Meerjarenplan Gewasbescherming
niet uitvoerbaar
Schade door zout water
draagvlak ontbreekt
Special 'Mens en bedrijf'
Zioö
zuidelijke landbouw maatschappij
Landbou wschap:
Inspanning
Zeeland schuift vijf
speerpunten naar voren
ZLM:
VRIJDAG 9 NOVEMBER 1990
78e JAARGANG NO. 4045
land- en
tuinbouwblad
Vorige week donderdag kwam als gevolg van twee doorbraken in een pers kade van Rijkswa
terstaat, ruim 50 ha land in de Yerseke Moer onder zout water te staan. De bewuste kade
omgeeft een depot waarin zand wordt opgespoten ten behoeve van een nieuw weggedeelte.
Het zoute water heeft ernstige schade toegebracht aan de landerijen, vooral aan de fruit-
opstanden. De meeste schade zal pas na verloop van tijd zichtbaar worden. De gedupeerde
boeren en tuinders hebben Rijkswaterstaat aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat de
ze de opdrachtgever is van de werkzaamheden. Op de foto: de plaats van een van de door
braken, waar ook een gat in de weg is geslagen.
Het bestuur van het Landbouwschap wil dat het Meer
jarenplan Gewasbescherming op onderdelen wordt
aangepast. In zijn huidige vorm is het plan niet uitvoer
baar en zal het tal van agrarische ondernemers dwjn-
gen tot beëindiging van het bedrijf, zo concludeerde
het bestuur in zijn vergadering van woensdag 7 no
vember.
Het Landbouwschap is bereid constructief mee te wer
ken, maar heeft kritiek op het voornemen om tal van
voor de gewasbescherming belangrijke stoffen te ver
bieden. Naar de mening van het bestuur heeft en houdt
de land- en tuinbouw behoefte aan een voldoende
breed pakket van bestrijdingsmiddelen. Niet het verbie
den, maar het wegnemen van onbedoelde en onge
wenste neveneffecten moet daarom tot uitgangspunt
van het beleid worden gemaakt. Volgens het Land
bouwschap kan deze beleidsdoelstelling worden ver
wezenlijkt door controleerbare regels en afspraken te
maken over de toepassing en het gebruik van bepaalde
gewasbeschermingsmiddelen. De producenten van- en
de handelaren in deze middelen zijn bereid aan een
dergelijke "kanalisatieregeling" mee te werken.
Uit het meerjarenplan blijkt dat de overheid het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen in 1995 met 35 pro
cent en in het jaar 2000 met 50 procent wil zien terug
gebracht. Het Landbouwschap meent dat de
doelstelling voor 1995 op grond van de huidige inzich
Op de pagina's 11 t/m 16 van dit blad treft U de special
'Mens en bedrijf' aan. Hieraan is medewerking verleend
door S.E.V.-ers en redacteuren van verschillende
K.N.L.C.-maatschappijen. Neem er kennis van en doe er
uw voordeel mee.
Regionale herstructurering akkerbouw
Het landbouwbedrijfsleven in Zeeland schuift vijf speer
punten naar voren die voorrang moeten hebben bij de
toekenning van subsidiegelden in het kader van de regio
nale herstructurering van de akkerbouw. Het gaat daar
bij om zaken die gericht zijn op het stimuleren van arbeids-
en kennisintensieve teelten. Zoals bekend heeft de rege
ring gedurende vijf jaar 90 miljoen per jaar beschik
baar voor regionale herstructureringsprojecten. Uit deze
subsidiepot moeten overigens ook andere regelingen
worden betaald, zoals de beëindigingsregeling en de
braaklegging.
Binnen de Zeeuwse .commissie bestaat overeenstemming
over de projecten die bij het ministerie zullen worden in
gediend. De projecten worden samengevoegd met die
van Zuid-Holland en Noord-Brabant en zullen als zuid
westelijk herstructureringsplan aan de minister worden
voorgelegd. De zuidwestelijke commissie, die onder
voorzitterschap staat van de heer H.C. van der Maas
(ZLM), zal voor 1 december a.s. de lijst van projecten
vaststellen.
Voor Zeeland zijn - in willekeurige volgorde - de volgen
de prioriteiten gesteld.
- Subsidie voor grondstructuurverbetering en drainage
(herinvoering van de pcw-regeling).
