Er is niet één oplossing voor alle
akkerbouwers, elk bedrijf is anders
Geen eigenaar maar rentmeester
Jans Leeuwma, scheidend voorzitter
Groninger Maatschappij van Landbouw
"Ik ben gekozen om de belangen van mijn boeren te behartigen, niet
om mij populair te maken in het vergadercircuit". Zo omschrijft
Jans Leeuwma uit Nieuw Beerta, die eind dit jaar afscheid neemt als
voorzitter van de Groningse Maatschappij voor Landbouw, zijn uit
gangspunt. Spraakmakend als akkerbouwvoorman is hij de afgelo
pen jaren zeker geweest. Toch heeft ook hij geen pasklare oplossing
voor zijn sektor: "Er is niet één oplossing. Elk bedrijf is anders en
vraagt een andere aanpak".
Als bestuurder kon ik meer doen dan alleen aktievoeren. Ik zit in het bestuur
om de belangen van mijn boeren te verdedigen.
Leeuwma is nooit vies geweest van
aktie voeren. "Vroeger had dat ook
effekt", zegt hij nu terugkijkend.
"Maar aktie voeren als middel om je
doel te bereiken is gaan slijten en is
op dit moment tot op de draad ver
sleten. Het werkt alleen als je weer
iets nieuws weet te verzinnen".
"Als bestuurder kon ik meer doen
dan alleen aktievoeren", zegt
Leeuwma. En dat deed hij dan ook.
In korte tijd verwierf hij zich grote
bekendheid door zijn aktieve en
doortastende optreden.
Hij voelt zich vaak tussen twee vu
ren geplaatst in het bestuurscircuit.
"Ik heb nooit afstand van mijn be
drijf gedaan, dus ik voel de proble
men aan de lijve. Aan de andere
kant weet je dat een idee dat uit de
praktijk voortkomt, via het KNLC
en het Landbouwschap hooguit in
een zeer afgezwakte vorm zal wor
den aangenomen. Dat is wel eens
moeilijk".
Een keer is het hem echt te veel ge
worden. "Dat was tijdens een dis-
kussie over de akkerbouwproblemen
in het Landbouwschapsbestuur. Ik
zat daar als voorzitter van de hoofd
afdeling om een advies te verdedigen
waar we veel werk in hadden gesto
ken. Het ging om de graanvervan-
gers problematiek.
Het bestuur reageerde absoluut niet
op óns advies en schoof het met een
veeg van tafel. Toen ben ik spontaan
opgestapt en de zaal uit gelopen".
Maar, voegt hij eraan toe, "dat kan
je maar een keer doen, anders werkt
het niet meer. Het signaal is trou
wens wel overgekomen".
Akkerbouw
Met Leeuwma praten betekent uiter
aard dat de huidige problemen in de
akkerbouw aan de orde komen. De
graanprijs vervult daarin een belang
rijke rol, de vaak genoemde 'spil-
funktie'. Leeuwma wil nog wel eens
uitleggen wat daar precies mee
wordt bedoeld.
"Teelttechnisch heb je de granen ge
woon nodig in je bouwplan. Als je
achter elkaar aardappelen of suiker
bieten teelt, krijgen bodemziekten
de kans om zich uit te breiden. Gra
nen kunnen dat in toom houden. Je
moet gewoon granen telen. Daaruit
komt de spilfunktie voort.
Vrijdag 17 november 1989
Neem bijvoorbeeld een graszaad fir
ma, die op kontrakt wil laten telen.
Gras heeft voor de bodem dezelfde
ziekteonderdrukkende eigenschap
pen als graan. De leverancier weet
dan ook: de akkerbouwer zal of
graan, of mijn gras nemen. Nou,
dan gaat hij met zijn kontraktprijs
natuurlijk net iets boven de graan
prijs zitten. Dat is één.
Ten tweede moet er een zeker even
wicht zijn tussen de verschillende
produkten in je bouwplan om te
voorkomen dat produkten met een
hoog saldo, zoals aardappelen, te
veel worden verbouwd. De zoge
naamde marktordeningsprodukten,
waarvan de EG de prijs vaststelt,
hebben daardoor een relatie met het
graan. Bij zetmeelaardappelen is er
zelfs een direkte relatie gelegd".
Maar waarom heeft minister Braks
dan zolang de spilfunktie ontkend?
Leeuwma: "Dat deed hij uit politie
ke overwegingen. Het paste hem niet
het beleid te wijzigen. Hij verdedig
de zijn beleid door erop te wijzen dat
het inkomen in de akkerbouw in fei
te door de vrije produkten wordt be
paald. Nou, dan zijn slechte jaren in
de vrije sektor 'all in the game'. Er
komen ook wel weer goede, zei hij.
Het inkomen moet uit de totaliteit
komen, vond de minister. Hij heeft
pas heel laat in de verkiezingscam
pagne, in een speech in Zeeland, wil
len toegeven dat er inderdaad zoiets
als een spilfunktie van de granen
bestaat".
