Reigersbergsepolder wenst in
meerderheid zoet water
Helikopters in de strijd
tegen nachtvorst
Deze week
Aardappelsector komt met eigen milieuplan
zuidelijke landbouw maatschappij
Enquête levert positieve uitslag op Schade per regio verschillend
Pag.
3
Nieuwe landbouwgedeputeerden
Pag.
4
Gewijzigde subsidieregelingen
Pag.
5
''Meer eenheid in toelatingsbeleid"
Pag.
6
Uit de praktijk
Pag.
9
Nachtvorstschade verschilt per regio
Pag.
10
De maand mei
Pag.
15
Uitbreiding pootgoedteelt mogelijk
Pag.
17
Ruime belangstelling voor symposium
Pag.
19
Inkrimping veestapel geen oplossing
Pag.
21
Jongerenthema 'leefbaar platteland'
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 26 APRIL 1991
79e JAARGANG NO. 4068
Een aantal fruitkwekers in het zuid
westen denkt serieus over het inzet
ten van helikopters om de schade
als gevolg van nachtvorst in de
boomgaarden zoveel mogelijk tegen
te gaan. In het Westbrabanste Fij
naart hebben in de nacht van zater
dag op zondag twee helikopters
gevlogen boven het 50 ha grote be
drijf met 60.000 perebomen van J.
van 't Westende. De temperatuur
werd daarmee ongeveer 3 graden
omhoog gebracht. Ook fruitkweker
A. van Hoeve te Sluiskil huurde in
de nacht van zaterdag op zondjag
een helikopter in. Deze machine
was overigens niet tijdig ter plaatse,
zodat het nut beperkt bleef.
Van Hoeve wijst er op dat het inzet
ten van een helikopter nogal wat
voorbereidingen vraagt. Ook moe
ten er goede afspraken worden ge
maakt met de officiële instanties.
Verder dient de helikopter een flinke
capaciteit te hebben. Kleine heli's
kunnen niet voor voldoende lucht
verplaatsing zorgen. Van Hoeve re
kent voor dat de kosten zeker
f 1.200,— per uur bedragen.
Door het ontbreken van zoet water
zijn er in het zuidwestelijk kleigebied
nauwelijks mogelijkheden om iets
tegen vorstschade te ondernemen.
Op de zandgronden in West-Brabant
en in andere delen van Nederland
kan wel beregening worden toege
past. Door de bloesems nat te hou
den vormt zich bij nachtvorst een
beschermend ijslaagja
De omvang van de nachtvorstscha-
de in de fruitteelt is op dit moment
moeilijk te schatten. Per regio is de
situatie verschillend. Veel hangt af
van de groeiomstandigheden in de
komende weken. Ook vorig jaar her
stelde de fruitoogst zich goed na
nachtvorst in april, hoewel enkele
bedrijven een mindere opbrengst
hadden. Een voordeel is dat er dit
jaar een rijke bloei was met veel
•bloemen.
In vergelijking met andere streken in
Nederland en met andere landen in
Europa lijkt de fruitteelt in Zuidwest-
Nederland de nachtvorst nog rede
lijk goed doorstaan te hebben. Op
enkele bedrijven is niettemin grote
schade ontstaan. Deze is—groter
naarmate men verder van de kust
komt. Vooral in het land van Heus-
den en Altena zijn forse klappen ge
vallen.
Ook sommige akkerbouwers heb
ben enige schade opgelopen door
dat jonge bietenplanten kapot
gevroren zijn. Behalve vorst hebben
hagel en wind de net boven de
grond staande plantjes geen goed
gedaan.
Kostbaar middel
Het inzetten van helikopters lijkt een
probaat, maar kostbaar middel om
de schade binnen de perken te hou
den. De draaiende wentelwieken
zorgen er voor dat de koude lucht
op de grond vermengd wordt met
warmere lucht. Fruitteler Van 't
Westende moet voor de twee heli
kopters 10.000 gulden neertellen.
Niet zeker is of de hele oogst daar
mee gered is.
Zie verder elders in dit blad.
Uit een door 3 ZLO gehouden en
quête onder de eigenaren en grond
gebruikers in de
Reigersbergsepolder en het Zuidelijk
deel van de 1e Bathpolder is geble
ken, dat een ruime meerderheid
voor de aanvoer van zoet water is
voor een bedrag van maximaal
f 30,— per ha. Ruim 2/3 aeei zowei
uitgedrukt in aantal stemgerechtig
den als in oppervlakte grond is hier
voor, zo kan uit de enquête worden
gekonkludeerd.
De enquête is gehouden om te pei
len hoe de streek over de zoetwater-
aanvoer denkt. Nu blijkt, dat er een
breed draagvlak bestaat. Het water
schap Noord en Zuid-Beveland, dat
uiteindelijk beslist of het zoetwater-
projekt zal doorgaan, zal een be
langrijk gewicht toekennen aan de
uitslag van de meningspeiling. Ook
naar de subsidiegevers toe is het
van belang, dat er nu een duidelijk
signaal ligt, dat de streek graag zoet
water wil.
Aan alle grondgebruikers en eigena
ren in het betreffende gebied is ge
vraagd hun mening kenbaar te
maken of zij bereid zijn f 90,— te
betalen voor de beschikbaarheid
van zoet water uit het Zoommeer.
Het gebied, dat binnen het plan valt,
is ongeveer 1000 ha groot. De
respons op de enquête was goed.
