Nog geen kompleet beeld
stikstofhuishouding
Veel kritiek op nieuwe mestregels
Aanpassingen voor zode-injekteur
Studiedag IB over stikstof in bodem, gewas en milieu
Produktschap
aktief
in mestrecycling
Vessem wil
mestfabriek van Eersel
overnemen
Kunstmest kan veel beter verdeeld worden dan organische mest en is daarom uit punt van uitspoeling in het voordeel.
Om deze reden zou organische mest zoveel mogelijk in dezelfde vorm gegeven moeten kunnen worden als kunstmest.
Het zal nog zeker 5 jaar duren voor
het onderzoek in ons land kant en
klare modellen kan leveren waarmee
de boer kan berekenen hoeveel
stikstof hij moet geven voor de
hoogste opbrengst bij de gewassen
zonder daarbij het milieu te scha
den. Dit komt omdat men de micro
biologische processen in de grond
nog niet in de vingers heeft: De op
bouw en afbraak van humus en
plantenresten blijken nog moeilijk te
beschrijven terwijl ze wel een hoofd
rol spelen bij het beschikbaar komen
van stikstof in de grond. Het beeld
van de stikstofhuishouding is dus
nog niet kompleet.
Dit werd donderdag 7 juni jl. be
kend gemaakt op het Instituut voor
Bodemvruchtbaarheid in het Gro
ningse Haren. Hier vond in het ka
der van het eeuwfeest van dit insti
tuut een internationale studiebijeen
komst plaats over stikstof in bodem,
gewas en milieu.
Op de bijeenkomst werd op grond
van onderzoeksresultaten in Neder
land, Engeland, West- en Oost-
Duitsland, Frankrijk, België, Dene
marken, Zweden, Spanje en Canada
de eensluidende konklusie getrokken
dat het thans al wel mogelijk is om
in een groot aantal situaties de
stikstofopname van het gewas en de
hoeveelheid stikstof in de bodem te
berekenen. Maar het is ook van be
lang dat voor het perceel waarvoor
de berekeningen worden uitgevoerd
de bodemkenmerken tot in detail be
kend zijn. In ons land wordt daar
nog aan gewerkt door o.m. het Sta
ring Instituut in Wageningen. "Pas
als we ook die faktor kennen, kun
nen we een model maken op basis
waarvan de boer van dag tot dag kan
berekenen hoeveel stikstof het gewas
op heeft genomen, hoeveel er nog in
de bodem zit en of er dus bij moet
danwel dat men bij de N-gift terug
houdend moet zijn", zegt het hoofd
van de afdeling Bemesting en Plan-
tevoeding op het I.B. dr. ir. J.J.
Neeteson.
Gedrag
Het Instituut voor Bodemonderzoek
doet al jaren in samenwerking met
het Meststoffeninstituut onderzoek
naar het gedrag van stikstof in de
bodem. Stikstof is voor de boer be
langrijk als meststof maar voor het
milieu kan het bij uitspoelen in de
vorm van nitraat grondwater en
daarmee ook het drinkwater vervui
len. Neeteson: "Gezien de strenge
EG-normen die momenteel 50 mg
nitraat per liter toestaan maar waar
bij de streefwaarde 25 mg per liter
bedraagt, is het dus van belang om
de bemesting zo nauwkeurig moge
lijk af te stemmen op de behoefte
van het gewas. De stikstof moet dus
in zulke hoeveelheden en op die
tijdstippen worden toegediend dat
de boer een hoge gewasopbrengst
krijgt bij een minimale uitspoeling".
Volgens de onderzoeker is die dose
ring door de talrijke processen die
zich in het milieu afspelen niet een
voudig. Zo treedt er mineralisatie op
van de stikstof, wordt ze vastgelegd
door bacteriën, vastgehouden door
kleideeltjes en komt er via de "zure
regen" ook nog eens jaarlijks 40 tot
50 kg stikstof per ha op de grond.
Bij het Harense instituut en bij ver
gelijkbare instituten in het buiten
land is men momenteel wel in staat
door uitgebreid bodemkundig- en
gewasonderzoek de belangrijkste
processen die een rol spelen bij de
stikstofopname en bij de stikstof
huishouding per computer te bereke
nen en ook na te bootsen, te simule
ren. Het is de bedoeling om voor
verschillende grondsoorten, klima
ten en gewassen modellen te maken
waarmee in kombinatie met de
weersgegevens van dag tot dag kan
worden berekend hoe groot de
stikstofbehoefte van het gewas is en
welke hoeveelheid zich in de bodem
bevindt.
Daarbij is zoals gezegd thans nog te
weinig zicht op het gedrag van
stikstof in de verschillende bodem-
karakteristieken. Wanneer ook deze
kennisleemte over enige jaren is op
gevuld dan zal het instituut dus met
werkbare modellen voor de boer
naar buiten kunnen treden.
