TAURUS vernieuwt organisatie
y
H
n
Nederlandse boer(in) leest
steeds meer in vakbladen
NIVAA beraadt zich op toekomst
'Breng SEV en teelttechnische
voorlichting samen onder CLO-vlag'
Brabantse mestbank heeft
tekort aan mest
Nieuwe geprivatiseerde
voorlichtingsdienst krijgt vorm
Marius Varekamp op akker- en tuinbouw-studiedag:
Bestemmingsheffing wordt overwogen
Ledenwerving
pluimveehouders sukses
De takorganisatie TAURUS bestaat
dit jaar 3 jaar. Aanleiding voor
bestuur en medewerkers om kort te
rug te blikken op de inhoudelijke en
bestuurlijke aktiviteiten van de afge
lopen jaren en een nieuwe koers uit
te zetten voor de toekomst.
De stimulering van de automatise
ring in de rundveehouderij heeft dui
delijk effekt gehad. Diverse projek-
ten op het terrein van programma
ontwikkeling (informatiemodel, PC-
Projekt), gegevensuitwisseling (Vee-
NET, Standaardkoppeling) en bege
leiding (T4-Studiegroepen, voorlich
ting), zowel in de rundveehouderij
als schapenhouderij hebben hun
beslag gekregen. De komende jaren
zal o.a. worden gewerkt aan onder
houd van informatiemodel, verbre
ding van VeeNET naar andere re
gio's en aan de afstemming van regio
nale automatiseringsaktiviteiten.
Tevens zal meer aandacht worden
geschonken aan gegevensuitwisse
ling in de gehele produktieketen van
producent tot konsument. Automa
tisering hiervan zal een belangrijk
hulpmiddel zijn om de logistiek en
de kwaliteitsbewaking in het
TAKORGANISATIE AUTOMATISERING UNIFORMERING RUNDVEEHOUOERUSECTOR
produktie- en verwerkingsproces te
optimaliseren. Dit is in het belang
van veehouder en industrie.
TAURUS is in 1986 gestart met een
bestuur bestaande uit de standsorga
nisaties en twee dienstverlenende or
ganisaties, NRS (Nederlands Rund
vee Syndicaat) en SGD Stichting Ge
zondheidszorg voor Dieren). Als ad
viseurs waren o.a. vertegenwoordi
gers van de zuivelindustrie, meng-
voerindustrie, bedrijfslaboratoria en
praktij konderzoek/voorlichting aan
TAURUS verbonden. Gezien een
aantal ontwikkelingen, zoals de wat
commerciëlere opstelling van dienst
verlenende organisaties en een ande
re opzet van de landbouwvoorlich
ting van het ministerie van Land
bouw, heeft het bestuur van TAU
RUS in overleg met genoemde orga
nisaties een nieuwe samenstelling
van bestuur en adviseurs voor
gesteld. Deze ziet er als volgt uit:
Bestuur: - KNLC; - KNBTB; -
NCBTB; - Afd. Melkveehouderij
Landbouwschap.
Adviseurs: - NRS; - SGD; - Ministe
rie van Landbouw; - Bedrijfslabora
toria Grond- en Gewasonderzoek; -
Mengvoerindustrie; - Studiegroep
T4; - VEMI/Agrarica (computerle
veranciers); - Zuivelindustrie.
Er is dan ook een verzoek gericht
aan het NRS, de SGD en het mini
sterie van Landbouw om een advi-
seurspost in te nemen bij TAURUS.
Verwacht wordt dat deze organisa
ties hierop positief zullen reageren.
TAURUS verwacht dat het nieuwe
werkplan en de gewijzigde bestuurs
samenstelling een hechte basis vor
men voor de aktiviteiten in de ko
mende jaren.
Prof. dr. H. van Arkel verlaat per 15
oktober het Nederlands Instituut
voor Afzetbevordering van Akker-
bouwprodukten (NIVAA) te Den
Haag. Het NIVAA heeft dit in een
brief aan haar relaties laten weten.
Het is momenteel nog niet bekend,
wat de heer Van Arkel gaat doen.
