Algemene aspekten van
een levensverzekering (1)
Levensverzekering en
inkomstenbelasting (2)
Levensverzekering en erfrecht (3)
i
Ook bedrijfsopvolging regelen
in zelfstandigenstatuut
Special levensverzekeringen
Landbouwschap
door J.L. Mieras
1. Algemene aspekten van een levensverzekering.
2. Levensverzekering en inkomstenbelasting.
3. Levensverzekering en erfrecht.
4. Lijfrente (clausule) in de inkomstenbelasting.
5. Levensverzekering en vermogensbelasting.
6. Levensverzekering en successierecht.
7. Levensverzekering in verband met staking onderneming en FOR.
8. Levensverzekering en Brede Herwaardering.
Deze week worden de delen 1, 2 en 3 behandeld, volgende week ver
schijnen de delen 4 t/m 8.
Definitie
Een levensverzekering komt in zo
veel schakeringen voor dat een defi
nitie nauwelijks te geven is. De
meest duidelijke is nog die uit de
Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf:
"Overeenkomsten van verzekeren
tot het al dan niet doen van uitkerin-
Eerder heeft u kunnen lezen wat een
levensverzekering is. Hoe is nu de
behandeling van de levensverzeke
ring in de inkomstenbelasting en dan
met name de heffing van het rente
bestanddeel begrepen in de uitke
ring. Het gaat hierbij om levensver
zekeringen waarbij ineens een kapi
taal wordt uitgekeerd zonder lijfren
teclausule.
Een lijfrenteclausule betekent dat
het kapitaal op de einddatum omge
zet wordt in een lijfrente die jaarlijks
in gedeelten (per kwartaal, halfjaar)
wordt uitgekeerd totdat de verzeker
de is overleden of tot de einddatum
van de afgesproken lijfrenteverze
kering.
Hoofdregel: premie aftrekbaar - uit
kering belast
Het zal u duidelijk zijn dat wanneer
u een kapitaalverzekering heeft af
gesloten de uitkering niet belast
moet zijn. Zou u de premie van de
verzekering aftrekken van uw inko
men, dan is de uitkering t.z.t. pro
gressief belast, d.w.z. u bent maxi
maal 60% belasting verschuldigd
(Oort-tarief). Dit is meestal niet de
bedoeling. Daarom brengt men de
premies van een dergelijke verzeke
ring nooit ten laste van het inkomen.
Rente bestanddeel
Wanneer jaarlijks een premie wordt
betaald en men ontvangt een kapi
taal na bijvoorbeeld twintig jaar,
dan zit er in deze uitkering rente
over de premies."
Stel, iemand betaalt jaarlijks
1.000,—
Na twintig jaar ontvapgt hij
30.000,—
Hiervan is 20.000,premie en
10.000,rente.
In principe is het rentebestanddeel
belast, tenzij de polis langer dan 12
jaar loopt én de hoogste premie niet
meer dan vijf maal de laagste premie
bedraagt. Bij een langere looptijd
mag de verhouding hoogste/laagste
premie groter zijn, men noemt dit
bandbreedte.
Bij een verzekering die een looptijd
heeft - bedraagt de bandbreedte
- tussen 12 en 15 jaar: 5 maal de
laagste premie
- tussen 16 en 20 jaar: 10 maal de
laagste premie
- tussen 21 en 30 jaar: 15 maal de
laagste premie
- meer dan 30 jaar: 20 maal de
laagste premie
Zou men een éénmalige koopsom
storten, dan is de rente begrepen in
de uitkering belast. Soms komt het
voor dat bij arbeidsongeschiktheid
premievrijstelling wordt verleend.
Dan wordt er vanuit gegaan dat er
premie is betaald, vanaf het moment
van arbeidsongeschiktheid tot einde
verzekering, ondanks dat men vanaf
dat tijdstip is vrijgesteld van premie
betaling en nog geen 12 jaar premie
betaalde.
Overlijdensuitkering
De hiervoor bedoelde rente is met
name bedoeld voor het spaarkarak-
ter van levensverzekeringen. Dit is
niet aanwezig bij een overlijdensuit
kering. Daarom zijn uitkeringen die
verband houden met het overlijden
vóór het bereiken van de 72-jarige
leeftijd vrijgesteld van inkomstenbe
lasting.
Wordt er een uitkering gedaan uit
hoofde van een verzekering na het
bereiken van de 72-jarige leeftijd en
is het minder dan 5.000,en is dit
een overlijdensrisikoverzekering,
dan is de rente ook onbelast.
Afkoop van verzekerigen met spaar-
element
Afkoop is erg onaantrekkelijk. In
dien u meer terugontvangt dan de
betaalde premie, wordt het meerdere
beschouwd als rentebestanddeel (zie
hierboven).
Hierna wordt de relatie levensverze
kering en erfrecht besproken. Men
moet dit goed onderscheiden van het
betalen van successierecht over de
uitkering. De relatie erfrecht en le
vensverzekering wordt van belang
indien er een uitkering wordt gedaan
omdat de verzekerde overlijdt.
