Durven breken met tradities
Bietenoogst op gang
sSyl verzekeringen zlm
zegge en schrijve
Hoeveel is één plus één?
Onmisbaar
Belangstelling voor jongeren
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1990
78e JAARGANG NO. 4037
land- en
tuinbouwblad
zuidelijke landbouw maatschappij
Eerder dan gebruikelijk is de bietenoogst op gang gekomen. Aangelokt door de vroegrooi-
premie hebben de eerste leveranties aan de suikerfabrieken plaatsgevonden. De eerste be
richten over de opbrengsten zijn wisselvallig. De foto is gemaakt op het land van W.H. van
Gorsel op Tholen. Hij schat zijn opbrengst voorzichtig op 65 ton per ha. Dat is hoger dan
het gemiddelde van de laatste jaren, maar lager dan de opbrengst van vorig jaar. Over het
suikergehalte is hij redelijk optimistisch. Aangezien hij direkt na het weekend heeft gerooid
kan de regen nog niet veel kwaad hebben gedaan. Van Gorsel levert aan de Suiker Unie.
Hij heeft in totaal 14 ha suikerbieten, waarvan nu 5 ha gerooid is. (Foto Anton Din-
gemanse).
Antwoord: één, wanneer het twee fusiepartners zijn. In
het voorjaar schreef ik al over de nieuwe fusiegolf in ver-
zekeringsland. Deze golf rolde inmiddels voort. Interpo
lis en Rabobank zijn één geworden. Na OLM te Zwolle
gaat nu ook onze zusterorganisatie OVVM te Groningen
naar Avéro te Leeuwarden. DLG te Assen heeft zich als
autoverzekeraar aangesloten bij de honderd brandon-
derlingen van de NOVO-Groep te Zwolle. Cove-
ma/Agro Lloyd te Rotterdam, waarmee wij samenwer
ken op het gebied van vrachtwagenverzekeringen, gaat
naar Interpolis. Ons zusje in Arnhem, Sterpolis, heeft
haar juridische struktuur gewijzigd van een "onderlin
ge" in een N.V., waarmee de verhandelbaarheid aan
zienlijk groter is geworden. En het laatste nieuws is dat
Centraal Beheer in Apeldoorn en Avéro samen een een
heid gaan vormen met een totale premie-omzet van zo'n
2,5 miljard gulden. Dit alles kreeg zijn beslag in de afge
lopen paar maanden. Er is sprake van een ware machts
concentratie binnen het toch altijd wat rustige Onder
linge verzekeringswereldje.
Wat is opvallend?
Nagenoeg alle partijen hebben een van oorsprong
sterke binding met de agrarische sektor. Een sektor
overigens die momenteel met vele onzekerheden
kampt en erg verdeeld is.
Als reden voor fusie wordt steeds genoemd: internati
onalisering en het kunnen aanbieden van een volledi
ger pakket, van financiële diensten.
Iedereen wil profiteren van alle afzetkanalen die er in
de markt zijn (direct writing, tussenpersonen, banken
en franchising).
Wat ook opvalt is dat alle ondernemingen in de kern
gezond zijn en dat direktieleden in veel gevallen nog
maar kort op hun stoel zitten.
De tendens is nu: we gaan samen, maar ieder blijft
onder eigen naam zelfstandig. Met uitzondering van
de bestuurs-/directiecolleges zijn er voorlopig geen
integratieplannen
Het coöperatieve karakter blijft middels de top-
coöperatie gehandhaafd; onder deze topcoöperatie
hangen vaak N.V.'s als werkmaatschappijen.
Ik hoop dat de nieuwe concerns gevestigd op onderlinge
basis hun gunstige premieniveaus in de toekomst zullen
kunnen blijven handhaven. Als dat niet het geval is, gaat
er pas écht wat gebeuren in het Onderlinge wereldje.
Verzekeringen ZLM is momenteel niet in onderhande
ling met een andere verzekeraar of bank. Wel wordt
goed geluisterd en gekeken. Zoals eerder verwoord in het
jaarverslag, stel ik vast dat het voor derden niet gemak
kelijk is iets toe te voegen in het belang van onze le
den/verzekerden. Bij ons is groei geen doelstelling, het
belang van de bestaande leden staat voorop. Een goed
produkt, de laagste premie. Bedenk wel: groot bestaat
niet als klein ontbreekt. Alleen al daarom heeft Verzeke
ringen ZLM bestaansrecht, nu en in de toekomst.