Het NIVAA heeft sinds vorig jaar de
heer T. Beijen en J. van Liere zien
vertrekken. Binnenkort vertrekt ook
de medewerker V. Pfaff. Daarmee
verliest het afzetinstituut een niet
onbelangrijk deel van de dagelijkse
leiding.
De voorzitter van het NIVAA de
heer A. Vermeer betreurt het vertrek
van deze medewerkers zeer. "Vooral
Van Arkel is natuurlijk een uitste
kende PR-man. Jammer". Volgens
Vermeer is het personeelsverloop
o.m. een gevolg van de primaire en
sekundaire arbeidsvoorwaarden.
Het bestuur zal zich hierover dienen
te buigen. Overigens zal er in sa
menspraak met de achterban nader
worden beraadslaagd hoe het verder
moet met het NIVAA. In de aardap
pelwereld zijn belangrijke ontwikke
lingen gaande. Handelshuizen doen
steeds meer merkenpromotie, er is
het nieuwe tafelaardappelgebeuren
en ook in de pootgoedwereld zijn
veranderingen aan de gang. Het
bestuur van het NIVAA meent dat
er thans een moment is aangebroken
om de afzetbevordering nog eens he
lemaal door te lichten en te bespre
ken met de achterban.
Zolang de diskussie gaande is en er
geen opvolger is voor de huidige di-
rekteur neemt het dagelijks bestuur
van het NIVAA de leiding tijdelijk
over.
H. van Arkel
Marius Varekamp, voorzitter
van het KNLC acht het mogelijk
om de sociaal-ekonomische
voorlichting en teelttechnische
voorlichting onder één noemer te
brengen. 'Daarvoor is echter wel
een aanzienlijke grotere zeggen
schap van de landbouworganisa
tie vereist'. Hij hield dit pleidooi
op 21 september tijdens de'
Akker- en Tuinbouwstudiedagen
van het Ministerie van Land
bouw en Visserij.
Dit voorstel om de SEV en de
teelttechnische voorlichting on
der een noemer te brengen,
noemde hij een variant op een
eerder door hem geopperd mo
del. In dit model, de zogenaamde
Varekamp variant, verzorgen de
IKC's (informatie en kenniscen
tra) de groeps- en massavoor
lichting.
De individuele gerichte voorlich
ting en dienstverlening wordt aan
de commerciële en belangenbe-
hartigingsorganisaties overgela
ten. De IKC's zouden in dit mo
del een kollektief voorlichtings
apparaat zijn dat de ontwikke
lingen in bedrijfstakken stimu
leert. Anderzijds volgen de IKC's
ook de ontwikkelingen op de be
drijven zelf.
Voor de SEV ziet Varekamp een
uitbreiding van taken, zoals be-
drijfsekonomische adviezen, in-
vesteringsprojekten en diverse re
gelingen. Op deze manier ont
staat er geen spanningsveld tus
sen de SEV, de kommerciële
voorlichting en de Privo.
CLO-vlag
De landbouworganisaties zijn
volgens Varekamp bereid om
meer verantwoordelijkheid voor
de voorlichting te dragen en wil
len daar ook meer inhoud aan ge
ven. Vandaar zijn voorstel om de
SEV en de teelttechnische voor
lichting onder een CLO-vlag te
brengen. Door dit te doen ont
staat er volgens Varekamp een
goed voorlichtingsblok.
Wat betreft de financiering van
het geheel pleit Varekamp ervoor
dat in de toekomst de overheid
voor 100% in het kollektieve deel
bijdraagt. De private voorlich
ting kan dan via het profijtbegin
sel betaald worden. Varekamp
denkt dat er op deze wijze goede
operationele eenheden in de regio
kunnen ontstaan.
Bezuinigingen
Varekamp wees zijn gehoor erop
dat hij in een 'cynische bui' ook
wel eens konkludeert dat de pri
vatisering van de voorlichting
eerder is ingegeven door bezuini
gingen dan door de behoefte de
private sektor weer in de 19e
eeuwse waarde te herstellen. Hij
vindt dat er bij de privatiserings
operatie te weinig uit is gegaan
van de konseptuele benadering.
