Mest uitrijden in najaar binnen vijf jaar taboe
Tot 1 oktober inspraak in
Zeeuws milieubeleidsplan
Perevuur kost fruitkweker veel tijd en geld
Ontwerp Zeeuws milieubeleidsplan 'Kerend tij' gepresenteerd
Baalhoekkanaal moet
er niet komen
Het gebruik van dierlijke mest in het najaar moet vóór 1995 uit de
wereld zijn, althans in de provincie Zeeland. Dit uitgangspunt hante
ren de auteurs van het ontwerp van het Zeeuws milieubeleidsplan
'Kerend tij'. Volgens hen moet de mest niet worden toegediend op
het moment dat de plant het nog niet nodig heeft. Een groot deel van
de meststoffen zou hierdoor uitspoelen en in het oppervlaktewater te
rechtkomen. Het ontwerp-plan is gisteren in het Provinciehuis te
Middelburg gepresenteerd door de milieu-gedeputeerde mevrouw De
Vries-Hommes. Het is de bedoeling dat in samenspraak met de ver
schillende doelgroepen aan het plan vorm en inhoud wordt gegeven.
"Het ontwerp is heel duidelijk als
een kader bedoeld van waaruit een
tweerichtingenverkeer tussen de
doelgroepen en de provincie tot de
definitieve vaststelling van het plan
moeten komen", legt Thom van
Riet uit, die projektleider is van de
groep die het plan heeft opgesteld.
"Het is geen dictaat. De doelgroe
pen kunnen vaak het best zelf aange
ven hoe bepaalde normen bereikt
kunnen worden. Voor het verkrijgen
van het noodzakelijke draagvlak is
de medewerking van de doelgroepen
bovendien onmisbaar. Er moet dan
ook gezocht worden naar een voor
alle doelgroepen aanvaardbare
oplossing".
"Een van de doelgroepen is de land
bouw, een belangrijke sektor in Zee
land. De provincie voelt zich (mede)
verantwoordelijk voor het goed
funktioneren van deze bedrijfstak.
We willen met het milieuplan het de
boeren niet onmogelijk maken hun
werk te doen. 'De landbouw moet
als pijler van de Zeeuwse ekonomie
kunnen blijven bestaan', zo staat in
het plan. Maar tevens willen wij elke
doelgroep aanspreken op haar eigen
verantwoordelijkheid ten aanzien
van het "milieu". Er moet gewoon
wat gebeuren, daar kan niemand
omheen. Daarom is er nu een pro
vinciaal milieubeleidsplan, waarin
we overigens getracht hebben alle
doelgroepen evenredig te benaderen.
Behalve de landbouw zijn ook o.m.
de industrie, rekreatie, gemeenten,
waterschappen en milieubeweging
doelgroepen", zegt Van Riet.
Bij het opstellen van het Zeeuws mi
lieubeleidsplan is het Nationaal mi
lieubeleidsplan (NMP) uitgangspunt
geweest. Het NMP is vertaald naar
de Zeeuwse situatie, en daarnaast
hebben specifiek Zeeuwse proble
men aandacht gekregen. Voorbeel
den van dat laatste zijn de rekreatie-
druk en de forse algengroei in het
oppervlaktewater. Die algengroei is
een gevolg van te hoge concentraties
aan voedingsstoffen in het opper
vlaktewater. Die zijn daar mede in
terecht gekomen door uitspoeling
van meststoffen. In 'Kerend tij'
wordt daarvoor de term vermesting
gehanteerd. Volgens 'Kerend tij'
wordt in 95 procent van de Zeeuwse
binnenwateren de landelijke norm
voor stikstof en fosfaat overschre
den. De alg heeft beide stoffen op
zijn menu staan.
In de Zeeuwse binnenwateren is het
fosfaatgehalte van nature hoog. Het
stikstofgehalte geldt daardoor voor
de algen als 'beperkende faktor'.
Het komt erop neer dat de hoeveel
heid algen toeneemt naarmate er
meer stikstof in het water zit. De
aanvoer van stikstof vindt o.m.
plaats door uitspoeling van
meststoffen en door zogenoemde
zoute kwel. In het Zeeuwse grond
water zijn tot nu toe geen hoge con
centraties aan nitraat (een verbin
ding waarin stikstof "verpakt" zit)
gevonden.
