1
9 9
Ik wilde boer onder de boeren zijn
Afscheidsreceptie
Subsidie voor teelt groenbemesters
EEG-premieregeling aan
houden zoogkoeienbestand
99
Jan Vroegop (Gropatax) gaat met pensioen
Rundveehouders, die in aanmerking
willen komen voor de premierege
ling voor het aanhouden van een
zoogkoeienbestand kunnen een aan
vraag hiertoe van 1 september 1990
tot en met 31 januari 1991 indienen.
De premie is bedoeld om een redelijk
inkomensniveau te garanderen voor
die rundveehouders die zijn gespeci
aliseerd in de produktie van kwali
teitsrundvlees. De premie per zoog
koe bedraagt voor het seizoen
1990-1991 105,51. Aanvraagfor
mulieren zijn verkrijgbaar bij de dis-
triktsbureauhouder.
Men dient minimaal 3 zoogkoeien te
houden om voor premie in aanmer
king te komen. Daarnaast dient het
aantal opgegeven zoogkoeien mini
maal zes maanden op het eigen be
drijf worden aangehouden. Gedu
rende deze periode kan een zoogkoe
worden vervangen door een andere
zoogkoe of drachtige vaars. Indien
het aantal zoogkoeien daalt beneden
het op het aanvraagformulier opge
geven aantal zoogkoeien, dient elke
vermindering binnen 10 dagen via
een speciaal formulier aan de dis-
triktsbureauhouder te worden ge
meld. De melding dient door be
wijsstukken te worden ondersteund.
Met ingang van het seizoen
1990-1991 kunnen ook melkprodu
centen, die over een referentiehoe
veelheid van ten hoogste 60.000 kg
beschikken, voor maximaal 10 zoog
koeien premie krijgen. Om zoog
koeien, waarvoor premie is aange
vraagd te kunnen onderscheiden van
het melkvee, moeten de zoogkoeien
op het moment van de aanvraag zijn
voorzien van een oormerk met re
gistratienummer. De oormerken zijn
gratis verkrijgbaar bij de distrikts-
bureauhouder.
Ing. J. Vroegop: "Ik zou ook in deze tijd best boer willen zijn" (foto Anton Dingemanse).
Hij heeft het zo lang mogelijk uitgesteld, maar het onvermijdelijke
gaat nu toch gebeuren. Jan Vroegop van Gropatax wordt - of hij het
nu wil of niet - volgende maand 65 jaar. En dat betekent dat er een
einde komt aan zijn langdurige en intensieve loopbaan in de land
bouw. Na Ko Markusse is hij de tweede markante figuur die binnen
korte tijd van het zuidwestelijk landbouwtoneel verdwijnt. Beiden
sinds de oorlog aktief in de belangenbehartiging van de boeren, heb
ben hun wegen elkaar regelmatig gekruist. Soms bij toeval, soms be
wust. Ze begonnen gelijktijdig in de landbouwvoorlichting, ze traden
op nagenoeg hetzelfde moment samen bij de ZLM in dienst en ze ne
men in hetzelfde jaar afscheid. Wat zij samen in ruim 40 jaar mee
maakten stempelde hen tot vrienden voor het leven.
Vroegop werd 64 jaar geleden gebo
ren in een boerengezin in Klundert.
Hij had dolgraag boer willen wor
den, maar dat zat er niet in. Zijn
oudere broer ging hem voor. Jan
Vroegop ging naar de middelbare
landbouwschool in Roosendaal.
Drie dagen nadat hij zijn diploma
had behaald begon hij bij de land
bouwvoorlichting in Sint Philips-
land. Een telefoontje van zijn toen
malige baas Van Beekom deed hem
al snel in Schouwen en Duiveland te
recht komen met als standplaats
Brouwershaven. Het werd een ver
huizing, die een stempel op zijn ver
dere leven zou zetten. Want Schou
wen en Duivenland werd als het wa
re zijn tweede vaderland. Hij hielp
er bij de wederopbouw van de land
bouw na de oorlog, maakte er de
watersnoodramp van 1953 mee, was
de motor van de herverkaveling met
vele bedrijfsvergrotingen en ver
plaatsingen en kwam er in de zesti
ger jaren terug als man van
Gropatax.
