Gemeente Wissenkerke stelt richtlijnen
vast voor opslag vaste meststoffen
CLM komt met eerste resultaten
werkgroep mineralenbalans
Ouderwetse Sint Maarten
Bouw kernopslag Borsele
voorlopig niet van de baan
Landbouwschap stelt
Slump bv aansprakelijk
Brocbare
"Pelsdierenhouderij in
Nederland"
Landbouwschap bekijkt mogelijkheid
veehouderij op braakliggende grond
Ontwerpbesluit
paraveterinairen
Teleac kursus over
mest en milieu
Het gemeentebestuur van Wissen
kerke (Noord-Beveland) heeft, voor
uitlopend op een landelijke regeling
voor de tijdelijke opslag van vaste
meststoffen, enkele richtlijnen op
gesteld. Wanneer deze richtlijnen
worden nageleefd, kan tijdelijke
opslag plaatsvinden zonder ver
gunning.
De gemeente heeft gemeend alvast
een aantal richtlijnen op te moeten
stellen omdat tijdelijke opslag van
vaste meststoffen in een groot aantal
gevallen gevaar, schade of hinder
voor de omgeving oplevert.
Dikwijls wordt de mest opgeslagen
op een te geringe afstand van sloten.
Hierdoor kunnen de meststoffen,
alsmede het daaruit vrijkomende
verontreinigende water in het opper
vlaktewater terecht komen. Hinder
in de vorm van stankoverlast wordt
veroorzaakt indien de stoffen liggen
opgeslagen in de onmiddellijke om
geving van woonbebouwing.
De tijdelijke opslag van vaste
meststoffen is een hinderwetplichti-
ge aktiviteit. De toepassing van de
hinderwet stuit op praktische bezwa
ren, vanwege de steeds wisselende
lokaties. Vandaar dat de gemeente
de volgende richtlijnen voor de tijde
lijke opslag van vaste meststoffen
heeft opgesteld.
Het opslaan van vaste meststoffen
Het Landbouwschap heeft Slump bv
in Stroobos formeel aansprakelijk
gesteld voor de gevolgen van het le
veren van met lood verontreinigd
veevoer aan melkveehouders in Gro
ningen en Friesland. Een kommissie
van deskundigen is op het ogenblik
bezig met het inventariseren van de
schade. Behalve de dode en zieke
dieren en de met lood verontreinigde
melk betrekt het Landbouwschap bij
deze inventarisatie ook de kosten
van dierenartsen en de afvoer en ver
nietiging van mest die door een te
hoog loodgehalte ongeschikt is ge
worden voor verspreiding over het
land.
Om te beginnen zal het Landbouw
schap onderzoeken of Slump bv be
reid is mee te werken aan een minne
lijke regeling van de schade. Mocht
hierover op korte termijn geen dui
delijkheid ontstaan, dan zullen ge
rechtelijke stappen worden on
dernomen.
op agrarische grond is een hinder-
wetplichtige aktiviteit waarvoor een
vergunning is vereist. In de periode
voorafgaande aan de inwerkingtre
ding van een landelijke (of gemeen
telijke) regeling is opslag toegestaan,
wanneer wordt voldaan aan on
derstaande richtlijnen:
a. de agrarische grond mag geen on
derdeel uitmaken van natuurgebie
den, natuurwetenschappelijke waar
devolle agrarische gebieden en niet
gelegen zijn rondom natuurgebieden
of landschapselementen zoals gede
finieerd in de z.g. ecologische
richtlijn;
b. de meststoffen mogen niet langer
opgeslagen liggen dan 9 maanden;
c. de meststoffen mogen niet binnen
drie jaar op dezelfde plaats worden
opgeslagen;
d. de meststoffen mogen niet op
geslagen worden binnen 7 m uit de
insteek van sloten en waterlopen;
e. de meststoffen mogen niet op
geslagen worden binnen 100 m
van bebouwing behorende tot de ka-
tegorie I en II als genoemd in de bro
chure 'Veehouderij en Hinderwet'
en daarmee gelijk te stellen ob-
jekten;
f. de meststoffen mogen niet op
geslagen worden binnen 50 m van
bebouwing behorende tot de katego-
rie III en IV als genoemd in de bro
chure 'Veehouderij en Hinderwet'
en daarmee gelijk te stellen ob-
jekten;
g. de meststoffen mogen niet liggen
opgeslagen binnen 250 m van be
drijfsmatig gevoerde pluimveehou
derijen;
h. zo vaak de omstandigheden daar
toe aanleiding geven dienen maatre
gelen te worden genomen ter bestrij
ding van vliegen, insekten en plaag-
dieren;
i. bij de kans op verstuiving dienen
de meststoffen doelmatig te worden
afgedekt;
j. bij de aan- en afvoer mag de om
geving niet worden verontreinigd.
