Lentefeest
IdlIU" uil
Tiissen hoop en vrees
vanuit de Z.L.M. gezien
Commissie van Goede Diensten
zuidelijke landbouw maatschappij
In de steek gelaten
Krachtsinspanning
De natuur trekt zich niets aan van "Luxemburg" of "commissie van drie" en gaat gewoon
haar eigen gang. Dat levert momenteel bijzonder mooi voorjaarsweer op. In de Bollenstreek
staan veel velden al in volle bloei, en ook de boomgaarden tonen veel vroeger dan normaal
hun bloesempracht. Als onder de fruitbomen dan ook nog lammetjes dartelen is het lente
feest volmaakt. Maar het is nog lang geen mei... (foto Ab Westerbeek).
Net voor het ter perse gaan van dit blad bereikte ons het advies
van de Commissie van Goede Diensten aan het kabinet. De
commissie wil bevorderen dat het kabinet op korte termijn
besluiten neemt over een inspanning op EG-niveau tot een
structurele herziening van het zogenaamde Stabilisatoren-
besluit; maatregelen ter verbetering van de inkomenspositie van
ondernemers in de akkerbouw, met bijzondere aandacht voor
ondernemers die in acute liquiditeitsproblemen zitten; bevorde
ring van de herstructurering van de akkerbouwbedrijven; be
vordering van regionale ontwikkelingsplannen ten behoeve van
de akkerbouw; een taakstellend beleidsprogramma ten behoeve
van alternatieve teelten en de agrificatie.
De commissie adviseert de regering te pleiten voor een aanpas
sing van het stabilisatorenmechanisme. Voor 1990/91 dient
naar de mening van de commissie gepleit te worden voor een
verzachting van de prijseffecten van het Stabilisatorenbesluit ten
einde de Nederlandse akkerbouwers een adempauze te geven.
Het advies van het Europees parlement biedt hiervoor goede
aanknopingspunten. De commissie denkt aan de volgende
maatregelen: aanpassing van de maandelijkse verhogingen van
de graanprijs (staffeling) en verkorting van de betaaltermijn,
gelet op de renteontwikkeling, alsmede opschorting van de
basis-medeverantwoordelijkheidsheffing.
Het doorvoeren van prijsbeleid als enig instrument van produk-
tiebeheersing is onaanvaardbaar in de ogen van de commissie.
Prijsbeleid kan niet worden losgezien van een breder functione
rend beleid van produktiebeheersing. Bij de gewenste maatrege
len voor produktiebeheersing gaat de voorkeur van de Commis
sie uit naar een verdeling van taakstellende hoeveelheden graan
per Lidstaat.
Op korte termijn zullen bedrijven die onder het bestaansmini
mum zijn geraakt tijdelijk moeten worden ondersteund, aldus
de commissie. De commissie vindt ook dat voor het versneld tot
stand brengen van een herstructurering in de akkerbouw een ex
tra financiële inspanning van de overheid bespreekbaar moet
zijn.
Na globale lezing van het advies luidt de eerste reaktie van de
heer Van der Maas als volgt:
- het advies is erg globaal met vrij veel "open einden"
- de commissie heeft zich enkel en alleen gebaseerd op bestaande
Brusselse en Haagse mogelijkheden
- positief is de concrete wensenlijst m.b.t. aan de orde zijnde
Brusselse besluitvorming
- teleurgesteld zijn wij in de magere voorstellen m.b.t. directe
nationale compensatie (alléén GBK)
- tenslotte: voor wat betreft de maximalisering van de investe
ringssteunregelingen e.d. alsmede m.b.t. de beschikbaarstelling
van meer nationaal geld voor die maatregelen staan ons naar al
le zekerheid nog zware verdere onderhandelingen te wachten.
I VRIJDAG 30 MAART 1990
I fl WW ffl WW 78e JAARGANG NO. 4015
tuinbouwblad
Het begin van deze week staat in het teken van de on
zekere spanning tussen hoop en vrees. In Luxemburg
vergadert de Raad van Europese Landbouwministers
over het Europese markt- en prijsbeleid. In Nederland
houden de 3 bemiddelaars in de akkerbouwproblema-
tiek beraad over mogelijke nationale maatregelen om
de akkerbouw de adem te verschaffen om de rigide Eu
ropese prijzenpolitiek te overleven. Beide overlegcir-
cuits functioneren los van elkaar, maar voor de praktijk
van Nederlandse land- en tuinbouw is er wel degelijk
een relatie. Ter verzachting van EG prijsverlagingen
wordt immers nationale compensatie gevraagd. Veron
dersteld wordt, dat de Nederlandse bemiddelaar daar
voor meer ruimte ziet en bepleit, dan in het beleid door
de Nederlandse overheid tot nog toe wordt toegepast.