Stikstof-onekonomische
gewassen
Uit onderzoek is gebleken dat aard
appelen en een aantal groenten zoals
sla en spinazie als gevolg van o.m.
hun oppervlakkig ontwikkeld wor
telstelsel "stikstof-onekonomische"
gewassen zijn. Ze moeten veel meer
stikstof toegediend krijgen om de
hoeveelheid op te kunnen nemen die
ze in feite nodig hebben. Bieten, gra
nen en gras - voorzover gemaaid -
geven in dit opzicht een gunstiger
beeld. Uit proeven op het Instituut
voor Bodemvruchtbaarheid is in
middels gebleken dat uitspoe
lingsproblemen bij aardappelen
kunnen worden voorkomen door ca.
25minder stikstof te geven. "Het
opbrengstverlies is dan slechts twee
procent, zegt Neeteson terwijl de
kwaliteit van het produkt beter is.
Wel geeft grasland waar het wordt
beweid problemen. Bij de urineplek-
ken ontstaan sterke concentraties
van nitraat dat uit kan spoelen naar
diepere lagen". Hoewel dat op veel
praktische bezwaren stuit zou het
het beste zijn om de koeien maar het
hele jaar door op stal te laten, meent
een van de onderzoekers op het insti
tuut. Uit oogpunt van uitspoeling is
organische mest in het nadeel ten op
zichte van kunstmest omdat kunst
mest veel beter verdeeld kan worden
gegeven. Organische mest zou daar
om zoveel mogelijk in dezelfde vorm
moeten kunnen worden gegeven als
kunstmest.
Minister Alders van Milieu en minister Braks van Landbouw hebben
overeenstemming bereikt over de aanpassing van het mestbeleid in de
tweede fase. Ze leggen dit plan binnenkort voor aan het gehele kabi
net en daarna sturen ze het naar de Tweede Kamer. In september zal
de Kamer over het mestbeleid beslissen.
Kurstjens Landbouwtechniek BV te
Grubbenvorst heeft ten behoeve van
het werk met de zode-injekteur twee
werktuigen ontworpen.
Er wordt bij het werk met een zode-
injekteur steeds meer gebruik ge
maakt van een hefmest, omdat hier
mee de injekteur vertikaal omhoog
getild kan worden. De hefhoogte is
echter beperkt, waardoor de achter
zijde van de zode-injekteur niet
hoog genoeg van de grond komt om
alle percelen probleemloos in te kun
nen draaien. Met de speciaal ge
vormde gebogen hefmast van Kurst
jens wordt de achterzijde van de in
jekteur veel hoger opgeheven, zodat
de aandrukwielen de grond niet
meer raken.
Het Produktschap voor Veevoeder
zal via een speciaal hiervoor op te
richten stichting steun geven aan de
oplossing van de mestoverschotten-
problematiek. De 'Stichting Herge
bruik Dierlijke Mest' probeert te
bewerkstelligen dat aminozuren en
eiwitten worden teruggewonnen uit
dierlijke mest. Deze stoffen kunnen
dan worden hergebruikt bij de pro-
duktie van diervoeding.
In 1988 nam het produktschap het
door de industrie samen met TNO
opgestarte project 'aminozurenpro-
duktie uit varkensdrijfmest' onder
haar hoede. De reden hiervoor was
de brede belangstelling uit en het al
gemeen belang voor de veevoedersec
tor. In opdracht van het schap loopt
momenteel een onderzoek naar een
rendabel procédé.
Vrijdag 15 juni 1990
Het bedrijf heeft daarnaast een be
weegbare aankoppeling ontwikkeld
van de zode-injekteur aan de tank.
Hierdoor zijn zijdelingse bewegin
gen van de tank ten opzichte van de
injekteur geen probleem meer. Bij
een starre aankoppeling zijn deze be
wegingen niet mogelijk. Vooral bij
een drie-assige tank met variabele
bandendruk en bij een moerasvoer
tuig met lage bandenspanning maakt
een tank veel zijdelingse bewe
gingen.
Het gemeentebestuur van Vessem
heeft laten weten de mestfabriek van
buurgemeente Eersel over te willen
nemen. Burgemeester H. Jonker van
die plaats wil de mestverwerkingsfa
briek koppelen aan een nieuw be
drijventerrein voor Vessemse (tran
sportbedrijven, die op hun huidige
vestigingsplaats niet meer kunnen
uitbreiden. In die zin gaat hij bin
nenkort praten met de provincie.
Het idee in Vessem is ontstaan na de
unanieme afwijzing door de raad
van Eersel van de vestiging van een
mestfabriek in die gemeente. De
provincie Noord-Brabant heeft on
langs vier lokaties genoemd die ge
schikt zijn voor de vestiging van een
mestverwerkingsfabriek. Eersel was
er daar één van. De naam Vessem is
nooit gevallen, omdat de beide hui
dige bedrijventerreinen in die ge
meente te kleinschalig zijn. Voor de
bouw van een mestverwerkingsfa
briek is een terrein van minstens vier
hektare nodig.