Graanvervangers
De akkerbouwakties van dit voor
jaar die uitmonden in de estafette
naar Den Haag zullen velen nog vers
in het geheugen liggen. Er was echter
al veel aan vooraf gegaan.
"We zijn in de georganiseerde land
bouw al vier of vijf jaar bezig orde
op zaken te stellen. We zijn er mee
begonnen om te pogen afspraken te
maken met de Verenigde Staten over
ons en hun exportvolume en over de
graanvervangers. Dat laatste stuitte
echter op protest vanuit de vee
houderij
We zijn toen niet verder gekomen
dan een stabilisatie van de invoer
van graanvervangers. Er werden
daarover afspraken gemaakt met
onder meer Thailand, een van de
grootste leveranciers. Dat was voor
delig voor ons, maar ook voor de
boeren in Thailand, want die hadden
daarmee een voorsprong op andere
landen.
Die afspraken zijn echter niet water
dicht gebleken. Er bleven steeds
meer graanvervangers hierheen ko
men. Het blijft een 'gat' in de Brus
selse regelgeving.
Nu blijkt daarbij de import van al
die mineralen ook nog een milieu
probleem op te leveren. Ondanks de
enorme groei van de veestapel is het
aandeel EG-graan in het veevoer
konstant gebleven".
Akkerbouwaktieplan
Toen de diskussie over de graanver
vangers geen resultaten bleek op te
leveren, is de Hoofdafdeling akker
bouw van het Landbouwschap met
het akkerbouwaktieplan gekomen.
Daarin werd een groot aantal maat
regelen opgesomd en voor in totaal
286 miljoen aan overheidssteun ge
vraagd.
Een grote manifestatie in de veiling
hal in Bleiswijk onderstreepte deze
eisen. "De minister is altijd een beet
je om dat aktieplan heen gelopen",
vindt Leeuwma. "In plaats van de
gevraagde 286 miljoen kregen we
maar enkele tientallen miljoenen.
In feite heeft Braks ons toen meer
geld ontfutseld dan we kregen, want
veel van dat geld kwam uit de diver
se compensatieregelingen (WIR,
BTW). Dat geld was ons eigenlijk
eerst afgenomen. De bekende siga
ren uit eigen doos".
Ondertussen bleef Brussel gewoon
doorgaan met het beleid van graan
prijsdaling. "Op een bepaald mo
ment passeer je dan gewoon een snij
punt en ben je als akkerbouwer ver
liesgevend bezig. Dat snijpunt werd
eind 1988 bereikt met het pakket dat
de EG-kommissie toen presenteerde.
Ook al omdat de stabilisatoren nog
meer prijsdaling in petto hielden".
De aktiebereidheid in de akkerbouw
bleek groot. Er kwam een trekker
estafette naar Den Haag. Eenmaal
in Den Haag blokkeerden we het mi
nisterie van Landbouw en werden er
op het Malieveld verklaringen voor
gelezen.
Leeuwma stond helemaal achter de
akties en was er ook nauw bij be
trokken. "Die estafette was weer iets
nieuws".
Hij was misschien niet zo zichtbaar
aanwezig, maar speelde toch een
grote rol. "We waren met z'n allen
naar Den Haag gekomen. Er moest
iets gebeuren. Er moest een ontkno
ping komen.
Dat kon alleen het verschijnen van
de minister en een gesprek tussen
hem en ons zijn. Ik heb me erg inge
zet om dat voor elkaar te krijgen".
Het uiteindelijke resultaat viel toch
nog tegen. Braks kwam weliswaar,
maar wilde niets toezeggen. Hij be
handelde de landbouwvoormannen
als "kwajongens", zoals Leeuwma
het uitdrukt.
Sektorvisie
Een direkt gevolg van de akties was
dat de politiek zich met de akker
bouw ging bemoeien. Tijdens een
debat tussen de minister en de Twee
de Kamer werd de zogenaamde
'motie-Blauw' aangenomen. Hierin
droeg de Tweede Kamer de minister
op alle mogelijke moeite te doen, om
verdere daling van de graanprijs te
voorkomen. Later bleek de minister
zijn eigen uitleg aan die motie te
geven.
Een ander gevolg van de akties was
dat het landbouwschap een werk
groep instelde om een sektorvisie ak
kerbouw op te stellen. Voorzitter
van die werkgroep was Jans Leeuw
ma. "Het Landbouwschap vond dat
er naast een technisch plan als het
akkerbouw aktieplan, ook een meer
politieke visie moest komen. Dat is
de sektorvisie geworden".
In september kon de werkgroep haar
rapport aan het bestuur aanbieden.
"Dat was binnen betrekkelijk korte
tijd", vindt Leeuwma. "Alle ideeën
uit de sektor moesten we bekijken en
Leeuwma heeft een akkerbouw
bedrijf van ruim 60 hektare in
het Groningse Nieuw Beerta. De
oudste zoon runt het bedrijf in
kombinatie met een loonbedrijf.
"Als het kan zal hij het bedrijf
overnemen, maar dat is zo lang
zamerhand een onmogelijke op
gave, financieel gezien. Het be
drijf is nu eigenlijk verliesge
vend, niet voor niets doet mijn
zoon er het loonbedrijf bij".
