Vefinex met 50.000 ton pluimveemest
grootste mestfabriek Nederland
Nieuw identificatie en registratie
systeem treedt in werking
Ontwikkeling van merkvlees nodig
voor hogere opbrengstprijzen
Mestkorrels bestemd
voor wijngebieden
Campina/Melkunie wijzigt naam
divisie kunstmelkvoeders
Landbouwschap op de VIV
"Geen verbod op legbatterijen"
Schema voor
biggenprijzen
aangepast
Brochure PVV
Vefinex in Weert verwerkt de
mest van 150 pluimveehouders in
Noord-Brabant en Limburg. In
totaal wordt jaarlijks zo'n 50.000
ton aangeleverd, die wordt ver
werkt tot 35.000 droge mestkor
rels. Het eindprodukt is uitslui
tend bedoeld voor de export, met
name naar wijngebieden in lan
den rond de Middellandse Zee.
Dat gebeurt via een eerste
generatie-technologie: het direkt
drogen van stapelbare mest. De
in Weert afgeleverde mest wordt
na droging zonodig verrijkt, ge
mengd, geperst en afgegast. Met
die laatste handeling worden
stoffen als ammoniak ver
wijderd.
Om blijvend aan de hoge milieu-
eisen te voldoen, heeft Vefinex
een volledig gekontroleerd pro-
duktieproces van droge mestkor
rels. Doel is om de uitstoot van
milieu-belastende stoffen zoveel
mogelijk te beperken. 'Vefinex
en milieu zijn synoniem' beweert
de Weertse pluimveemestver-
werker.
De eerste mestverwerkingsfabriek voor pluimveemest is aan het
draaien. De fabriek in het Limburgse Weert heeft een capaciteit van
50.000 ton steekvaste pluimveemest. Voorzitter Rob Tazelaar van het
Produktschap voor Pluimvee en Eieren (PPE) verrichtte vorige week
de officiële opening van 'Vefinex', een dochteronderneming van het
Veghelse mengvoederconcern Cehave.
Cehave-topman A. Oomen deelde
bij de opening mee, dat Vefinex I
spoedig wordt opgevolgd door Vefi
nex II. De tweede fabriek, die tech
nologisch alweer een stuk verder zal
zijn dan de eerste, komt in Helmond
of Uden te staan en krijgt een veel
grotere capaciteit: 125.000 ton per
jaar. Oomen hoopt medio volgend
jaar met de bouw van deze fabriek te
kunnen beginnen.
Vefinex is niet de eerste mestverwer
kingsfabriek in Nederland, maar wel
de grootste en ook de eerste met een
vergunning in het kader van de Af
valstoffenwet. Daarin onderscheidt
de mestfabriek zich van zijn Hel-
mondse zusje Promest, dat nog al
tijd in bezwarenprocedures is ver
wikkeld.
Vefinex-direkteur E. van Tuijn be
nadrukte de zeer strenge normen en.
voorwaarden op milieugebied, waar
aan zijn fabriek moet voldoen. Ook
het gemeentebestuur van milieustad
Weert toonde zich in dit opzicht eer
der een kritisch volger dan een toe
schietelijke compagnon, al is de
bouw uiteindelijk mèt de benodigde
vergunningen en nagenoeg zonder
protesten van omwonenden
voltooid.
De nieuwe fabriek ligt centraal in de
zuidelijke en oostelijke zandgebie
den, waar de intensieve pluimvee
houderij is geconcentreerd. Pluim
veemest heeft ten opzichte van var-
kensdrijfmest een hoog vaste stofge-
halte en kan dus goedkoper worden
verwerkt tot mestkorrels. PPE-
voorzitter Tazelaar vond dat de ver
werking van betere meststoffen best
enige voorrang mag hebben; zij leve
ren de snelst realiseerbare oplossin
gen voor het landelijk mestpro
bleem. Bovendien ontstaat bij ex
port van 1 m3 pluimveemest plaats
ruimte voor 5 m3 varkensdrijfmest.
Tazelaar liet weten dat de pluimvee-
sektor het projekt in Weert van har
te ondersteunt. "Vefinex verdient
een compliment voor de snelheid,
waarmee zij het procédé onder de
knie heeft gekregen en voor het feit
dat de noodzakelijke vergunningen
zijn verstrekt. Wanneer men de
eventuele gevolgen van de recente
uitspraken van de Raad van State
voor de geest haalt, is dat laatste nog
moeilijker dan het eerste'.
Afzet naar wijngebieden
Ruim de helft van de 35.000 ton
mestkorrels, die de fabriek in Weert
jaarlijks zal verlaten, gaat naar de
Franse wijngebieden, met name naar
de Middenfranse Champagnestreek.
Een andere grote afnemer is Duits
Gezondheidsdienst houdt voorlichtingsbijeenkomsten over 'runderpaspoort'
land. De rest van de export gaat naar
landen rond de Middellandse Zee en
het Midden-Oosten.