Het hoofdbestuur van de KNLC uit
te nogal wat kritiek op deze nieuwe
mestregels. Vooral het feit dat er
geen vergoeding wordt gegeven aan
boeren wier bedrijven liggen op fos
faatverzadigde gronden ontmoette
veel weerstand. Dit geldt ook voor
het weigeren van vergoeding voor
bedrijven op gronden die vanwege
de ekologische hoofdstruktuur als
fosfaatgevoelig worden aangewezen.
Plafond
Waar het bestuur echt kwaad over
was, was het verhogen van de alge
hele korting bij de verplaatsingsrege
ling van 25 tot 30%. Het landbouw
bedrijfsleven had zelf een korting
van 25% voorgesteld om een algehe
le afroming te voorkomen. De over
heid straft dit aanbod af door er nog
5% boven op te zetten. Ook bij de
nieuwe verplaatsingsregeling geldt
een plafond van 225 IVE. Bedrijven
die meer IVE's hebben mogen hun
produktierechten niet uitbreiden.
Dit plafond moet verdwijnen vindt
het hoofdbestuur, of als dat niet kan
in ieder geval opgetrokken worden
tot 350 IVE.
Een ander voorstel is dat per 1995 al
le bedrijven vooraf moeten kunnen
aantonen dat ze hun mest kwijt kun
nen op het eigen bedrijf of er een af-
zetkontrakt voor hebben. Bedrijven
die dit niet kunnen aantonen raken
hun mestproduktierechten kwijt.
Het KNLC is over deze regel verbol
gen. Het brengt de veehouders in een
zeer zwakke positie. Beter zou zijn
de veehouders achteraf aan te laten
tonen dat ze hun mest op verant
woorde wijze hebben afgezet.
Het KNLC wijst een mogelijke fi
nanciering uit de kollektieve midde
len voor het ammoniak-
reduktiebeleid af. "We moeten eerst
eens met de minister praten over al
die andere heffingen die de veehou
ders al betalen om de ammoniak-
uitstoot te verminderen.
Kinderziektes
Veel kritiek uitte het bestuur op de
nieuwe uitrijregels. Het is belache
lijk dat er op zand en löss in septem
ber niet meer uitgereden mag wor
den. Het hoofdbestuur vraagt zich
af of dit wel zo'n milieuvriendelijke
maatregel is. Er bestaat een grote
kans dat er bij die ene gift die nog
mogelijk is veel te veel mest ineens
uitgereden wordt. Wel is het belang
rijk dat februari als uitrijmogelijk-
heid gehandhaafd blijft. Als het uit
rijden van mest afhankelijk wordt
van de T-som, dan moet er in ieder
geval in februari uitgereden kunnen
worden en zoveel eerder als de T-
som het toelaat.
De verplichting om vanaf 1991 op
ca. 200.000 ha grasland op zand
emissie-arm uit te rijden is onhaal
baar. Er is nog onvoldoende appara
tuur en de apparatuur die er is zit
nog vol met kinderziektes en is lang
niet op alle percelen bruikbaar.
Mestafzet
De kommissie - De Bekker van het
Landbouwschap heeft een tussen
rapportage uitgebracht over de mo
gelijke realisatie van grootschalige
mestverwerking. Het is een duidelijk
rapport, dat de problematiek goed
in beeld brengt. Het KNLC bestuur
had vooral moeite met de voor
gestelde nulheffing voor bedrijven in
niet-overschotgebieden. In eerdere
besprekingen over mestverwerking
heeft het bestuur een dergelijke hef
fing afgewezen. Het blijkt echter dat
het juridisch niet haalbaar is om
sommige bedrijven wel een heffing
op te leggen en andere niet. Wel is
een nul-heffing mogelijk.
Een van de belangrijkste problemen
is het afbakenen van de regio's voor
de mestverwerking. De kommissie
De Bekker onderscheidt drie regio's,
Brabant/Limburg, Utrecht/Gelder
land/Overijssel en West- en Noord-
Nederland. De hoofdbestuursverga
dering vroeg daarbij aandacht voor
de grensgebieden. Er wordt iets te
weinig rekening gehouden met de re
gionale verschillen. Sommige leden
hadden moeite met het voorstel om
de regio's zelf verantwoordelijk te
stellen voor de financiële organisatie
van het geheel. Maar de meerderheid
vond dat de landbouw regionaal zijn
eigen problemen op moet lossen.
Verder vroeg het KNLC zich af of er
niet eens een inventarisatie kan ko
men van alle heffingen die er op het
gebied van mest worden betaald.
Zou het niet beter zijn deze gelden te
stroomlijnen?
Ingeborg Schuitemaker
15