Uitspoeling
De uitspoeling van de meststoffen is
voor een groot deel een gevolg van
het toedienen van dierlijke mest in
het najaar. Gedurende de winter
groeit er nog geen gewas dat de
meststoffen kan opnemen, waar
door uitspoeling optreedt. "Van alle
in het oppervlaktewater aanwezige
stikstof is 60 procent afkomstig van
uitgespoelde meststoffen. Voor het
grootste deel zijn deze (in de vorm
van nitraat) in de winter uitgespoeld.
Daarnaast is 20 procent afkomstig
van zoute kwel, 15 procent van lo
zingen en vijf procent van
neerslag", zegt Tjeerd Blauw van de
onderafdeling Water en biologie van
de provincie. Hij houdt zich uit oog
punt van de waterkwaliteit bezig met
de vermesting, en heeft in die hoeda
nigheid meegeschreven aan het plan.
Als oplossing voor het uitspoe
lingsprobleem noemen de samenstel
lers van het plan toediening in het
voorjaar. "Dat geeft geen milieu
problemen en heeft zelfs de voor
keur boven kunstmest. Met spoed
moeten daarom methoden worden
ontwikkeld om de dierlijke mest
zonder struktuurbederf in het voor
jaar op het land te brengen", aldus
het plan. De samenstellers beroepen
zich op hoopgevende initiatieven die
wat dit betreft momenteel in de
landbouw aan de gang zijn. Zonodig
zal het gebruik van drijfmest in het
najaar echter met een verordening
aan banden worden gelegd.
De samenstellers zien ook een moge
lijke oplossing in de toepassing van
mestkorrels. "Momenteel is dit voor
de landbouw op grond van financië-
Op het gisteren aan vertegen
woordigers van doelgroepen en
de pers gepresenteerde (ontwerp)
Zeeuws milieubeleidsplan is -
volgens de planning - tot 1 okto
ber inspraak mogelijk. In no
vember komt het aan de orde in
bijna alle statenkommissies, en
in december behandelen de Pro
vinciale Staten het plan. Als ver
tegenwoordiger van de landbouw
in de provinciale milieuraad
heeft de sekretaris van het Land
bouwschap Y.L. Boom donder
dag het plan in ontvangst
genomen.
Het is de bedoeling van de pro
vincie om in september studiebij
eenkomsten met de afzonderlijke
doelgroepen te beleggen, om in
een 'samengesprek' het plan een
nadere invulling te geven. De
provincie wil de bijeenkomsten
samen met de doelgroepen voor
bereiden, en deze ook een (in
houdelijke) bijdrage laten leve
ren. "Wellicht dat al lopende ini
tiatieven van een doelgroep in het
plan kunnen worden betrok
ken", zegt een voorlichter van de
provincie. "Dergelijke bijeen
komsten zijn in ieder geval be
vorderlijk voor de inspraakpro
cedure".
Waarschijnlijk moeten provin
cies met ingang van 1992 perio
diek milieubeleidsplannen gaan
maken. Met 'Kerend tij' loopt
Zeeland vooruit op deze ver
plichting. De status van het mi
lieubeleidsplan is zodanig dat de
uitspraken erin niet bindend zijn
voor derden (bedrijven, burgers
en andere overheden). Het plan
is richtinggevend voor de beslis
singen op provinciaal niveau. De
uitvoering van 'Kerend tij' zal
vorm krijgen via jaarlijkse pro
vinciale uitvoeringspro
gramma's.
De stormvloedkering in de monding van de Oosterschelde is volgens de sa
menstellers van het Zeeuws milieubeleidsplan een symbool van de enorme
mogelijkheden die de mens heeft om de natuur te beïnvloeden, maar tegelijk
is het een 'monument voor het milieu
Ie overwegingen geen haalbare
kaart. De toepassing hangt af van de
verdere ontwikkelingen van de mest
verwerkingscapaciteit, maar ook
van het gevoerde prijsbeleid gericht
op de sturing van de meststroom. De
provincie zal erop aandringen dat dit
beleid zodanig wordt gewijzigd dat
de toepassing van mestkorrels in
stikstofgevoelige gebieden zoals Zee
land, financieel mogelijk wordt".
Een van de manieren om de gevol
gen van vermesting te bestrijden is
doorspoelen. Een van de weinig wa
teren in Zeeland waarvoor dit een se
rieuze optie is, is het Veerse Meer.
