Veehandelaren spelen snel in op internationale handel Melkquota goedkoper PR onderzoekt inkuilen onder ongunstige omstandigheden Diepte hokken heeft geen effekt op voeropname en groei vleesstieren Voorkom magnesiumgebrek bij melkkoeien Rapport over opname van diploid en tetraloïd Engels raaigras nnp Welzijn zeugen kan aanzienlijk verbeterd door nieuw ontwikkelde groepshuisvesting Rassenberichten Nederlandse handelaren in vee spe len snel in op mogelijkheden voor internationale handel in levende die ren, konkludeert het LEI in een rap port over de perspektieven voor de export van levende varkens en big gen. Dat zei J.W. Diepeveen, voor zitter van de Bond van Handelaren in vee op de jaarvergadering in Akersloot. Sprekende over de GATT- onderhandelingen juichte Diepeveen het opheffen van kunstmatige be lemmeringen voor invoeren door middel van veterinaire voorschriften toe. Indien echter bescherming te genover "dumping" wegvalt heeft dat ongewenste ontwikkelingen tot gevolg, waaronder bijvoorbeeld een prijsval, waardoor de veehouderij en andere agrarische produktie in de gevarenzone terecht komen. Voor de veehandel is van belang dat o.a. drachtige vaarzen en andere stamboekrunderen regelmatig afge zet kunnen worden naar het Midden-Oosten, Noord-Afrika en andere derde landen. Onontbeerlijk blijven daarbij restituties, die nodig zijn om tijdelijke overschotten aan rund- en varkensvlees te kunnen af zetten naar derde landen. Diepeveen pleitte overigens voor een verlaging van de streefprijzen die voor levende slachtrunderen 526,67 en voor geslachte varkens 500,33 bedragen. Een afbouw van deze prijzen is gewenst hetgeen ech ter niet mag leiden tot het overleve ren van de vee- en varkenshouderij aan de nukken van de wereldmarkt. Dat de klassifikatie van runderkar- kassen tot meer doorzichtigheid zou leiden over door runderslachterijen uitbetaalde prijzen wees Diepeveen af. Hij pleitte daarom voor een kor- rektie van deze EG-besluiten. Hij stond evenwel positief tegenover de EG-maatregelen inzake de toeken ning van de zoogkoeienpremie. Verstoringen prijsverhoudingen Kritiek had Diepeveen op het selek- tief ondersteunen, zoals de diverse maatregelen voor ondersteuning van prijzen voor osse- en stierevlees, door middel van overheidsinterven ties, die niet toegepast worden voor vlees van vrouwelijk rundvee. Deze diskriminatie naar sexe met EG- maatregelen levert kunstmatige ver storing op van prijsverhoudingen. Negatief stond Diepeveen ook tegen over het niet verlenen van een pre mie bij de uitvoer van levende slachtstieren. Schapenmarktordening De herziene schapenmarktordening voorziet in een gemeenschappelijke prijswaarneming voor lammeren van standaardkwaliteit. Als veehan del is er alle aanleiding lering té trek ken uit de gebeurtenissen met de klassifikatie van runderkarkassen en prijswaarneming van geslachte run deren. Voor prijswaarneming op de levend-veemarkten wordt het systeem-den Bakker toegepast en een dergelijk systeem zou ook voor lammeren moeten worden opgezet. Diepeveen verwacht dat men de ko mende jaren rekening dient te hou den met een beperking van de ooi premie, alsmede met konkurrentie van Britse en Ierse lammeren op de Franse markt en elders in de Ge meenschap. Klassieke varkenspest Het snelle en adequate ingrijpèn van de VD ter voorkoming van versprei ding van klassieke varkenspest oogstte bij Diepeveen waardering, niet echter de regeling Verzamelen varkens 1990. Het verbieden van aanvoeren en verhandelen van slachtvarkens op marktdagen heeft naar de opvatting van Diepeveen nauwelijks iets van doen met bestrij ding van de varkenspest. Marktontwikkelingen Diepeveen konstateerde een steeds toenemende vraag naar kwaliteits vee. Ten aanzien van kalveren konstateerde hij een te gering aan bod voor de aanwezige slachtcapaci- teit. Import van kalveren, vooral nu ka's, dient mogelijk te zijn zonder te hoge heffingen (ƒ3,per kalf uit Polen plus invoerrecht van 16%). Bij slachtvarkens zal een kleinere Uit onderzoekingen van het Proefstation voor de Rundveehou derij (PR) te Lelystad (samen met het IVVO) naar het inkuilen van gras onder ongunstige omstandighe den blijkt dat het effekt van de ver schillende toevoegmiddelen in sterke mate wordt bepaald door de inkuil- baarheid van het gras. De effekten zijn het grootst als de kuilen slecht gekonserveerd zijn. De verbetering is dan vaak niet zodanig dat van een goed gekonserveerde kuil kan wor den gesproken. Bij hakselen van gras met 20 tot 30 procent droge stof geven mierezuur, melasse en Foraform vergelijkbare goede inkuilresultaten. Bij het inkui len van slecht inkuilbaar gras vallen de resultaten met azijnzuur en Kofa- sil tegen. Bij het vergelijken van de verschillende machines blijkt dat hakselen duidelijk homogener kuil- voer geeft dan inkuilen met een opraapwagen. Er is praktisch geen verschil in kuilkwaliteit, voeder- waarde en aantal sporen van boter- zuurbakteriën tussen de kuilen ge maakt met de opraapwagen, opraapsnij wagen en opraapdo- seerwagen. Het onderzoek is beschreven in pu- blikatie 67 van het PR. Deze is ver krijgbaar door 12,50 over te ma ken op postbanknr. 