"Ik ben in 1946 in de landbouw
voorlichting begonnen", vertelt
Vroegop. "Als 20-jarige moest ik de
boeren gaan vertellen hoe ze
moesten boeren. Schouwen had in
de oorlog onder water gestaan en er
moest veel voorlichting worden ge
geven over het zoutgehalte in de
grond en wat de boeren als gevolg
daarvan konden zaaien en telen. Na
een paar jaar kende ik iedere boer en
elk stuk grond op Schouwen en Dui
veland".
Herverkaveling
De ramp in 1953 verlengde niet al
leen het verblijf van Vroegop op
Schouwen en Duiveland, maar stel
de hem tevens voor een andere taak.
Toen het water eenmaal geweken
was, kwam het ingrijpende proces
van de herverkaveling op het eiland
op gang. Bedrijfsvergrotingen en
boerderijverplaatsingen - zowel op
het eiland zelf als naar de nieuwe
polders - moesten in goede banen
worden geleid.
Terugblikkend op die intensieve en
vaak ook emotionele jaren spreekt
Vroegop over een prachtige tijd. In
middels was hij verhuisd naar Zie-
rikzee. Ir. Eelkema was er zijn baas.
"We werkten in het begin in een ca
ravan die op de Markt stond. We la
gen soms met zijn tweeën op de
vloer, de kaart van Schouwen Dui
veland voor ons. Waar konden we
boerderijen neerzetten? We hebben
in die jaren 66 boerderijen verplaatst
naar de polders en ongeveer 200 in
tern op het eiland. Die verplaatsin
gen waren natuurlijk niet alleen een
kwestie van geld. Dat was veel meer
een sociaal probleem voor het gezin.
Avonden, soms tot diep in de nacht,
praatte ik met de boerengezinnen.
Het is wel gebeurd dat ze me vroegen
even op de gang te gaan staan, om
dat ze als gezin alleen wilden beslis
sen of ze naar de polder zouden gaan
of niet. Er waren ook boeren, die je
eenvoudigweg niet kon vragen om
het eiland te verlaten. Al bijvoor
baat stond vast dat je die mensen
niet naar de polder kon laten gaan.
Dat zou niks worden. In die tijd heb
ben Ko Markusse en ik veel met el
kaar gepraat. Hij stond in Tholen
voor dezelfde problemen als ik op
Schouwen. We hebben veel steun
aan elkaar gehad".
Weg uit Zeeland
Inmiddels geworteld op Zierikzee,
waar hij was getrouwd, brak in 1959
een spannende periode aan. Öf
Vroegop öf Markusse moesten hun
werk in Zeeland staken. Een van bei
den zou elders buiten de provincie
aan het werk moeten. "We wilden
allebei in Zeeland blijven. Markusse
was een Zeeuw van geboorte, en ik
was Zeeuw geworden. We schoven
de beslissing steeds voor ons uit. Uit
eindelijk besloot Van Beekom ons
allebei te laten testen in Den Haag.
We haalden precies dezelfde uitslag.
Toen eenmaal duidelijk werd dat ik
in West-Brabant terecht zou komen
en daar weer oude bekenden zou
ontmoeten, heb ik de knoop doorge
hakt. Ik ging terug naar mijn ge
boortestreek. Gemakkelijk is ons
vertrek uit Zierikzee niet geweest".
In West-Brabant werd Vroegop met
open armen ontvangen. "Ze hadden
op het kantoor zelfs de vlag uitgesto
ken. En het toeval wilde dat ik daar
opnieuw onder ir. Eelkema zou ko
men te werken. Het werd al met al
een schitterende periode. Ik heb
daar onder andere de ruilverkaveling
in het land van Heusden en Altena
gedaan, de grootste die op dat mo
ment in Nederland plaatsvond. En
terug in Klundert, voelden wij ons
ook daar weer goed thuis".
