Veel te weinig geld
voor akkerbouwplannen
"We kunnen niet wachten op maatregelen in EG-verband"
Klas tussen de koeien
3.2 L i F) - C
s^/°OELBV>^'
zuidelijke landbouw maatschappij
Pag. 3 Gelegenheidswerk duurder
Pag. 4 Geld en goed
Pag. 5 Geen overeenstemming in Brussel
Pag. 6 Landinrichting West Zeeuws Vlaanderen
Pag. 7 Brabantse lokaties windmolens
Pag. 8 Jaarvergadering NOP Zeeland
Pag. 9 Bietenprijs geen 120 gulden
Pag. 10 Informatiedagen Cebeco Zuidwest
Pag. 11 Algemene vergadering CZAV
Pag. 12 Afscheid directeur Groene School
Pag. 13 Nieuw kantoor Accountantsunie ZLM
Pag. 14 Nieuwe looncijfers
Pag. 17 Nieuwsbrief voor schapenhouders
"Bietenprijs van f 120,
een wensdroom"
Mestverwerking in
Eersel definitief
Minister Bukman
reageert op brief ZLM
mm
VRIJDAG 25 JANUARI 1991
79e JAARGANG NO. 4055
land- en
tuinbouwblad
Herstructurering lijkt mislukking te worden
De herstructurering van de akkerbouw in Nederland dreigt ernstig
in de knel te komen nu er voor uitvoering van de ingediende projec
ten maar 60 miljoen over een periode van vier jaar beschikbaar blijkt
te zijn. Het overgrote deel van de plannen lijk daardoor voor niets
te zijn gemaakt. Alleen de zuidwestelijke commissie heeft al voor
112 miljoen gulden projekten ingediend. De commissie had reeds op
voorhand prioriteiten gesteld, die bij elkaar 65 miljoen gulden zou
den kosten.
Vorig jaar heeft de regering zoals
bekend voor de periode tot en met
1994 450 miljoen beschikbaar
gesteld voor akkerbouwmaatrege-
len. Daarvan blijkt echter een aan
zienlijk deel voor regelingen te
worden besteed, die met herstruc
turering weinig of niets te maken
hebben. De grootste slokop is de
braakregeling. Hiervoor is nu al 27
miljoen gulden per jaar nodig, welk
bedrag nog wel kan oplopen tot 37
miljoen. Verder worden uit de akker
bouw de beëindigingsregeling en de
inkomenssteunregeling betaald. Vol
gens gegevens van het Landbouw
schap resteert dan nog 60 miljoen
voor de regionale herstructurering.
In totaal is voor 580 miljoen gulden
projecten ingediend, waarvoor een
bijdrage van f 320 miljoen van het
rijk wordt gevraagd.
Noodklok
ZLM-voorzitter H.C. van der Maas
heeft intussen de noodklok geluid
voer de financiële perikelen rond de
herstructurering. Hij was voorzitter
van de zuidwestelijke herstructure
ringscommissie (Zeeland, Brabant
en Zuid-Holland). Van der Maas
heeft zowel in de Landelijke Raad
voor de Bedrijfsontwikkeling als in
een persoonlijk gesprek met Land
bouwschapsvoorzitter J. Mares zijn
ongenoegen tot uitdrukking ge
bracht. "Wat ik onder de kop
"Fopspeen" in het ZLM blad van 25
mei 1990 schreef, is helaas uitgeko
men. De minister maakte goede sier
met toezeggingen aan de akker
bouw, maar in werkelijkheid komt er
bijna niets van terecht. We hadden
gerekend op 200 miljoen. Met dat
bedrag voor ogen hebben wij in het
zuidwesten 65 miljoen geclaimd".
"Ik had al van begin af aan weinig
vertrouwen in de toezegging van de
toenmalige minister en ik heb dat
ook nadrukkelijk gezegd en geschre
ven. Toch heb ik en met mij veel an
deren veel werk verzet om goede en
perspectief biedende plannen op te
stellen. Het is buitengewoon fruste-
rend te moeten vaststellen dat het
bijna allemaal voor niets is
geweest"
Meer geld
Volgens de algemeen voorzitter van
de ZLM moet er meer geld voor re
gionale akkerbouwplannen op tafel
komen, als dat niet mogelijk blijkt
moeten er binnen het akkerbouw
fonds van de overheid verschuivin
gen plaatsvinden. Dat komt er op
neer dat er voor braaklegging, be
ëindiging en inkomenssteun minder
geld beschikbaar komt. Van der
Maas verbindt hieraan de voorwaar
de dat er niet getornd wordt aan be
staande rechten en toezeggingen.