Het bouwplan van Leeuwma's
bedrijf bestaat uit 33 ha winter
tarwe, 11 ha gerst, 10 ha suiker
bieten en 6 ha koolzaad. "Alle
maal marktordeningsproduk
ten" konstateert Leeuwma. "De
Brusselse besluiten komen hier
dus keihard aan".
Ook voor zijn eigen bedrijf geldt
dat Leeuwma soms moeite heeft
om uit te leggen dat hij met ver
lies aan het boeren is, maar toch
wel doorgaat. "Het kost wel elk
jaar geld. Je teert in op de af
schrijvingen, met als gevolg dat
Ik wil de grond graag aan mijn kinderen doorgeven.
Leiden in last is als er een nieuwe
trekker nodig is.
Of je doet te weinig aan je drai
nage. Zo hou je het vol. Daar
komt nog bij dat je helemaal aan
de grond verknocht bent. Je hele
familie boert hier al zo lang. Ik
voel me ook geen eigenaar van de
grond, maar een rentmeester om
het aan mijn kinderen door te ge
ven. Ik hoop dat dat ook zal
lukken".
het samen over eens worden.
Eerst wilden we alle gewassen in ons
stuk behandelen, maar dat bleek niet
mogelijk. We moesten ons beperken
tot de hoofdprodukten".
Leeuwma somt de vier 'pijlers' op
waarop de sektorvisie rust: "Ten
eerste moet er een overgangsperiode
komen. Het heeft weinig zin om met
nieuw beleid te komen als de prijsda
lingen maar doorgaan. De stabilisa
toren moeten worden stilgezet en de
medeverantwoordelijkheidsheffing
afgeschaft.
Bij aardappelen hebben we gekozen
voor de vrije markt, bij suikerbieten
voor een bewaakte mengprijs; bij
granen voor een produktiebeperking
via de braakregeling en een verrui
ming van de afzet via meer export,
bijmenging in veevoer en meer toe
passing in de non-food sektor.
De braakregeling moet taakstellend
per lidstaat worden, wat iets anders
is dan een verplichte braaklegging.
De tweede pijler is een verbetering
van de financiële positie van de sek
tor. Een gegarandeerd bedrijfskre-
diet, hektare toeslagen en inkomens
compensatie. Ook lastenverlichting
door de overheid hoort daarbij.
Het derde punt is de herstrukture-
ring van bedrijven die daarvoor in
aanmerking komen. Via de SEV is al
een projekt opgestart om alle bedrij
ven door te lichten. Daar moet wel
een subsidieregeling voor komen.
Het laatste punt is een goede beëin
digingsregeling voor bedrijven zon
der opvolger, zodanig dat andere be
drijven van die vrijgekomen grond
kunnen profiteren om het eigen be
drijf te vergroten".
Geen konfektie
Inmiddels is de sektorvisie bespro
ken in het Landbouwschapsbestuur.
Leeuwma is tevreden met de brede
ondersteuning die het stuk kreeg.
Een definitief oordeel zal het
bestuur in de decembervergadering
geven.
Voor de uitvoering van het plan wil
de werkgroep een stappenplan ont
werpen om te voorkomen dat de
zaak verzandt. "Maar", benadrukt
Leeuwma, "zelfs als de sektorvisie
helemaal wordt ingevuld, ben je er
nog lang niet. Welnee, dan heb je al
leen een moeilijke periode
overbrugd".
Als Leeuwma gevraagd wordt naar
een toekomstmodel voor de Neder
landse akkerbouw, moet hij zich
even op het hoofd krabben. "Dat is
heel moeilijk", moet hij toegeven.
"Je kunt eigenlijk niet spreken over
'de' akkerbouw. Er is een groot ver
schil tussen de verschillende regio's,
maar ook tussen de bedrijven in die
regio's.
Eigenlijk zijn geen twee bedrijven
hetzelfde. Ze hebben allemaal een ei
gen oplossing nodig. Daarom is het
ook zo moeilijk 'konfektie' oplos
singen te vinden. Voor de een is mis
schien grondverbetering een oplos
sing, voor de ander schaalvergro
ting. Maar vaak is het ook vreselijk
moeilijk om kostenbesparingen te
vinden. Het vaste kostenplaatje kan
zeer uiteen lopen".
Zelfs binnen de eigen gelederen valt
het niet altijd mee die boodschap
duidelijk te maken. "Je ziet het nu
ook weer in het rapport van de kom
missie Van der Stee. Ondanks de
grote deskundigheid die daarin ver
zameld is, komt er geen grote lijn uit
naar voren. Ook Van der Stee is er
niet in geslaagd om alles tot een me
ning te distilleren.
Er zitten tegenstrijdigheden in zijn
rapport. Op een aantal terreinen is
hij vaag. Er staan verder geen zaken
in die op korte termijn kunnen wor
den aangepakt. Dat vind ik jammer„
want ik had gehoopt dat het rapport
van een zo gezaghebbende kommis
sie ons eindelijk een duidelijke rich
ting had gewezen".
Albert Biegman
13