Bel de DLV voor een
bemestingsadvies mais
OLY
Voeding melkvee in het weideseizoen
Kwaliteit van gekakel
n
Onderlinge vergelijking van
bedrijfssystemen varkenshouderij
Milieudoorlichting
zuivelindustrie
De DLV-teams Rundveehouderij en
Akkerbouw in Zuid-Nederland stel
len iedere maisteler in de gelegen
heid om nu telefonisch advies te
vragen over de bemesting van de
mais.
De laatste jaren is de opbrengstprijs
van de mais sterk gedaald. Daarom
is het zaak om de kunstmestkosten
zo laag mogelijk te houden. Hier
komt bij dat de kwaliteit en de be
nutting van de organische mest
steeds verder stijgt. De kunst-
mestaanvulling kan vaak minder, zo
wel fosfaat als stikstof. Minder
kunststof is goed voor de porte-
monnaie en het milieu wordt minder
belast.
Hoe werkt deze telefonische advies
service?
U verzamelt vooraf de benodigde
De kwaliteit en benutting van de organische mest stijgt steeds verder
(foto APS/Eric Vegter).
perceel- en bemestingsgegevens en
u noteert deze op bijgaand
overzicht.
Perceelnummer/naam
Grondsoort
Fosfaattoestand: wat is het Pw-getal?
Kalitoestand: wat is het K-getal?
Groenbemester? Ja/Nee
Advies gewenst voor mais:
in continuteelt of
in vruchtwisseling
Rundveemest: aantal m3 maand van aanwending
Varkensmest: aantal m3 maand van aanwending
Anders:
Advies: rijen bemesting
Advies: breedwerpig
1
N - P - K
N - P - K
Als u dit ingevuld heeft, belt u met
uw eigen DLV-team. U krijgt dan
meteen een bemestingsadvies of u
wordt zeer spoedig teruggebeld.
Het Bemestings Advies Mais
(B.A.M.) van de DLV is kosten- en
milieubesparend. Maak er gebruik
van!
DLV-teams Rundveehouderij Zuid-
Nederland:
Breda: 076 - 203190
Boxtel: 04116 - 76860
Uden: 04132 - 53030
Horst: 04709 - 4400
DLV-team Akkerbouw
Zuid-Oost-Nederland:
Horst: 04709 - 2121
De systemen van aanbindboxen en
van groepshuisvesting vallen nade
lig uit in de vergelijking met het
systeem van voerligboxen. Dat blijkt
uit een onderzoek dat in de periode
1987-1990 is uitgevoerd op het
Proefstation voor de Varkenshoude
rij te Rosmalen.
De systemen onderscheiden zich
vooral door de huisvesting en ver
zorging v in de stal voor dragende
zeugen. Voor het beoordelen van de
drie systemen zijn waarnemingen
gedaan naar abnormaal gedrag, ge
zondheid, technisch resultaat, be
drijfsvoering,
arbeidsomstandigheden en investe
ringskosten.
De belangrijkste gezondheidsproble
men hebben betrekking op klauw-
beschadigingen. Klauwafwijkingen
bij de zeugen namen tijdens de
Het ministerie van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij, de Koninklij
ke Nederlandse Zuivelbond (FNZ) en
de Vereniging voor Zuivelindustrie
en Melkhygiëne (VVZM) zijn over
eengekomen op korte termijn een
strategische milieudoorlichting van
de zuivelindustrie te laten uitvoeren.
Het doel is om méér inzicht te krij
gen in de knelpunten, die voor de
zuivelindustrie kunnen optreden bij
het realiseren van de milieudoelstel
lingen van het Nationaal Milieube
leidsplan (NMP, NMP De studie
omvat zowel technologische als fi-
nancieel/ekonomische aspekten van
toekomstige milieumaatregelen in
de zuivelsektor. Ook de reeds ver
richte milieu-inspanningen zullen in
kaart gebracht worden.
Het projekt zal in april van start
gaan en nog deze zomer met een
rapportage worden afgesloten.
dracht vooral in het groepshuis-
vestingssysteem toe. De technische
resultaten in de bedrijfssystemen
aanbindbox en groepshuisvesting
bleven achter bij die van het voerlig-
boxsysteem. Zowel de hoeveelheid
werk als de beheersbaarheid in het
onderzochte groepshuisvestings-
systeem vallen nadelig uit ten op
zichte van het voerligboxsysteem.
Exemplaren van dit proefverslag
kunnen worden verkregen door
f 7,50 per verslag over te maken op
postgirorekeningnummer 51.73.462
ten name van het Proefstation voor
de Varkenshouderij te Rosmalen,
onder vermelding van Proefverslag
1.61.
Wat is de kwaliteit van het 'ge
kakel' over kwaliteit. Die vraag
schoot mij door het hoofd bij het
lezen van een bericht in de pers
dat 's lands grootste grutter, die
op de kleintjes blijft letten,
besloten heeft geen Nederlandse
koeien meer te kopen. Die kun
nen zijn consumenten niet de
kwaliteit leveren die hij wenst.