Voorbeeld: een in gemeenschap vdn
goederen gehuwde man sluit op zijn
leven een kapitaalverzekering die
100.000,uitkeert bij zijn overlij
den aan zijn vrouw. Stel, de man
overlijdt. De vraag is nu, maakt die
100.000,deel uit van zijn nala
tenschap? En, zo ja, dan delen de
kinderen met zijn vrouw ook mee in
de uitkering. Al in 1904 werd door
de Hoge Raad (weduwe Veldman)
beslist dat de vrouw de uitkering
ontvangt buiten de boedel om, want
ze ontvangt de uitkering niet krach
tens erfrecht maar volgens de verze
keringsovereenkomst. De kinderen
delen nu niet mee in de uitkering en
het moge duidelijk zijn dat dat ook
niet de bedoeling was van de man.
Voorts is het niet van belang of de
man in gemeenschap van goederen
was gehuwd of op huwelijkse voor
waarden. Of de vrouw successie
recht over de uitkering moet betalen
komt in een ander artikel aan de
orde.
Erfrecht en cessie uitkering aan
bank
Het komt nogal eens voor dat er een
overlijdensrisikoverzekering wordt
afgesloten om een hypothecaire le
ning ten behoeve van de woning af te
lossen, indien de kostwinner komt te
overlijden. Het is voor de bank zaak
dat de uitkering voor dat doel wordt
aangewend, daarom wordt (stan
daardzin in hypotheekakte) de vor
dering uit hoofde van de verzeke
ring, die ontstaat bij overlijden van
de kostwinner tot zekerheid overge
dragen aan de bank, men noemt dit
cessie. Dit gebeurt ook bij uitkering
In het zelfstandigenstatuut moet
aandacht komen voor de problemen
bij bedrijfsopvolging in de families
feer. Dat schrijft het Landbouw
schap in een brief aan de Tweede
Kamer die op 14 maart over het
zelfstandigenstatuut praat.
Als de fiscale kant van bedrijfsop
volging niet wordt geregeld in het
statuut, moet er extra belasting be
taald worden door de ouders die hun
bedrijf overdragen aan», zoon of
dochter. De opvolger betaalt meestal
8
een prijs die lager ligt dan wat tussen
"vreemden" gebruikelijk is. Als er
niets geregeld wordt, brengt de fis
cus echter wel inkomstenbelasting in
rekening over de zakelijke prijs.
Het is de bedoeling om in het
zelfstandigenstatuut aan te geven
hoe het inkomen van zelfstandigen
fiscaal moet worden behandeld in
relatie tot de meervoudige funktie
van dit inkomen (investeren, konsu-
meren, reserveren).
J.L. Mieras
Tot slot
Tot zover de eerste drie artikelen
op het gebied van levensverzeke
ringen. De volgende week ver
schijnen de volgende vijf. Mocht
u met vragen zitten, schroom dan
niet kontakt op te nemen met uw
SEV-(st)er.
J.L. Mieras
gen in geld of in natura, in verband
met het leven of de dood van de
mens, met dien verstande dat over
eenkomsten van ongevallenverzeke
ringen niet als overeenkomsten van
levensverzekering worden be
schouwd".
Bij een levensverzekeringsovereen
komst kunnen vijf personen betrok
ken zijn:
ade verzekeraar verzeke
ringsmaatschappij);
b. de verzekeringnemer (deze sluit
de verzekering);
c. de verzekerde (degene op wiens
leven wordt verzekerd);
d. de begunstigde (degene die de
uitkering ontvangt);
e. de premiebetaler.
Niet altijd zijn er vijf verschillende
personen bij betrokken.
ring tegen een verlaagd bedrag
doorlopen. De reeds betaalde
premies houdt de verzekeraar.
- Het recht de polis te belenen.
Men leent geld van de verzeke
raar of van iemand anders tot
maximaal de afkoopwaarde en
moet dan de polis aan de geldge
ver afstaan als onderpand.
Sommige verzekeringen hebben wel
een spaarelement maar zijn toch niet
af te kopen of te belenen. Dit zijn
verzekeringen waarvan de uitkering
niet zeker is. Een verzekering bij le
ven keert uit als men op de eindda-
.tum van de verzekering nog leeft. Is
dit niet zo, dan is er géén uitkering.
Rechten die gelden voor elke polis
zijn bijvoorbeeld:
- Het recht premiebetaling te sta
ken. Bij polissen zonder spaare
lement betekent dit veelal het ein
de van de verzekering.
bij brand e.d. De geldverstrekker
ontvangt bij overlijden de uitkering.
Het gevolg is dat de uitkering nu in
de nalatenschap valt. Daardoor de
len de kinderen mee in de uitkering
van levensverzekering, hetgeen niet
de bedoeling is. Het vorenstaande is
op te lossen door de bank te machti
gen namens de vrouw de uitkering
aan te wenden ten behoeve van af
lossing van de hypothecaire lening.