Meer dan 900 ha heeft zijn mening
kenbaar gemaakt. Wordt het deel
van de geënquêteerden, dat zich
neutraal heeft opgesteld (niet voor
en niet tegen) buiten beschouwing
gelaten, dan blijkt 2/3 deel voor de
aanvoer van zoet water voor de ge
noemde prijs te zijn. Dit geldt zowel
voor het aantal stemgerechtigden
als voor de oppervlakte grond, die
wordt vertegenwoordigd.
Zeer tevreden
ZLM-voorzitter Van der Maas die
zich van begin af aan zeer direkt
heeft ingezet om het projekt gereali
seerd te krijgen, is zeer tevreden
over de uitslag. "Je mag stellen, dat
de streek zich in ruime meerderheid
positief opstelt ten opzichte van
zoet water. Wij hebben in de voor
lichtingsbijeenkomsten steeds be
toogd, dat de extra kosten in de
toekomst ruimschoots goed ge
maakt kunnen worden door de ex
tra opbrengsten. De boeren in het
gebied zijn voor het overgrote deel
deze mening ook toegedaan. Er
kunnen straks teelten in het bouw
plan worden opgenomen, die nu
nog niet mogelijk zijn," zo zegt Van
der Maas. Zoet water is van cruciaal
belang voor de toekomst van de
plantaardige produktiesektor in
Zuidwest Nederland.
De ZLM-voorzitter zegt niet alleen
blij te zijn voor de boeren in het ge
bied zelf. "Realisatie van dit projekt
betekent, dat ook gewaarborgd is,
dat het Zoommeer zoet blijft. Op de
langere termijn kan dit nog wel eens
van groot belang zijn voor de agrari
sche sektor in andere delen van
Zeeland, het is niet denkbeeldig, dat
er in de toekomst meer gebruik van
het Zoommeerwater zal worden ge
maakt door de land- en tuinbouw."
Dit is echter nog wat verder weg. In
eerste instantie zullen de beoogde
subsidiegevers moeten aangeven
hoeveel financiële middelen zij be
reid zijn voor dit projekt vrij te ma
ken. Pas als dat bekend is, zal de
algemene vergadering van het Wa
terschap definitief kunnen beslissen
of het projekt doorgaat en tegen
welke kostprijs. Van der Maas zegt
hierover optimistisch te zijn: "Er ligt
een duidelijke uitspraak van de
streek; van de subsidiegevers kan
nu met recht worden gevraagd zich
konstruktief en royaal op te stellen."
Beregende pruimebloesems onder de ijspegels (foto Anton Dingemanse).
Het Nederlandse aardappelbe
drijfsleven wil de milieubelasting bij
de aardappelteelt nu zelf stapsge
wijs gaan terugdringen. Woensdag
24 april presenteerde voorzitter drs.
J. Kienhuis van het Produktschap
voor Aardappelen namens teelt,
handel en industrie het 'Milieu
actieplan aardappelen' aan staats-
secreatris drs. J.D. Gabor. De aard
appelsector wil met dit totaalplan
een concreet, praktisch uitvoerbaar
alternatief bieden voor de aanpak in
het Meerjarenplan Gewasbe
scherming.
Het Milieu Actieplan Aardappelen is
een bundeling van alle voorgeno
men, in beproeving zijnde of inmid
dels lopende activiteiten ter
vermindering van het gebruik van
milieukritische stoffen bij de teelt.
Gestreefd wordt naar een halvering
van het gebruik in de komende vijf
a tien jaar. Dit streven is overigens
gelijk aan de doelstelling van de
overheid. In totaal gaat het in het
milieu-actieplan om een zestig in
middels ter hand genomen of lopen
de concrete zaken. Deze liggen
onder meer op het gebied van meer
verfijnde teeltmethoden, andere
onkruid- en ziekte bestrijding, ande
re vormen van loofdoding, andere
bewaarmethoden, onderzoek en
voorlichting. Een stuurgroep uit de
sector treedt daarbij op als initiator,
stimulator en coördinator.
Twijfels
In feite onderschrijft het bedrijfsle
ven met dit milieu-actieplan de
doelstellingen van de overheid, zo
als die zijn neergelegd in het Meerja
renplan Gewasbescherming
(MJPG). Het aardappelbedrijfsleven
betwijfelt echter of het pakket voor
gestelde overheidsmaatregelen, dat
deels op verboden is gebasseerd,
wel het gewenste resultaat zal ople
veren. De sector vindt bovendien
dat het MJPG niet voldoende in
speelt op de bereidheid van de ruim
15.000 aardappeltelers om in hun
bedrijfsvoering om te schakelen op
meer milieuvriendelijker teelten. De
aardappelsector is van mening dat
het MJPG daardoor te weinig posi
tieve stimulansen geeft aan de be
trokken ondernemers.
De sector is al geruime tijd bezig
met activiteiten ter vermindering
van de milieubelasting. Daarmee
onderkent zij haar eigen verant
woordelijkheid op de weg naar mi
lieuvriendelijker teelt. Alleen zo kan
voldoende draagvlak in de sector
worden gecreëerd om de maat
schappelijk gewenste trendbreuk te
realiseren, aldus de sector. Zij vindt
het dan ook jammer dat aan de ei
gen initiatieven van het bedrijfsleven
in het MJPG geen aandacht is
besteed.