Bezwaren tegen nieuwe
indeling agrarisch gebied
Pachtersregistratie rvk St. Philipsland
Ter inzagelegging ontwerp
van eigenaren
lijst
Adviseur pachtersbond bekritiseert
voorgestelde pachtwetwijzigingen
Ruilverkaveling St. Philipsland
in ontwerp vastgesteld
Landbouwschap:
Graszaad grootste
zaaizaadteelt
Ruilverkaveling Sint Philipsland
Dit beleid
is roekeloos
Volgens het Landbouwschap kan "4e nota extra" ertoe leiden dat de over
heid bepaalt waar zich welke vorm van landbouw mag ontwikkelen. Het
schap heeft hier grote problemen mee.
Het Landbouwschap vreest dat de
vierde nota ruimtelijke ordening ex
tra verstrekkende gevolgen kan heb
ben voor de bewegingsvrijheid van
de land- en tuinbouw. De nota ver
deelt het agrarisch gebied in delen,
waar grondgebonden landbouw
plaats zou moeten vinden en waar
bij voorkeur intensieve sectoren zich
kunnen ontwikkelen, zoals de
glastuinbouw, de boomteelt, de
bloembollenteelt en de intensieve
veehouderij. Dit zou volgens het
Landbouwschap ertoe kunnen lei
den dat de overheid bepaalt waar
zich welke vorm van landbouw mag
ontwikkelen. Dat zou boer en tuin
der belemmeren om in te spelen op
nieuwe ontwikkelingen in onder
meer het milieubeleid en het EG-
beleid.
Het schap heeft ook grote proble
men met het feit dat in grote gebie
den de landbouw ondergeschikt
wordt gemaakt aan de natuur. Deze
gebieden komen bovendien niet
overeen met de Ecologische Hoofd
structuur uit het Natuurbeleidsplan:
een keten van natuurgebieden die
met elkaar in verband staan. Dat be
tekent dat de landbouw nog eens een
extra grond zou moeten afstaan
voor de natuur.
Maakbaarheid
De Vierde nota-extra gaat ten on
rechte uit van de 'maakbaarheid'
van de samenleving, vindt het Land
bouwschap. De laatste tientallen ja
ren hebben te zien gegeven dat ont
wikkelingen niet echt door het ruim
telijk beleid te sturen zijn. Het is niet
duidelijk hoe de overheid dat nu wel
denkt te kunnen. De nota zegt in
sommige gebieden te streven naar
'een verbrede plattelandseconomie',
maar geeft daarvoor geen duidelijke
voorstellen. Doordat de landbouw
in die gebieden amper mogelijkhe
den krijgt om zich te ontwikkelen, is
er eerder sprake van een uitholling
dan een verbreding van de econo
mie, aldus het Landbouwschap.
Het beleid voor verstedelijking vindt
het schap wel juist. Als er in en rond
de steden compact wordt gebouwd,
blijft in het agrarische gebied de ver
snippering en doorsnijding beperkt.
Grote moeite heeft het Landbouw
schap echter met de ernstige aanslag
op glastuinbouwgebieden. Als hier
uiteindelijk toch wordt gekozen
voor woningbouw, moeten er nieu
we locaties komen in of rond de be
staande tuinbouwcentra.
Graszaad is de belangrijkste zaai
zaadteelt in Nederland. De recente
toename van het areaal tot ruim
25.000 ha komt enerzijds door het
relatief gunstige saldo in vergelijking
met andere akkerbouwgewassen. An
derzijds is graszaadteelt erg gunstig
in het bouwplan. Het bevordert de
bodemvruchtbaarheid, verbetert de
bodemstructuur en dringt grondge
bonden ziekten en onkruiden terug.
Graszaad is zowel van groot belang
voor binnenlands gebruik als voor de
export. In Nederland wordt jaarlijks
circa 150.000 ha grasland ingezaaid
met zaad van hoogkwalitatieve ras
sen van voornamelijk Engels raai-
gras. Graszaad wordt ook ingezaaid
voor groenbemesting, rijpaden in
boomgaarden, braaklegging en bui
ten de landbouw voor gazons, sport
velden, wegbermen, etcetera. Bij al
deze gebruiksbestemmingen zijn ver
schillende eigenschappen belangrijk,
zoals ziekteresistenties, standvastig
heid en hoge droge-stofopbrengst
voor graslanden, betredingsresisten-
tie voor sportvelden en kleur voor
gazons.
De landinrichtingscommissie voor
de ruilverkaveling 'St. Philipsland'
maakt bekend dat pachters, die wen
sen deel te nemen aan de stemming
over deze ruilverkaveling, gedurende
één maand na 3 december 1990 dus
tot en met 2 januari 1991 een ver
zoek tot registratie kunnen indienen
bij de Landinrichtingscommissie
voornoemd, p/a Postbus 6, 4460
AA Goes. Telefonische inlichtingen
kunnen worden ingewonnen bij het
Kadaster te Middelburg, de heer B.
Kok (01180-37200).
