IdlIU" Cll Die niet waagt Handen vol werk "Landbouwbeleid zal niet wezenlijk veranderen" zegge en schrijve zuidelijke landbouw maatschappij Beleidsvisie ZLM Twee sporen Uitvoering De aardappeloogst draait in de meeste be drijven op volle toeren. De rooi-omstandighe- den zijn tot nu toe gunstig geweest, al kan de regen van de laatste dagen roet in het eten gooien. De opbrengsten geven per regio nogal wat verschillen te zien. Ook op het bedrijf van Kees Traas in Baarland (zie foto) geven de aardappelen handen vol werk. Traas heeft 5,5 ha Bintjes bij droog weer kunnen rooien. Om de kiemlust te onderdrukken zal hij de voorraad snel gas sen. Het onderwaterge wicht is vrij hoog, waardoor de aardappe len blauw gevoelig zijn. Dat dwingt tot een ex tra voorzichtige behan deling. Op de foto Kees Traas met schoon dochter Francis en een buurmeisje aan het werk (foto: Anton Din- gemanse) VRIJDAG 21 SEPTEMBER flj BB BB n 78e JAARGANG NO. 4038 tuinbouwblad Gezien de kwestie waarover de minister is gestruikeld, vreest Van der Maas dat het aspect controle nog sterker in het beleid zal gaan doorklinken. "En dat terwijl we in de land- en tuinbouw al meer dan genoeg ver- en gebo den opgelegd krijgen. Denk maar aan de hele milieuwet geving. De nieuwe bewindsman zal naar ik verwacht nog meer politieman willen spelen". Als Braks al het veld had moeten ruimen, dan had hij voor Van der Maas niet vanwege de visserijkwestie weg hoeven gaan. Zijn beleid ten aanzien van de akkerbouw was veel meer een reden om het vertrouwen op te zeggen. Van der Maas meent dat de regering te weinig gedaan heeft aan de problemen in de akkerbouw. "En dan heb ik het niet zozeer over de persoon Braks, maar over rege ring en parlement als geheel". Van der Maas hoopt dat er een minister komt die de land- en tuinbouw van binnen en van buiten kent en die de specifieke problemen van deze sector goed aanvoelt. Ir. Gerrit Braks is met een onderbreking van één jaar on geveer tien jaar lang minister van Landbouw en Visserij (sinds 1989 ook van Natuurbeheer) geweest. Niet eerder was een landbouwminister gedurende zo'n lange periode aan het bewind. Hij werd in 1933 geboren in een boeren gezin in het Brabantse Odiliapeel. Na zijn studie in Wa- geningen was hij aanvankelijk enige tijd Rijkslandbouw- voorlichter. Daarna werd hij secretaris van de NCB en vervolgens landbouwattaché in Brussel. In 1977 werd hij in de Tweede Kamer gekozen en in 1980 kwam hij in het kabinet als minister van Landbouw en Visserij. G.J. M.Br aks "Het beleid van regering en parlement ten aanzien van de land- en tuinbouw zal niet wezenlijk verande ren welke minister er ook komt". Aldus de reactie van de voorzitter van de ZLM, de heer H.C. van der Maas, op het ontslag van minis ter G.J. Braks van Land bouw, Natuurbeheer en Visserij woensdagavond. Prinsjesdag heeft (ook) voor de land- en tuinbouw hoege naamd geen nieuws opgeleverd. De aangekondigde plannen van de regering bevestigen wat we al wisten, namelijk dat de agrarische sektor zich moet aanpassen aan milieu en markt. Onze standpunten daarover - haalbaar en betaalbaar - zijn voldoende bekend zodat ik maar afzie van verder kom- mentaar, ook al omdat elders in dit blad een reaktie vanuit het KNLC is opgenomen. Het geeft mij de gelegenheid deze keer in grote lijnen wat te vertellen over onze eigen ZLM- miljoenennota (begroting) en de ZLM-beleidsvisie zoals die maandag a.s. in ons hoofdbestuur aan de orde zullen komen. Uitgangspunt van de ZLM-beleidsvisie (concept) is dat de produktie afgestemd moet zijn op de vraag en dat de kwali teit bepalend is voor de afzet. Ook zal bij de produktie (veel) meer rekening moeten worden gehouden met natuur en mi lieu. De ZLM staat daarmee voor de (ondankbare) taak de achterban te overtuigen van een aantal overheidsmaatrege len die onontkoombaar op de sector af komen. De ZLM beleidsvisie gaat ook uit van een verdere daling van het aan tal hoofdberoepsbedrijven met daarnaast meer neiging naar part-time