Een telefoontje van secretaris Korte-
weg van de Noordbrabantse Land
bouw Maatschappij - toen nog net
zelfstandig - bracht opnieuw onrust
in het gezin Vroegop. De vraag was
namelijk of Vroegop er voor voelde
in dienst te komen van het Grond-
Pacht en Taxatiebureau dat de ZLM
en de NBLM (later met de CBTB
Zuidwest) gingen uitbouwen.
Zonder dat ze het van elkaar wisten
had ook Markusse het verzoek ge
kregen om bij de ZLM te komen
werken en de SEV op poten te zet
ten. Zo zaten de heren opnieuw in
hetzelfde schuitje. Ze hebben samen
beslist om de overstap te wagen.
Voor Vroegop speelde daarbij een
rol dat hij terug kon naar Zeeland.
Later is het grond- en taxatiebureau
van de landbouworganisaties op ei
gen benen komen te staan en kreeg
het de naam Gropatax. Het werd hèt
aanspreekpunt voor de boeren als
het gaat om koop- en verkoop, ver
pachting, taxatie, onteigening, enzo
voort. Vroegop kreeg als werkgebied
West-Brabant, Tholen, Sint Philips-
land en Schouwen-Duiveland. Hij
bleef in Klundert wonen. Op Schou
wen en Duiveland kwam hij - nu als
man van Gropatax - bij veel boeren
terug, die hij als landbouwvoorlich
tingsman ook al terzijde had
gestaan.
Moerdijk
Bij de grote onteigening ten behoeve
van het industrieschap Moerdijk was
Vroegop een van de centrale figuren.
Hij denkt met veel genoegen terug
aan deze gigantische operatie. "Het
ging om 2500 ha, de grootste ontei
gening die ik ooit heb meegemaakt.
NCB en Gropatax hadden de han
den ineengeslagen en samen de boe
ren uit het gebied bij elkaar geroe
pen. Er werd een vertrouwenskom-
missie benoemd en ik kreeg de uit
voering op mijn schouders gelegd.
Ik heb er drie jaar aan gewerkt".
Het bijna dagelijkse kontakt met de
boeren bezorgt Vroegop nog het
meeste plezier in zijn werk. "Dit
werk moet je niet van achter je bu
reau uitvoeren", zegt hij. "Je moet
de boeren opzoeken, een vertrou
wensband weten te scheppen. Ik heb
nooit boven de boeren willen staan.
Ik wilde boer onder de boeren zijn
en ik dacht dat men dat op prijs
heeft gesteld. Dertig procent van
mijn tijd besteed ik aan sociaal
werk. Dat levert Gropatax in direkte
zin geen geld op. Maar toch vind ik
het belangrijk om te doen. De boer
die gestopt is nog eens opzoeken, de
weduwe die achterbleef nog wat
hulp aanbieden. Dat zijn dingen
waar ik tijd voor vrij maak. Vergeet
niet dat er door mijn werk een sterke
band is gegroeid met de boeren. Je
deelt lief en leed, kijkt in de boeken,
weet hoe ze er voor staan, hoe het
met vrouw en kinderen gaat. Dat
schept een band".
In de 44 jaar die Vroegop in de land
bouw werkzaam is, heeft hij veel
zien veranderen. De boer die met
paarden werkte, veel arbeiders in
dienst had en zelf als het ware alleen
toezicht hield, die boer bestaat niet
meer. De moderne boer werkt
hoofdzakelijk in zijn eentje, met
machines en moet als het ware alles
zelf kunnen. "Als ik zelf zou mogen
kiezen, zou ik ook in deze tijd nog
altijd boer willen worden. Het vrije
buitenleven trekt mij aan. En ekono-
misch gezien ben ik ervan overtuigd
dat een goede boer met vakkennis,
die weet wat hij doet, een goed
bestaan kan opbouwen".
