Ideale omstandigheden
De kas spekken
V
zegge en schrijve
In Zeeland 440 aanvragen
inkomenssteun akkerbouw
zuidelijke landbouw maatschappij
Gevolgen
In Brabant 125 aanvragen
JOO
m
VRIJDAG 19 OKTOBER 1990
*78e JAARGANG NO. 4042
land- en
tuinbouwblad
i t Jp
i'*) -
»T' V. ^SF" 5f
ikr a? V'1 - x v - x v
)f jf- M ,v;f
K j* r'« - V
vwtLV *f
v -V' - 4 -I f
t
'J*
Veel graan telers uit het Zuidwesten hebben deze en vorige week volop geprofiteerd van het
fraaie herfst- en nazomerweer, met als gevolg dat al veel wintertarwe in de grond zit. De
omstandigheden waren ideaal en dan moet je niet langer wachten, zo is hun gedachtengang.
Anderen wachten nog wel enige weken. Uit oogpunt van het voorkomen van onkruiden,
schimmels en luizen is later zaaien gunstig, maar of de omstandigheden dan ook zo gunstig
zijn....? Afgelopen dinsdag was Loonbedrijf J. Markusse uit 's-Heer Abtskerke op een eigen
perceel aan het eggen en zaaien, (foto: Anton Dingemanse).
Vorige week heeft het kabinet zijn standpunt over de
heroverweging van de Pachtwetgeving naar de Twee
de Kamer gestuurd. Elders in dit blad zijn deze stand
punten beknopt weergegeven (zie pagina 4). Uit het
stuk krijg ik sterk de indruk dat de regering zich bij haar
standpuntbepaling heel wat meer heeft laten leiden
door eigenbelang dan door boerenbelang. De gekozen
varianten hebben namelijk vooral gemeen dat de in
komsten uit pacht voor de staat toenemen en de mo
gelijkheden tot verkoop van staatslandbouwgronden
worden vergroot. Bovendien gaat de regering bij haar
beslissing geheel voorbij aan de fiscale consequenties.
Van alle kanten is er op gewezen dat zonder aanpas
sing van de fiscale wetgeving de agrarische praktijk te
maken krijgt met een hogere vermogensbelasting en
hogere successie- en schenkingsrechten. De regering
erkent dit, maar stelt doodleuk in haar beslissing dat
deze kwestie buiten beschouwing blijft omdat die los
moet worden gezien van de kwestie waar het om gaat,
namelijk een optimalisering van de pacht. Tel uit je
(dubbele) winst
Voor de regering is hoofdzaak de vermindering van de
pachtdruk, dat wil zeggen het waardeverschil tussen
de verpachte en onverpachte grond als belangrijke oor
zaak van de terugloop van de pacht. De regering ba
seert zich daarbij op het rapport van de interdeparte
mentale heroverwegingswerkgroep Pachtwetgeving
uit 1987. De pachtdruk wordt volgens deze werk
groep vooral veroorzaakt door de pachtprijsbeheer-
sing, het continuatierecht en het voorkeursrecht. Hoe
wel de werkgroep deze stelling niet kon bewijzen en
toegaf dat het zeer moeilijk is algemene uitspraken te
doen over de gevolgen van mogelijke oplossingsvari
anten voor de praktijk is de regeringsbeslissing toch -
en nog wel zonder commentaar - op dit zelfde drijfzand
gebaseerd. Alleen 'daar waar de door de werkgroep
ontwikkelde varianten leiden tot een onevenredig gro
te aantasting van de door de Pachtwet beoogde be
scherming van de belangen van de pachter en van het
algemeen belang volgt het kabinet deze dan ook niet',
zo staat er letterlijk in de regeringsbeslissing. Hier
wordt je dan toch wel even stil van.
Uitvoering van de kabinetsbeslissing zal niet alleen
grote financiële gevolgen voor pachter èn eigenaar
hebben, maar ook de rechtszekerheid van de pachter
ernstig aantastén. Een ontwikkeling waar de ZLM van
meet af aan voor heeft gewaarschuwd. Ik hoop dat de
volksvertegenwoordiging niet óók voor de verleiding
bezwijkt om vooral de eigen staatskas te spekken
maar het belang van de betrokkenen voorop stelt.
Dat de Tweede Kamer inziet dat de hoge grondprijs
niet zozeer veroorzaakt wordt door agrarische activi
teiten maar in ons kleine dicht bevolkte land vooral be
paald wordt door externe factoren. Ik zou de grondprijs
wel eens willen zien die uitsluitend gebaseerd is op de
huidige resultaten in de akkerbouw. Verder hoop ik dat
de Tweede Kamer ook inziet dat de terugloop van de
particuliere verpachtingen vooral is terug te voeren op
In Zeekand hebben 440 akkerbouwers een aanvraag inge
diend in het kader van de regeling tijdelijke inko
menssteun. In Noord-Brabant bedroeg het aantal aan
vragen 125, waarvan ongeveer 100 uit West-Brabant. De
sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen was 15
oktober jl.