Direkteur Van Tuijn over die ex
port: "Bij de afzet van mestkorrels
is wijnbouw voortaan een gevleugeld
woord. Het is duidelijk dat de
wijnbouw-sektor de meest koop
krachtige sektor is. Althans, in be
paalde gebieden; niet overal worden
'grand-crus' geproduceerd. Het
grootste deel van deze sektor levert
wijnen van een mindere kwaliteit.
Daar is de rentabiliteit niet veel gro
ter dan in de tuinbouw".
De Vefinex-direkteur wees ook op
het grote aanbod van organische
meststoffen, waarbij Nederlandse
aanbieders nog eens in het nadeel
zijn door de hogere transportkosten.
"Ik denk dat er op deze markt 35 tot
40 grote aanbieders zijn. Om daar
een plaats te veroveren, moet je je
onderscheiden. De afnemer kiest an
ders al gauw voor het produkt dat
het laagst in prijs is".
"Wij helpen mest om te zetten in
wijn", besluit Van Tuijn zijn
toespraak. Nadat Tazelaar de chauf
feur van de eerste vrachtwagen met
35 ton mestkorrels op weg naar de
Franse Champagnestreek had
gestuurd, kon er dan ook op slechts
één receptiedrank worden getrak
teerd: champagne.
Harry de Bot
Vefinex is de grootste mestverwerkingsfabriek in Nederland, en de eerste met
een vergunning in het kader van de Afvalstoffenwet.
Campina Melkunie verandert de
naam van de divisie kunstmelkvoe
ders in 'Nutrifeed Veghel'. Op 13
november zal de nieuwe naam offi
cieel gepresenteerd worden op de
Vakbeurs voor de Intensieve Vee
houderij (VIV) in de Jaarbeurshal
len te Utrecht. Dan wordt ook het
nieuwe produktpakket gepre
senteerd.
Nutrifeed Veghel ontwikkelt en fa
briceert melkvervangers en speciaal-
voeders voor jonge dieren uit pure
zuivelgrondstoffen en hoogwaardige
plantaardige eiwitten. Daarnaast is
ze aktief als producent en toeleve
rancier van zuivelkernen voor de
kalvermelk- en mengvoederin
dustrie. Over de hele wereld vinden
meer dan 50 Nutrifeed produkten
hun bestemming.
"Varkenshouderij op de goede
wegis het thema dat centraal
staat in de stand van het Landbouw
schap (nr. 344) tijdens de Vakbeurs
Intensieve Veehouderij. De beurs is.
van 13 tot 16 november in de Ber-
nardhal van de Jaarbeurs in Utrecht.
Door middel van een fotopresentatie
wordt aan de bezoekers duidelijk ge
maakt op welke manier de varkens-
houderij kan inspelen op aktuele
ontwikkelingen. Het gaat daarbij
om mest en milieu, kwaliteits- en af
zetverbetering van produkten, ge
zondheid en welzijn van varkens en
arbeidsomstandigheden in de sektor.
Tevens is er informatie in de stand
verkrijgbaar over de door het Land
bouwschap opgestelde beleidslijn
voor de varkenshouderij.
In de loop van 1991 zal ieder rund in
Nederland wettelijk voorzien moe
ten zijn van een oormerk dat gere
gistreerd is in het nieuw in te voeren
RIS, registratie identificatie
systeem. Voorheen kwam een mede
werker van de VVB of fokcontrole
een kalf schetsen of een oornummer
inbrengen. Bij het nieuwe systeem
moet de veehouder binnen 2 dagen
na de geboorte van een kalf het dier
in beide oren voorzien van een geel
oornummer en het nummer telefo
nisch doorgeven aan de VVB.
Vooral de gezondheidsdienst en het
NRS hebben zich ingezet om de
identificatie van het rundvee sluiten-
der te krijgen.Steeds meer eenkleuri
ge dieren maakten herkenning moei
lijker. Het gehele systeem moet zo
traceerbaar worden dat aan het ein
de van de produktie de basis terug te
vinden is. Nu zijn kalveren tot een
leeftijd van 4 maanden nog verhan
delbaar en is een gezondheidsverkla
ring 21 dagen geldig.
Gezondheidsverklaringen kunnen in
de toekomst door de veehouder zelf
worden uitgeschreven met een gel
digheid van 2 dagen. Hij moet ze via
de telefoon zelf aanmelden op de
computer bij de VVB. De kwaliteits
bewaking moet men zo beter in de
hand kunnen houden. Een abortus-
uitbraak is dan veel eenvoudiger na
te lopen. Met andere landen is wel
gepraat over het nieuwe systeem
maar er is nog niets definitief. Wel
zullen geïmporteerde dieren worden
voorzien van een nieuw nummer. Bij
varkens is men nog niet zover al zijn
er al wel vergevorderde plannen
gemaakt.
De gezondheidsdienst voor dieren
verwacht dat de gehele methode
voor de veehouders en de betrokken
instanties een stuk gemakkelijker en
overzichtelijker zal gaan worden.
Kopers van vee kunnen dus zien
waar het dier geboren is. In het ver
leden was dit niet altijd het geval.