De omschrijving van de kategoriën
is als volgt:
Kategorie I: in de direkte omgeving
van de inrichting is/zijn gelegen: a
de bebouwde kom; b. stankgevoeli-
ge objekten (ziekenhuis, sanatori
um, internaat, etc.); c. objekten
voor verblijfsrekreatie (bungalow
park, camping, etc.).
Kategorie II: in de direkte omgeving
van de inrichting is/zijn gelegen: a.
niet-agrarische bebouwing, gekon-
sentreerd in lintbebouwing buiten de
bebouwde kom, langs wegen, vaar
ten, dijken, e.d.; b. meerdere ver
spreid liggende niet-agrarische be
bouwingen, die aan het desbetref
fende buitengebied een bepaalde
woonfunktie verlenen; c. objekten
voor dagrekreatie (zwembaden,
speeltuinen, etc.).
Kategorie III: in de direkte omge
ving van de inrichting is gelegen: een
enkele niet-agrarische bebouwing in
het buitengebied.
Kategorie IV: in de direkte omge
ving van de inrichting is/zijn gele
gen: andere agrarische bedrijven.
Recent heeft de Nederlandse Vereni
ging van Fokkers van Edelpelsdieren
(N.F.E.) een nieuwe brochure over
de pelsdierenhouderij uitgegeven.
Deze brochure is een onderdeel van
een ruimer voorlichtingsprogram
ma, dat als voornaamste doel heeft
de bekendheid van deze bedrijfstak
te bevorderen. In het verleden wer
den wel eens diskussies gevoerd
waaruit bleek dat men niet goed op
de hoogte was van de werkelijke si
tuatie in de pelsdierenhouderij. Bo
vengenoemde brochure gaat daarom
in op het werk van de pelsdierenhou-
der en de verschillende organisaties
die de bedrijfstak ondersteunen.
Voor inlichtingen over de NFE, tel.
08892-1980.
Melkveehouders kunnen hun aan
deel in het milieuprobleem flink ver
minderen door te besparen op kunst
mest en veevoer. Krachtig hulpmid
del daarbij is de mineralenbalans.
Dit stelt het Centrum Landbouw en
Milieu te Utrecht. Het Centrum pre
senteerde vorige week vrijdag de re
sultaten van de eerste werkgroep van
melkveehouders die met de minera
lenbalans heeft gewerkt.
Het CLM richtte een studiegroep
mineralenbalans van melkveehou
ders op uit verschillende delen van
De bouw van de kernopslagloodsen
van de Centrale Organisatie Voor
Radioaktief Afval (COVRA) in het
Sloegebied te Borsele mag voorlo
pig doorgaan. De voorzitter van de
afdeling rechtspraak, mr. P. Kap-
teyn, bepaalde vorige week donder
dag dat hij de beslissing over de
bouwvergunning wil laten afhangen
van een procedure die over enige
maanden zal dienen bij de Geschillen-
afdeling van de Raad van State.
De geschillenafdeling bepaalt dan of
de Kernenergiewetvergunning en de
vergunning ingevolge de Wet Veront
reiniging Oppervlaktewater terecht
zijn afgegeven aan COVRA. Het is
de bedoeling dat COVRA zwaar
radio-aktief afval in de loodsen gaat
opslaan.