Men ziet dit in de praktijk nogal
eens over het hoofd, met alle gevol
gen van dien. Het is maar dat u het
weet!
Voorbeeld:
Een man verzekeringnemer) sluit
bij een verzekeraar op het leven van
zijn vrouw verzekerde) een ver
zekering ten gunste van zijn dochter.
Overlijdt de vrouw, dan ontvangt de
dochter een uitkering. We gaan hier
eenvoudigheidshalve voorbij aan de
fiskale aspekten.
Tijdstip voorval
Een kenmerk van een levensverzeke
ring is het tijdstip waarop een zeker
voorval (overlijden) plaatsvindt. Het
kan zijn dat het zeker is dat er een
uitkering gedaan moet worden,
maar het tijdstip niet bekend is, bij
voorbeeld eén uitkering bij overlij
den (begrafenisverzekering). Het
kan ook zo zijn dat er slechts een uit
kering gedaan wordt indien verze
kerde vóór een bepaalde datum
overlijdt (overlijdensrisikoverzeke
ring). Bij een gemengde verzekering
vindt uitkering plaats op de eindda
tum van de verzekering (bijvoor
beeld 60-jarige leeftijd van de verze
kering) of op een eerder tijdstip als
de verzekerde vóór de einddatum
van de verzekering overlijdt.
Risiko en spaarelement
De meeste levensverzekeringen heb
ben, zoals uit het voorgaande bleek,
een risiko-element. Vrijwel altijd is
het onzeker wanneer de verzekeraar
uit moet keren, soms ook óf hij zal
moeten uitkeren, en vrijwel ook al
tijd hoeveel premie hij zal ont
vangen.
Daarnaast kunnen levensverzekerin
gen een spaarelement hebben. Het
spaarelement komt tot uiting door
extra rechten die de verzekeringne
mer heeft, zoals belenen, premievrij-
maken, afkopen. De term afkopen is
erg verwarrend. De afkoopsom
wordt namelijk niet door verzeke
ringnemer betaald maar door de ver
zekeraar. De verzekeringnemer ont
vangt de afkoopsom omdat door het
spaarelement in de verzekering
waarde is opgebouwd. Afkopen
komt in de praktijk niet vaak voor
omdat het zeer ongunstig is. Alleen
als er géén andere mogelijkheid is
kan men besluiten tot afkopen.
Rechten van de verzekerde
De verzekeringen met spaarelement
kennen aan de verzekeringnemer een
aantal rechten toe, bijvoorbeeld:
- Het recht van afkoop.
- Het recht van premie-vrij
making. Men betaalt dan géén
premie meer en laat de verzeke
- Het recht de begunstigde, pre
miebetaler of verzekeringnemer
te wijzigen.
Slechts in drie gevallen kan men de
begunstiging niet meer wijzigen:
a. indien de begunstigde de be
gunstiging heeft aanvaard, dit
vindt in de praktijk meestal niet
plaats omdat daarvoor toestem
ming nodig is van de verzekering
nemer. De verzekeringnemer be
houdt dit recht dan voor zich
zelf;
b. nadat verzekerde is overleden,
dan is het recht op een uitkering
ontstaan en kan geen wijziging
van de begunstiging meer ge
schieden;
c. cessie bij overdracht tot zeker
heid aan bijvoorbeeld een geldge
ver (bank, persoon, verze
keraar).
Intermezzo
^^verzekeringnemer kan de be
giftiging wijzigen. Dit betekent
wel dat de begunstigde maar moet
afwachten of zij/hij ooit een uitke
ring zal krijgen. Typerend is in dit
geval de uitspraak van de Hoge
Raad in de zaak "Weduwe Fort
man": Fortman, een ondernemer,
had een levensverzekering afgesloten
met zijn vrouw als begunstigde. In
dien hij overleed ontving zijn vrouw
een kapitaal.
Wat gebeurde, Fortman ging failliet
en de curator in het faillissement
wijzigde de begunstiging van de ver
zekering. De curator wees zichzelf
(de boedel) aan als begunstigde.
Kort daarna overleed Fortman en
zijn weduwe eiste de uitkering op,
hetgeen mislukte want de begunsti
ging was gewijzigd.
Premie en uitkering
De premie kan ineens betaald wor
den (koopsompolis), maar ook pe
riodiek (elk jaar). De uitkering kan
zijn een kapitaal ineens of periodie
ke uitkeringen (lijfrente).
Motieven om een levensverzekering
af te sluiten
Er kunnen vele motieven zijn om een
levensverzekering af te sluiten. Ga
echter steeds voor u zelf goed na
welk doel u voor ogen heeft. De af
rekening van een belastingclaim bij
bedrijfsbeëindiging dekt men niet af
met een koopsompolis met lijfrente
clausule. Soms overheersen fiskale
motieven. Dit kan op zich nuttig
zijn, maar overweeg wel alle conse
quenties goed.
Vrijdag 16 maart 1990