H.J. Doornbosch: asperges nog geen wit goud
Mens en Bedrijf
A. Zandsteeg: van varkensboer tot vleesgrossier
Integrale ketenbewaking, een gekontroleerde vleesproduktie van fok
kerij tot in de vitrine van de slager. Net als het merkvlees staat deze
ontwikkeling volop in de belangstelling. De meeste initiatieven gaan
uit van voederleveranciers en slachterijen. In Lunteren begon var
kenshouder Aart Zandsteeg zo'n zeven jaar geleden met een eigen
grossierderij in vlees. Hij wijzigde zijn koers. Wat tot grote gevolgen
leidde.
Ik zag het altijd als een uitdaging om
een zo hoog mogelijk rendement uit
mijn bedrijf te halen. Dat is nu goed
gelukt, zegt Aart Zandsteeg (37).
In 1976 nam hij in etappes het ge
mengde bedrijf van zijn vader over.
De melkkoeien vertrokken in 1979.
Toen zag Zandsteeg zijn kans
schoon en breidde uit tot een geslo
ten bedrijf van 170 zeugen en 1400
mestvarkens. Dat bedrijf ligt in Lun
teren, verscholen tussen de zeven
hektare maïs.
Aart Zandsteeg was altijd al bezig
met verbetering van technische re
sultaten en het eindprodukt. Hij
zocht naar het ideale vleesvarken.
Door kruising van tal van rassen
kwam hij aardig in de buurt van dat
supervleesvarken. "Het is nog geen
duidelijke eenheid", zegt Zandsteeg
over zijn varkens, maar het stemt
hem tot tevredenheid.
Teleurgesteld
Zijn fokkerij-inspanningen werden
echter niet beloond door de slachter.
"Ik was teleurgesteld in de uitbeta
ling voor m'n mestvarkens. Toen
zocht ik kontakt met de kleine ge
meenteslachterij in Ede. Een slager
die van boerenafkomst was en de
boerentaal verstond, wilde wel met
mij in zee".
Nu zet Zandsteeg elke week varkens-
en ook rundvlees af aan bijna 30 sla
gers in de regio. "Dat zijn veelal de
betere slagers, die een meerprijs wil
len betalen voor een goed stuk
vlees".
Voor die aanvoer werkt Zandsteeg
samen met zes vermeerderaars en
tien mesters. Alleen de beste mest
varkens zijn goed genoeg voor zijn
grossierderij. Per jaar laat hij tussen
de 10.000 en 11.000 varkens slach
ten. Verder gaat hij de boer op om
dikbillen te zoeken voor de slagers.
Aart en Janneke Zandsteeg met hun jongste telg voor de boerderij in Lunteren.
Drie keer per week wordt er in Ede
geslacht. Zandsteeg verzorgt met
drie man personeel de selektie van de
dieren, de aanvoer naar de slachte
rij, de be- en verwerking' van het
vlees en de aflevering van de slagers.
Merknaam
Inmiddels heeft het vlees een in de
Benelux beschermde merknaam.
Maar die naam wordt nog niet ge
bruikt. "We kunnen er op dit mo
ment geen klant meer bij hebben,
eerst moet er bij de slachterij uitge
breid worden".
De integratie van Zandsteeg gaat
verder dan alleen voeding en fokke
rij. "Enten, daar doen we absoluut
niet aan. De konsument vindt geen
Voor tien jaar vast
De familie Doornbosch uit Borgercompagnie begint in het voorjaar met gemengde gevoelens aan de oogst
van asperges. 'Het vraagt erg veel werk. Maar het past goed binnen de totale financiering van het be
drijf', zegt Hendrik Jan (46). Zijn vrouw (44) vervolgt: 'Het is een veel mooier gewas dan bulkprodukten.
Je oogst en binnen de kortste keren is het uitverkocht en is het geld binnen'.
Op het 45 ha grote akkerbouwbe
drijf verbouwen ze 2,55 ha asperges.
Bijna alles wordt aan restaurants en
partikulieren vanaf huis verkocht.
