Vanaf 3 cm gewaslengte is 2 liter Herbogil vlb. mogelijk (na 1 week herhalen). Vanaf 5 cm kan in het ras Solara 1 liter Basagran 1 kg Tribunil toege past worden. Tribunil niet toepassen bij ondervrucht gras en totaal niet meer dan 4 kg toepassen i.v.m. eventuele schade in het volggewas. Voor bestrijding van o.a. kleefkruid, varkensgras en veelknopigen is van af 5 cm 1 liter Basagran 1 liter Tramat te gebruiken. Deze dosering herhalen. Toepassing kan tot 8 we ken voor de oogst (veiligheidster mijn). Basagran Tramat kan niet in konservenerwten. Vanaf 10 cm is in konservenerwten 1,5 tot 3 I Basa gran mogelijk. De bladrandkever dient bestreden te worden indien 25% van de planten of meer vreterij wordt waargeno men. Blijf na een bespuiting het per ceel wel volgen om te zien of nieuwe vraat optreedt. Knolselderij Het planten van de knolselderij moet zodanig zijn, dat het hart van dit plantje juist niet onder de grond zit. Te diep planten betekent groei vertraging en te ondiep planten be moeilijkt de aanslag. Van groot belang is, dat de plantjes voldoende groot zijn, d.w.z. een wortelhals van enkele mm's en goede wortels. Be regening na planten geeft een grote re zekerheid voor de aanslag van de planten. Knolselderij is weinig chloorgevoelig. In het begin van de groeiperiode kunnen luizen ernstige zuigschade veroorzaken. Kontroleer regelmatig de hartblaadjes van de plant. Bij aantreffen van bladluizen kan een bespuiting met 0,5 kg Piri mor 50 DG, 0,5 liter Hostaquick, 0.5 liter mevinfos of 1 kg Undeen worden toegepast. Houd ook van het begin af het gewas in de gaten 1.v.m. het optreden van bladvlekken- ziekte. Dit kan namelijk zeer vroeg optreden. ing. H.J.P. Koetsier, Bedrijfsdeskundige Akkerbouw DLV Team Akkerbouw "Westmaas" Enige weken geleden heeft u de kursusfolder van het POOC ontvan gen. Hierin stonden alle bijscho lingsmogelijkheden voor het komende seizoen. Over enkele da gen zal naar aanleiding van uw aan melding het definitieve kursusprogramma voor het komen de seizoen worden vastgesteld. Heeft u nog plannen om komende winter een kursus te volgen, maar heeft u zich nog niet aangemeld, bekijk dan uw folder nog eens en bepaal uw keus. Tot 1 mei heeft u invloed op het definitieve kursuspro gramma voor het komend seizoen. Informatie Heeft u nog vragen bel dan gerust. Meer informatie over de kursussen is ook te verkrijgen door het gratis kursusprogrammaboekje aan te vra gen bij het AOC-Zeeland ao. (01100-27203) of bij het POOC- Zeeland (01100-37314). In dit boek je vindt u uitgebreidere informatie over de kursussen, toelatingsvoor waarden, alsmede informatie over de subsidiemogelijkheden in het kursusonderwijs. De 4 subsidiemogelijkheden die wij kennen zijn: subsidie van de bedrijfsverzor- gingsdienst bij het volgen van kur sussen; EG-subsidie bij kursussen van langer dan 80 uur; Stosas-regeling (Stichting tot ontwikkeling en scholing van werk nemers in Agrarische sektoren). Dit is een werknemersregeling. De stichting wijst de kursussen aan die voor subsidie in aanmerking komen; Stivos regeling. Een werknemers regeling van het ASF (Agrarisch so ciaal fonds) voor het volgen van ekonomische kursussen. De Provinciaal kursuskoördinator, J. Moggré De Europese Commissie heeft een subsidie ingesteld voor de teelt van boekweit, kanariezaad en gierst. Het Landbouwschap heeft er bij minis ter Bukman op aangedrongen om deze regeling met een intensieve voorlichtingscampagne onder de aandacht van de telers te brengen. Veel akkerbouwers weten namelijk niet dat het nog tot uiterlijk 31 mei mogelijk is om in te schrijven op de steunmaatregel voor de teelt van deze gewassen. De maatregel is in gevoerd om akkerbouwers de gele genheid te geven minder gangbare graansoorten te telen. De akkerbou wer kan een bijdrage van 131 gul den per hectare gedorst graan krijgen. Telers kunnen hun steunaanvraag tot 31 mei indienen bij de districts bureauhouders. Daar moeten ze dan ook hun teeltcontract kunnen tonen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 10