Inzending van de pachtovereen-
De Centrale Landinrichtingscom
missie heeft in haar vergadering van
27 september jl. het Landinrich
tingsplan voor de ruilverkaveling
'Sint Philipsland' in ontwerp vast
gesteld. Een gedetailleerde kaart met
de grenzen van het in te richten ge
bied kan worden ingezien op het
kantoor van de Landinrichtings-
dienst, Westsingel 58 te Goes.
De landinrichtingscommissie voor
de ruilverkaveling St. Philipsland
deelt mede, dat in verband met de te
houden stemming gedurende één
maand, dus van 3 december 1990 tot
en met 2 januari 1991 ter provinciale
griffie van de provincie Zeeland en
ter secretarie van de gemeente St.
Philipsland op werkdagen, behalve
op zaterdagen, tijdens kantooruren
voor een ieder ter inzage ligt het ont
werp van de lijst van degenen, die bij
het Kadaster als eigenaren bekend
staan in het gebied van voornoemde
ruilverkaveling (ontwerplijst van
eigenaren).
Uiterlijk 14 dagen na de laatste dag,
waarop het ontwerp van de lijst van
eigenaren ter inzage heeft gelegen
(dus tot en met 16 januari 1991) kan
iedere belanghebbende zijn bezwa
ren schriftelijk bij de Landinrich-
tinscommissie indienen (adres Land
inrichtingscommissie St. Philips-
komst geldt als een verzoek tot regi
stratie. Het landinrichtingsgebied in
voorbereiding, waarvoor de pach
tersregistratie zal plaatsvinden, om
vat het volgende gebied: gemeente
St. Philipsland met uitzondering van
de dorpskern en buitendijkse gron
den. Kaarten waarop de begrenzing
nauwkeurig is aangegeven en welke
voorzien zijn van de kadastrale aan
duidingen, liggen vanaf heden ter in
zage op de navolgende adressen:
Provinciale Griffie Middelburg, St.
Pieterstraat 52, gemeentesecretarie
St. Philipsland, Kerkring 1 te St.
Philipsland. Mondelinge inlichtin
gen met betrekking tot deze registra
tie kunnen worden verkregen op het
gemeentehuis te St. Philipsland en
wel op donderdag 13 en vrijdag 14
december van 09.30 uur tot 12.00
uur en van 13.CO uur tot 16.00 uur.
Ingevolge artikel 54, iweede lid
komt voor registratie slechts in aan
merking de pachter:
a. van onroerende goederen, gele
gen binnen de begrenzing van het
gebied, zoals aangegeven op de
bovengenoemde kaarten;
b. wiens schriftelijke pachtovereen
komst, welke zonodig de goed
keuring van de grondkamer heeft
verkregen, geldt voor tenminste
de wettelijke duur dan wel is aan
gegaan voor een kortere duur,
doch nadien voor zes jaren is
verlengd.
Indien de pachter niet aan de boven
genoemde voorwaarden voldoet,
wordt hem medegedeeld dat hij niet
in aanmerking komt voor registra
tie. Voldoet de pachter wel aan de
genoemde voorwaarden, dan be
schrijft de landinrichtingscommissie
de kadastrale aanduiding en de ka
dastrale grootte van het gepachte en
vermeldt de oppervlakte, waarvoor
de pachter stemgerechtigd is.
Per aangetekende brief worden be
kende partijen bij de pachtovereen
komst in kennis gesteld van het ver
zoek tot registratie, onder vermel
ding van de kadastrale kenmerken,
de grootte van het gepachte alsmede
van de oppervlakte waarvoor de
pachter stemgerechtigd is. Hierbij
wordt vermeld dat en op welke wijze
bij de Landinrichtingscommissie be
zwaar kan worden gemaakt. Vervol
gens beslist de Landinrichtingscom
missie of al dan niet tot registratie
wordt overgegaan en stelt zij partij
en in kennis van haar beslissing.
Daarbij wordt tevens medegedeeld
in welke gevallen deze beslissing aan
een uitspraak van de voorzitter van
de Pachtkamer van het Kantonge
recht kan worden onderworpen. De
beslissing van de Landinrichtings
commissie dan wel de beslissing van
de voorzitter van de Pachtkamer
zijn bepalend voor het stemrecht van
de pachter.
land, Postbus 6, 4460 AA Goes). Te
lefonische inlichtingen kunnen wor
den ingewonnen bij het Kadaster te
Middelburg, de heer B. Kok
(01180-37200).
Toelichting
Omdat de beslissing of ruilverkave
ling zal plaatsvinden, wordt geno
men door o.a. degenen die als eige
naren bij het Kadaster bekend staan
is het van belang dat bedoelde lijst
geen onvolkomenheden bevat. De
naam en het adres zoals vermeld op
de enveloppe stemmen overeen met
de vermelding op de ontwerplijst.
De lijst bevat geen oppervlakten. De
lijst is opgemaakt naar de toestand
van 1 oktober 1990. Veranderingen
die daarna bij het Kadaster bekend
worden zullen tot 7 dagen vóór de
stemming in de lijst worden ver
werkt. In de stemmingsoproep
wordt de oppervlakte vermeld.