boeren waarbij deze laatste kategorie uitdrukkelijk als volwaardig ZLM-lid wordt gekwalificeerd. Vanwege ver groting en intensivering van de bedrijven zal de bedrijfsop volging in gezinsverband nog moeilijker - zo niet onmogelijk - worden. Daarom wil de ZLM zoeken naar andere onderne mingsstructuren om de continuïteit van de land- en tuin bouwbedrijven veilig te stellen. De ZLM wil zelf ook actief inspelen op nieuwe afzetmoge lijkheden om daarmee voor de leden nieuwe kansen te scheppen. Een voorbeeld hiervan is het gezamenlijke project voor de afzet van vollegrondsgroenten met de veiling Zuid- Holland-Zuid en Cebeco Handelsraad waarin de ZLM recht streeks deelneemt. Via het secretariaat wordt voortdurend gezocht naar vergelijkbare projecten. Het leuke is dat er daarmee eigenlijk niets nieuws aan de orde is want meer dan 100 jaar geleden deed de ZLM al hetzelfde met het oprichten van diverse coöperaties. Van onze leden, boeren en tuinders, zal de nodige veerkracht en inventiviteit worden gevergd om op de nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Met name zal men er aan gewend moeten raken binnen het be drijf meer risico te dragen. In de beleidsvisie wordt op dit punt gewaarschuwd voor het zgn. cultiveren van negatieve toekomstverwachtingen in de trant dat er toch wel niks van terecht zal komen. Die niet waagt, die niet wint, zeg ik dan maar. Al deze veranderingen vergen ook de nodige aanpassingen van de landbouworganisatie dus van de ZLM. De laatste ja ren hebben we geleidelijk de taakstelling van ons secretari aat aangepast aan de eisen van de tijd. Het accent ligt nu meer op dienstverlening en voorwaardenscheppend beleid en minder op markt- en prijsbeleid. De ZLM hangt daar mee een zgn. tweesporenbeleid aan, dat wil zeggen, het één doen en het ander niet nalaten. Ter versterking van de dienstverlening aan de leden hebben we vanuit de ZLM on langs in KNLC-verband de suggestie gedaan voor een recht streeks lidmaatschap van het KNLC om op die manier de dienstverlening efficiënter te kunnen organiseren. Ook ver dere samenwerking met onze eigen dochters - Verzekèrin- gen ZLM en Accountantsunie ZLM - kan de dienstverlening aan de leden ten goede komen. Voor het aanzien van de land- en tuinbouw is ook het onder houden van maatschappelijke contacten noodzakelijk. In de beleidsvisie wordt geconstateerd dat het onderhouden van maatschappelijke contacten op locaal en regionaal niveau in eerste instantie vanuit de afdelingen en kringen dient te ge beuren. Ook hebben de afdelingen en kringen een belangrij ke taak bij het betrekken van agrarische vrouwen en agrari sche jongeren bij de organisatie. Meer in het algemeen wordt geconstateerd dat de opbouw van de organisatie via afdelingen en kringen in stand gehouden dient te worden, maar dat kringen en afdelingen waar mogelijk moeten sa menwerken. De ZLM organisatie is aan voortdurende verandering onder hevig en zal dat ook blijven. Een organisatie als de ZLM kan echter alleen functioneren bij de gratie van de leden. Die le den moeten niet alleen de organisatie moreel steunen maar ook bereid zijn daarvoor contributie te betalen. Daarbij zijn we ons er van bewust dat de tijd met zich meebrengt dat de leden waar voor hun geld willen en het lidmaatschap van een landbouworganisatie een zakelijke beslissing is (gewor den). Daar doet de gelukkige omstandigheid dat de ZLM contributie vergelijkenderwijs tot de laagste in Nederland behoort niets vanaf. Om er achter de komen of je op het goede spoor zit zul je dus voortdurend een goed contact met je achterban moeten onderhouden. Dat doen wij in eer ste instantie via onze afdelings- en kringstructuur, maar ook ons ZLM-blad speelt een zeer belangrijke rol in de communi catie met onze leden. Via ons blad hebben wij uitstekende mogelijkheden om onze achterban voortdurend op de hoog te te houden waarmee we bezig zijn. En dat was nu precies de bedoeling van dit stukje. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 1