Minder pessimistisch
Vroegop heeft in zijn loopbaan veel
verdrietige en pijnlijke zaken meege
maakt, maar ook veel goede ontwik
kelingen gezien. Hij is minder pessi
mistisch over de toekomst van de ak
kerbouw dan menig ander. "Als ik
de boeken zie, dan zijn er nog heel
wat boeren te feliciteren". Vanuit
zijn werk is hij nauw betrokken bij
aan- en verkoop van grond en be
drijven. "Ik ben nog maar weinig
spijtoptanten tegengekomen", zegt
hij. "Aankoop van grond levert niet
direkt inkomensvermeerdering op,
maar je kunt meedoen aan de nood
zakelijke schaalvergroting". Goede
gronden brengen in het zuidwesten
35.000,— tot ƒ40.000,— per ha
op, hier en daar zelfs nog iets meer.
Er is een voortdurende vraag naar
akkerbouwbedrijven in het zuid
westen, vooral naar grote, maar die
zijn er niet veel. Goed draaiende vee
boeren uit Oost-Brabant melden
zich nadrukkelijk op de markt in
Zeeland. Ook boeren die elders ont
eigend worden (Haarlemmermeer
in verband met Schiphol en andere
delen in de Randstad) zijn bereid en
in staat hoge prijzen te betalen. Het
zuidwesten is een aantrekkelijk ge
bied met goede grond en een gunstig
klimaat.
Vroegop komt er eerlijk voor uit dat
hij tegen zijn pensionering opziet.
Liever was hij nog een tijdje doorge
gaan hoewel hij zijn opvolger Jan de
Feijter met plezier heeft ingewerkt
en alle vertrouwen in hem uit
spreekt. Hij zal de dagelijkse om
gang met de boeren missen. Zo nu
en dan zal zeker nog een beroep wor
den gedaan op zijn ervaring en des
kundigheid. En de tijd die nu in rui
me mate overblijft komt ten goede
aan vrouw en kinderen, kerkewerk
en doe-het-zelf-aktiviteiten.
K.J.
Ing. J. Vroegop neemt na een
dienstverband van 44 jaar in de
landbouw op vrijdag 14 septem
ber a.s. afscheid als medewer
ker/taxateur van Gropatax. Het
bestuur van Gropatax biedt hem
ter gelegenheid hiervan een af
scheidsbijeenkomst aan, gevolgd
door een receptie. De feestelijk
heden vinden plaats in "De No-
belaer", A. van Berchemlaan 2
te Etten-Leur. Van 16.30 tot
18.00 uur is er gelegenheid per
soonlijk afscheid te nemen van
de heer Vroegop.
Boeren in het grondwaterbescher
mingsgebied Vierlingsbeek kunnen
rekenen op een subsidie voor de teelt
van groenbemesters. De provincie
Noord-Brabant en de Waterlei
dingsmaatschappij Oost-Brabant
hebben dat toegezegd. De gewestelij
ke raad voor het Landbouwschap is
bij de plannen betrokken.
De subsidie bedraagt 150,per
hectare. Dat bedrag is weliswaar niet
voldoende om alle kosten te dekken,
maar wel genoeg voor de aankoop
van zaaizaad en het zaaien. Met na
me de extra grondbewerking komt
voor rekening van de boer. De inzaai
van groenbemesters is bedoeld als
nagewas voor de akkerbouw en als
ondervrucht bij snijmais.
Met dit gezamenlijk initiatief willen
de betrokken instanties voorkomen,
dat nitraat uit de bodem naar het te
winnen drinkwater uitspoelt. De
provincie ziet bovendien ook voor
delen voor de boer in de teelt van
groenbemesters. Alle boeren in het
gebied rond Vierlingsbeek hebben
een brief ontvangen met daarin in
formatie over de bijdrageregeling en
een handleiding voor deze teelt.
Melden
Boeren moeten voor 15 september
aan de provincie melden dat zij een
groenbemester gaan telen. Zij ont
vangen de subsidie pas, nadat de
provincie heeft kunnen controleren,
of er inderdaad van de teelt sprake
is. Na de startbemesting mag de boer
geen extra stikstof aan de groenbe
mester geven.
Vrijdag 7 september 1990