Een dergelijke maatregel heeft alleen
zin als tegelijk de toevoer van
meststoffen via het polderwater
wordt tegengegaan, aldus het milieu
beleidsplan.
Zoute kwel
Een voor Zeeland specifiek feno
meen is de "zoute kwel", die er on
der meer voor zorgt dat er een toe
voer van voedingsstoffen vanuit de
ondergrond plaatsvindt. Deze stof
fen komen uiteindelijk in het opper
vlaktewater terecht.
Om de nadelige gevolgen van de
zoute kwel te onderzoeken worden
de gevolgen (ook voor de landbouw)
van peilverhoging onderzocht. In
een ander onderzoek wordt gekeken
wat de gevolgen zijn van het maken
van 'kwelschermen'. Een hoger pol-
derpeil verlaagt de kweldruk en
daarmee de nadelige gevolgen van de
kwel. Ook gaat bij een hoog polder-
peil de stikstofafbraak sneller, waar
door er minder uitspoeling optreedt.
Een kwelscherm zorgt ervoor dat de
kwelstroom beperkt blijft tot in de
direkte nabijheid van de dijk, waar
na het brakke water weer wordt te
ruggevoerd tot buiten de dijk. Dit
voorkomt dat voedingsstoffen uit de
ondergrond naar boven worden ge
voerd en ook dat de kwel op zijn weg
door de polder veel voedingsstoffen
heeft kunnen opnemen, die vervol
gens zouden worden uitgeslagen.
Van Riet betoogt dat de landbouw
kundige droögleggingsnormen zijn
geformuleerd in de jaren '50, toen er
nog in het geheel geen sprake was
van milieunormen. Hij oppert de
mogelijkheid dat er nog een flinke
marge zit tussen wat nu gebruikelijk
is en wat landbouwkundig verant
woord is. "Misschien zijn de nor
men destijds wel wat ruim gekozen.
Nu er andere belangen meespelen is
het zinvol onderzoek te doen in hoe
verre met een hoger peil en de aanleg
van kwelschermen de aanvoer van
voedingsstoffen naar het oppervlak
tewater via zoute kwel, kan worden
verminderd".
Wat betreft de hoeveelheid mest
wordt Zeeland landelijk een tekort-
gebied genoemd. "Wij noemen de
provincie echter een "gevoelig
tekort-gebied", vanwege de zoute
kwel. Die zorgt ervoor dat de mest
uit andere delen van het land hier
toch voor problemen zorgt", zegt
deskundige waterkwaliteit Blauw.
Gewasbescherming
Het Zeeuws milieubeleidsplan ligt
op de landelijke lijn. Het wijkt daar
van af wat betreft het mestbeleid,
vanwege de specifieke situatie. Ook
met betrekking tot de voorgestelde
teruggang in de hoeveelheid gewas
beschermingsmiddelen wijkt het af.
Landelijk wordt in het jaar 2000 een
reduktie voorgestaan met 50 pro
cent, terwijl Zeeland zegt dat de hoe
veelheid gewasbeschermingsmidde
len met "slechts" 20 procent hoeft
te dalen. In beide gevallen wordt uit
gegaan van de situatie in 1985. De
scherpe landelijke norm is een ge
volg van het sterk terug willen drin
gen van de grondontsmetting. In
Zeeland worden weinig gron-
dontsmettingsmiddelen gebruikt. In
het provinciale milieubeleidsplan
wordt gesteld dat in overleg met de
landbouw moet worden nagegaan
op welke wijze het gebruik van
bestrijdingsmiddelen kan worden te
ruggedrongen. "In elk geval moet
worden voorkomen dat door over
schakeling op andere teelten als bol
len of teelten in kassen het milieu per
saldo zwaarder wordt belast", zo
staat in het plan.
Een ander voornemen is de intrek
king van de distelverordening, om
dat deze volgens de provincie in veel
gevallen leidt tot onnodig gebruik
van bestrijdingsmiddelen.
Zeeland verwacht van de rijksover
heid dat zij een heffingensysteem
voor bestrijdingsmiddelen invoert,
bedoeld om het ontwikkelen van al
ternatieven te financieren.
Haalbaar
In het ontwerp van het Zeeuws mi
lieubeleidsplan wordt het belang van
alle aandacht voor het milieu dik on
derstreept. Er wordt een onder
scheid gemaakt in taken voor de
provincie en taken voor de doelgroe
pen, waarbij een ieder op zijn ver
antwoordelijkheid wordt gewezen.