Tussen de appelanten die Kapteyn
dinsdag om schorsing van de door
de gemeente afgegeven bouwvergun
ning vroegen, bevond zich onder
meer de Gewestelijke Raad van het
Landbouwschap voor Zeeland. De
woordvoerder van het Landbouw
schap, de heer Y. Boom, vertelde
Kapteyn dat Gedeputeerde Staten en
de Gemeente niet naar de belangen
van de boeren had gekeken toen zij
de bouwvergunning opstelden. Zo
ontbraken er volgens Boom voor
waarden met betrekking tot eventue
le schadevergoeding voor stralings-
en molestschade.
Ook de Zeeuwse milieufederatie, de
Zuidelijke Landbouwmaatschappij
en een aantal bewoners, maakten be
zwaar tegen de reeds begonnen
werkzaamheden in verband met de
kernopslag. Zij vroegen zich af of de
plannen planologisch verantwoord
zijn. Zij vinden dat als het Rijk
besluit dat in een bepaald gebied
kernopslag moet plaatsvinden, de
gemeente dan wel moet bekijken of
die opslag planologische bezwaren
met zich meebrengt. Volgens de kla
gers is dat laatste in deze zaak het
geval.
Het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu zal
een advies uitbrengen aan de Ge
schillenafdeling. Tot die tijd zullen
de appelanten moeten wachten want
pas na dat advies zal de geschillenaf
deling zich over de kwestie gaan be
raden. Voor COVRA komt de be
slissing van Kapteyn om het schor-
singsverzoek aan te houden goed uit.
Deze organisatie vroeg Kapteyn
dinsdag om de aanhouding.
Op veel plaatsen in ons land vier
den de kinderen 11 november op de
ouderwetse manier weer Sint
Maarten, ook, hoe kan het anders,
in Sint Maartensdijk op Tholen.
De kinderen op bijgaande foto
hebben hun Sint Maarten lampi
ons gemaakt van echte uitgeholde
bieten, zoals het hoort.
In Sint Maartensdijk werd voor
het vierde achtereenvolgende jaar
een lampionoptocht ter gelegen
heid van Sint Maarten gehouden.
De opkomst was er groter dan
vorig jaar, mede door het mooie
weer en de volle maan.
het land. Met steun van het CLM
stelden de veehouders voor hun ei
gen bedrijf een mineralenbalans op
en vervolgens probeerden zij door
maatregelen op het bedrijf de balans
te verbeteren.
De 11 melkveehouders begonnen
met een gemiddeld stikstofverlies
van 449 kg/ha per jaar. In twee jaar
slaagden zij erin dit verlies terug te
brengen tot gemiddeld 321 kg/ha.
Dat is een vermindering van 29%.
Sommige bedrijven skoorden zelfs
40 a 50%. Het CLM noemt deze cij
fers bemoedigend en opzienbarend.
Kosten
De veehouders bereikten het resul
taat niet door de melkproduktie te
verlagen of de veestapel in te krim
pen. Slechts enkele veehouders de
den investeringen. Veruit het meeste
effekt werd bereikt door verbetering
van het management. Door de mest
beter te benutten konden zij bespa
ren op kunstmest. En door de voer-
benutting te verbeteren konden zij
besparen op krachtvoer.
De financiële resultaten hebben vol
gens de veehouders niet onder de mi
lieumaatregelen geleden. Zij zijn
juist verbeterd. Verdere verbetering
van de mineralenbenutting is vol
gens hen mogelijk door verdere, on
derling samenhangende maatrege
len. Van gelang zijn onder andere
investeringen in een voercomputer,
in mestopslag en in apparatuur om
mest beter te benutten, zoals mestin-
jekteur of zodebemester. Zij bena
drukken dat op elk bedrijf een ander
pakket van maatregelen past.