Tijdens de oogst, in mei en juni, zijn
er elke dag zo'n 15 a 20 scholieren
aan het werk om de asperges te ste
ken. Wanneer een perceel asperges
in het vierde jaar vol in produktie is
kan het in die twee maanden 4500 a
5000 kg bruto produkt opleveren.
Schoongemaakt levert het ongeveer
10 gulden per kilo op, dit jaar zeven
a acht gulden. Het financiële belang
voor het bedrijf is daardoor groot.
'Wit goud', zoals asperges ook wel
worden genoemd, is het volgens
Doornbosch (nog) niet.
'Je moet je eerst goed oriënteren,
dat is belangrijk. Het vraagt veel ka
pitaal en je zit er voor tien jaar aan
vast. Voor je kunt oogsten ben je
50.000 gulden kwijt aan machines en
een beregeningsinstallatie. Ook de
aanplant is niet goedkoop. De kost
prijs van een kilo asperges komt op
zo'n zes a zeven gulden. Een goede
oogst komt pas na twee a drie jaar.
Je bent dus ook nog eens twee jaar
het saldo van een ander gewas
kwijt'.
Over twee jaar verwachten ze er wer
kelijk financieel voordeel van te
krijgen.
Restaurants gaan vóór
Doornbosch heeft de eerste asperges
in 1985 (0.75 ha) opgeplant, in 1989
één ha en dit jaar nog eens 0.80 ha,
'om aan de vraag te kunnen blijven
Sj. en H.J. Doornbosch: 'Asperges is een keuze voor tien jaar'.
voldoen. Je verkoopt niet graag
nee'.
Van de 2.55 ha asperges wordt nog
niet overal volledig geoogst. Van de
in 1985 opgeplante asperges werd in
1986 twee weken geoogst, in 1987
vijf weken en in 1988 voor het eerst
twee maanden. Het tweede veld uit
1989 van één ha gaf dit jaar 2000 kg
bruto produkt.
'In het noorden zijn wel mogelijkhe
den voor asperges, niet via de veiling
maar via huisverkoog. We verkopen
misschien wel meer dan 95 procent
aan huis. De rest gaat naar de veiling
in Groningen'.
Mevrouw Doornbosch: 'We verko
pen veel aan restaurants en die wil
len graag een stukje rijden voor goe
de asperges. Asperges uit het noor
den zijn zachter en zoeter dan die uit
het zuiden'.
Ook partikulieren komen voor
asperges uit alle windstreken naar
Borgercompagnie, even ten westen
van Veendam.
'Restaurants gaan voor. Die hebben
het op de menu-kaart staan en dan
moet je kunnen leveren. Je kunt dan
geen nee verkopen', verduidelijkt ze.
De centrale ligging van het bedrijf,
vlak aan de grote weg Veendam-
Hoogezand, draagt zeker bij aan de
goede verkoop aan huis. In de win
kel vinden ze mevrouw Doornbosch,
een enthousiaste mede
onderneemster en sinds 15 januari
samen met haar man in een man
vrouw maatschap. Elk jaar wordt de
winkel voor twee maanden opge
bouwd. Buiten deze periode is het
poterbewaarplaats. Naast zo'n 1500
uur per jaar werkzaam te zijn voor
het bedrijf (voorheen zo'n 500 uur),
werkt ze part-time als sekretaresse
bij een scholengemeenschap in
Veendam. Ook de oudste zoon
werkt veel mee op het bedrijf.
Meer geprobeerd
Het financiële belang was in 1983,
naast een stuk ondernemerschap, de
reden voor Doornbosch om met vol-
legrondsgroente te beginnen. Een
belangrijke koerswijziging voor het
bedrijf. Het veenkoloniale akker
bouwbedrijf (in 1979 van zijn vader
overgenomen) was toen ook 45 ha
groot. In 1983 werd begonnen met
V/i ha winterpeen. 'Een aflopende
zaak', zegt Hendrik Jan nu. 'De
prijs op de veiling viel tegen. We
hebben nu nog 30 are winterpeen
wat we klaarmaken en als paarde-
voer aan huis verkopen. De 30 are
levert 25 ton winterpeen op. In geld
2500 gulden en dat is altijd wel leuk
voor een simpel gewasje. Meer win
terpeen gaat in mijn geval ten koste
van het machine-onderhoud in de
winter en daar verdien ik nu meer
mee'.