Per VVB-regio houdt de gezond
heidsdienst een aantal voorlichtings
bijeenkomsten om iedereen uitvoe
rig te informeren over het nieuwe
'runderpaspoort'.
JvT
Rabobank in sectorstudie over varkenshouderij:
Tijdens de opening van de verwer
kingsfabriek voor pluimveemest Ve
finex vorige week heeft voorzitter
Rob Tazelaar van het Produktschap
voor Pluimvee en Eieren latén weten
zich tegen het verbod op legbatterij--
en. te blijven verzetten, zolang er
geen konkurrerend alternatief voor-
Het landelijk schema voor de big
genprijzen is aangevuld. Dit was
noodzakelijk door de lage prijzen
voor varkensvlees.
Het schema, dat 2 juli is ingegaan,
geeft de richtprijs voor biggen beho-
rènde bij een basisprijs van 2,80 gul
den tot en met 4,29 gulden per kilo.
De basisprijs is echtervorige week
onder de 2,80 gulden gezakt. Deze
prijs wordt gepubliceerd door de
Veecentrale NCB.
handen is. In het afwegingsproces
bij het uitvaardigen van regels moet
de overheid de konkurrentiepositie
van de legpluimveesektor zwaar la-
len meewegen.
Bovendien moet naar zijn mening
een eventueel verbod overal tegelijk,
in de EG worden ingevoerd.
Het Produktschap Vée en Vlees
(PVV) heeft een brochure uitge
bracht waarin is beschreven wat de
organisatie is en doet. Ook wordt in
het kort aangegeven welke rol pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties
(pbo's) spelen in de Nederlandse sa
menleving.
Het PVV is een Overlegplatform van
werkgevers- en werknemersorgani
saties dat de belangen behartigt van
allen die bij de Nederlandse vee- en
vleessector zijn betrokken. Wié meer
wil weten Over het PVV kan bellen,
tel. 070-3409212.
De tijd is aangebroken om de sterke
punten in de Nederlandse varkens
houderij - constante kwaliteit en be
heersing van dé produktiekólom -
beterle gaan benutten. Kwaliteitsbe
waking is een voorwaarde voor de
ontwikkeling van merkvlees. Door
merkvlees op de markt te brengen
kan een hogere opbrengstprijs
ontstaan.
Dit concludeert Rabobank Neder
land in het rapport 'Visie op Var
kenshouderij'. Deze sectórstudie
wordt uitgebracht ter gelegenheid
van de Vakbeurs Intensieve Veehou
derij, die van 13 tot en met 16 no
vember wordt gehouden te Utrecht.
Binnen de EG wordt de Nederlandse
varkenshouderij gekenmerkt door
lage voerkosten met als gevolg een
relatief lage kostprijs. Er zijn echter
geen uitbreidingsmogelijkheden
meer; het aantal varkens neemt mo
menteel zelfs licht af. De concurren
tiekracht moet nu verschuiven van
een lage kostprijs 'naar een hoge op
brengstprijs. Dit is mogelijk door
meer waarde aap het varken toe te
voegen. Hiertoe is concentratie van
het apnbod nodig en binding van de
consument aan het produkt. Door
de ontwikkeling van merkvlees kan
deze binding worden gerealiseerd.
Voor een goed produkt van een ge
garandeerd vaste kwaliteit zal de
consument bereid zijn een meerprijs
te betalen. Door merkvlees op de
markt te brengen, wordt de kwaliteit
van het Nederlandse vlees bena
drukt. Aldus kan voor de varkens
houders een hogere opbrengstprijs
worden bereikt.
In vergelijking met het buitenland is
de kwaliteitsbewaking, in de vorm
van Integrale Keten Beheersing, in
Nederland al ver doorgevoerd. Dit
biedt een goede uitgangspositie om
de noodzakelijke accentverschuiving
te realiseren, aldus de Rabobank.
Mestverwerking
Volgens de Rabobank is het uit stra
tegisch oogpunt verstandig om nu
reeds te starten met mestverwerking.
Dat komt de gehele sector ten goede.
Uiteindelijk zullen bedrijven voor
verschillende oplossingen kiezen. Zo
zullen bijvoorbeeld bedrijven die
aan de mestfabriek leveren öp den
duur uit het oogpunt van be-
mestingswaarde belang hebben bij
een hoog mineralengehalte in de
mest. Volumebeperking is voor deze
bedrijven altijd kostenbesparend.
Bedrijven met eigen grond hebben
meer belang bij terugdringing van
het mineralenóverschot door aan
passingen in het voer.
De toekomstige verplaatsingsrege
ling en verhandelbaarheid van mest
quota kunnen zorgen voor een war:
me sanering. De gemiddelde kosL
prijs wordt hierdoor hoger. Een
groot deel van het concurrentievoor
deel wordt op deze manier echter
aan de uittreders gegeven. De con
currentiekracht van de sector ten op
zichte van het buitenland neemt
hierdoor af.
Vrijdag 9 november 1990
1,7