- Investeringssteun voor bewaar-, conditionerings-,
opslag-, sorteer- en verpakkingsfaciliteiten (25% rijks
subsidie).
- Stimulering samenwerkingsvormen tussen akkerbou
wers onderling en akkerbouwers met veehouders, fruit
kwekers en groentetelers voor gezamenlijke aanschaf en
gebruik van machines (inclusief basisinventaris) alsmede
onroerend goed.
- Onderzoek naar ruimere beschikbaarheid van zoet wa
ter in het zuidwesten. Gedacht kan worden aan het creë
ren van buffers voor zoet water ten behoeve van drup-
pelbevloeiing in die gebieden waar volgens de huidige
plannen geen zoet water kan komen. Zoals bekend is het
project 'zoetwaterpijp Oost-Zuid-Beveland'
(Zoommeer-Ovezande) in combinatie met de WMZ-pijp
al eerder ingediend en heeft het ministerie van landbouw
inmiddels een bedrag van 9,6 miljoen toegezegd. Er
ontbreekt thans nog 2,5 miljoen subsidie.
- Stimulering en ondersteuning van ondernemersstudie
clubs voor akkerbouwers, die zich willen aanpassen aan
de veranderde omstandigheden. Voor deze studieclubs
zijn professionele begeleiders nodig.
Om gebruik te kunnen maken van de nog in 1990 be
schikbare gelden is vanuit het hele land - ook vanuit het
zuidwesten - reeds een aantal projecten ingediend.
ten niet kan worden gehaald zonder de concurrentie
kracht van de Nederlandse land- en tuinbouw geweld
aan te doen. Wel is het bestuur bereid zich voor een be
perking van 35 procent in 1995 sterk te maken.
Volgens het Landbouwschap kan het meerjarenplan al
leen een succes worden als ook de Commissie Toela
ting Bestrijdingsmiddelen (CTB) beter gaat
functioneren. Verder is het belangrijk dat ons land de
regels op het gebied van de gewasbescherming goed
afstemt op de regels die in EG-verband in voorbereiding
zijn. Als dat niet gebeurt zal ook dan de concurrentie
kracht van de Nederlandse land- en tuinbouw naar
kwaliteit en omvang worden uitgehold. Ondanks de kri
tiek op onderdelen van het Meerjarenplan Gewasbe
scherming blijft het Landbouwschap bereid aan de
uitvoering ervan actief mee te werken. Het bestuur ver
wacht dat het draagvlak voor de te nemen maatrege
len, waarvan -de consequenties voor de agrarische
sector hoe dan ook ingrijpend zijn, op deze wijze aan
zienlijk kan worden versterkt.
VERVOLG ZIE PAGINA 7
Ter voorbereiding van de besluitvorming in het KNLC-
bestuur en het Landbouwschap heeft het hoofd
bestuur van de ZLM jl. maandag zijn reaktie op het
Meerjarenplan Gewasbescherming vastgesteld. De be
zwaren van de ZLM concentreren zich op de volgende
hoofdpunten:
- er moet vóór alles een harmonisatie van het gewasbe-
schermingsbeleid in EG-verband komen om onzuivere
concurrentie tegen te gaan;
- het toelaten van nieuwe middelen moet zodanig wor
den verbeterd, dat er nieuwe, milieuvriendelijke bestrij
dingsmiddelen zo spoedig mogelijk voor de praktijk
beschikbaar komen;
- het instellen van een bestemmingsheffing op gewas
beschermingsmiddelen wordt afgewezen; de nadruk
dient te liggen op het toekennen van stimule
ringspremies;
- een reduktie van 25% in de akkerbouw tot 1995
moet mogelijk en haalbaar zijn (het MJP noemt 39% als
taakstelling). In 1995 nagaan welke taakstelling voor
het jaar 2000 mogelijk is;
- het stoffenbeleid (verbieden van een groot aantal
middelen) wordt door de ZLM onvoorwaardelijk af
gewezen;
- de financiële gevolgen van het MJP zijn niet te over
zien. Zo is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met
het mislukken van oogsten als gevolg van minder of
geen toepassing van middelen.
- Kortom, de ZLM is van mening dat het draagvlak voor
het MJP in de praktijk ontbreekt.