Dat wil zeggen dat er niet geke
ken is welke behoefte er aan
voorlichting is en hoe die behoef
te het best ingevuld kan worden.
Hij ging ook nog even in op de
positie van het KNLC. Deze or
ganisatie is van het begin af aan
kritisch geweest ten opzichte van
de privatiseringsoperatie. Het
KNLC pleitte voor een regelmati
ge evaluatie met de mogelijkheid
de besluitvorming terug te draai
en als niet aan alle voorwaarden
zou zijn c.q. wordt voldaan.
Het KNLC is van mening dat de
individuele gebruikers zoveel
mogelijk via het profijtbeginsel
voor de geleverde voorlich-
tingsprodukten en diensten moe
ten betalen. Varekamp maakte
daarbij wel de kanttekening dat
financiële overwegingen bedrij
ven er nooit van mogen weerhou
den gebruik te maken van de
voorlichting.
Het KNLC sluit daarom een kol
lektieve financiering per sektor
niet uit. Via een solidariteitshef-
fing kunnen eventuele drempels
worden verlaagd en weg
genomen.
Boeren en boerinnen besteden steeds
meer tijd aan het lezen van vakbla
den. Dat blijkt uit een onderzoek
"Agritrends" dat het bureau R M
Research en Marketing in opdracht
van o.a. uitgeverij Misset Landbouw
te Doetinchem heeft verricht.
Twee jaar geleden las de Nederland
se boer gemiddeld per week drie uur
en 10 minuten in vakbladen. Nu is
dat 20 minuten meer. De cijfers zijn
des te opmerkelijker omdat bij de
meeste andere vakliteratuur sprake
is van een teruggang in leestijd.
De doorsnee boer krijgt bijna zes
(5,7) vakbladen in de bus. Twee jaar
geleden lag dat aantal precies bij vijf
vakbladen gemiddeld.
Uit het onderzoek blijkt de belang
rijke positie van het vakblad Boerde
rij dat 76% van alle (102.500) boe
ren in Nederland bereikt. Iedere
week kijkt en leest de boer een uur
en zeventien minuten in dit vakblad.
Van die lezers krijgt Boerderij een
hoog rapportcijfer voor de kwaliteit:
7,5.
Oogst, dat wekelijks bij 72 procent
van de boeren in de bus valt. staat
op de tweede plaats. Oogst is het eni
ge organisatieblad dat bij het onder
zoek is betrokken en krijgt rapport
cijfer 7,2. Oogst wordt gemiddeld
gedurende 50 minuten gelezen.
Boerderij krant en Agrarisch Dag
blad halen een rapportcijfer van
resp. 7,2 en 7.4 Ze worden per krant
gemiddeld gedurende 46 minuten
(Boerderijkrant) en 36 minuten
(Agrarisch Dagblad) gelezen.
Informatiebron
Uit het onderzoek komt verder naar
voren dat vakbladen voor de boer de
belangrijkste bron van informatie
zijn over nieuwe ontwikkelingen in
de bedrijfstak. Ook voor aankoop
beslissingen kijkt de boer het eerst
naar zijn vakbladen. 70% van de
Nederlandse boeren haalt zijn infor
matie het liefst uit vaktijdschriften.
Beurzen, tentoonstellingen, folders
en brochures nemen daarvoor een
veel minder prominente plaats in.
Ook advertenties in vakbladen vin
den lezers informatief; van alle boe
ren leest 82% advertenties in vak
bladen.
Zoals vaker in dit jaargetijde is bij
de Brabantse Mestbank in Tilburg
een tekort aan mest ontstaan. Veel
gierkelders raken leeg door de grote
vraag van de Zuidwestelijke akker
bouw. Geen wonder, zegt de Mest
bank: dierlijke mest is en blijft een
stuk goedkoper dan kunstmest of
groenbemester.
In de mestdistributie, zoals die door
de mestbanken is opgezet, zijn overi
gens enkele barsten gekomen. Vol
gens een woordvoerder van de Tri-
burgse mestbank zijn veel boeren uit
de overschotgebieden er een ge
woonte van gaan maken om dichtbij
wonende veehouders toestemming te
geven mest te storten tegen tarieven
die net onder de prijs van de mest
bank liggen.