Het CLM is van mening dat de mi
neralenbalans de komende jaren
moet worden ingevoerd op alle Ne
derlandse landbouwbedrijven. In
het Nationaal Milieubeleidsplan is
dit voorstel al opgenomen. Samen
met het ministerie van Landbouw en
de Dienst Landbouwvoorlichting
ontwikkelt het CLM formulieren
voor melkveehouders, varkenshou
ders en akkerbouwers. Vorig jaar
werd al een eenvoudige boekhou
ding onder varkenshouders ver
spreid via een brochure. Deze
maand volgen de melkveehouders.
Milieubeleidsplan
Het CLM benadrukt dat de veehou-
Het Landbouwschap gaat onder
zoeken welke mogelijkheden er
zijn om braakgelegde landbouw
grond te benutten voor ekstensie-
ve veehouderij, zoals schapen.
De Europese braakregeling laat
hier in principe ruimte voor. In
enkele andere landen, ondermeer
Frankrijk, is hieraan al uitwer
king gegeven.
In Nederland is tot nu toe onge
veer 3500 hektare akkerbouw
grond via de Europese braakre
geling uit produktie genomen.
Naar verwachting zal de belang
stelling toenemen als de vergoe
ding binnenkort wordt opgetrok
ken tot ruim 1800 gulden per
hektare. Tot nu toe maken voor
al akkerbouwers in Groningen en
de Drentse veenkoloniën van de
braakregeling gebruik. Als de
braak gekombineerd wordt met
ekstensieve veehouderij geldt
overigens een veel lagere premie.
ders goede voorlichting moeten krij
gen en ook subsidies voor milieu
investeringen. Deze subsidies kun
nen mede worden gefinancierd uit
heffingen op kunstmest en veevoer.
De doelstellingen van het Nationaal
Milieubeleidsplan kunnen zo vol
gens het CLM misschien worden ge
haald zonder hoge kosten voor de
melkveehouders.
In de Staatscourant 219 van 9 no
vember is door de minister van
Landbouw een ontwerp-besluit Pa
raveterinairen gepubliceerd.
Dinsdag 16 januari aanstaande start
Teleac met de kursus 'Mest mi
lieu, de praktische aanpak van een
aktueel probleem'.
In samenwerking met de redaktie
van Oogst heeft Teleac een zeer
praktijkgerichte analyse van het
mestprobleem en van de toepasbare
oplossingen gemaakt. Deze 'kursus'
wordt in zes delen uitgezonden op
zowel televisie als radio. Daarnaast
zal in Oogst zes maal een speciaal
katern worden gewijd aan de televi
sie en radio-uitzending van die week.
De kursus 'Mest milieu' is geen
theoretische verhandeling. Op televi
sie, radio en in de katernen wordt
duidelijk uiteengezet hoe het mest
probleem in elkaar zit en welke
praktijkoplossingen er tot nu toe
zijn gevonden. De zes katernen zul
len na afloop van de kursus worden
gebundeld in een boek, dat via Te
leac en via de boekhandel verkrijg
baar zal zijn. Voor degenen die niet
alle uitzendingen hebben kunnen
volgen, wordt de kursus in april
1990 herhaald.
Regionale bijeenkomsten
Naast de uitzendingen op televisie,
radio en de katernen in Oogst zullen
regionale bijeenkomsten worden ge
organiseerd. Op deze bijeenkomsten
zullen de meer specifieke problemen
van steeds verschillende sektoren,
bijvoorbeeld melkveehouderij, var
kenshouderij en akkerbouw, worden
behandeld. Meer informatie hier
over vindt u in het kursuspakket.
Televisielessen:
van 16 januari t/m 20 februari 1990
iedere dinsdag van 15.15-15.45 uur
op Nederland 3.
Radiolessen:
van 17 januari t/m 21 februari 1990
iedere woensdag van 14.30-15.00
uur op Radio 5. Vanaf 8 mei 1990
wordt de kursus herhaald.
Het kursuspakket kost 24,50 en is
te bestellen door overmaking van dit
bedrag op postbanknummer 54 42
32 ten name van Teleac Utrecht, on
der vermelding van 'Mest Milieu'.
Het kursuspakket is ook in de boek
handel verkrijgbaar (ISBN
90-6533-209-X).
Vrijdag 17 november 1989