2307421 van het PR Lelystad o.v.v. publikatie 67. Tussen drie en vier meter diepe hok ken bestaan geen verschillen wat be treft de voeropname, groei en ge drag van vleesstieren. Dit blijkt uit huisvestingsproeven met vleesstieren in de afmestfase op het Regionaal Onderzoek Centrum 'De Vlierd' te Bruchem, gedaan tussen 1981 en 1988. Het in het onderzoek toegepaste lig bed in een vier meter diep hok lijkt een negatieve invloed op de groei van de stieren te hebben. Stieren ge houden in drie meter diepe hokken met een zodanige extra vreetbreedte dat de oppervlakte per stier gelijk is aan die van de stieren in vier meter diepe hokken bleken wezenlijk har der te groeien dan de stieren in de vier en drie meter diepe hokken met 14 normale vreetbreedte. Ekonomisch is het echter niet interessant om de stieren in de drie meter, diepe hokken extra vreetbreedte te geven, zo bleek. Bij een vergelijking tussen groepsgroottes van zes, twaalf of achttien stieren per hok leek de groei in de kleinste groep het hoogst te zijn. In voeropname konden hierbij geen verschillen worden aange toond. Er waren 540 roodbonte stie ren bij het onderzoek betrokken. De opfokfase duurde zes maanden. Een volledig verslag van het onder zoek met uitgangspunten en bereke ningen is uitsluitend verkrijgbaar door 12,50 te storten op post banknr. 2307421 van het PR Le lystad, o.v.v. publikatie nr. 66. produktie een rol gaan spelen. Mo gelijk zal er import van slachtvar kens kunnen gaan plaatsvinden. Ten aanzien van schapen is een sterke uitbreiding op te merken in Neder land en elders in Europa. De prijzen zijn te laag voor een lonende scha penhouderij, aldus Diepeveen. Het Landbouwkundig Bureau voor Kalimeststoffen te Amsterdam wijst de veehouders erop dat steeds meer koeien op de rand van een magnesi umgebrek balanceren, waardoor o.a. de kans op melkziekte toe neemt. Volgens het bureau blijkt de toename uit de bloed- en urine monsters die door de Gezondheids diensten voor Dieren zijn on derzocht. Als oorzaken noemt het bureau de huidige toepassing van dierlijke mest. Door de mest op het optimale tijdstip en een optimale wijze toe te dienen wordt de benutting beter. Dit heeft een daling van het magnesium gehalte van het gras tot gevolg. Ver der zijn door het ontstane ruwvoer- overschot veel veehouders minder krachtvoer gaan voeren. Een te laag magnesiumgehalte van het gras wordt daardoor nu niet meer gecom penseerd door in krachtvoer aanwe zig magnesium. Het kalimeststoffen-bureau zegt dat magnesiumgebrek het best kan wor den voorkomen door het magnesi umgehalte van het gras te verhogen. Dit kan door bemesting. Het best en snelst werken meststoffen met direkt werkend magnesium. In de jaren 1986 t/m 1988 zijn door het Proefstation over de Rundvee houderij (PR) op de Waiboerhoeve te Lelystad zeven opnameproeven met melkvee uitgevoerd om bij zo- merstalvoedering na te gaan of er een verschil in opname en produktie gekonstateerd kon worden als melk koeien diploid en tetraploïd Engels raaigras gevoerd kregen. De diploïde rassen waren Magella en Tresor, de tetraploïde waren Mel- tra/Citadel en Condesa. Uit de ge wasanalyse bleken tetraploïd en di ploid Engels raaigras op enkele pun ten te verschillen. Het ruw-as gehalte van het diploïde Engels raaigras was lager "vooral als gevolg van een gerin gere verontreiniging met zand bij de oogst. De verteerbaarheid van het tetraploïde Engels raaigras (in vitro bepaald) was in de herfst ca. 1 een heid hoger. Als gevolg van het hoge re ruw-as gehalte was de voeder- waarde (uitgedrukt in VEM) bij het tetraploïde gras in het voorjaar la ger. In de herfst was de voederwaar- de iets hoger als gevolg van de betere verteer baarheid. Het suikergehalte was bij de tetraploïden gemiddeld 1% hoger, er was echter een duide lijke jaarinvloed. De dieren namen bij alle proeven van het tetraploïde gras meer op. De verschillen in opname tussen de onderzochte tetraploïde en diploïde rassen zullen in de praktijk vooral in de herfst tot uiting