In 1983 winterpeen, in 1984 asperges
en in 1985 waspeen. Later heeft
Doornbosch ook nog spruiten, teu
nisbloem en erwten gehad. Eerder
ook al eens kruiden.
'De waspeen is er nog, maar mis
schien wel voor het laatste jaar', laat
hij weten. 'Het is een risikovol ge
was. De prijs daalt en eens in de zes
jaar moet je er rekening mee houden
dat de zaak wordt afgekeurd. Dat
haalt het saldo flink naar beneden.
Of ik ermee doorga is nog de vraag.
Het legt door het wortelknobbeltje
nogal een druk op het land. Het kan
best zijn dat we er volgend jaar mee
ophouden, zolang we één-op-twee
aardappelen verbouwen'.
Han Reindsen
residu in ons vlees". Maar de echte
kracht achter zijn produkt ligt vol
gens Zandsteeg in het vervoer van de
varkens naar de slachterij. "We
slachten varkens die stress-vrij zijn,
dat zorgt voor een goede vleeskwa
liteit".
Nog steeds boer
De week van Aart Zandsteeg begint
maandagmorgen om 03.45 uur in de
slachterij en eindigt op zaterdagmid
dag. Hij bezoekt de mesters en fok
kers, legt en onderhoudt kontakten
met de slagers, houdt toezicht bij het
slachten en maakt de bestellingen
klaar. Een vaste medewerker neemt
samen met een losse kracht het var
kensbedrijf waar.
"In het weekend kom ik nog weieens
in de stal", zegt Zandsteeg.
Maar hij ziet zichzelf nog steeds als
boer. "Het is al lang mijn hoofbe-
roep niet meer, maar <ik ben nog
boer in hart en nieren".
Of er dan toch niet iets van een han
delaar in hem zit? Dat weerlegt hij.
"Ik doe zeker niet aan handjeklap,
dat weiger ik gewoon. Ik probeer de
boeren ervan te overtuigen dat wij
de hoogste kiloprijs uitbetalen. Ik
ben meer een tussenpersoon tussen
de boer en de slager. Daar verdien ik
dan ook wel wat aan, maar dat mag
toch in deze tijd".
Vijf medewerkers
Het is dit jaar voor het eerst dat hij
met maar liefst vijf medewerkers de
zaak runt. Dat gaat prima. "Een
paar jaar geleden deed ik alles al
leen, het bedrijf, vleesrijden en 's
nachts zaten we samen nog rekenin
gen te schrijven". Er blijft nu tijd
over voor de leuke dingen en die tijd
neemt hij ook.
Maar hij is nog hele dagen weg, zegt
zijn vrouw Janneke. Zij zorgt dan
ook dat thuis de telefoon wordt op
genomen en klanten worden gehol
pen. Janneke doet verder een groot
deel van de boekhouding De loon
administratie gebeurt door de
boekhouder: "Die rompslomp, twee
verschillende bedrij fsverenigingen
en alle inhoudingen, dat zoekt hij
maar uit".
De andere personeelszaken, daar
hebben ze weinig problemen mee:
"Het zijn leuke jongens. We werken
in een prima sfeer, we komen ook
bij elkaar op de verjaardagen".
Doorgaan
Hoe kon een jonge boer zo'n vlees-
handel op poten zetten en iedereen,
die nu pas denkt over merkvlees,
vóór zijn?
Aart en Janneke Zandsteeg hebben
er geen verklaring voor. Niet achter
uit kijken maar doorgaan. Mis
schien is dat het wel.
Ingrid van den Hengel
Vrijdag 9 november 1990