Ook het Landbouwschap pleit voor
verschuivingen binnen het totale
budget van 450 miljoen. Het wijst
er op dat voor bedrijfsbeëindiging
nog maar 37 aanvragen zijn inge
diend tot een totaalbedrag van 6
miljoen gulden, terwijl 36 miljoen is
uitgetrokken. Wat betreft de veel
geld kostende braakregeling zegt
het Landbouwschap dat moet wor
den nagegaan op welke wijze en in
welke omvang deze regeling in an
dere lidstaten van de EG wordt toe
gepast.
De Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw probeert met het projekt "Klas tussen de koeien"
bij kinderen van 10-12 jaar belangstelling te wekken voor de activiteiten op een melkveehouderijbe
drijf. Tijdens een bezoek aan een melkveehouderij krijgen de leerlingen veel informatie over het rei
len en zeilen van het bedrijf. Hiermee wordt later op school verder gewerkt in de vorm van vragen
en opdrachten. Informatie over het projekt is in Zeeland verkrijgbaar bij de ZLM en in Noord-Brabant
bij de NCB.
Een prijs van 120 gulden voor een
ton quotumbieten oogst 1990 is
een te optimistische verwachting.
Dit zei directeur F.J. Olieman van
CSM-Suiker tijdens de algemene
vergadering van de bietentelersvere-
niging 'Zeeland' in Koudekerke, af
gelopen dinsdag. Hij temperde
daarmee de enigszins "hoopvolle"
voorspelling die Aike Maarsingh een
week eerder tijdens een gelijksoorti
ge vergadering in 's Heerenhoek
had gedaan.
Het verschil tussen beide prijsver-
wachtingen ligt besloten in de ver
wachting wat de meerjarentoeslag
gaat doen. Deze zal lager worden
dan vorig jaar. Volgens Maarsingh
hoeft dit nog niet te betekenen dat
de bietenprijs veel lager wordt dan
vorig jaar, omdat de eenjarige BMS-
prijs iets hoger wordt dan vorig jaar.
Olieman vindt het echter nog te
vroeg om uitspraken te doen over
de uiteindelijke bietenprijs. (zie ver
der pag. 9).
Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant hebben na heroverweging
toch besloten de lokatie Eersel als
mestverwerkingslokatie in de Kem
pen te handhaven. De gemeente
Zeeland werd al eerder aangewe
zen. De verwachting is, dat het aan
tal nu gekozen lokaties in de
toekomst niet voldoende zal zijn om
de te verwachten mestoverschotten
te verwerken.
De belasting van het milieu als ge
volg van de aanwendingen van
mest en het gebruik van gewasbe
schermingsmiddelen is in Nederland
dermate groot dat het niet verant
woord is te wachten op maatrege
len in EG-verband. Dit schrijft
minister Bukman van Landbouw en
Natuurbeheer in een brief aan de
ZLM. Hij reageert hiermee op een
brief die de ZLM aan hem heeft ver
stuurd naar aanleiding van een uit
spraak van de Ledenraad in oktober
1990.
Volgens de minister, die mede
schrijft namens zijn ambtgenoot
van Milieubeheer, maakt de urgentie
van de problematiek maatregelen in
nationaal verband noodzakelijk. Hij
schrijft dat de Nederlandse land- en
tuinbouw in vergelijking met andere
lidstaten een toppositie inneemt
wat betreft de aanwending van
mest en gewasbeschermingsmidde
len. "Dat neemt overigens niet weg
dat onze inspanningen erop gericht
blijven ook in internationale kaders
te bewerkstelligen dat maatregelen
ter bescherming van het milieu wor
den genomen", aldus de minister.
In de brief die de ZLM in oktober
1990 aan o.m. het ministerie van
Landbouw heeft verstuurd wordt de
ongerustheid verwoord die de Le
denraad van de ZLM heeft over de
door de Nederlandse overheid aan
gekondigde maatregelen met be
trekking tot onder meer het
mestbeleid en het gebruik van ge
wasbeschermingsmiddelen. De
ZLM geeft aan dat deze maatrege
len voor de praktijk van de land- en
tuinbouw onhaalbaar en onbetaal
baar zijn, en dat Nederland boven
dien met deze maatregelen zo ver
voorop loopt, dat Europees gezien
de Nederlandse boer en tuinder in
een onmogelijke konkurrentiepositie
komt. Ook stelt de ZLM dat het de
verantwoordelijkheid van de over
heid is om in overleg met het be
drijfsleven maatregelen te
formuleren die voldoende draagvlak
hebben, hetgeen nu niet het geval
is.
De minister stelt in zijn brief, dat bij
de nationale aanpak steeds een
zorgvuldige afweging plaatsvindt
tussen de belangen van de land- en
tuinbouw en van het ons omringen
de milieu. Hierdoor en ook door het
overleg met het georganiseerde
landbouwbedrijfsleven over voorge
nomen beleid wordt gestreefd naar
maatregelen die technisch en eko-
nomisch inpasbaar zijn op de bedrij
ven. "Op deze wijze hopen wij een
breed draagvlak te verkrijgen voor
ons beleid", zo schrijft minister
Bukman.