De berichten die tot nog toe (woensdagmorgen) uit het
Luxemburgse tot ons komen geven weinig hoop op een
verbetering van de Europese uitgangspunten. Het Eu
ropees parlement heeft gepleit voor een lichte prijsver
hoging, maar in de Raad van Ministers liggen
voorstellen voor een duidelijke prijsverlaging. Ondanks
duidelijk verzet van Nederlandse zijde zullen politieke
afwegingen uiteindelijk het resultaat bepalen, waarin
rekening moet worden gehouden met het feit, dat Ne
derland één van de twaalf lidstaten is en naar verluidt
niet erg populair.
Welke ruimte zal de 3 wijze mannen dan worden gela
ten om in redelijke mate tegemoet te komen aan de
agrarische verlangens, die in de breed gedragen acties
zo nadrukkelijk zijn geëtaleerd. 'Op het moment van dit
schrijven (woensdag) begrepen wij dat op donderdag
de eindrapportage gepresenteerd zou worden.' Gecon
cludeerd kan worden, dat de Nederlandse politiek
eveneens weinig ruimte heeft gelaten voor veel tege
moetkomingen. Desalniettemin moeten er op basis van
inschikkelijkheid bij de overheid en inventiviteit bij de
bemiddelaars financiële middelen kunnen worden ge
vonden, die een wezenlijke bijdrage leveren aan de ver
groting van de overlevingskansen van belangrijke delen
van de Nederlandse akkerbouw.
Deze zaken overwegende bekruipt je het ellendige ge
voel in de steek te worden gelaten op momenten, dat
je steun nodig hebt. Waaraan heeft de landbouw dat
verdiend en hoe kort is het nog maar geleden, dat de
Nederlandse landbouw, geen sector uitgezonderd, als
paradepaard van het Nederlands bedrijfsleven fungeer
de. Waar de Nederlandse boer ten voorbeeld werd
gesteld als de man die kansen creëerde en op een uit
stekende wijze gebruik maakte van moderne ontwikke
lingen. Kennelijk moet deze vooruitgang voor hem de
ondergang betekenen, want hij wordt gestraft voor de
gevolgen. De landbouw heeft zijn plichten in het eco
nomisch bestel gedaan en de landbouw kan gaan.
De akkerbouw is duidelijk met de Europese landbouw
politiek van lage prijzen geconfronteerd en de veehou
derij loopt op tegen de Nederlandse milieuwetgeving.
Het voorgenomen beleid en de daarmee samenhan
gende planologie zullen bij realisering zodanig ingrij
pend zijn, dat het voortbestaan van vele bedrijven
onmogelijk wordt en met hen wordt het voortbestaan
van het samenhangende stelsel van toelevering en ver
werking ondermijnd. In dat geheel was Nederland op
zijn sterkst en verzwakking treft de Nederlandse agrari
sche sector in het hart.
Onwikkelingen stagneren, de concurrentiepositie ver
zwakt en anderen nemen de produktie over.
Het perspectief dat de Nederlandse landbouw moet
worden geboden ligt in ontwikkeling. Gebruik maken
van vernieuwing op het gebied van produktie, ook op
het gebied van milieubescherming, ledereen is ervan
overtuigd dat daaraan een bijdrage moet worden gele
verd. Ook produktiebeheersing zal noodzakelijkerwijs in
beeld komen.
Milieuvriendelijker produceren, mede als gevolg van
vraag in de markt, vernieuwing en aanpassing van het
produktenassortiment en het aanbod van de consu
ment zijn alle zaken, die bij de landbouw in beeld zijn.
Dat vraagt een enorme krachtsinspanning van de agra
rische ondernemers, daarin bijgestaan door
toeleverings- en verwerkingsbedrijven. De landbouw is
bereid deze weg te gaan en de overheid zal mede tot
taak hebben om deze weg begaanbaar te maken. Ook
daar zal een krachtsinspanning worden gevraagd.
In de afgelopen jaren heeft de landbouw zich een ener
gieke sector getoond in de ontwikkelingsmogelijkhe
den. In de afgelopen weken is de energie in
demonstratie geuit. Het gaat om de begaanbare weg.
Luxemburg en Den Haag hebben hierop invloed. Lukt
dat niet om samen met de agrarische sector het pad
begaanbaar te houden, zowel voor akkerbouw als voor
veehouderij, dan staat ons een hete zomer te wachten.
Naast energie is er voldoende karakter om voor het
voortbestaan van het bedrijf te knokken. De juistheid
van deze stelling is reeds bewezen.
R. Hoiting