Hij zou overschakelen op stieren
en rundvee, afkomstig uit de
glooiende groene heuvels van
het Ierse landschap. De beesten
die dat 'malse' gras hebben ge
geten, zijn veel beter van kwali
teit. Einde bericht.
Nu heb ik er niets op tegen dat
iemand op zijn manier reclame
maakt voor zijn produkten om
daarmee kopers naar de zaak te
trekken. Maar het wordt wat an
ders wanneer daarmee de waar
heid geweld aan wordt gedaan.
Normen
Want als ik lees dat het 'malse
gras' in Ierland de oorzaak is van
de goede kwaliteit, dan weet ik -
net als iedere insider - dat de Ier
se veehouder de natuur regelma
tig en graag een handje helpt.
Dat heeft ook in de kranten
gestaan. En natuurlijk is het zo
dat wanneer onze klanten
schoon vlees wensen, wij dat
ook moeten leveren. De klant is
gelukkig nog steeds koning.
Het stuit mij tegen de borst dat
de Nederlandse veehouder een
veeg uit de pan krijgt omdat hij
geen kwaliteit zou willen leveren.
In hetzelfde artikel over kwaliteit
wordt dan vervolgens aangekon
digd dat men vlees gaat kopen
dat geproduceerd wordt onder
kwaliteitsnormen die in de hele
EG niet eens zijn toegestaan!
Dus ook niet in Ierland. Gaat het
in zo'n verhaal nu echt om de
kwaliteit van het produkt of is de
grootgrutter toch meer gebaat
bij de kwantiteit van de omzet?
Een positiever geluid kan ik laten
horen uit de vleeskalverensector.
Na het vorige 'gehannes' over
onderlinge kwaliteitscontrole
(lees: toedienen van groeibevor
deraars), is de sector erin
geslaagd een Stichting Kwali
teitscontrole Vleeskalveren
(SKV) op te zetten. Deze opzet is
aanmerkelijk beter georgani
seerd. De bevoegdheden en de
sancties zijn duidelijk omschre
ven en het overgrote deel van de
sector wil zijn medewerking hier
aan verlenen. Is het nu uitgeslo
ten dat er nog wat door de
mazen van het net glipt? Nee, en
dat zal ook nooit gebeuren. Er
zijn nu eenmaal figuren die zeer
'creatief' denken en handelen.
Toch ben ik blij met dit initiatief.
De sector kreeg vaak ten on
rechte negatieve publiciteit over
het gebruik van zogenaamde
groeibevorderaars. Ook de eind
rapportage over de Integratie
Keten Beheersing geeft een goe
de aanzet in de richting waarin
we nu met zijn allen verder moe
ten en kunnen werken. Een ko
per heeft op de westerse markt
nu eenmaal meer te vertellen
dan de verkoper.
Afgrond
Toch heb ik ergens een beetje
angst voor de gevolgen hiervan
voor de sector. Ik herinner mij
nog al te goed dat het gebruik
van natuurlijke hormonen in Ne
derland was afgeschaft, maar
dat de rest van de EG nog vier of
vijf jaar doorging. Het bracht de
sector op de rand van de af
grond. De financiële resultaten
van de sector zijn de afgelopen
tijd niet van dien aard geweest,
dat er een behoorlijke buffer is
gevormd voor een grote tegen
slag. Als de consument dus
schoon vlees van hoge kwaliteit
vraagt, dan zal de Nederlandse
vleeskalverenhouder beloond
moeten worden. Zijn produkt is
tenslotte gecontroleerd en gega
randeerd schoon en van hoge
kwaliteit.
Wat gebeurt er als de buurlan
den op oude voet verder gaan?
Het kalf brengt hetzelfde of meer
op. Het Nederlandse streven
naar kwaliteit betekent een ne
gatieve concurrentiepositie ten
opzichte van het buitenland, van
honderd tot honderdvijftig gul
den per kalf. Zegt u nu eens eer
lijk: bent u daar dan wel
helemaal gerust op?
Henk Torsius
voorzitter afdeling
veredelingsiandbouw KNLC
Het melkvee wordt onderverdeeld in
drie groepen, te weten: de melkpro-
ducerende koeien, de droogstaande
koeien en het jongvee. Het zomer-
rantsoen voor de melkgevende die
ren verschilt op veel
rundveebedrijven sterk met het win-
terrantsoen. Dit is voor de herkau
wende koe meestal geen probleem
indien de rantsoenwisseling maar
geleidelijk plaatsvindt. Het bacterie
leven in de pens heeft namelijk 14
dagen nodig om zich aan te passen
aan een ander rantsoen voordat het
optimaal kan funktioneren.