De komende maanden zal blijken
met welke ideeën, verlangens en wel
licht eisen de doelgroepen zelf op de
proppen zullen komen. De provincie
gaat ervan uit dat het plan haalbaar
is, "zij het soms met moeite".
Vrijwel elke fruitteler moet de laat
ste weken veel tijd besteden aan con
trole en verwijderen van bomen die
door bacterievuur zijn aangetast.
Verplichte verwijdering van aange
tast materiaal is een eerste vereiste.
Dat geldt voor alle groen, zowel
bedrijfs-, overheids als particulier
green. Aldus de heer C. Hamelink,
voorzitter van de tuinbouwcommis-
sie tijdens de maandag gehouden
vergadering van het ZLM-
hoofdbestuur.
Volgens de heer Hamelink moeten
de besmettingshaarden vooral wor
den gezocht in het openbaar groen.
De praktijk bewijst dat boomgaar
den in niet-beschermde gebieden
kwetsbaarder zijn dan in bescherm
de gebieden. Veel fruitkwekers staan
onder zware psychische druk door
het voortwoekerend perevuur en zijn
aan vertwijfeling onderhevig bij het
lezen van rapporten en commenta
ren over de oorzaak van de besmet
ting. Men wil het doen voorkomen
dat perebomen de meidoorn ziek
maken en niet andersom. "Is het be
leid er op gericht de agrarische be
drijfstak te liquideren? De overheid
is bezeten van een chemofobie en de
massamedia vertellen het verder",
aldus de heer Hamelink.
Wonder
Goede berichten had de voorzitter
van de tuinbouwcommissie over de
gevolgen van de vorstschade. Deze
leek aanvankelijk desastreus, maar
bij de appels is het als het ware een
wonder gebeurd. Door het goede
weer begin mei is in de nabloei een
enorm herstel opgetreden. Landelijk
wordt voor de appels een oogstver-
wachting uitgesproken van 70-80%,
in het werkgebied van de ZLM
wordt zeker 80% gehaald. Voor pe
ren zal gemiddeld 50-60% geoogst
kunnen worden. Overigens bestaan
er grote verschillen per bedrijf en per
ras en is op sommige bedrijven zelfs
sprake van een schrijnende situatie
(10-20% oogstverwachting of nog
minder). Daarom blijft de door de
ZLM bepleite landelijke calamitei
tenregeling volop aktueel. Verzeke
ren tegen nachtvorstschade is niet
mogelijk. Om zich tegen dergelijke
risiko's in te dekken zou opnieuw de
mogelijkheid van fiscale reservering
in overweging moeten worden geno
men. Dit geldt overigens voor alle
soorten, niet alleen voor de
tuinbouw.
Prijzen onder druk
De heer Hamelink deelde het in het
hoofdbestuur verder nog mee, dat
de prijzen in de tuinbouw nogal on
der druk staan. Vooral aardbeien,
sla, tomaten en komkommers bren
gen gemiddeld te weinig op. Het
aanbod van pruimen is dit jaar zeer
schaars. Was het aanbod op de CVZ
de laatste jaren gemiddeld 500 ton
per jaar, in 1989 was dit 230 ton en
dit jaar is de verwachting niet hoger
dan 200 ton. Omgerekend komen er
voor elke Nederlander maar een
paar pruimen beschikbaar.
De mogelijke aanleg van het Baal
hoekkanaal zal de landbouw in Oost
Zeeuws-Vlaanderen ernstige schade
toebrengen. Het hoofdbestuur van
de ZLM is daarom van mening dat
het kanaal er niet moet komen. De
discussie is weer aktueel geworden
omdat minister Maij-Weggen het
kanaal in het structuurschema Ver
keer en Vervoer heeft opgenomen.
Mocht het project onverhoopt toch
doorgang moeten vinden, dan zal er
in elk geval volledige grondcompen-
satie moeten komen voor de boeren
in het gebied. Ook zal er geld op ta
fel moeten komen voor een volledige
verkaveling. In de streek wordt in
tussen gesproken over het eventueel
aanvragen van een administratieve
ruilverkaveling voor het gebied
Stoppeldijk/Walsoorden/Kruispol-
der. De komst van het Baalhoekka
naal zou dit voornemen volledig
doorkruisen.
Vrijdag 6 juli 1990