Er is dus een soort konkurrentieslag
ontstaan, die tot gevolg heeft dat de
mestbank voornamelijk mest krijgt
uit de verder weg gelegen gebieden.
Op dit moment bedraagt de gemid
delde afstand al 160 kilometer. Het
goedkopere transport over korte af
standen is voor de mestbank ech
ter noodzakelijk om de prijs van lan
ge ritten enigszins te drukken. Het
gevaar doemt dus op, dat de centrale
mestbanken hun tarieven moeten
verhogen.
Een mogelijke oplossing is de invoe
ring van een bestemmingsheffing.
Die zou door alle boeren met een
mestoverschot moeten worden be
taald. Via deze heffing is het niet
meer van belang hoever de mest
moet worden weggebracht. De
Noordbrabantse Christelijke Boe
renbond is een voorstander van zo'n
heffing.
Als gevolg van een suksesvolle le-
denwerfaktie onder Brabantse
pluimveehouders heeft de Neder
landse Organisatie van Pluimvee
houders (NOP) 120 nieuwe leden.
Hiertoe zijn eind 1988 en begin 1989
zo'n 400 Brabantse pluimveehou
ders (niet-leden) benaderd door de
kring Brabant van de NOP, eerst
schriftelijk en later persoonlijk. Het
totale ledenaantal van de Brabantse
kring van de NOP is hiermee ge
groeid tot 525.
De afdeling Brabant van de kring
vermeerderaars NOP groeide tot
ruim 200 leden. Ook hier werd een
ledenwerfaktie gehouden.
De nieuwe geprivatiseerde land
bouwvoorlichting krijgt vorm. In de
afgelopen maanden zijn 12 sektorra-
den samengesteld. Deze sektorraden
bespreken o.m. de voorlichtingspro
gramma's voor de betreffende sek
tor voor het komend jaar, de be-
drijfsstrategie van de Dienst Land
bouw Voorlichting (DLV) en de
Stichting Landbouw Voorlichting
(SLV), de regionale indeling van de
te vormen voorlichtingsteams en de
taken en samenstelling van begelei
dingskommissies. Zij leveren voorts
een bijdrage aan de inhoudelijke in
vulling van de relaties met de SEV,
de ROC's, de AOC's en andere
voorlichtingsinstanties in de desbe
treffende sektor en regio. Tevens
kan een begeleidingskommissie initi
atieven ontwikkelen voor voorlich
tingsthema's en het op gang brengen
van landelijk voorbereide dan wel
gebiedspecifieke voorlichtingsakties.
Van de leden van de begeleidings
kommissies wordt praktijkinbreng
verwacht bij het opstellen en evalue
ren van het voorlichtingsprogramma
van een team voorlichters. De leden
hebben zitting voor een periode van
twee jaar en worden door een ad
vieskommissie benoemd op voor
dracht van de regionale verenigingen
voor bedrijfsvoorlichtingen/of regio
nale afdelingen van de vaktechni
sche organisaties. Zij benoemen vier
of vijf leden. Verder worden vier of
vij f leden benoemd door de Gewestelij
ke Landbouworganisaties. Zij moe
ten bij voorkeur tevens bestuurslid
zijn van een ROC of een AOC in het
betreffende gebied. Tenslotte benoe
men de gewestelijke organisaties van
de voedingsbonden 1 lid. De leden
van de begeleidingskommissie die
nen werkzaam te zijn in het werkge
bied van het te begeleiden team.
In de Zeeuwse situatie ligt het in het
voornemen om het bestuur van de
Tak Organisatie Akkerbouw Zee
land (TAZ) aangevuld met 3 verte
genwoordigers van de 3 Zeeuwse
Landbouw Organisaties aan te mer
ken als begeleidingskommissie.
De Dienst Landbouw Voorlichting
en de Stichting Landbouw Voorlich
ting zullen hun hoofdkantoor in De
Meern (Utrecht) vestigen. De proce
dure voor het aantrekken van enige
tientallen medewerkers is inmiddels
in gang gezet.
4
Vrijdag 29 september 1989