Bijvoorbeeld plotselinge overschake
ling van snijmais naar gras of veel
krachtvoer naar weinig krachtvoer
kan voor de koe een groot gevaar
opleveren. De pensbacteriën kun
nen het aangeboden voedsel niet
goed verwerken met als gevolg dat
het voedsel onvoldoende wordt af
gebroken of dat er giftige produkten
gevormd worden.
De eerste verschijnselen zijn dan
een koe, die dun is (niet goed opge
geten) met diarree. Het volgende
verschijnsel is meestal te weinig
melk, maar vaker lagere gehalten
vet en eiwit in de melk (zie
melkkontrole-uitslag). Met alleen
gras voor de melkkoe is het niet
goed mogelijk hoge melkprodukties
te halen, maar ook de laagproduk-
tieve koeien hebben meestal aanvul-
Stichting Gezondheidsdienst
voor dieren in Noord-Brabant
lende produkten nodig. Op de eerste
plaats is er struktuur in het rantsoen
nodig om te kunnen herkauwen.
Jong gras wat snel gegroeid is, be
vat te weinig struktuur. Ook de te-
traploïde grassen bevatten weinig
struktuur. Tevens kan het voorjaars
gras veel suiker bevatten waardoor
er in de pens, bij uitsluitend gras
voeding, verzuring met gasvorming
kan optreden. Met bijvoeding van
snijmais of stengelig ruwvoer (hooi,
stro, oude voordroog) is dit te voor
komen. Op de meeste bedrijven in
Zuid-Nederland is het mogelijk snij
mais in het zomerrantsoen op te ne
men. Snijmais bevat gemakkelijk
afbreekbaar zetmeel en weinig ei
wit, het gras bestaat vooral uit
moeilijk afbreekbaar zetmeel en veel
eiwit. Wanneer gras en snijmais ge
mengd gevoerd worden ontstaat er
een evenwichtig rantsoen met wei
nig risiko voor voedingsstoornissen.
In de zomer kan dit door de koeien
dag en nacht te weiden en 2x
daags (bijvoorbeeld na het melken)
snijmais te voeren aan het voerhek.
Eventueel overdag weiden en 's
nachts gras bijvoederen.
Uit proeven op bedrijven blijkt, dat
bij gemengd gras en snijmais voeren
het eiwit in de melk 0,1 tot 0,2%
kan toenemen. Ook is door de bij-
voedering van andere ruwvoerpro-
dukten naast gras de eiwitbenutting
uit het gras door de koe beter. Bij al
leen grasvoedering (ook
droogstaande dieren) kan de mag
nesiumvoorziening voor de koe on
voldoende zijn. De laagproduktieve
dieren hebben vaak geen krachtvoer
nodig, maar juist wel mineralen
(vooral op zandgrond). Dit kan door
dagelijks mineralen aan het voerhek
te voederen of door mineralenbrok
aan deze dieren te verstrekken.
Verder is belangrijk, dat het kracht
voer voor de hoogproduktieve koei
en veel langzaam afbreekbaar
zetmeel bevat. De veehouder zal er
voor moeten waken, dat de koeien
in het 2e deel van de laktatie niet
gaan vervetten. Juist voor de droge
koeien in de zomer ontstaan er dan
problemen. De grasweiden zijn der
mate goed en de koeien kunnen zo
veel gras verwerken, dat ze in de
droogstand toch te veel energie op
nemen. Ook zijn er in het weidesei
zoen voor de droge koeien en het
drachtige jongvee vaak te weinig
mineralen in het gras (vooral op
zandgronden, maar ook op klei en
veengronden). Om vervetting van
de droge koeien en hoogdrachtige
vaarzen te voorkomen, is het vaak
het beste deze dieren op stal te hou
den en, dat is heel belangrijk, be
perkt te voeren.
Met graszaadhooi of stro als aanvul
ling kunnen ze zich dan toch vol
eten. Juist deze groep dieren heeft
dagelijks een aanvulling nodig met
droogstandsmineralen. Dit zijn de
dieren die na het afkalven top
prestaties moeten leveren en dat
kan alleen als ze een gezonde
droogstand hebben gehad. Eén a
twee weken voor het afkalven kun
nen de droge koeien en vaarzen be
perkt hetzelfde ruwvoer krijgen als
de melkkoeien. Dan kan de koe met
haar pensbacteriën zich klaarmaken
voor de marathon van 305 dagen
melk produceren.
Officiële ramingen voor het
groentenareaal in Spanje geven aan
dat het areaal tomaten in het be
langrijkste produktiegebied Almeria,
waarvan de oogst in de maanden ja
nuari tot mei valt, toegenomen is.
Volgens deze raming zou het areaal
toegenomen zijn van 400 naar
2.500 ha. Het gevolg wordt door de
exportontwikkeling bevestigd; met
56.200 ton exporteerde Spanje, tot
en met week 11, 34% meer toma
ten naar de overige EG-landen dan
vorig jaar.