'De overheid zou een aantal zaken
niet moeten doen omdat ze averechts
werken en ze zou een aantal zaken
wel moeten doen omdat ze in princi
pe goed zijn zoals teeltpacht maar
daarvoor hoeft de Pachtwet niet te
worden gewijzigd'. Dat is kort sa
mengevat de visie van de Amster
damse advokaat mr. Peter A. de
Hoog op de volop in diskussie zijnde
aanpassing van de Pachtwet.
De Hoog die in het agrarisch recht is
gespecialiseerd en adviseur is van de
Bond van Landpachters en Hypo
theek Boeren, stelt vast dat de rege
ring in het kader van de Heroverwe
ging Pachtwetgeving een liberalisatie
van de pachtwet voorstaat ten einde
een teruggang van het pachtareaal
tegen te gaan. De Hoog: 'Dit beleid
dat in feite neerkomt op afschaffing
van de Pachtwet is roekeloos. Er
worden maatregelen voorgesteld
maar er is nog nooit vastgesteld wat
werkelijk de oorzaak is van de te
rugloop'.
De Hoog verwacht dat na invoering
van de regeringsvoorstellen (o.m.
verpachten van los land tot 3 ha en
eenmalige pacht voor 12 jaar zonder
prijstoetsing, koptinuatierecht, enz.)
het pachtareaal eerder af dan toe zal
nemen. De voorstellen van het
Landbouwschap (eenmalige pacht
en teeltpacht beide met Grondka
mertoetsing) zullen deze gevolgen
waarschijnlijk niet hebben maar dit
zal afhankelijk zijn van het goed-
keuringsbeleid van de grondkamers.
De Hoog: 'Dit beleid stoelt evenwel
op normen die door de overheid
worden vastgesteld en de vrees is dan
ook gewettigd dat deze zo ruim zul
len zijn dat de overheid toch haar li-
beraliseringsbeleid door zal kunnen
voeren'.
De pachter zal dan met eenmalige
pacht slechter af zijn en het areaal
zal versneld dalen.
Overbodig voorstel
De Hoog ziet betere mogelijkheden
voor invoering van de teeltpacht
dankzij de voorwaarden die hieraan
worden gesteld. Hij is echter van
mening dat het voorstel van het
Landbouwschap overbodig is omdat
de grondkamer nu al op grond van
bijzondere omstandigheden die te
maken hebben met teeltfrekwentie
en vruchtwisseling goedkeuring aan
teeltpacht kan geven.
Het voorstel van het Landbouw
schap is zelfs gevaarlijk omdat welis
waar de goedkeuring van de grond
kamer nodig is maar dat het juist de
overheid is die de instrukties aan de
grondkamers geeft. Vrees voor ver
lenging is overbodig, ook wanneer
de teelt zich over een langere periode
uitstrekt. Wil men evenwel alle risi
co's uitsluiten dan stelt De Hoog
voor om art. 37 lid 2 van de Pacht
wet aan te passen in die zin dat kan
worden toegevoegd: 'Indien de
grondkamer een pachttermijn van
een jaar of korter dan wel een be
paalde teelt heeft goedgekeurd, dan
kan geen verlening van de pacht
overeenkomst worden verzocht'. De
prijsbeheersing blijft overigens on
verlet, zo benadrukt De Hoog.
De jurist wijst er nog op dat wil men
onderverpachting toestaan dit nu af
hankelijk is van de toestemming van
de verpachter. Hij suggereert bij
weigering van de toestemming van
de verpachter deze toestemming te
vervangen door een machtiging van
de grondkamer. Dat vereist overi
gens wel een kleine aanpassing van
de wet. Daarbij dienen uiteraard de
belangen van beide partijen te zijn
gewaarborgd. De Hoog meent dat
de grondkamer de machtiging moet
verlenen wanneer de landbouwkun
dige belangen van pachter en de on
derpachter worden gediend, de alge
mene landbouwbelangen niet wor
den geschaad en er geen redelijk be
lang is van de verpachter dat zich
daar tegen verzet. De grondkamer
kan aan de machtiging uiteraard
voorwaarden verbinden.
Naïviteit
De Hoog gaat ten slotte in op de
oorzaken van de huidige problema
tiek bij de pacht waarvan naar zijn
mening geenszins vaststaat dat de
pachtdruk de kernoorzaak is. De
pachtdruk is ontstaan door het af
schaffen van de Wet Vervreemding
Landbouwgronden. Gevolg daarvan
is weer geweest een sterke stijging
van de grondprijzen. De Hoog ver
wacht dat het niet langer beheersen
van de pachtprijs in de huidige situa
tie eenzelfde gevolg zal hebben; hoge
pachtprijzen zeker ook gezien de
krapte op de grondmarkt. 'Het ge
tuigt', zo besluit hij, 'op zijn minst
naïviteit om te veronderstellen dat
een dergelijke ontwikkeling zal bij
dragen tot het behoud van het pacht
areaal en de pacht als financierings
instrument voor de landbouw. Al
leen al om deze redenen dienen de
voorstellen van de regering van de
hand te worden gewezen'.
J. Wierenga
Vrijdag 23 november 1990