komen vanwege de kombinatie van betere roestre- sistentie en betere verteerbaarheid. De opzet en de resultaten van het on derzoek staan beschreven in PR- rapport "Opname van diploid en te traploïd Engels raaigras". Het rap port is te bestellen door het overma ken van 25,— op Postbanknum mer 2307421 van het Proefstation PR te Lelystad met vermelding van "Rapport nr. 125". In het nieuwe houderijsysteem zijn de zeugen geheel vrij. Gedurende de eerste week worden de biggen opgesloten in het werpnest, zodat ze hun aan haar stem kunnen leren kennen (foto: "Schoonoord"). Het welzijn van zeugen kan door de nieuw ontwikkelde groepshuis vesting in alle stadia van de voort planting van zeugen aanzienlijk worden verbeterd. Dit blijkt uit de eerste uitkomsten van het onderzoek naar een nieuw houderijsysteem voor zeugen op het Instituut voor Veeteeltkundig Onderzoek (IVO) "Schoonoord" te Zeist. Op donder dag 7 juni zijn deze uitkomsten door middel van een videopresentatie we reldkundig gemaakt. In het nieuwe houderijsysteem dat door "Schoonoord" is ontwikkeld mogen de zeugen vrij rondlopen, maar worden ze toch individueel verzorgd. Elke zeug draagt namelijk een zendertje om de hals, dat werkt als een elektronische sleutel. Door middel van deze sleutel kan elke zeug de hoeveelheid voer opvragen, waarop het dier die dag (nog) recht heeft. De zender maakt het eveneens mogelijk om vast te stellen of een zeug in bronst is en bevrucht moet worden. Tevens zijn aanwijzingen te verkrijgen over mogelijk zieke die ren. Zelfs in de kraamstal lopen de zeugen los, hoewel het dier daar de beschikking heeft over een eigen nest om de biggen ter wereld te brengen. Niet alleen wordt in de nieuwe wet geving, de Gezondheids- en welzijns wet voor dieren, de preventieve toet sing van huisvestingssystemen opge nomen; ook gaat de aandacht uit naar de dierlijke biotechnologie. Beide aspekten hebben als uitgangs punt het erkenneVi van de eigen zelf standige waarde van dieren. Het toe komstig onderzoek van het IVO "Schoonoord" zal zich richten op de integratie van gedragsstudies en fysiologie. Het IVO-onderzoek zal zich met na me richten op de gevolgen van tech nologische toepassingen op stress en gezondheid. De rol van de huis vesting en het transport en het be lang van dag- en nachtritmen in vol ledig geautomatiseerde melkveehou derijsystemen zal daarbij de aan dacht krijgen. Volgens de sektie Agrarisch Onroe rend Goed van de NVM (Nederland se Vereniging van Makelaars) staat de prijs van melkquota onder druk. Een half jaar geleden was nog duide lijk sprake van een stijgende ten dens, nu daalt de prijs van melkquo ta over de hele linie. Gemiddeld is de quotaprijs inmiddels gedaald bene den de 4,20 per kg. Echte uitschie ters naar boven of beneden zijn er niet. Sommige gebieden zoals Twen te en de Veluwe hebben een quotum- prijs van 4,50, het merendeel van Nederland ligt net boven de 4, Mede aanleiding voor de dalende prijzen is de onduidelijkheid om trent de toekomst van de melkwetge- ving. Diverse varianten staan ter dis- kussie, die alle neerkomen op een meer of minder vergaande versoepe ling van de melkquotering. Grasland zonder quotum De prijs van"grasland zonder melk quotum heeft volgens de NVM de afgelopen maanden een lichte stij ging te zien gegeven. De stijging is al in het hele land zichtbaar. Het niveau waarop de prijzen zich bevinden loopt echter per regio sterk uiteen. Zo ligt de prijs in Friesland gemiddeld op f 27.500,per ha, terwijl Oost- Gelderland een prijs heeft van 54.000,per ha. Een half jaar ge leden lagen deze prijzen op respek- tievelijk 25.000,— en 50.000,— Oorzaak van de prijsstijging is vol gens de sektie Agrarisch Onroerend Goed van de NVM, de diskussie over de in te voeren milieubescher- mende maatregelen. Wat er staat te gebeuren is nog niet zeker. Wel staat vast dat een agrarisch ondernemer de gevolgen ervan beperkt als hij be schikt over voldoende grond. Dit sti muleert de vraag en heeft een prijs opdrijvend effekt. Bij het Centrum voor Rassenonder- zoek en Zaadtechnologie CRZ, ont staan uit een fusie van het Rijksinsti tuut voor Rassen Onderzoek (RI- VRO) en het Rijksproefstation voor Zaadonderzoek (RPvZ), is onlangs een aantal rassenberichten versche nen, en wel over snijmais (no. 806), korrelmais, CCM en maiskolven- schroot (807), suikerbieten (805), haver (803), zomergerst (802) en zo- mertarwe (801). Geinteresseerden kunnen de rassenberichten opvragen bij het CRZ, tel. 08370-79111. Vrijdag 15 juni 1990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1990 | | pagina 14