Het grootste deel van de aanvragen is via de boekhoud-
bureaus van de landbouworganisaties en de SEV-
diensten doorgezonden naar de DBH. Opvallend is dat
meer dan de helft van de Zeeuwse aanvragen uit Zeeuws-
Vlaanderen afkomstig is. Het betreft 240 aanvragen uit
Zeeuws-Vlaanderen. In totaal heeft ruim 10% van de
Zeeuwse akkerbouwers een beroep gedaan o£ de tijdelij
ke inkomenssteun.
De Accountantsunie en de SEV van de ZLM zijn de in
aanmerking komende leden zoveel mogelijk in onderlin
ge samenwerking behulpzaam geweest bij het indienen
van de aanvragen. De Accountantsunie heeft aan alle
cliënten, die op grond van de ruwe gegevens in aanmer
king leken te komen, een brief gestuurd om hen te atten
deren op de regeling. Dit heeft volgens direkteur B.
Veerbeek goed gewerkt.
Inkomen
Ook de SEV van de ZLM is enkele tientallen akkerbou
wers van dienst geweest bij het indienen van de aan
vraag. Een aantal aanvragers viel al meteen af door een
te hoog inkomen of vanwege een van de andere, vrij
strenge voorwaarden. De meeste afvallers struikelden
over de inkomensgrens van 34.000,per arbeidsjaar
eenheid en/of de oppervlakte van de marktordeningsge
wassen, die meer dan 30% van de totale oppervlakte
moet omvatten. Aardappelen en bieten bijvoorbeeld
mochten niet worden meegeteld. Wat betreft het inko
men zijn de jaren 1986/1987 en 1987/1988 als referentie
jaren aangehouden. Een andere beperkende voorwaarde
is dat tweederde van het bruto-inkomen uit het akker
bouwbedrijf moet komen. Daardoor zijn boeren, die
hun bedrijf hebben aangepast door neveninkomsten te
zoeken, buiten de boot gevallen.
Gering
De meeste aanvragen zijn op of vlak voor de sluitingsda
tum (15 oktober) binnengekomen. Aanvankelijk leek de
respons onder de akkerbouwers dan ook gering. Toch
heeft hoofd SEV van de ZLM, J. Withagen, de indruk
dat er meer akkerbouwers in het zuidwesten voor de re
geling in aanmerking komen dan het aantal aanvragen
dat nu is ingediend. Volgens een ruwe schatting zou 35%
van de bedrijven met akkerbouw in het werkgebied van
de ZLM aan de voorwaarden kunnen voldoen. Dit be
treft globaal 3000 bedrijven. Dat het werkelijke aantal in
de praktijk aanzienlijk lager ligt wijt Withagen aan het
feit dat de regeling toch nog onvoldoende bekend was
onder de akkerbouwers en aan het - op het eerste gezicht
- te grote aantal beperkende voorwaarden.
Procentueel gezien is het aantal aanvragen in de noorde
lijke provincies het grootst geweest. Groningen en Dren
te zitten boven de 20%.
de fiscale regelgeving, die er voor zorgt dat particulie
ren bij vererving wel grond moeten verkopen om de
boedel te betalen. En we weten dat de terugloop van
de pacht uitsluitend is veroorzaakt doordat de particu
liere verpachtingen inmiddels tot vrijwel nul zijn terug
gelopen.
Vanuit de ZLM dringen wij daarom andermaal aan op
fiscale regelgeving die is toegesneden op dergelijke
specifieke agrarische knelpunten en waarbij grond
wordt aangemerkt voor wat het is, namelijk een dood
gewoon produktiemiddel. In die zin is de pachtproble-
matiek in feite een fiscaal probleem dat echter door de
overheid om financiële redenen niet als zodanig wordt
erkend. Pachters en eigenaren - klein en groot - zouden
elkaar op dit fiscale vlak moeten kunnen vinden en zo
gezamenlijke druk moeten uitoefenen op de politiek.
Ondertussen gaat de ZLM wel door om zijn bezwaren
tegen de regeringsplannen naar voren te brengen. Ge
woon omdat wij vinden dat morrelen aan de Pachtwet
een heilloze weg is waarvoor pachter en verpachter
uiteindelijk het dubbele gelag betalen en de staat de la
chende derde is.
Oggel