H. Doeleman Hzn, direkteur
Onlangs bracht ik op deze plaats nog eens in herinne
ring dat de structuur van onze landbouworganisatie
voorziet in een opbouw vanuit de kringen en afdelin
gen naar het landelijke circuit. Op die manier kan de
praktijk een vinger aan de pols houden van de georga
niseerde belangenbehartiging. Om ook rechtstreeks
contact met de praktijk te onderhouden brengt het Da
gelijks Bestuur van de ZLM tweemaal per jaar een
werkbezoek aan één van onze dertien kringen. In het
kader van zo'n werkbezoek wordt er samen met het
kringbestuur een door de kring uitgestippelde rondrit
gemaakt door het werkgebied van de kring. Tijdens de
ze rondrit wordt er vanuit het kringbestuur de nodige
informatie gegeven over de ontwikkelingen in het ge
bied en natuurlijk zijn er ook bedrijfsbezoeken in het
programma opgenomen, 's Avonds wordt zo'n werk
bezoek dan besloten met een open discussie tussen
het betreffende kringbestuur en het Dagelijks Bestuur
waarbij alle mogelijke punten aan de orde kunnen
komen.
Deze week hadden we weer zo'n werkbezoek van het
Dagelijks Bestuur, ditmaal naar de kring Altena-
Biesbosch (zie elders in dit blad). Opnieuw heb ik daar
uit de conclusie getrokken dat dit soort werkbezoeken
niet alleen bijzonder informatief zijn maar feitelijk ook
onmisbaar zijn. Persoonlijk vind ik de bedrijfsbezoeken
tijdens een werkbezoek altijd het hoogtepunt. Het con
tact met de praktijk is dan onversneden en het bedrijf
als vergaderplaats werkt erg stimulerend. Bovendien
kom ik er zo achter dat er nog heel wat boeren zijn die
kans zien hun bedrijf onder moeilijke omstandigheden
toch verder te ontwikkelen. Op basis van vakman
schap en ondernemerschap worden er op deze bedrij
ven voortdurend weloverwogen risico's genomen door
tijdig in te spelen op ontwikkelingen die er eigenlijk
(nog) niet zijn, maar waarvan ingeschat wordt dat ze
er wel zullen komen. Dikwijls gaat het daarbij om on
dernemersbeslissingen die diep ingrijpen in de bedrijfs
voering en waarbij resoluut gebroken moet worden
met tradities. Vooral jonge boeren hebben dikwijls
geen andere keus willen ze boer worden en dat ook
blijven.
Maar zoals gezegd: ze zijn er nog en meer dan we mis
schien wel eens denken. Met name jonge boeren ver
dienen in dit verband extra belangstelling vanuit de
ZLM. Vanwege hun specifieke omstandigheden - zoals
bedrijfsovername - is het voor jongeren extra moeilijk
om in te spelen op de ontwikkelingen. De belangstel
ling voor jongeren vanuit de organisatie moet niet al
leen centraal geregeld worden. Vooral ook afdelingen
en kringen kunnen zich op dit punt verdienstelijk ma
ken door jongeren nadrukkelijk bij de organisatie te be
trekken. Dat kan heel simpel door vanuit het afdelings
bestuur de jongeren in de afdeling rechtstreeks èn per
soonlijk te benaderen. Ik weet dat daar hele goede re
sultaten mee zijn bereikt. Plotseling blijkt dan dat jon
geren wel degelijk belangstelling hebben om naar ver
gaderingen van afdelingen te komen. Afdelingen en
kringen kunnen natuurlijk ook nog een stapje verder
gaan en speciale bijeenkomsten voor jongeren en met
jongeren organiseren, en/of in het programma van de
vergadering nadrukkelijk rekening houden met jonge
ren. Met het vergaderseizoen in zicht is het nu de tijd
om daar invulling aan te geven. Oggel